NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
Hetvrede-feestbij Kiel.
LIBUSSA.
No. 51.
Woensdag 26 Juni 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG
BINNENLAND.
F euilleton.
AMEBSFOORTSCIE CBUliNT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.—Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
fngezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Een groot werk heeft Duitschland
tot stand gebracht, het Kaiser-Wil-
helm kanaal, dat de Noordzee met
de Oostzee verbindt. In overeen
stemming met het volbrachte werk
was de plechtige opening van het
kanaal. Een schouwspel zoo grootsch
als daar bij Kiel vertoond is alles
overtreffend. Vooral dat oogenblik
moet plechtig geweest zijn, toen de
keizer, de fiere vertegenwoordiger van
het machtige en krachtige Duitsche
rijk, omgeven door een schare van
Duitsche vorsten en zeventig admi
ralen van de vreemde vloten, op zijn
jacht iangs de rijen van zeekasteelen
stoomde en de huldiging ontving
van geheel de beschaafde wereld.
Die hulde was verdiend, als aan een
man die van zijn macht bewust is
maar ze ook wijs gebruikt en dat
vooral ten gunste van den vrede.
Ernstig heeft de keizer gesproken
ten gunste van den vrede. Hij zeide,
dat Duitschland het nieuwe werk
stelt in dienst van den vrede, dat
het kanaal geopend is voor het vreed
zaam verkeer der volkenhij zag in
de deelneming der mogendheden een
bewijs, dat zijn streven tot handha
ving van den vrede ten volle gewaar
deerd wordt.
Deze woorden des vredes hebben
alom hun echo's doen klinken, maar
de echo was luider en klinkender
dan het eerste geluid zelf; er voor
zoowel als er na geraakte men bij
kans in vervoering bij de gedachte
aan het vredefeest van Kiel, en bij
de nadering van elk ijzeren zeemon
ster zag men de vredesband aan
groeien, ieder oorlogstuig werd een
symbool van den vrede 1
ZonderlingEen menigte van drij
vende, gepantserde vestingen, die
verderf en verwoesting om zich kun
nen verspreiden, die aanstonds, ook
wanneer slechts eereschoten bulderen,
moeten doen denken aan de gruwe
len en ellenden van den oorlog, hun
vreedzaam naast elkander liggen doet
tevens aan den zegen des vredes ge
denken. Doch welk een vrede! Het
is alsof twee personen met den degen
op elkanders borst gericht weder-
keerig betuigen, dat hun gezindheid
en hun houding slechts den vrede
ten doel hebben.
Welk een jammerlijk contrast tus-
schen woorden en daden.
Zoo'n vrede-feest is duurdie vloot
van oorlogschepen vertegenwoordigt
een kapitaal van ettelijke millioenen,
eu dat was nog maar een klein gedeelte
van de gezamelijke vloten. En deze
weer brengen nog niet eens den
grootsten post op liet oorlogsbudget,
en dan nog moeten in rekening ge
bracht worden de krachten die aan
wetenschap, nijverheid en arbeid
onttrokken worden.
Europa houdt een leger van negen
millioen mensehen onder de wape
nen en omstreeks vijftien millioen
reserve, wier onderhoud op twee
milliard gulden per jaar komt te
staan. Europa is zoo gelijk een man
die, om zich wapenen te verschaffen,
zich van voedsel onthoudt en zoo de
krachten verliest, welke hem noodig
zijn om de wapenen, welke hij zich
heeft verschaft, te gebruiken en ein
digt met onder het gewicht er van
te bezwijken. Voor omstreeks hon
derd en vijftig jaren schreef Montes
quieu«Frankrijk zal te gronde gaan
door het militarisme. Een nieuwe
ziekte is in Europa uitgebroken. Zij
heeft de koningen aangetast en dringt
hen ontelbare legers te onderhouden.
Die ziekte is aanstekend en dienten
gevolge besmettelijk omdat, zoodra
de eene staat zijn leger vergroot, de
anderen dat evenzeer doen, zoodat
er niets anders uit voortkomt, dan de
ondergang van allen. Elke regeering
onderhoudt zooveel soldaten als hij
er zou kunnen onderhouden, zoo haar
volk met uitroeiing bedreigd werd,
en de menschen noemen dien toe
stand van spanning van allen tegen
allen, vrede.
