NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
PAUL
Offlcieele Publicatiën.
VOS Saterdag 21 Juli 1894.
Drie-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Feuilleton.
i\o. 58.
AMERSFOOHTSÜHE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden ƒ1.Franco per post door het geheele Bijlc.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Croote letters en vignetten naar plaatsruimte.
SCHIETOEFENINGEN.
De Burgemeester van Amersfoort
Brengt ter kennis van belanghebben
den, dat op den '21, 24, -6 en 27 Juli
aanstaande en, zoonoodig, op de volgende
dagen, in het Y schietoefeningen zullen
plaats hebben van uit het Nieuwe Diep
naar eene schijf, geplaatst op post no. 5.
De rooilijn zal 200 300 M. be. N. het
havenlicht van Muiden loopen.
Van 2325 Juli aanstaande en, zoo
noodig, na den 27. Juli aanstaande zul
len schietoefeningen van eene batterij,
gelegen in de nabijheid der kustbatterij
«Diemerdam", gehouden worden, in eene
richting, gaande ongeveer 500 M. be. Z-
het fort aan bet Pampus.
Beide schietoefeningen zullen plaats
hebben tusschen tien uur des vooi mid
dags en vijf uur des namiddags.
Tijdens de schietoefeningen in het Y
zullen roode vluggen geheschen zijn op
de Westbatterij bij Muiden, op de Kust
batterij bij Diemerdam, op het Dieiner-
buitenveld bij de schijf en op Immetjes-
horn.
Tijdens het vuren van nabij de kust
batterij «Diemerdam" zullen roode vlag
gen geheschen zijn op de Westbatterij
bij Muiden en op de batterij fcjj Diemer
dam.
Amersfoort, den 19. Juli 1894.
De Burgemeester voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Burgemeester van Amersfoort.
Brengt ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente, dat het door den Di
recteur van 's rijks directe belastingen,
enz. in Noord-Holland en Utrecht execu-
toor verklaard kohier No. 2 van de
personeele belasting over het dienstjaar
1894/a5 aan den Ontvanger van 's rijks
directe belastingen alhier is ter hand
gesteld, aan wien ieder verplicht is zijnen
aanslag op den bij de wet bepaalden
voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruike
lijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort,
den 20 Juli 1894.
De Burgemeester voi rnoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
Brengen ter kennis van de ingezetenen
dat door den raad dezer gemeente in
zijne vergadering van 17. dezer tot
Wethouder is benoemd de heer Dr. P.
Groeneboom, die te kennen heeft ge
geven zich de benoeming te laten wel
gevallen.
Amersfooit, den 20. Juli 1894.
Burgemeester en Wethouders van
Amersfoort,
De Burgemeester,
F. D. SCHIMMELPENNINCK.
De Secretaris,
W. L. SCHELTUS.
Donderdagmorgen ten 8.10 kwamen
de Koninginnen per extra-trein uit
Duitschland te Baarn aan. De vorstinnen
zagen er zeer welvarend uit. De burge
meester en een talrijke menicte begroet
ten de vorstinnen bij aankomst, die in
3 gereedstaande hofrijtuigen zich terstond
naar Soestdijk begaven.
Uit Rotterdam wordt gemeld
Niet de 17-jarige prins Harald, maar
zijn 22-jarige broeder, prins Karei van
Denemarken, is een bezoek komen bren
gen aan ons land aan boord van het
Deensche oorlogschip „Helgoland." De
prins werd eerst tusschen 20 en j3 dezer
maand verwacht, doek kwam reeds heden
aan. Deze vervroegde komst had tot
gevolg, dat de beide Nederlandsche
oorlogsbodems, die op de rivier alhier
moesten aanwezig zijn om den vreemden
prins met saluutschoten te begroeten,
ontbraken. Deze schepen, de «Guinea"
en »de Gier," waren hier wel een paar
malen op stroom voor de stad geweest,
maar weder vertrokken en gisteren waren
zij wegens stormweder IJmuiden bin-
nengeloopen. In den Nieuwen Waterweg
passeerden zij de «Helgoland," en in
plaats dat onze schepel, het Deensche
eere-saluut brachten, werden zij door
het Deensche begroet met ons volkslied.
Door verschillende autoriteiten werden
aan boord van de «Helgoland" bezoeken
gebracht. Morgen geeft de coDSul-generaal
van Denemaiken een diner ter eere van
den prins en morgen avond is hij de gast
van de offlcieren-societeit in het Park.
