NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
PREMIEWERK
„Tweeërlei overtaiging"
Vijftig Cents
Gemengd Nieuws.
BANJAERT.
Zaterdag 27 Juli 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aan onze lezers.
Binnenland.
Feuillet on.
No. 60.
AMEBSFOOHTS
COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per poat door het gebeele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 8 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Bij den aanvang van het nieuwe
kwartaal wenschen wij onzen lezers
weder eens een
aan te bieden en kozen daartoe den
geheel nieuwen roman
naar het Itallaansch van E. CASTELNUOVO.
Dit boeiende werk 390 pagina's
groot, hetwelk in den handel f2.50
kost, bieden wij onzen lezers aan
voor slechts
naar buiten de stad met 15 cents
verhooging voor porto.
Wij twijfelen dan ook niet of zeer
velen zullen zich dit werk van blij
vende waarde willen aanschaffen.
Tegen inlevering van achterstaan
de BON onder bijvoeging van het
bedrag kan het bij den uitgever dezer
worden afgehaald.
Het U. D. verneemt, dat het plan
beslaat, bjj het aanstaande bezoek van
H.H. MM. de Koninginnen aan de provin
cie Drenthe, H.H. M.M. ook een bezoek
zullen brengen aan Willemsoord en de
daar gevestigde koloniën der Maatschappij
van Weldadigheid, waarvan H. M. de
koningin-Regentes beschermvrouwe is.
Ook wjjlen Z. M. Willem III bezocht deze
koloniën.
Arnhem, was jl. Donderdag in feest
dos en niettegenstaande het slechte weer
kwam met allerlei vervoermiddelen de
menigte naar het tentoonstellingsterrein.
Van bijna alle huizen wapperde de drie
kleur, Tegen twee uur kwamen de Ko
ninginnen op het terrein en scheen een
helder zonnetje.
Bjj de aaokomst aan het station echter,
waar de Koninginnen door den burge
meester van Arnhem werden ontvangen,
regende het hard. De geestdriftige men-
schenmassa stoorde zich hier niet aan
en juichte de vorstinnen herhaaldelijk
daverend toe. Naast het rjjtuig der vor
stinnen reden kapitein Van Es en luite
nant Baud van het regiment rijdende
artillerie.
Bij aankomst op het tentoonstellings
terrein werd het Wilhelmus gespeeld,
bouquetten aangeboden en verschillende
comité's aan de Koninginnen voorgesteld.
Met veel belangstelling bezichtigden de
Vorstinnen de tentoonstelling, doch aller
eerst werden de paardenstallen in oogen-
schouw genomen. Intusschen regende
het weer hard. Nadat de Vorstinnen
eenigen tijd in het hoofdgebouw hadden
vertoefd, begaven zij zich naar het pavil
joen om het concours hippique bij te
wonen. Gedurende dit concours was het
prachtig weer.
Na afloop reikten HH. MM. persoonlijk
de eerepriizen uit. Hierna maakten de
Vorstinnen nog een wandeling over liet
terrein en verlieten toen onder daverend
gejuich der menigte «Sonsbeek", om per
rijtnig naar het Loo terug te keeren.
Rijkspostspaarbank.
In haar antwoord aan de Eerste Kamer
omtrent het wetsontwerp tot wijziging
der wet op de Rijkspostspaarbank blijft
de Regeering hare bezwaren tegen in
voering van het Staatsschuldboekje vol
houden. Aan de behoefte om tot een
hooger bedrag dan f800 rentegevend te
beleggen, komt het ontwerp voldoende
te gemoet. Verder te gaan dan f 1200
ware in strijd met het doel der Bank.
Ofschoon de Regeering de voorkeur zou
hebben gegeven aan de beperking van
de bevoegdheid van den vader of voogd
om terugbetaling te vorderen op het
boekje van den minderjarige, te doen
aanvangen zoodra de minderjarige den
leeftijd van 16 jaren zou bereikt hebben,
behoeft, haars inziens, echter het terug
brengen van dien leeftijd tot 12 jaar
geen ernstig bezwaar te ontmoeten.
Te Kampen heeft zich, bij de ge>
meenteraadsverkiezing het eigenaardige
geval voorgedaan, dat voor de verkiezing
van zes leden, zeven personen eene vol
strekte meerderheid verkregen.
Er waren uitgebracht 881 stemmen,
van onwaarde en blanco 7, volstrekte
meerderheid 438. Hiervan verkregen de
heeren H. de Graaf 724, H. M. L. Ou
dendijk 588, W. Meulenkamp 545,
mr. Th. Ruys JPzn. 523, F. van Doorn
453, P. H. C. Engeleuburg 446 er, W.
W. van Riemsdijk 44', terwijl ook op
anderen nog een groot aantal stemmen
was uitgebracht.
