Gemengd Nieuws. BUITENLAND. Plaatselijke berichten. Naar het Centrum verneemt, zal te beginnen met 1 Juli, op Zondag geen en kele goederentrein meer rijden op het Noorder- en Zuidernet van de lijnen der Siaatsspoorwegmaatschappij, nu het daar op betrekking hebbende kon: besluit de verplichting van de maatschappij, om die treinen te doen loopen, heeft opgeheven. Ook zullen geen bestellingen op Zondag meer worden gedaan of aangenomen. De H. IJ. Spoorwegmaatschappij zal in denzeliden geest handelen. Naar men verneemt, is door den min. van oorlog bepaald, dat de nachte lijke verlichting van de soldatenkamers in de kazernes, waar gas wordt gebruikt vooitaan zal geschieden door middel van kaarseD in goed gesloten lantaarns. „Uit goede bron" verneemt het *N. v. d. D." dat de minis ter. begaan met de dikwijls treurige geldelijke omstandigheden van zoovele kamerveihuursters, naar aanleiding van hare gewoonlijk hooge personeele belas ting, de ontvangers heelt gemachtigd, in voorkomende gevallen geheele of gedeel telijke ontheffing voor te stellen, bijaldien het verhuren de eenige kostwinning is. Ziiiderzeeconiinissie. Naar wij vernemen, is de Zuiderzee- commissie met haren arbeid gereedgeko men. De openbaarmaking van haar rapport dat hoogst belangrijk zal wezen, kan binnenkort worden tegemoet gezien. Vertrokken landverhuizers* Gedurende het jaar lö93 vertrokken uit de provincie Friesland 1940 personen als landverhuizers naar Noord-Amerika en Zuid-Afrika. Gedurende de laatste tien jaren was dit het grootste getal na 1889 toen het 1973 bedroeg. De vertrekkenden bestonden uit 854 hoofden van huisgezin nen of vrijgezellen, waarvan 20 welge steld, 646 mingegoed en 488 behoeftig waren. Met hen vertrokken 273 vrouwen 809 kinderen en 4 bedienden. Het groot ste getal werd geleverd door Wijmbritu- radeel, 162; hierop volgen Het Bilt met 133, Barradeel met 108, Oost-Dongeradeel met 104, Wonseradeel met 103, enz. Het getal landverhuizers dat in de laat ste tien jaren uit Friesland vertrok, was niet minder dan 9143. Valscli geld. We hebben reeds valsche bankbiljetten, valsche rijksdaalders en valsche kwartjes; nu zijn er ook nog valsche guldens bij gekomen. Te Utrecht tenminste is een zeer goed nagemaakte valsche gulden met den beeltenaai van Willem ill en het jaartal 1846 ontvangen. Het geldstuk heeft echter een doffen klank. De Joug. Naar de >Tel." vernemen, zal in de aanstaande week opnieuw een onderzoek worden ingesteld naar den geestestoestand van den gevangen De Jong. Valsche bankbiljetten. Personen van Rotterdam, die de vorige week valsche biljetten ontvangen hadden, zijn gedagvaard om voor den rechter commissaris te Amsterdam te verschijnen ten einde door dezen geconfronteerd te worden met alle te dezer zake gearres teerden, ten einde getuigenissen bijeen te garen tegen diegenen onder hen, die herkend mochten worden als de versprei ders der valsche munt. Leger des Heils. Binnenkort zal vanwege het Leger des Heils een nieuw blad verschijnen geheel gewijd aan de belangen van het werk onder de kinderen in Nederland. Thomson's prijs. Zaterdag 10 Februari had in liet Paleis voor Volksvlijt 1 et 2e bal masqué plaats, welk feest bij zou der druk bezocht was Personen uit alle tijden, in alle mogelijke costumes, van af eeno balletdanseres tot eeue vorstin zag men door elkaar dansen en war relen. Vooral trokken do verschillende groepen oude vrouwtjes de aandacht. Do firma Nord Thomson had n 1 een prijs bestaande in een prachtig zilveren Theeservies uitgeloofd voor hen, die het best haar zoo bekende winkelplaat en tevens handelsmerk, de twee drinkende oude vrouwen, imiteerde Verscheidene groepen, waaronder ééu van acht oude vrouwtjes gevolgd door een Chi nees met een schild, het opschrift drager de „Thomson's Theevisite" had het gewenschte doel bereikt. De prijs werd