NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT EN GELDERLAND EEN VROUW Ü1I DE KAART, INENTING. No. 43. Woensdag 30 Mei 1894. Drie-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG BINNENLAND. F euilleton. AMEBSFODRTSOIE COURANT. VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden ƒ1.j Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Op verschillende plaatsen van ons land zijn gevallen van pokken voorgekomengelukkig breidt die gevreesde ziekte, gevreesd om haar ernstig karakter en om de soms nagelaten sporen, zich nog niet verder uit. Men dient er zich even wel tegen te blijven wapenen, en dat middel bij voortduring te blij ven aanwenden, dat zijn deugde lijkheid in een langdurige practijk bewezen heeft. Het nut van de inenting willen wij in herinnering brengen door op de verkregen resultaten, waaruit toch het best de zaak zelf te beoordeelen is, te wijzenen onnoodig is dit niet, omdat nog zeer velen van dat nut niet overtuigd willen zijn, en daarom het middel slechts gebrui ken als door het voorschrift der wet gedwongen. Een der belangrijkste vraagstuk ken waarmede onze hedendaagsche geneeskunde zich bezig houdt is het voorkomen van ziekten. Daar toe bezigt men een middel, dat op zedelijk gebied zeer zeker is af te keuren, maar dat hier kan aangewend wordenmen tracht door een kleiner kwaad grooter te voorkomen, door zich opzette lijk aan een ziekte bloot te stellen beschut men zich tegen besmet ting, tegen een meer ernstig ka rakter van dezelfde ziekte. Dit is het beginsel waarvan de genees kunde hierbij uit gaat, en het handelen naar dit beginsel is niet meer af te keuren. Niet alleen in de z. g. n. beschaafde wereld wordt deze beschuttingsmethode ge bruikt; de negers in Suriname b. v. enten zich in met slangengif, om zich tegen mogelijke vergifti ging door een slangenbeet te be veiligen. Dit middel is ook lang niet nieuw. Reeds lang voor onze jaartelling hebben de Chineezen, door de ondervinding geleerd, zich voor de pokken trachten te vrij waren door opzettelijke besmet ting zij hadden n. 1. ondervonden, dat dan de ziekte een gemakke lijker verloop had dan bij een toevallige besmetting. De z. g. n. kinderziekte is dus al zeer oud, maar de primitieve maatregelen door de Chineezen tot bestrijding van die ziekte aan gewend, hebben zich slechts zeer langzaam tot een eigenlijke me thode ontwikkeldvan zoo'n methode was eerst sprake in het begin der vorige eeuw. Doch op het einde der vorige eeuw kwam de Engelsche geneesheer Jenner met het voorbehoedmiddel en sedert is de vreeselijke ziekte bin nen enge perken teruggebracht. Over de inenting zelve, hare ge schiedenis en verdere ontwikke ling kan men de geneeskundige werken raadplegen, wij wijzen enkel op de resultaten, en deze zijn zeer gunstig. In den Fransch- Duitschen oorlog van 1870 stier ven van de niet ingeente Fran- schen 23469 aan de pokken, en daarentegen van de Duitschers, die zich wel met dit middel ge wapend hadden, slechts 261. Men heeft ook berekend, dat na de invoering van het inenten de gemiddelde levensduur ongeveer twee jaar langer is geworden. Vroeger stierven wel tien procent van de menschen aan pokken, na de- koepokinenting is dit cijfer nauwelijks één. Was het vroeger een zeldzaamheid als men van de ziekte verschoond bleef, thans is het aantal lijders zeer gering en de gevallen worden gewoonlijk alleen daar nog aangetroffen, waar het verzet tegen de vaccinatie het grootst is. In Oostenrijk, waai de vaccinatie niet verplicht is, is het aantal sterfgevallen van pok- zieken zeker wel vijftig maal grooter dan in Duitschland of Nederland. Volgens statistieken waren nog in de vorige eeuw van honderd sterfgevallen acht ten gevolge van pokken. Hoe dit cij fer gedaald is, leert het volgende. In Pruissen sterven per jaar 750.000 menschen. Zooals voor de invoering der vaccinatie de verhouding was, zouden daar bij zijn 60.000 pokkenlijders. Dit laatste cijfer is nu inderdaad ge weest 580 per jaar, zoodat men kan zeggen dat door de vaccinatie per jaar 59.420 menschenlevens gered worden. Deze cijfers spre ken duidelijk genoeg en zijn zeker wel in staat ons van het nut der inenting te overtuigen, ons het belang te doen inzien dat wij hebben met ons te beveiligen door inenting en ook door deze te herhalen. Ook door herhaling, want dit wordt algemeen door ge- neesheeren aanbevolen. In Duitschland is die herhaling ook bij de wet voorgeschreven bij ons is de vaccineering noodig om toegelaten te worden op de scholen