Daarom is Europa zoodanig geruï
neerd, dat, zoo de particulieren in
den toestand der regeeringen van
dit werelddeel verkeerden, de rijksten
onder hen niet zouden hebben om
van te leven. Wij zijn arm terwijl
wij de schatten en den handel der
gansche wereld bezitten." Het schijnt
of dit in onzen tijd geschreven werd
en dan zijn de oorlogsbudgetten der
Europeesche staten sedert nog gesta
dig en snel toegenomen. Met die
honderden millioenen zou zooveel nut
gesticht kunnen worden, zou het
mogelijk zijn de sociale kwestie op
vreedzame wijze op te lussenthans
stuiten de meeste pogingen om haar
op te lossen af op gebrek aan geld.
Maar toch is er vrede; hoofden
van den staat en ministers leggen
om strijd de plechtigste verklaringen
af voor den vrede, en ten einde dien
vrede te waarborgen achten zij on
vermijdelijk een vermeerdering van
strijdkrachten en dus ook een ver
hooging van de oorlogsbegrooting.
Dit is noodig voor zelfverdediging,
en hiermede wordt iedere vermeer
dering van uitgaven verdedigd.
Die zelfverdediging is een gevolg
van het onderlinge wantrouwen en
waar dit bestaat is geen eigenlijke
vrede, die alleen op vertrouwen steu
nen kan.
Een onzer dagbladen betreurde het,
dat men op 18 Juni niet meer tem-
pelwaarts gaat, om te danken voor
het herstel van onze onafhankelijk
heid. Gelukkig werd er bijgevoegd,
dat de overwinning van Waterloo
eerst dan volkomen zal zijn geworden,
wanneer elke oorlog onmogelijk zal
zijn gemaakt, en een internationaal
scheidsgericht zal zijn ingesteld. Het
wordt reeds meer gewoonte langs
dezen weg geschillen te beslechten,
vredescongressen en andere lichamen
werken in die richting en zoo zal
langzaam aan de openbare meening,
waarvan de vrede-kwestie in het
algemeen afhankelijk is, zich tegen
elk gewapend optreden verklaren.
Tot het in dien geest bewerken
van de openbare meening worden
verschillende middelen aanbevolen,
zooals de gelijkmaking van de ge
wichten en maten, van de munten,
van de verschillende tarieven voor
post en telegraaf, van de middelen
van verkeer enz., daar deze gelijk
making eene wezenlijke vereeniging
der volken op het gebied van handel,
nijverheid en wetenschap in het leven
zou roepen. Het besef moet door
dringen, dat de menschen overal ge
lijk zijn als wij, waar zij ook wonen,
welke natuurlijke grenzen ons ook
van hen scheiden. Het gronddenk
beeld van de vredescongressen is:
door alle mogelijke middelen de over
tuiging te verbreiden onder de men
schen, dat de oorlog in lijnrechten
strijd is met hun belang, en dat de
vrede eene groote weldaad isde
regeeringen overtuigend aan te toonen,
welke voordeelen de scheidsgerechten
boven den oorlog aanbieden, en bij
gevolg de noodzakelijkheid der ont
wapening. Maxime du Camp deed
de volgende practische voorstellen
1°. Er kome jaarlijks op een vast
tijdstip en gedurende een bepaalden
tijd een diplomatiek congres van
afgevaardigden der verschillenden
mogendheden bijeen, orn een onder
zoek in te stellen naar de onderlinge
verhouding der volken, de moeilijk
heden uit den weg te ruimen, en als
scheidsrechter op te treden in geval
van verholen conflict.
2°. Er moge geene oorlogsverkla
ring gedaan worden voor twee maan
den na het voorval, dat aanleiding
tot den oorlog heeft gegeven. Gedu
rende dit tijdsverloop zal het de plicht
der onzijdige volken zijn een scheids
gericht voor te stellen.
3°. Geen oorlogsverklaring worde
gedaan voordat daarop door eene
volksstemming de goedkeuring is ge
vraagd van de volken, welke op het
punt staan elkander den oorlog aan
te doen.
4°. De vijandelijkheden mogen eerst
beginnen eene maand na de ofllcieele
oorlogsverklaring.