echter aan een der andere paren toegekend onder daverend applaus van het publiek. Hei effect van al deze oude vrouwen tus- schen eene joelige dansende menigte was al zeer komisch. Tot laat in den morgen duurde het feest voort, en wij durven gerust beweren, dat dit bal een der best geslaagde in deze win ter was. H e iel e-on tg i n it i u g. Ruim een maand geleden schreef de lieer B. H. Bertels, landbouwer te Barneveld, een artikel waarin hij kapitalisten opriep hem te steunen door het verschaffen van kapitaal. Hij wenschte op heidegrond een aantal boerderijen op te richtenvoor elke boer derij was f 3000 noodig. Deze boerderijen zouden bewooud worden door gezinnen van u erkloozen De deelneming was niet groot genoeg om een maatschappij tot oprichting en exploitatie van dergelijke boerderijen iu 't groot, op te richten. Eveuwel eenige heeren zeiden den heer Bertels kapitaal toe en daarmede zal thans een proef genomen worden. De Oranje- Bond van Orde en eenige particuliere heb ben den heer Bertels' verzocht eenige proef- boerderijen van 5 H A naar zijn plan iu te richten. Thans roept de heer Bertels nogmaals hen op die zich bij hem willen aansluiten. lo. Eigenaars van woeste gronden: om die tot billijken prijs voor het doel aan te bieden, of wel daarop zelf boerderijtjes vol gens plan te bouwen en deze ad 3 pet in erfpacht te willen afstaanhierdoor w ordt verkregen a. voor den eigenaar 3 pet. rente \an den woesten grond die thans niets oplevert. b. voor de erfpachters een inenschwaardig bestaan. 2e. Kapitalisten kunnen voor iedere pl m. f 3200 één boerderijtje met inventaris stich ten en zich daarvan 3 pet. erfpachtrcn'e verzekeren en één of meer bekende of on bekende gezinnen gelukkig maken en voor hun geheele leven aan zich verplichten. Het kapitaal is hier beter verzekerd, zegt de heer Bertels, dan iu vele effecten, wijl hier een onvervreemdbaar eigendom verkre gen is waarvau de waarde door den daarop verrichten arbeid dagelijks vermeerdert. Er zijn voorbeelden, dat de waarde van f 50 per H.A vau woesten grond plus de kosten van ontginning en kunstmeststoffen, in één jaar ruim gedelgd zijn door de op brengst, en de groud toen direct voor f400 per H.A. werd verkocht. 3e. Gemeentebesturen om woesten grond tot billijken prijs voor dit doel ter beschik king te stellen of zelf de boerderijtjes vol gens dit plan op te bouwen en te doen ontginnen. 4e Den Staatom dit plan over te ne men nadat practische proeven de moge lijkheid tastbaar hebben bewezen en dit daarna door de Gemeentebesturen worde ten uitvoer gebracht, met voorlichting van prac tische manneneen ieder kau in korten tijd onderwezen worden hoe de 5 Hectare grond bebouwd moeten worden, volgens de practische wetenschap (Niet te verw isseleu met Theorie.)" Ten behoeve der goede ontginning en liet goede beheer, alsmede om de productiviteit van reeds bestaande boerderijen te verhoo- gen, zal zoodra noodig een bureau worden opgericht. Nadere uitvoerige inlichtingen worden gaarne verstrekt door den heer B. H. Ber tels, landgoed de Biezen, bij Barneveld Van den gouverneur van Fransch Soedan is thans bericht ontvangen dat eene troepenafdeeling, di« onder bevel van kolonel Bonnier in persoon op 12 Januari 1.1. van Tirnboctoe op verkenning was vertrokken, o;, drie marschdagen afslands van de stad door de Toearegs gedurende den slaap is verrast. Te voet en te paard en niet speren en messen gewapend drongen de Toearegs van verschillende kanten tegeljjk het Fransche kamp binnen, wierpen de aan rotten staande geweren omver, zoodat de ootwakendeu tevergeefs naar de wapenen grepen, doch schijnen met dat al grootere verwarring dan wel slachting onder de Franschen en hunne Soudansche hulptroe pen te hebben aangericht, Van gedooden wordt niet gewaagd, wel van «vermisten", en hoewel dat woord, vooral in deze streken, vaak