Gemengd Nieuws. Plaatselijke berichten. Benoemd is tot deken bij het aartsbisschoppelijk kapittel van Utrecht en aartspriester van Schieland (oud- Roomsch) de heer J. A. v. Beek, pastoor bij de Oud-katholieke gemeente te Rot terdam; tot provisor van het seminarie te Amersfoort de heer C. Deeldei, pas toor bij de Oud-katholieke gemeente te Utrecht, en tot kanunnik van het aarts bisschoppelijk kapittel van Utrecht de heer C. A. Harderwijk, pastoor bij de Oud-katholieke gemeente te Delft. Luitenant J. H. M. Makkink, van het le bataljon 5e regiment infanterie hier wordt 1 November overgeplaatst naar het 5e bataljon van hel korps, te Utrecht in ganizoen. Luitenant T. B. Lelyveld, die van het 5e regiment hier voor den tijd van 3 jaar gedetacheerd werd bij de land macht in West-Indië, zal 15 November uit Amsterdam naar Suriname ver trekken. In den ring Amersfoort is sedert 7 October geen enkele vacature meer, Toen deed ds. W. Willems, beroepen van Langerak, te Hoogland zijn intrede terwyl 30 September ds. L. J. van Rhijn komende van St. Maartensdijk, bevestigd werd te Soesierberg. Zijn alzoo de 12 gemeenten thans alle vervuld, deze toestand zal toch niet lang duren, daar ds. VV. Zijlstra, te Vuursche, het betoep heeft aangenomen naar Waddingsveen. Dezer dagen zal wederom de gele genheid geboden worden abonnements. kaarten te nemen voor de 4 symphonie- concerten welke de heer van Aken zich voorstelt gedurende dezen winter te geven. De matige prijs (f 2.50) zal zeker niemand terug houden een zaak te steunen die op muzikaal gebied een werkelijk grooten invloed in onze stad uitoefent. Wanneer toch iets hetzij voor een goed doel of anderszins op touw wordt gezet, steunt het symphonie-orkest in gioote mate, zelfs geheel belangloos, élk pogen. Verzekerd kan men zijn, de heer van Aken heeft het gedurende de jaren dat hij hier aan het hoofd van het orkest staat bewezen, dat men op muzikaal gebied iets goeds te genieten krijgt, moge dus door ruime deelname de concerten een glanspunt van onze winteravonduitspanningen worden. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekenden verzonden van het postkantoor te Amersfoort over de le helft der maand Oct. 'J4. 1. T. v. Nienburg Almeloo. 2. D. v. Duhooven Amersfoort. 3. Van Menuk Amsterdam. 4. Dirksen Zoelen. Bunschoten. Ds. H. B. Geuchies, predikant bij de Geref. Kerk A te Spakenburg, is voor nemens binnenkort, na bijna 47-jarige ambtsbediening zijn emeritaat aan te vragen. Sclierpenzeel. Terwijl Zondagavond de echtelieden V. ter Kerk waren is bjj hun ingebroken naar men zegt is door de dief of dieven f 37.50 en 6 zilveren lepeltjes meegenomen de Politie doet onderzoek. De oorlog tusschen Cliina en Japan. Uit Yokohama wordt geseind. Het tweede Japansche legei is boven Talienbay ontscheept en trekt op naar Port Arthur. De Chineesche legermacht in Kinchow, Port Arthur en Talienbay bedraagt 13000 man, waaronder 4000 recruten. De tweede Japansche divisie is vertrok ken uit Sendai, op de Oostkust van kon bereikte, sloeg een dezer geheimzin nige gedaanten den rand van zijn breeden viten hoed om, en het lachende gezicht van Capitan, den vertrouweling van den graaf Ercole, werd zichtbaar. Hij keerde zich naar zijn metge zellen en hun een teeken van verstand houding gevende, zeide hij, op spottenden toon «Gewoonlijk behoeft men zoo hoog niet te klimmen om zich in den wolfs muil te werpen." VIERDE HOOFDSTUK. DE BEIDE KINDEREN. Het was een vertrek, alleen door het flikkerende en bleeke licht van eene nachtlamp verlicht. Twee wiegen met zijden gordjjnen omhangen, stonden naast elkander. Zware gordijnen hingen in ruime plooien voor een hoog raam, met breede vensterbank. Bij