en door dien maatregel is zij wel zoo goed als algemeen ingevoerd. Er zijn er, die ge moedsbezwaren hebben tegen vac cinatie, en anderen weer zijn tegen den vaccinatie-dwang. Wij kunnen echter het onzedelijke of ongodsdienstige van de vacci natieplicht niet inzien. Zij, die wel bezwaren opperen trachten toch overigens op velerlei wijzen andere ziekten en ongesteldheden te voor komen, en wat zij zelf ook van meening mogen zijn, zij kunnen niet vorderen dat andere personen door hun schuld in gevaar gesteld worden en zij zullen moeten er kennen, dat de staat, die de zorg heeft voor het algemeen, verplicht is zoo en niet anders te handelen. Van den anderen kant willen wij nu ook niet beweren, dat vacci natie een onfeilbaar middel is, dat wij op dit middel alleen ons vertrouwen moeten stellen met veronachtzaming van andere din gen. Neen, het kruid dat tegen den dood gewassen is, heeft de geneeskunde nog niet gevonden; maar dit moeten wij waardeeren, dat zij het lijden der menschheid reeds in vele opzichten heeft ver zacht, en in de toekomst is in dit opzicht nog een menigte goeds van haar te wachten. Maar ter wijl zij voortgaat met haar on derzoek, moeten wij hare resulta ten ons ten nutte maken, en al lereerst zorg dragen voor rein heid en zindelijkheid van lichaam en woning, want doen wij dit niet dan zullen hare beste voor schriften ons ten slotte nog weinig baten. Op het blad Aa van het beschry- vingsbiljet voor de bedrijfsbelasting komt een rubriek voor: vragen door ieder te beantwoorden. Bij Sub i. vindt men het volgende Zijt gij van ooi deel dat gij belasting plichtig zijtZoo neen, waarom niet? In veel plaatsen zal, zegt de Bred. Cl., door gepensioneerde militairen die vraag aldus beantwoord worden «Neer,aangezien ik reeds gepensio neerd was vóór de dagteekening van deze belastingwet. Op of na dien datum gepensionneerd echter wel. Een belasting heffing op pensioen is pensioenverlaging. Een wet, die pensioenverlaging daarstelt kan nooit terugwerkende kracht bezitten. In 1880 deelden de toen reeds gepen«i- onneerde officieren niet in de verhooging de rechtvaardigheid gebiedt nu den Staat bij verlaging, niet anders te handelen," Met het oog op de vele gepensionneer- den te Breda woonachtig, maakt de Bred. Ct. van het bovenstaande melding, «wellicht dat er onder hen zijn die, instemmende met deze beschouwing, er ook gebruik van willen maken." Het zou wel goed geweest zijn er den raad bij te voegen, om dat voorbeeld maar niet te volgen, daar dit slechts teleurstelling baren kan. De bewering toch, dat een belasting naar den maat staf van het pensioen, verlaging van pen sioen is, gaat in genen deele op. De leden van de Eerste Kamer der Slaten-Generaal zijn ter vergadering bij eengeroepen tegen Donderdag 7 Juni a.s., 's namiddags te 3 ure. Bij koninklijk besluit is: 1°. aan jhr. mr. J. Roëll, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend als lid van het college van curatoren der rijks-uni versiteit te Utrecht, met dankbetuiging voor de diensten, door hem in die betrek king bewezen 2». tot lid van het college var. curatoren der ryks-universiteit te Utrecht benoemd mr. W. H. de Beaufort, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, te Leusden. De Köln. Zeitung sprak, zooals men weet, het bericht van een bezoek van den Duitscl.en Keizer aan ons land in Juni tegen. Intusschen kan Het Vad. meedeelen, dat de Keizer, door tusschen- komst van de firma Weygand te'sGra- venhage, een aantal oud Hollandsche lie deren en marschen liet arrangeeren voor de marine-kapel te Kiel, die Z. M. op reis hierheen moet vergezellen, om dan die arrangementen uit te voeren. De jaarlijksche algemeene vergade ring van den «Volksbond, Vereeniging tegen drankmisbruik," zal, onder voor zitterschap v n mr. H. Goeman Borgesius, te Utrecht gehouden worden op Woens- 4 Juli, des morgens te 10 uren, in het DOOR J. A. M. (Slot.) Lieve Vriend I 11) Uw brief ontvangen hebbende haast ik mjj u te antwoorden, ja ik wil u antwoorden om u te zeggen Jan ik heb u lief, en hoop u in het vervolg meer en meer lief te krijgen, ik weet wel Jan dat de schuld aan mij lag ook is het mij niet in de gedachte geko men, u daar van te beschuldigen, doch ik kan dit allemaal niet schrijven wel licht zult gij zeggen weer tien regels, maar duidt dit mij niet ten kwade, wij hebben laat gewerkt en het is reeds half twee, doch zondag zullen wij daar wel over spreken, wacht mij zondag twaalf uur op het Boymans- plein en ik noem mij als