op een oneindig veel erger lot kan wijzen dan de dood, is het tóch niet geheel on mogelijk, dat van de 9 officieren, onder welke Bonnier zelf, twee onderofficieren en 08 soldaten, die als verdwenen wor den opgegeven, nog enkelen even gelukkig zullen geweest zijn als het gedeelte der colonne, dal Tirnboctoe nog weer heeft kunnen hereiken. Daar worden onder leiding van kapi tein Philippe, die het commando overnam, nu flinke verdedigings-maatregelen geno men, om de stad te houden tegen de Toearegs, die in den omtrek zwermen. Hen te lijf te gaan «venwel is voorals nog niet doenlijk. Kapitein Philippe verklaart met zijn 300 man niets te vreezen te hebben, maar toclr met Yerlangen naar verster king uit te zien. We willen het gelooven Gelukkig schijnt de geest der bevolking nog ai goed te wezen in zooverre als ze door hel optreden der Toearegs op hun onwelkome wijze haren handel bedreigd ziet en deswege hen maar liever door de Franschen op een afstand ziel gehouden. Uit Madrid worden eenige bijzonder heden gemeld betreffende den uitslag der eerste conferentie, welke de Spaansche afgezant maarschalk Martinez Campos, te Marakesh met den sultan van Marokko, Muley Hassan heeft gehad. De sultan ontving dea maarschalk met groote onderscheiding en verzekerde her haaldelijk, dat hij d«n eisch der Spaansche regeering om schadevergoeding voor de oorlogskosten, welke ter wille van de oproerige Moorsche stammen gemaakt moesten worden, in hoofdzaak zeer billijk achtte. Evenwel meende Muley Hassan toch met alle bescheidenheid te moeten verklaren, dat hijgde som. welke Spanje vraagt 25.000.u00 peseta's te hoog acht. Daarom stelde de sultan voor de beslissing over te laten aan een derde mogendheid, welke het bedrag der te vergoeden schadeloosstelling zou bepalen. Maarschalk Martinez Carnpos wilde echter van eene dergelijke bemiddeling niets weten en verlangde, dat Marokko en Spanje samen het geschil moesten beslechten. De sultan verzocht toen den maarschalk in overleg te treden met zijn grootvizier en te pogen met dezen minis ter tot overeenstemming te geraken. Eerst in het geval, dat beide onderhan delaars het niet eens konden worden, zou de sultan zelf weer aan de besprekingen deelnemen. Te Madrid is men niet bjjzonder tevre den over de houding van den sultan. Men vreest, dat Muley Hassan uitvluch ten zal blijven zoeken en niet gemakke lijk te bewegen zal zijn de gevraagde som aan Spanje uit te keeren. De Spaansche bladen keuren algemeen de houding varr maarschalk Martinez Cam pos tegenover den Sultan van Marokko goed. Men wil te Madrid niets weten van de bemiddeling «eaer derde mogendheid en verlangt dat het aanhangige geschil alleen tusschen Spanje en Marokko worde uitgemaakt. Nu reeds hebben de opperhoofden der stammen op Afrika's noordkust geweigerd hun aandeel te betalen van de som, welke Spanje als schadeloosstelling verlangt. Ook indien derhalve Sultan Muley Hassan be looft de 25,000,000 peseta's te voldoen, dreigen dus weer nieuwe moeilijkheden met de weerspannige Mooren. Uit de in Duitschland ontvangen offi- cieele berichten, omtrent den opstand onder de inlandsche soldaten te Kame roen. blijkt ten duidelijkste, dal de Daho- ineyanen, die in Afrika in dienst van hel Duitsche Kijk zijn, zich tegen het gezag hebben verzet, doch alleen omdat zij ontevieden waren met de behandeling die zij ondervonden, en dat zij daartoe volle reden hadden. De Dahomeyunen hebben, sedert den tijd hunner aanmonstering, of liever sedert zij door koning Behanzin aan baron Gra- venreulh verkocht werden, geen soldij ontvangen, doch slechts nu en dan een geschenkzij schijnen voorts meer «ran sel" te hebben gekregen, dan de vrye negers, die in den militairen dienst meer soldjj krijgen en daarom ook etr met boeten dan met lansel gestraft worden. Dus die soldaten worden ook geslagen