de beide kinderen zat Mercedès, half slapende het einde harer paternos ters te prevelen. Het lamplicht viel ten volle op het gelaat der kinderen en scheen hun met eene zachte stralen krans te omgeven. De twee kleine meisjes zagen er in haar zoeten bekoorljjk uit. Nipon. Onder de troepen en de bevolking heerscht groote geestdrift. Fnlb's Weervoorspellingen. Ook in November zal er weer veel vocht vallen, 't zij regen of sneeuw, vooral in het eerste gedeelte der maand. De eerste veertien dagen zal de regen tamelijk gelijkmatig aanhouden, in de beide laatste weken zal het weer wat gunstiger worden, maar nu eD dan door buien onderbroken. Met uitzondering der laatste dagen is echter de maand zacht en betrekkelijk zelfs warm te noemen. Jnist antwoord. Luitenant. Hoe moet de soldaat in 't veld zich tegenover den vijand ge dragen? Soldaat. Dat hangt er heelemaal van af, hoe de vijand zich gedraagt, luitenant. Binnen, buiten en weer binnen. De huizen in de P. C., ten minste veel er van, hebben mooie keukens. Mooi wat betreft de inrichting, mooi wat betreft de ruimte, maar mooi ook vooral voor de meiden. Nietwaar, je kan zoo in de keuken staande, een praatje houden met je vrijer, want de ramen komen op de straat uitje kan zelfs, zonder dat mevrouw er iets van merkt, d'er eventjes uit wippen. En dal is 'n geluk hoor, want de meeste mevrouwen willen 't nou maar niet hebben, dat d'er meisjes vrijenalsof ze 't vroeger zelf ook niet gedaan hebben I Nou dieDt er in een van de P. C.- huizen een flinke meid, Kaatje heet ze, en die flinke meid houd er ook een flinke vrijer op na, Jan, den kranigsten fourier van 't heele garnizoen. Nou weet iedereen 't, 'n fourier is geen gewoon mensch, en met 'n vrijpartijtje waarbij de eene vrijende helft buiten, de andere binnen en 'n paar voet lager staat, daar heeft-ie niks mee op. Allebei buiten of allebei binnen, zegt-ie altijd, anders kan 't niet goed gaan, en daar Kaatje niet goed naar buiten durft, omdat ze dan mevrouw, die nogal lastig is, niet zou kunnen hooren roepen, laat ze Jan maar binnenkomen. Al meermalen heeft mevrouw hem in de keuken verrast en dan telkens tegen Kaaije gezegd, dat dat niet meer moest gebeuren en dat ze anders maar moest vertrekken. Zoover was 't echter nooit gekomen Kaatje was zoo uitstekend voor d'ei werk, ziet u. In het begin van de vorige week was aan de 14-jarige dochter gezegd, dat ze eens een beetje moest opletten en als ze «de vent" soms zag, dat dadelijk aan Pa moest gaan zeggen. Een paar dagen later zag ze-n-em net op het oogenblik dat-ie Kaatje eens flink knuffelde en een fermen zoen gaf. Maar Pa waarschuwen deed ze niet, ze voDd het veel te aardig en bleef dus ook in de keuken, waar ze met Jan en Kaatje ging zitten smullen van een worst, een ham en een half fleschje wijn, die in de provisiekast ston den. Ze verloren echter de voorzichtig heid uit het oog en maakten zoo'n leven, dat Pa naar beneden kwam stel u voor, Pa in ,de keuken om eens te zien wat er aan de hand was. Wat-ie daar te zien, kreeg, nou, dat snapt u wel, maar zijn Verbazing, dat-ie z'eri dochter aantrof in 't gezelschap, van een met zijn keukenmeid vrijende fourier was zoo groot, dat-ie vergat onzen lands verdediger weg te jagen en tegen zijn kind begon te razen jom bang van te worden. Mevrouw kwam ook naar beneden en die begon tegen de meid en Pa en Ma hadden het met hun respektieve standjes zoo kolossaal druk, dat zij niet eens zagen, dat onze fourier er in gezelschap van worst, ham en wijn stilletjes tusschen uit kneep. Een kwartiertje later zag men de dikke meid ze kon ampertjes de deur door ook naar buiten komen; ze was op staanden voet weggejaagd. Zij scheen mevrouw echter beter te kennen dan die Mercedés viel zich zelve in het midden harer gebeden in de rede, en sidderde. 