Zijn deze of dergelijke bepalingen
geldend geworden, dan volgt daardoor
reeds een groote vermindering van
uitgaven, daar de tegenwoordige oor
logstoerustingen ten doel hebben bin
nen vier en twintig uur na de oor
logsverklaring een grondgebied te
kunnen bezitten en zoo spoedig moge
lijk een beslissenden veldslag te kun
nen leveren.
Wellicht kan de vertooning van
het kostbaar oorlogsmateriaal bij Kiel
ons nader gebracht hebben tot het
doel, dat wij toch eens hopen te be
reiken: opheffing van den gewapen-
den vrede en vestiging van een duur-
zamen alleen op vertrouwen gegron-
den vrede.
Heide-ontginning.
In Sta-Palhet weekblad, gewyd aan
de toepassing der beginselen van den
Oranjebond van Orde, woidt gemeld,
ïdat zij, die thans van Apeldoorn naar
Zutfen reizen, een groot bord zullen zien,
waarop geschilderd staat Oranjebond van
orde. Erica-Stichting. Daar is de plek,
waar vijf beide-hoeven gebouwd en de
landen voor cultuur geschikt gemaakt
worden."
Wat meer zegt, dr. A. Prins, de be
kende Rijkslandbouw-leeraar voor Gelder
land en Overijsel, heeft zich bereid
verklaard een plan voor de cultuur der
gronden te ontwerpen en de hoofdleiding
der stichting op zich te nemen. Aan de
toekomstige bewoners der hoeven zal de
verplichting opgelegd worden zich aan
diens leiding en voorschriften te onder
werpen.
Met den bouw van de eerste en de
vierde hoeve is men reeds begonnen.
Op 1 Nov. moeten de 5 huizen geheel
gereed zijn en dan zal de proef genomen
worden of het mogelijk is op 5 hectaren
10)
Op eens werd het licht in zijn geesthy
kreeg de bekoorlijke gedachten, dat Li-
bussa het geheim van zijn hart had ge
raden en nu zijn trouw en bestendigheid
erkend had, omdat zij verborgen zaken
kon zien en hem nu op eene nooit ge
dachte wijze wilde beloonen. Nu bedacht
hy ook, dat zij hem den voorzeggenden
geest had beloofd en dat hij dien nu of
nooit moest krijgen. Fluks greep hij
den hazelaar, dien Libussa hem had ge
schonken hij stiet hem diep in den grond,
hoopte er aarde tegen, alsof hij een boom
plantte en ziel weldra kreeg de staf
knoppenhij schoot twijgen en takken
met blad en bloesems. Maar er ver
welkten twee van de groene takken en
hun dor loof werd ten spel der winden.
De derde tak groeide des te krachti
ger en zijn vruchten rijpten. Toen kwam
de voorzeggende geest over den ploeger;
hij opende zijn mond en sprak: »Gij,
boden van de vorstin Libussa en van
het Boheemsche volk, verneem de woor
den van een braven riddei. Over my
is de voorzeggende geest gekomen en
voor mij onthullen zich thans de nevelen
der toekomst. Gij roept den man, die
den ploeg bestuurde, op om de teugels
van uw vorstendom te grijpen, voor zijn
dagwerk voleindigd was. Ach, indien
de ploeg den akker met voren doorsneden
had tot aan den grenssteen, dan zou
Boheme ten eeuwigen tijde een onafhan
kelijk rijk gebleven zijn. Nu gij den
ploeger te vroeg in zjjn werk hebt ge
stoord, zullen de grenzen van uw rijk
het deel en erfgoed worden van uw na
buren en uw nakomelingen zullen den
vreemdeling trouw en eensgezind dienen.
De drie twijgen van den groenen staf
beloven aan uwe vorstin van mij drie
zonen. Twee hunner zullen als onrijpe
loten vroegtijdig verwelken; maar de
derde zal de erfgenaam des troons wezen
en door hem zal de viucht rijpen Voor
latere afstammelingen, tot de adelaar
over het gebergte vliegt en in het land
nestelt, maar weldra weer heenvliegt om
als eigenaar terug te keeren." Het
eerwaardige gezantschap stond verbaasd
en staarde den voorzeggende man zoo
stom aan, alsof hij eene godspraak hield.