I Daarbij kwam dan nog dat ook de vrouwen geranseld worden en nog wel op last en onder persoonlijk toezicht van den onder-Gouverneur. Dit schynt, ook naar de mededeelingen van luitenant Haring, de onmiddelijke aanleiding tot den opstand geweest te zijn. Uil alla getuigenissen blijkt dat de Dahouieyanen alle aanleiding hadden om zich verstoord te gevoelen over de behandeling, die men hun aandeed. Opmerking verdient ook de mededeeling van luiteoant Haring, dat er onder de Daliotneyanen een aan tal flinke soldaten waren, die zich zoowel io verschillende gevechten als by den dienst in vredestijd zeer hadden onder scheiden doch daarvoor geen enkele be looning onlvaogen hadden. Neemt men in aanmerking, dal muiters zicb bij de plundering hoofdzakelijk kle dingstukken, eet en drinkwaren hebben toegeëigend dat zij het kruitmagazijn, de missiën en de factorijen met rust hebben gelaten en dat zij hel lijk van den ver moorden assessor Riebow, wien zij waar schijnlijk hebben aangezien voor den vice- gouverneur, op wien zij zich wilden wreken niet hebben mishandeld, dan moet men tot het besluit komen, dat het geheele voorval geweten moet worden aan de persoonlijke fouten der Duitsche antorilei- ten in Kameroen. Het rappoit van den gouverneur zegt, dat de muiterij reeds lang moet beraamd geweest zyr,. Het schijnt echter, zegt de «Frankf. /tg.," dat hjj er niets van ge weten heeft; en in ieder geval was het zijn plicht geweest het uitbreken ervan niet te bespoedigen of te veroorzaken door maatregelen als het doen afranse len der soldatenvrouwen. Van de 12 korporaals vry williger, die bij hel 5e Reg. Infanterie, alhiei in garnizoen, deelnamen aan het examen voor onderofficier, slaagden 10 n. I. de korporaals, A. C. Dekker, A. A. Jansen, J. W. H. Daniels, H. A. Ephraim, C. J. Kenes, M. J. Stork, H. Kroese, J. A. Uding, J. de Vries en H. A. Klem. Ten behoeve van het 5e Reg. Inf. alhier, is door den Minister van Oorlog, voor den tijd van één jaar, ingaande 1 Januari 1894, een sluk grond in huur genomen, ter grootte van ruim 4 HA. gelegen aan dan weg naar Oud-Leusden, tegenover het schoolgebouw, ten einde daarop escercitiën te kunnen houden, voornamelijk voor de opkomende miliciens lichting 1894. Naar men ons mededeeld, staat dit in verband met de omstandigheid, dat het voorplein der Inf. kazerne, hetwelk anders voor die oefeningen gebezigd wordt, be zaaid is met gras, en vooi alsnog niet gebruikt mag worden. Jl. Zondag is te Utrecht, op initia- tief van den sergeant I. H. Ph. Verschoor daar ook waren allen aanwezig, die ik nor; lief had op deze aarde. De kinde ren ontvingea tante Emilie hartelijk. Waarschijnlijk zouden in dat huisgezin mijn wonden geheeld geworden zijn en zouden wij nog weer blijde dagen beleefd hebben, alsook hier de dood niet tusschen beiden getreden was. Anna werd ongesteld. Ernst maakte zich bezorgd over haar toestand maar het goede mensch lachte om hare onge steldheid en trachtte ons gerust te stellen. Wij zagen dat zij veel leed en ofschoon zij in de eenzaamheid met bekommering aan de toekomst dacht, toch poogde zij haar lijden voor ons te verbergen, om ons niet noodeloos beangst te maken. Doch Ernst liet zich niet om den tuin leiden. Hij raadpleegde den dokter, die niet veel zeide. Anna spande zich voort durend in om onze vrees te overwinnen doch eindelijk moest de geest voor het lichaam wijken en werd zy op liet ziek bed neergeworpen. Van dien tijd af nam de ziekte meer en meer toe en haar krachten vei minderden bij den dag. Ik wil aan die treurige dagen niet terug denken, want dan zou ik moeten weenen en wat zou Frits wel van mij denken als hij zijn zeventigjarige moeder zag schreien. Ik kan niet spreken van het lijden het welk Ernst doorstondhoe hij dag en nacht waakte aan het ziekbed, hoe ik wegsmolt in tranen als ik aan de ge vreesde