Merkwaardig is het, hoeveel on
dit's gedurende den korten tijd, dat het
tegenwoordig ministerie aan het bewind
is, door sommige bladen worden verspreid.
Nu eens heette het, dat aan eene nieuwe
onteigeningswet gewerkt werd, dan weer
dat een wetsontwerp op de lijkverbran
ding werd ontworpen, vervolgens weer,
dat de vermogens- en bedrijfsbelasting
tot eene algemeeue inkomstenbelasting
zouden worden omgewerkt. Het laatste
nieuwtje, dat thans in sommige bladen
wordt aangetroffen, is dat het ministerie
het niet eens zou zijn over het invoeren
van een nieuw systeem geweer bij het
leger en dat de Minister van Oorlog er
eene portefeuille-quaestie van zou maken.
Van dit jongste bericht is volgens de
N. R. Ct. evenmin iets waar, als van alle
vorige.
In de laatste algemeene vergadering
van de «Maatschappij tot Nut van 't Alge
meen" is aan het hoofdbestuur opgedragen
de organisatie te bevorderen in de depar
tementen van «tijdelijke Cursussen in
koken en andere huishoudelijke bezighe
den", waarvoor beschikbaar is gesteld
een bedrag van f 3000. Het hoofdbestuur
heeft nu een deskundige dame uitgenoo-
digd om een handleiding samen te stellen
voor het inrichten van de bedoelde cur
sussen.
Daarna zal worden overwogen op welke
wijze en op welke voorwaarden voor
deze zaak hulp en steun kan worden
gegeven aan de departementen. Het
hoofdbestuur maakt er echter opmerk
zaam op, dat er sprake is van tijdelijke
cursussen en dat deze alleen moeten strek
ken voor huisvrouwen en toekomstige
huisvrouwen uit de kleine burgerij en den
werkmanstand, en dat er geen sprake is
van oprichting van blijvende kook- en huis
houdscholen, al kunnen die uit de tijde
lijke inrichtingen ontstaan.
De gouverneur van Suriname, jhr,
van Asch van Wijck, thans in Zwitser
land vertoevende, wordt den laatster:
dezer maand hier ie lande terug verwacht
en zal waarschijnlijk den Oen en 13en
Augustus zijn audientiën aan het dep.
van Koloniën hervatten.
Jhr. van Asch van Wijck verlaat ver
moedelijk den 28en Augustus het land
om naar Suriname terug te keeren.
Als bewijs, dat niettegenstaande de
koloniale reserve is opgericht, toch de
werving bij het koloniaal werfdepot daar
van niet den minsten nadeeligeu invloed
ondervindt, kan dienen, dat van het voor
1894 benoodigd aantal suppletietroepen,
1800 man, dat in dit jaar van dat depot
naar onze overzeesche bezittingen moet
vertrekken, in het eerste halfjaar van
uit Harderwijk reeds 1087 militairen
naar onze koloniën zijn uitgezonden,
wnarvan 1027 naar Oost- en 60 man
naar West-Indië.
Bovendien laat het zich aanzien, dat
ook de nog ontbrekende 713 man bin
nen een niet al te ver tijdsverloop bij
het koloniaal werfdepot zullen zijn aan
genomen.
Een onbillijkheid.
Tot de Arnh. Ct. werd de vraag ge
richt, waarom aan de leerlingen van de
Koninklijke Militaire Academie, van de
Militaire Schooi te Haarlem en van den
Artillerie-Curaus te Delft alle mogelijke
leermiddelen, als boeken, instrumenten,
atlassen enzoovoort, kosteloos verstrekt
worden, terwijl de leerlingen van den
hoofdcursussen bij het wapen der infan
terie deze dingen zelf moeten betalen.
Het antwoord van het blad luidt: De
reden kunnen wij, zelfs niet bij benadering,
gissen, maar wel zouden wij zoo zeggen,
dat hier eene onbillijkheid te constateeren
valt, die liever vandaag dan morgen dient
weggenomen.
Is men bovendien wel bekend met de
groote opofferingen, die sommige leer
lingen of hunne ouders zich moeten ge
troosten om de kolossale boekenrekening
te voldoen
Weet men ook wel, dat van het trak
tement, dat de leerlingen van den
hoofdcursus ontvangen, zooveel afgaat
voor ditjes en datjes, dat er schier niets
overblijft?
Welnu, als men met al deze dingen
niet bekend is, dan wordt het tijd, dat
men zich van een en ander op de
hoogte stelle.