Hij echter wendde zich af van de ge
zanten naar de gezellen van zijn moeite
vollen arbeid, naar de twee stieren. Hij
ontsloeg ze vau hun pak eu dienst en
gaf hun de vrijheid, waarna zij lustig op
de grasrijke weiden huppelden, waarbij
zij langzamerhand vermagerden tot lichte
nevelbeelden die omhoog trokken en voor
aller blikken verdwenen. Nu trok hij
zijn boerenklompen uit en gij ging zich
aan de nabijzijnde beek wasschen. Men
kleedde hem prachtig, hij gordde zijn
ridderzwaard aan en liet zich de gouden
sporen aandoen. Nu sprong hij op het
witte paard, dat hem gedwee iiet op
zitten. Toen hij nu zijn gewezen eigen
dom moest verlaten, beval hij den ge
zanten, dat zij de afgelegde klompen
nadragen en goed bewaren moesten als
een teeken, dat eens de geringste uit
het volk door de Bohemers tot de hoogste
waardigheid was verkozen, en als eene
herinnering, opdat hy en zijn nakome
lingen niet trolsch zouden worden over
de verkregen hoogheid, maar aan hunne
afkomst zouden blijven denken en den
boereustand eerenen beschermen. Daarom
was het ook gebruikelijk, dat den Bo-
heemschen vorsten bij hunne krooning
een paar klompen getoond werden, zoo
lang er mannelijke nakomelingen van
Primislas waren. De gepootte hazelaar
groeide en droeg vruchten, verspreidde
zijn wortels en maakte nieuwe scheuten,
zoodal eindelijk de geheele akker éen
hazelaarsbosch werd, dat den naastge
legen dorpen, die hel bij hun gemeenten
trokken, zeer voordeelig was, wint zij
kregen als herinnering aan de wonder
lijke planting van de Boheemschen vor
sten een vrijbrief, dat zij nooit meer
belasting dan een schepel hazelnoten aan
het land behoeven te betalen. Hoe
wel het paard, dat nu den bruidegom
trotsch naar zijne bezitster voerde, scheen
te vliegen, toch liet Primilas het van
tijd tot tijd de gouden sporen voelen,
omdat het hem nog te zacht liep. De
snelle draf scheen hem het gekruip van
een schildpad, omdat hij gloeiend ver
langde naar een blik op het gelaat van
de schoone Libussa, wier gestalte na
zeven jaren nog zoo trouw en bekoor
lijk voor zijn geest zweefde. Hij dacht
nu aan de kroon van oranjebloesems die
door minnende harten hooger geschat
word dan koningskroonen en wanneer
hij liefde en macht tegen elkander zou
hebben moeten wegen, dan zou het Bo
heemsche rijk zonder Libussa zeer licht
geweest zijn.
De zon was reeds sterk aan het dalen,
toen de nieuwe vorst zijne hoofdstad
zegepralend werd binnengevoerd. Libussa
was, toen met haar de aankomst van
haar aanstaanden echtgenoot meldde,
juist in den tuin, waar zij een korfje
rype pruimen had geplukt. Zij ging
hem met al haar hofdames te gemoet,
ontving hem als een bruidegom, dien
haar de Goden stuurden. De hovelingen
staarden nieuwsgieiig op den aankomende
en zagen in hem niets dan een schoo-
nen, slanken man. Er waren er ver
scheiden, die zijn uiterlijk in hun ge
dachten met het hunne vergeleken en
niet konden begrijpen, waarom zij ver
smaad weiden, waarom geen blozende
hoveling verkozen was tot rijksbestuurder
en echtgenoot in plaats van den bruin-
geblakerden ploeger. Vooral aan vors»
Wladimir en aan ridder Miska kon men
het zien, dat zij met onwil afstand deden
van hun aansprakei Daarom wilde Li
bussa de keus der Goden rechtvaardigen
en hekend maken, dat jonker Primilas
het gemis van adellijke geboorte ruim
schoots vergoedde door gezond verstand
en scherpzinnigheid. Zij had een heer
lijken maaltijd laten toebereiden en na
dat de welkomstbeker, vlijtig van mond
tot mond was gegaan, zoodat er vroo-
lijkheid en goede luim heerschte en er
reeds een deel van den nacht schertsend
en kortswijl was voorbijgegaan, stelde
Libussa voor, dat men raadsels zou op
geven en omdat zij steeds verborgen
dingen moest raden, zoo kon zij tot al
gemeen genoegen ook alle raadsels op
lossen. Toen zy nu er één op haai beurt