scheidingsure dacht. Eindelijk brak die aan op den 20sten Augustus van datzelfde jaar. Anna stierf zooals zij ge leefd had, als een eenvoudig, beminnelijk wezen. Het was een plechtig oogenblik, die stervensure. Wij stonden allen om de sponde geschaard, Ernst aan het hoofd einde, dan de kinderen en eindelijk ik. Daar lag de stervende met den engelen- glimlach op het gelaat, terwijl ze ons blijmoedig aanstaaide. Zij trok Ernst naar zich toe en drukte hem den laat- sten kus op het voorhoofd, zonder hem een wooid toe te voegen, 't Was haar noch hem mogelijk en bovendien hadden zij, zonder getuigen reeds afscheid geno men. «Emilie," riep de stervende. In tiauen wegsmeltend trad ik nider cn omhelsde haar teeder. «Lieve Emilie 1" sprak 2ij, „ik ga naar mijne eeuwige woning. Ernst en mijn lievelingen moet ik achterlaten. O, wees gij voor hem eene gade en voor mijn kinderen eene roede moeder, dan kan ik in vrede heengaan. Belooft gij my dat?" «Zoowaar God leeft?" riep ik, Maar toeo werd het mij te benauwd en ging ik achteruit. -»De kinderen," lispelde zij. Ernst nam de kleinen beurtelings op en bracht ze bij de stervende om ze nog eenmaal te kunnen kussen. Het hart brak mij bijna toen de kleine Anna bukte: «Moetje niet heengaan!" Frits was de laatste. De lieve jongen vei stikte bijna in zijn tronen hij omhels de Anna vurig en de zieke sprak «Frits zult ge een brave jongen blijven «Is moe der weg is en aan vader en tante ge hoorzaam zijn?" «Ja, moe," snikte de kleine. Toen drukte zij hem aan haar hail en ster vend hield zij hein omvat, alsof zij hrar eersteling niet wilde verlaten. De kleine hechtte zich aan haar en Ernst moest hem wegdragen. O, sedert dien tijd be minde ik den jongen nog inniger, omdat hy zijne moeder zoo vurig lief gehad had. Toen wij allen afscheid genomen had den, sloten zich de oogen en de ziel voer op tot haar hemelschen Vader. Zoo stieif onze Anna. Nog zie ik dat kalm gelaat, waarmee zij den dood tegemoet trad en waardoor zij ons wilde sterken ir. de beproeving. En toch, hoeveel strijd moet hare ziel niet gevoerd hebben, voor haar gelaat die kalmte bezat. Ja, het is waar, vooi den echtgenoot, voor de kinderen is de scheidingsure eene droevige ure, maar hoe grooten strijd moet het moederhart niet strijden, wan neer het al zijne lievelingen moet achter- laten. Ik ga de dagen, die nu volgden met stilzwijgen voorbij. Ik weet anders nog zeer goed, hoe Ernst zijn verdriet met mannelijke kracht en onderwerping dro.g en ik den gelieelen dag in tranen weg smolt. Maar hij was ook een man en ik slechts een zwakke vrouw. Ik her inner mij ook nog wel, hoe dikwjjls Frits van moeder sprak en dan in tranen uit barstte en hoe de kleine Emilie op den dag der begrafenis zeide: Nu moet tante Emilie moeder zijn!" Och, het kinderhart is zoo gevoelig voor teedere indrukkenmaar zij ver vliegen weer spoedig. Het kind kan niet begrijpen, wat het zeggen wil eene moe der te verliezen, en dat is maar geluk kig ook. Sedert Anna's dood nam ik het huis houden van Ernst waar; maar ik moet zelve bekennen dat het bjj lange na zoo goed niet ging als toen zij nog leefde. Ernst was wel tevreden en de kinderen gehoorzaamden ea eerden mij, alsof ik hunne moeder was; doch ik was over mijzelve niet voldaan en meende dat ik v/h. 5e Reg. Inf. eene vereeniging tot stand gekomen voor onderofficieren der Land en Zeemacht, onder den naam «Militaiie Vereeniging, Onderlinge Voor zorg" welke vereeniging zich ten doel stelt, hen die met pensioen den mili tairen dienst verlaten, of bij overlijden aan hunne vrouw, eene uitkeeiing te ver schaffen van f250 00 voor eens. De volle uitkeering (f250.00) wordt veikiegen, door gedurende minstens 10 achtereenvolgende jaren, per maand f 0,60 te hebben gecontribueerd. Reeds zijn ruim 400 leden toegelreden. Het Inspectie-bureau der H. IJ. S. M. woidt