Bij Koudhoorn is bij het opgraven
van een heideveld, een Germaansche urn
gevonden, gevuld met beenderen en asch.
De urn, die een hoogte heeft van onge
veer 20 cM., is van boven een weinig
afgebrokkeld. Volgens het oordeel van
deskundigen moet de urn van zeer vroeg
dagteekenen.
De urn is den burgemeester van Bar-
neveld gegeven om in het Gemeentehuis
bij de andere oudheden bewaard te
worden.
De vrUerlj te Wierden.
Een boerenknecht bracht Zondag zijn
meisje thuis en toen hij bij het afscheid
nemen haar voor de zooveelste maal
eeuwige liefde en trouw zwoer, maakte
zij van die gelegenheid gebiuik de por-
temonnaie uit den zak van haar geliefde
te halen, waarin zich, zooals zij wist,
ongeveer 10 gulden bevond.
Na lang en vergeefs zoeken deed de
jongeling aangifte bij de politie en het
mocht den veldwachters Mengerink en
Van der Kamp gelukken, haar, de geliefde,
tot bekentenis te brengen. Zij had de
beurs met bedrag nog in haar bezit,
uitgezonderd f 1, die zij hare moeder
had ter hand gesteld om daarvoor een
nieuwen rok te koopen. Tegen haar is
procesverbaal opgemaakt en de jonkman
heeft haar vaarwel gezegd.
Een eerlijke vinder.
Woensdag-middag vond een knaapje
van 5 jaar te Deventer een muntbiljet
van f 10 op straat. Hij vertelde het zyn
vader, die hem mede naar het bureau van
politie nam, waar hij vernam dat zekere
smid S. het biljet verloren had. Zij gin
gen naar diens woonhuis en brachten
hem het verlorene terug. De eigenaar
hield niet op, of dit kind moest eenige
belooning aannemen, waarin de vader
eindelijk toestemde.
Te Neerbosch, in de Weesinrichting,
zal eene tombola worden gehouden,
waarvoor, al wat daarvoor dienstig kan
zijn, aan de binderij, meubelmakerij en
timmerwinkel der Weesinrichting in
gereedheid is of spoedig kan gebracht
worden. De gelden, die deze tombola
zal opbrengen, zullen uitsluitend gebruikt
worden voor het ziekenhuis en voor de
verbetering der gebouwen, in de eerste
plaats voor de badinrichting.
De tombola, die op den dag van het
jaarfeest is gehouden, heeft voor aankoop
vao geneeskundige instrumenten de som
van f220 opgebracht.
dook
P, N. P. K.
(.Slot.)
3) Of ik 't beloven wil niets liever
dan dat, al was het alleen, omdat u het
vraagt, maar, juffrBertha, herstelt
hij daar hij zag, dat ze om dat «juffrouw"
lachte, maar
Geen maren, Paul, dat mag ik im
mers wel zeggen, hè?
Cela va sans dire. Ik vind het zelf pret
tig, als je dat zegt, het klinkt zoo
zoo hartelijk als u het zegt.
Maar, wat ik zeggen wil, blijven de
dames nog lang?
Ik ga morgenochtend al weg, ant
woordt Fie, maar Bertha blijft tot Zater
dag, 't is immers zoo, Bertha.
Vrydag, meen je, wou je me mor
gen soms meenemen
Het spijt mij, dat u morgen gaat,
dan zit ik natuurlijk op het gym, anders
zou ik het mij tot een groote eer
rekenen
Kom meisjes, die arme jongen ze'n
soep wordt koud, klinkt mijnheer's stem
in den deurpost.
Ja, ik zou werkelijk mijn heelen
tafel vergeten in zulk aangenaam gezel
schap, maar de inwendige mensch moet
ook versterkt worden.
Goede reis dan, juffrouw Jou, Bertha
zie ik nog wel, te Ik moet toch nog
een visite komen maken, dan doe ik het
maar eens in de week. Het zal voor u
ook langzamerhand wel etenstijd wor
den; smakeljjk eten, dames, tot genoegen.
Met eenigs'.ins verhaasten stap om zijn
verpraten tjjd in te halen, in het eerst
nog eens omziend en groetend, ging
Paul naar huis, met eene prettige ge
dachte aan het wandelingetje en lachend
over de straf die hem opgelegd was, niet
denkende dat hij zoo spoedig zou onder
vinden welke macht en invloed een vrouw,
dat zwakke, schijnbaar zwakke wezen,
heeft om de gedachte van den man te
leiden.