altijd Uwe lieve, lieve Marie. Ik mag mij immers nog wel zoo noemen Om een paar regels hierin duidelyk te maken, moet ik ook het begin van Kramers' brief laten afdrukken: «Marie, ik bewonder je talent 1 Dit zeg ik na een dag lang nagedacht te hebben over de tien regels, die ge u gisteren de moeite gegeven hebt mij te schrijven. Met bewonderenswaardige handigheid hebt ge de rol van beklaagde met die van klaagster verwisseld." Dat ze schuld bekende, dat ze eerlijk durfde zeggen, «lat zij ongelijk had, vond Kramers nobel. En 's zor.dags daarop bij de eerste gelegenheid, dat ze onbe spied waren, sloeg zij hem den arm om den hals, kuste hem lang en innig en vroeg toen, terwijl zjj hem zoo schalks in de oogen keek, gelijk zij het alleen doen kon: «Ben je nu nog kwaad op me?" VI. Ik heb de kwade gewoonte mijn spoor boekjes in de papiermand te werpen, zoodra ze bij een nieuwen zomer- of winterdienst onbruikbaar worden. Daar door ben ik niet in staat het juiste oogenblik van vertrek op te geven van den trein, waarmede de sergeant van Beemde op den eersten zondag in Mei van het volgende jaar uit den Haag naar Rotterdam vertrok, maar ik weet wel, dat het des morgens en nog niet heel laat was. Hij zag er uit, alsof hij door een ringe tje gehaald was, maar er dient ook bij gezegd te worden, dat er bij eene in spectie veel «buiten models" aan hem te vinden zou geweest zijn. De uniform kleedde hem uitmuntend, en hij was daarom het voorwerp der bewondering van de diie oude juffrouwen, die het toeval met hem in eene coupé te zamen gebracht had. Weinig lust gevoelend om met derge lijke theetantes een gesprek aan te knoo- pen, rookte hij iD stilte zijn sigaar en haalde eindelijk uit zijn borstzak eene circulaire te voorschijn, welke hij met zooveel inspanning ging zitten bestudee- ren, alsof zijn slagen bij het officiers- examen daarvan afhing. En toch stond er waarlijk niet veel op te lezen niets anders dan dit JohanDes Kramers eD Maria Louise Chandelier «hebben de eer UEd. kennis te geven «van hun voorgenomen huwelijk, «waarvan de voltrekking zal plaats «hebben op Woensdag Mei 18 «Rotterdam, April 18 «Receptie: Zondag Mei 18.. «Wester Wagenstraat No. Het doel van van Beemde's reis is u daardoor p.-en geheim ineer, lieve lezer; en weinig woorden behoef ik-te verspil len om u op de hoogte te brengen van hetgeen er aan het schrijven en drukken van dezen rondzendbrief voorafging. Marie was na het gebeurde op den avond van het bal geheel veranderd, en hare verhouding tegenover Kramers werd langzamerhand geheel, zooals hij zich die wenschte. Ze wist te toonen, dat het geen ze hem geschreven had, baar hei lige ernst was: het kon niet anders, eene zoo vurige genegenheid moest zelfs het kilste hart ontgloeid hebben. De eenige beweegreden, welke haar vioeger tot een breken met Kramers geleid had, bestond alleen hierin, dat zij reeds op zeer jeugdigen leeftijd eene hoogst treu rige ondervinding had opgedaan. Nu beging zij de fout om allen zonder uit zondering te wantrouwen, omdat zij niet ten tweeden male de speelbal van men- schelijke valschheid wilde wezen. Wat Gevel haar echter had medegedeeld ze bekende T later zelf had haar van hare dwaling genezen. Nu had ze er niets meer op tegen, dat Kramers zich tot hare ouders in Amster dam wendde, en het gevolg daarvan was eene volkomen toestemming. Omdat Kramers wist, dat een oude oom van hem notaris in het arrondissement O standplaats Gmet Maait van het volgend jaar zijn betrekking vaarwel zou zeggen, en hij gegronde hoop mocht voeden tot zijn opvolger benoemd te zullen worden, werd er bepaald, dat men het huwelijk eerst dan zou doen voltrek ken, als de nominatie in het Staatsblad een plaatsje gevonden had. Hij had niet te vergeefs op den steun van vermogende vrienden gerekend en zoo geschiedde het dat hij, hoewel betrekkelijk nog zeer jong, de opvolger van zijn oom werd, zoodat hij in staat gesteld was reeds in de tweede helft van Apiil de circulaires te verzenden, waarvan wij er eeneinde handen van den sergeant van Beemde gezien hebben. Deze had op den brief, dien hij inder tijd zelf geschreven had en waarvan een afschrift in het vierde hoofdstuk te vin den is, een antwoord gekregen, waaruit hij niet veel wijzer werd. De inlichtin gen, welke Kramers hem omtrent juf frouw Amelia Bouwman gegeven bad. bevatten niet veel meer, dan de boek houder hern reeds had medegedeeldze was in den Haag in betrekking geweest

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 1