primo April naar Apeldoorn over gebracht. De Inspecteur van het vervoer, de heer A. E. J. Bekkers, wordt met geheel zijn ondeihebbend personeel op dien datum naar genoemde gemeente overgeplaatst. Aanstaanden Donderdagavond zal oir. P. W. de Koning van Amsterdam, in het «Nut" spreken over Charlotte Corday. Ook voor niet-leden der Maatschappij zal op dien avond gelegenheid bestaan de vergadering bij te wonjn. Introductiekaarten zijn veikrijgbaar bij den Secretaris van de Afdeeling, den heer H. W. de Heus, Westsingel 64. In de j.l. Zondag gehouden verga dering van de hier gevestigde afdeeling van den Algemeen Nederlandschen Typo grafenbond is het bestuur thans defiui- tief als volgt saamgesteldL. van de Biezenbos, Voorzitter; J. Zeeman, Secre taris; C. F. Singewald, Penningmeester; A. Vahsial en T. Overeem, Commissarissen. Voorts zijn alle vier de patroons der drukkerijen alhier alt Donateur tot ge noemde Vereeniging toegetreden. In een de vorige week iD Amicitia gehouden algemeene vergadering van de Amersfoortsche Begrafenis Vereeniging", werd verslag uitgebracht door den Sec retaris, den heer J. C. Leinweber. D laruit biykt, dat het aantal leden 370 bedraagt en dat in 1"93 van wege de vereeniging 62 begrafenissen hebben plaats gehad, tegen 9ü in 1892. Dit kleiner aantal moet voornamelijk worden toegeschreven aan de geringere sterfte. De Rekening en verantwoording wjjst een bating saldo aan van f 11,04% Dr. K. H. J. Koker, dit aan de beurt van aftreding en niet herkiesbaar was, is als lid der commissie van toezicht vervangen door den heer H. W. de Heus Een woord van lof werd nog gebracht aan den ten vorigen jare ontslapen aan spreker der Vereeniging G. J. Siddr" wiens nauwgezette plichtsvervulling ten voorbeeld werd gesteld. Daarna werd een Bestuursvergadering gehouden. Dr. A. H. C. van Driel en dr. H. W. Schreuder hebben zich bereid verklaard om zitting te nemen in het bestuur van «Onderlinge hulp." Vermoedelijk zal de vereeniging reeds 1 Maart werkdadig optreden. De storm, die l.l. Zondag en Maandag over geheel ons land woedde heeft ook in onze gemeerte heel wat schade aange richt. Heel wat dakpannen moesten het ontgelden en menige schoorsteen stortte geheel of gedeelielyk ineen. Op het Sasje waaide zelfs een geheel blok huizen in elkaar, gelukkig zonder persoonlijke onge lukken te veroorzaken. In den tuin van den beer Scheltus uan den Heiligenberger- weg werd een boom ontworteld, die in zijn val de tuinmuur verbrijzelde, de lele- foondiaad naar Randenbroek deed afknap per, en aan bet huis van den tegenover wonenden h«er Otte de goot beschadigde en den tuinkoepel stuksloeg. Ook op hel plantsoen waaiden enkele boomen om. Diefstal. Zondag-morgen vervoegde zich aan het politie bureau te Arnhem de stalhouder Voetman met de mededeeling, dat hem door een Duitscher een rijtuig te koop was aangeboden, hetgeen hem verdacht voorkwam. De Duitscher, die bij den logementhouder C. gelogeerd was, alwaar hij ook twee paarden had gestald, ver klaarde, aan het politiebureau gebracht, dat hij paardenhandelaar was en een en ander te Gerresheim gekocht had. Per telegram werd daarop aan de politie te Dusseldorf, waaronder Gerresheim ressor teert, om inlichtingen verzocht en bleek inijn plichten niet waarnam, zooals het behoorde. Altyd betrapte ik mij op fou ten en gebreken, die ik bij Anna opge- merkt had. Ernst sprak mjj voortdurend moed in en zeide dat ik die fouten wel langzamerhand zou verbeteren en dat zij voortvloeiden uit overdreven nederigheid. Ik liet hem maar in dien waan, doch van mij zelve wist ik wel, dat zy uit onkunde en onmacht voortsproten. Vooral viel de opvoeding der kinderen my zwaar. Ik had ze lief, omdat het Anna's kinderen en zij zoo by uitstek aanvallig en gehoorzaam waren. (Wordt nrvolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2