Eenige dagen later ontving hij den
volgenden brief van zijn neef uit S., die
zoo wat even oud was als hij, maar met
wien hij nooit gecorrespondeerd had.Eerst
was bij verwonderd, vervolgens nieuws
gierig, wat of die wel te vertellen zou
hebben.
Hij brak het couvert open en las:
Amice 1
Gisteren kreeg papa een brief van je
ouwelui, waarin je mama onder anderen
schreef, dat zij met Paschen uit de stad
ging. Papa stelt je nu voor de vacantie
bij Ons te komen doorbrengen. Als je
soms te werken hebt, je weet het, breng
gerust je boeken mee, ik zelf zal je niet
van hel werk houden, om de doodeen
voudige reden, dat ik niet thuis zal zijn,
en van Emma zal je ook geen last heb
ben, want die bemoeit zich met geen
mensch meer, als het niet strikt noodig
is. Soms echter raakt haar tong los en
dan vaart ze op eene verschrikkelijke
manier uit, tegen wat ze de wereld
noemt. Ze heeft tusschenbeide zelfs buien,
dat ze spreekt over jezelf van kant
maken alsof het een kleinigheid, eeD
verstandige zet was. Hoe ze aan die
nonsens komi, weten wij niet, misschien
een beetje van jou overgeërfd, maar dan
werkt het toch lang na. Hoe staat het
er mee, nog altijd dezelfde pessimist?
Schrijf eens zoo gauw mogeljjk of je
komt en wanneer?
t. t.
Henri.
15 Maart 18"
Nog altijd dezelfde pessimist? Neen
waarachtig nietl Goden zij dank! Ik ben
toch al heel wal van zienswijze veran
derd in die kleine week. En ik ben pas
tot deze ontdekking gekomen doordat ik
Bertha een slapeloozen nacht heb bezorgd
en nuzou het waar zijn wat hij
schrijft «misschien een beetje van jou
overgeërfd?" Zou ik door die nonsens
alweer een slachtoffer gemaakt hebben?
Nu ik zal zien wat ik nog goed kan
maken, ik ga dus. Die arme Emma. Ik
ben genezer., ik zal haar genezen. Den
volgenden dag was de Dinsdag, bepaald
voor de visite, Bertha was er nog. Ze
had er werkelijk pleizier in, dat zij over
wonnen had. Paul was veel vroolijker,
veel opgeruimder geworden. Toen hij weg
ging liet zjj hem uit. Hij vertelde haar
van zijn nichtje in S. en wat hij daar
wilde doen.
Dat is flink, Paul zoo mag ik het
hooren. Een van mjjn vriendinnen woont
in S., die zal ik eens schrijven, dat ze
mij goed op de hoogte houdt of je snelle
vorderingen maakt.
Dan hoop ik, dat ze al heel gauw
goed bericht zal sturen. Bertha, overmor
gen ga je weg, hé? Goeie reis dan. Ik
mag zeker wel eens schrjjven hoe het
afgeloopen is?
Wel zeker, ik ben er zelfs zeer be
nieuwd naar't beste verder, en nooit
meer in je oude buien vervallen, zei
Bertha lachend terwijl zij de deur lang
zaam open trok.
Daar zal ik wel voor oppassen. Ik
weet niet wat het is, maar ik geniet in
den laatsten tijd veel meer van alles,
dan ik ooit gedacht had, dat er te genie
ten viel.
Veel geluk met Emma, riep Bertha
hem na, terwyl hij den stoep af ging.
Toen sloot zij de deur en genoot binnen
in stille van de lofluitingen op Paul.
Het is eenige weken later. In een koe
peltje zitten Emma en Paul, zij met een
roman, hij met Iloratius voor zich.
Zeg nu eens Emma, wat is er toch met
jou in den laatsten tijd? Heb je iets ver
velends ondervonden en maakt je dat nu
nog kriezelig? toe zeg het mij eens, ik
vind het zoo saai, dat jij zoo bent. Vroe
ger als ik hier was, zaten wij altijd
samen gezellig te keuvelen over alles en
nog wat, eu nu zegje haast geen woord.
Als 't alleen nog tegen mij was dan
zou ik het kunnen begrijpeo, misschien
had ik iets gedaan, wat je niet beviel;
maar iedereen hier klaagt er over, je
bent zoo vreemd, zoo stil. Bertha bij
voorbeeld, die joDge dame waarover ik
je gisteren sprak, is heel anders, heel
Alle menschen kunnen toch niet