01..." zeide zij met bevende stem; ik meende iets te hooren." Zij zweeg en sloeg een kruis. «Arme ongelukkige die ik ben I" ver volgde zij, »ik ben bang altijd bang Mijn herinneringen beangstigen mij en mijn slaap is vol van vree- selijke droomen." Zij zag naar het slingeruurwerk, dat aan den muur hing. «Negen uur!" mompelde zij, «wat zal ik nog lang moeten wachten voor het dag is I Mijn God! zal hij te rugkomen? Moetik dan altijd nog dat bleeke gelaat zien, dat zoo op den doode gelijkt Andrea! Andrea! Frangois Vitelli, prins van Monte- leonel Zij huiverde over haar geheele lichaam. Wat leed hij langt ."hernam zij, »wat waren zyn oogen groot, wat ston den zjj hol I Wat was zijne stem veranderd, toen hy or.s zeide: „Mjjn reismantel Ik wil te paard stij gen Een lijk, dat te paard wil stijgenzeide zij met een waan zinnigen lach. Toen vervolgde zij zachter: «En hij Andrea de jonk- zich zelf, want nadat ze een poosje heen en weer geloopen had, stapte ze weer kalm naar binnen. En nog altijd zwaait ze den scepter in dezelfde keuken. Am$t. Crt. Zelden zeker heeft een bruid treu riger reis gemaakt dan de jonge Alix van Hessen-Darmstad, «prinses Zonne schijn", zooals zij in het ouderlijke huis werd genoemd. Geen wonder dat vooral onder de vrouwen een diep gevoelen van medelijder, bestaat met deze jonge ver loofde van den Russischen kroonprins. Zij was de lieveling van haar moeder groothertogin Alice van Hessen-Darmstadt bekend door alles wat zij gedaan heeft toor vrouwenarbeid, onderwijs en zieken verpleging Want deze wordt niet moede in haar brieven aan haar moeder, koningin Victoria, te spreken van haar «Alicky". Eigenaardig is overigens het verschil hetwelk er bestaat in de omstandighe den, waaronder deze jonge prinses «Zon neschijn" en haar moeder haar tweede vaderland hebben bestreden. Terwijl voor prinses «Zonneschijn" edelgesteenten, paarlen en kostbare pelzen voor haar Trousseau werden gezonden, kwam haar moeder onder zulke armoedige omstan digheden in Duitschland, dat zijdeneei- sten winter met haar echtgenoot moest doorbrengen in haar oude vaderland Engeland, omdat haar eigen woninu te klein was. Het jonge paar wilde zich wel een eigen huis bouwen, «maar" schreef de prinses aan haar moeder, «de plannen voor ons huis zijn gekomen en zelfs hel eenvoudigste gaat boven onze krachten Wij moeten zoo zuinig leven, kunnen nergens heengaan en maar zeer weinig personen ontvangen om zooveel over te leggen, als wij maar kuonen." Een noodlot? Een als mensch en staatsman veel belovend jong Schotsch edelman, lord Drumlanrig, is jammerlijk om het leven gekomen door het barsten van zijn jachtgeweer. Een plotselinge, geweld dadige dood schijnt als een noodlot te zweven over het geslacht der Drumlan- rig's. De grootvader van den thans ver ongelukten jongen Lord, stierf eveneens door het barsten van zijn jachtgeweer, in 1858; een nog vroegere Lord Drumlanrig werd in 1745 het slachtoffer van het springen van zijn eigen pistool; een Lord Dalkeith, tot eenen anderen tak der familie behoorende, werd in 18KD bij ongeluk doodgeschoten op de hertenjacht; en Lord Drumlanrig's oom, Lord Francis Douglas, vond eenen gewelddadigen dood bij de eerste bestijging van den Matterhorn in 1865. Een medewerker van «Le Monde Illustré" heeft een Parijsche «bapotier" of pakjesdrager geintervieuwd en het volgende vernomen omtrent het ellendig beslaan dier lieden. Een bagotier of «pisteur" is een arme duivel, die den geheelen dag achter de wagens loopt die beladen met koffers van de stations afrijden om door het afladen en binnen brengen der bagage van den passagier een kleinigheid te verdienen. Er zijn te Parijs ongeveer 2000 bagotiers, die een vereeniging vormen, maar hoogstens 500 ervan oefenen het geheele jaar door hun bedrijf uit. De overieen zijn tot het kiezen van dit beroep door armoede gedrongen en oefenen het slechts tijdelijk uit. Het zijn meest metselaars, die geen werk kunnen vinden. «Het schijnt u vreemd toe," zei de geinterviewde, dat iemand zijn geheel leven achter wagens aan moet loopen. Maar waarom? Er is geen „9ol metier" en indien men van de open lucht houdt, is het baantje vrij wat beter dan adresbanden maken bij Bonnard-Biddault tegen een franc de duizend. Ik heb onder mijn collega's een doctor in de rechten, die bandenmaker geweest is. Tegenwoordig is hy bagotier op den hoek van de Bae-straat en vraag hem eens, of hij niet gelooft een lot uit man Het geheele verleden komt mij voor den geest, als ik hem zie De gesloten kamer het stoffige bed de bleeke grijsaard en het hoofd kussen I OI het hoofdkussen I Zij verborg haar gelaat in de han den. De beide kinderen glimlachten in den Een geluid aan den kant van het raam deed zich hooren. Mercedés sidderde voor de tweede keer en nu nog heviger. «Ditmaal," mompelde zij, «heb ik mij niet vergist Ik heb goed gehoord. Toen, zich zelve berispende, terwyl zij poogde te glimlachen, zeide zjj: «Ik ben dwaas I Het is de wind Wat zou ik daarenboven te vreezen hebben in dit paleis, dat goed bewaakt wordt en voor een feest verlicht is?" Terwijl zy deze woorden uitsprak, viel een der spijlen van het venster met geraas naarbinnen, en rnen hoorde den slap van een gespoorden laars op de vloer der kamer. Mercedés richtte zich in hare volle leDgte op. De gordijnen, die de vensterbank ver borgen, scheiden vaneen en de gestalte de loterij te hebben getrokken Het is waar, wanneer men begint, is men niet van plan er een beroep van te maken. Maar ieder ochtend is men weer genood zaakt eenige stuivers te verdienen, zonder welke men met een leege maag onder den blooten hemel mag slapen en men loopt er des te harder om. Sparen?u doet me lachen. Ik had eens centime voor centime zestig francs bespaard om een andei leven te beginnen. Op het laatste oogenblik ont wricht ik mijn zijde door het dragen van een zware kist vol boeken naar een vijfde verdieping. En in een maand waren mijn zestig francs uitgegeven. Toen was het uit. Ik zal mijn heele leven pakjesdrager blijven. Het beroep brengt 2,5 francs daags op. Er zijn natuurlijk voordeelige tijden zooals bijv. de tijd, dat de menschen terugkomen na het einde der vacanties, zoodat men soms dagen van 10 francs heeft, maar dat duurt niet lang en iri den winter krijgt men dikwijls in 24 uur niets te eten. Mjjn gemiddelde ver dienste bedraagt vijftig sous. Men kan er op rekenen zeven of achtmaal te moeten loopen om éénmaal een vrachtje te krijgen en krijgt den gewoonlijk 20 sous. De trajecten door elkaar genomen zijn ieder twee kilometer lang. Ik schat dus, dat men om zijn drie francs te verdienen, twintig maal moet loopen en dus iederen dag veertig kilometer afleggen. Ik heb hier natuurlijk alleen het oog op den slimmen bagotier, die zich nooit op weg begeeft, voordat hij zich eerst van de waarde en vrijgevigheid van de cliënt, dien hij volgt, overtuigd heeft. Deze vrijgevigheid is gemakkelijk te beoordeelen. Hoewel men ons verboden heeft de stations te betreden, kunnen wij toch door het traliewerk zien, hoe de pakjesdragers der spoorwegen der. reiziger behandelen. Nemen zij hun muts af en sluiten zij snel het portier van den fiacre, dan hebben zij een goed drinkgeld ontvangen en betaalt de cliënt goed. Maar moeilijker is het dadelijk te zien, of hij tot de menschen behoort, die onze diensten gebruiken kunnen, want is hij te arm, dan laadt hij zijn koffers zelf af en is hij te rijk, dan houdt hij er livreiknechten op na, die het voor hem doen, in beide gevallen heeft de bagotier vergeefsche moeite gedaan. De ideaal-cliënt of cliënte is iemand uit den middelstand, die alleen een bonne in dienst heeft. De dames zijn meer waard dan de heeren, want zij krijgen medelijden met de ademloozen bagotier, en wonen gewoonlijk hoog. Er is nog iels, waarop de bagotier moet letten, namelijk, dat de cliënt niet te ver af woont, want een tiental kilo meters le moeten loopen voor de geringe kans om 20 sous te verdienen, is wat te sterk. Wij zouden deze ingewikkelde vraag stukken nooit kunnen oplossen zonder de welwillendheid van de fiacrekoetsiers. Zoo gemeen als de omnibus- koetsiers zijn en zoo ellendig hoogmoedig de groote-heeren-koetsiers, zoo vriendelijk is de cocher de fiacre. Met een enkelen blik duiden zij ons de positie van hun pasagier aan en beletten daardoor, dal wij den bediende, die de koffers afhaalt, voor zijn meester aanzien. Als zij ons het adres niet kunnen toeroepen, steken zij hel handvat van hun zweep in de ruimte. Het eerste teeken beteekent, dat het heel dicht bij, het tweede, dat het erg ver af is. Een gemiddelde afstand wordt niet aangeduid. Een praktisch bagotier houdt zich niet op bij de stations, doch kiest zijn stand plaats op een kruispunt van wegen, waarvan er een naar het station en een ander naar een rijke buurt leidt. Dat is weer zooveel gewonnen op de afstand en een aanwijzing op de beurs van den cliënt. Een der beste pl atsen is de «place Maubeit," waar de fiacres, die van de stations Orleans en Lyon elkaar kruisen om zich naar den faubourg Saint- Germain te begeven. In den zomer l_ J f"- van Andrea vertoonde zich tusschen de plooien der zijde. Mercedés uitte een kreet en viel als dood neder. Andrea sloeg geen acht op den schrik van de oude, maar stapte zonder aarzelen op de wieg af. Maar op het oogenblik, dat hij de hand uitstrekte, stond hij stil en verbleekte. Wie was het dochtertje zijner zuster? Hij beschouwde ze keer op keerzij waren beide even mooi met den vreed- zamen glimlach in hun slaap. Hij schudde de oude om haar te on dervragen het was een onbezielde vleesch- klomp. «Welk mompelde hij, «welk en hij bleef besluiteloos voor de dubbele wieg staan. Nog eenmaal schudda hjj Mercedès ruw, maar zij gaf geen enkel teeken van leven. «Welnu!" mompelde hij, «dat zal mij niet hinderenIk zal hen beide meenemen." Inderdaad greep hij de beide kinderen in hun lakens en wikkelde ze zacht in de plooien van zijn mantel. Daarop ging hij naar het balkon om te gaan, zooals hjj gekomen was. Maar toen hjj opnieuw de zware gor- ziet men er dikwijls twintig bagotiers bjj elkaar De Faubourg Saint-Gerinain en het quartier Saint-Sulpice worden goed door ons in het oog gehouden. Op alle stralen, die er op uit komen, zult ge geregeld bagotiers zien staan. De rechteroever wordt gecommandeerd door twee observatieposten, de een op la place de la Concorde met de Champs- Elysées en de Ternes tot grondgebied, de andere op de Almabrug, die het Tro- cadero en Passy bewaakt. Op de Con corde staat de chef der bagotiers, een soldaat acht en vjjftig jaar oud, die alle oorlogeD van het tweede keizerrijk mee gemaakt heeft. Op de Almabiug is een ex-notaris het hoofd. ja mijnheer, een gewezen notaris, en ik ben er zeker van, want ik heb zelf eens een brief van hem naar een zijner vroegere cliënten gebracht, waarin hij om hulp vroeg. Deze heeft mij twintig francs overhandigd, zeggende; «Hoe ongelukkig, dat een notaris tot zoo iets komen kan." Er blijft mij niets anders over, dan u eenige bijzonderheden over onze monde- lince overeenkomsten mede te deelen. Onze vereeniging heeft natuurlijk geen syndicaat en is niet eens regelmatig ge vormd, omdat zjj slechts geduld wordt door de politie, maar zij bloeit er daarom niet minder om. Haar leden kennen el kaar heel goed en ondersteunen elkaar zooveel mogelijk, maar zij houden niet van de indringers, de «amateurs", waaivan ik daar straks reeds gespioken heb. Het is bij ons den regel, dat men, in dien een fiacre met minstens drie kof fers is I eladen, hem met z'n tweëen volgen mag. Somtijds, als er slechts twee koffers zijn, loopt er een achter je aan en zegt: «Je suis fauchè", dat zooveel wil zeggen als: ik heb geen sou op zak en zal dus vandaag niet eten. «Het is goed", zegt men hem dan, «loop aan den anderen kant". Op de plaats van bestemming deelt men, indien de cliënt geen twee man gebruiken wil, het drinkgeld broederljjk. De kameraad be taalt een borrel en daarmee is de reke ning gemaakt. Maar als een nieuweling de observatie posten wil forceeren, spot men er niet mee. Drie v in ons snijden hem den weg af, terwijl een vierde het spoor van het vrachtje volgt. Dikwijls verzet de lief hebber zich en dan wordt er gevochten. Op de Concorde vooral zijn zij zeer streng en laten niemand door. Dat schjjnt u misschien weinig edel moedig toe, maar wat er aan te doen? Men heeft reeds moeite genoeg om zijn hondsch bestaan te rekken. Dikwijls gedurende den winter, zij wij genood zaakt ons tot de karren der steenkolen- verkoopers te bepalen, wien wij onze diensten aanbieden bij het afladen der zakken. U begrijpt, dat het drinkgeld dan juist niet koninklijk is en bovendien schenden wij dan het beroep der »ba- cheurs". Men noemt aldus de arme drommels, die de brandstof-karren volgen om het hout of den steenkool op te rapen, die door het schokken van de kar alvallen. Kortom, de winter is ellendig voor ons, behalve als er sneeuw valt. In een oog wenk zijn dan de bagotiers in straatve gers veranderd en werken des daags voor 40 centimes en des nachts voor 60." De interviewer voegt er nog bij, dat de bagotier een gloeiende haat heeft aan de anarchisten, omdat deze zijn beroep bijna geheel hebben geruïneerd, want sedert de laatste aanslagen is men overal zoo wantrouwend geworden, dat rnen den bagotier niet in zijn huis laat. Liefdadigheid. Op een meeting voor een liefdadigheid doel van negers in West-Indië werd het volgende besluit genomen: 1 Wij zullen allen iets geven. 2 Wij zullen allen geven naar or.s vermogen. 3 Wij zullen met liefde geven. De meeting afgeloopen zijnde, nam de neger- dijnen scheidde, zag hij dat het balkon met gewapende mannen bezet was. Hij trok zijn degen en snelde naar de leur. Deze ging open en liet een menigte lakkeien zien met ontblooten degen. Capitan was, als ieder dapper hoofdman, achteraan. De stem van Ercole liet zich hooren, «Grijpt hem zeide de oude graaf, «grijpt hem, dood of levend." Doodt hem I" Doodt hem 1" schreeuwde Capitan, openhartiger dan zijn meester. Andrea stond tegen den muur ge leund. Hij wilde zich het eerst verdedigen, maar als had een reddend denkbeeld eensklaps zijn geest verhelderd, scheen hij met zichzelven te beraadslagentoen ontblootte hij het gelaat der beide kin deren, en zijn degen boven hun hoofden oplichtende, zeide hij koel: «Ercole Vitelli, achteruit! gij en uw mannen, of gij hebt geene dochter meer Deze bedreiging viel als lood op het hart van den ouden graaf. „Mijne dochter I" riep hij met ge smoorde stem: «Achteruit... aebter- uitl laat hem door! (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1894 | | pagina 2