De heer W. W. van Riemsdijk, die
442 stemmen, en dus 4 stemmen boven
de volstrekte meerderheid verkreeg, is
beschouwd als niet gekozen.
De heer P. H. C. Engelenburg heeft
thans verklaard zjjn mandaat Diet te
aanvaarden. Dientengevolge is een nieuwe
vrije verkiezing uitgeschreven voor één
lid van den gemeenteraad op Woensdag
31 Juli e. k.
Hoe goedkoop de kermisreizigers ge
woonlijk onder dak weten te komen
bleek bij een standje in een der straten
van wijk C, te Utrecht. Daar weigerde
een vrouw de instrumenten af te geven
van een zestal muzikanten, alvorens deze
de huur van hare kamer hadden betaald,
welke zij voor de som van acht gulden
gedurende 14 dagen te hunner beschik
king hadden gehad. Voor één gulden
bovendien had zij den muzikanten stroo-
vakken in gebruik gegeven, en in den
loop der 14 dagen had zij bij stukjes en
beetjes een gulden van hare logeergasten
weten machtig te worden, zoodat haar
nu nog 3 gulden toekwam. Tot de beta
ling daarvan bleken de artisten echter
niet genegeD, en eerst nadat zij op het
politiebureau waren geweest toonden zij
zich bereid nog een rijksdaalder te be
talen tegen afgifte van de instrumenten,
wat de vrouw in «vredesnaam" maar
deed, zoodat de heeren met hun zessen
14 dagen gelogeerd hadden voor f 8.50.
Middelerwijl had de vrouw de gelegen
heid aangerepen om aan de talrijke me
nigte nieuwsgierige buren, die zich om
haar verzameld had, mede te deelen
waarom zij eigenlijk hare kamer zoo
goedkoop verhuurd had. Ze zou vandaag
precies haar huisje uitgezet worden, en
nu had ze gedacht dat geld van die
Duitschers net nog te kunnen medenemen.
Dat ze haar huis uitgezet zou worden
was, omdat ze geen huur betaalde, en
de huur betaalde ze niet omdat haar
huisbaas geen gelegenheid wilde laten
maken tot afvoer van faecaliën (hetgeen
ze op minder parlementaire wijze uit
drukte.) En toch zou er van dat uitzetten
nooit iets gekomen zijn, als ze maar
En nu kwam er een verhaal omtrent
den huisbaas, dat al de buurvrouwen
deed sidderen van verontwaardiging, en
verklaren dat ze zoo iets nu nooit van
dien huisbaas gedacht hadden dien
stiekemert. En den geheelen dag bleef
die huisbaas het onderwerp der gesprek
ken. De vrouw van den bakker om den
hoek vertelde aan alle klanten, die in
den winkel kwamen, wat er gebeurd was,
en voegde er bjjals de huisbaas het
soms vervolgen wil, dan wil ik er elk
oogenblik van den dag en den nacht
mijn vingers voor opsteken, dat ze 'tge-
zeid heit.
En dan was het vaste antwoord, dat
al degenen, die het hoorden er op gaven
«Maar hij zal het wel niet vervolgen,
dat kun je begrijpen.
Een goede raad.
Over het diinken van arbeiders op het
veld zegt een geneesheer het volgende:
Vele landlieden meenen bij den veld
arbeid niet veel te moeten drinken, om
daarmede het sterke zweeten tegeo te
gaan. Dit nu is een dwaling, die tot
gevaarlijke ongesteldheden kan leiden.
De dorst kan men beschouwen als een
aanmaning van ons lichaam om vergoe
ding te geven voor de bij het zweeten
verloren geraakte vochten. Voldoet men
niet aan deze aanmaning dan volgt een
langzaam uitdrogen der weefsels van het
lichaam en dit brengt vatbaarheid mede
voor zonnesteek. Ook is het gemakkelijk
in te zien, dat bij gebrek aan de noodige
vochten de stofwisseling verzwakt en de
voeding van het lichaam verhinderd wordt.
Daarom is het niet aan te raden, Om
den dorst niet te lesschen. Wij allen
weten bij ondervinding, hoe de dorst ons
kan kwellen.
Veel drinken en btj groote hoeveelhe
den tegelijk, is echter even schadelijk als
onmatig eten. De groote massa water,
die men soms Daar binnen iaat, werkt
storend op het maagzuur. Aanbevelens
waardig is daarom bij het water een
weinig citroenzuur te voegen, welke stof
men in vasten toestand in de apotheken
verkrijgen kan.
Hoe een jockey r()k wordt.
Hoe groot de mogelijkheid is om als
jockey zich een vermogen te verzamelen,
kan men opmaken uit het feit, dat een
jockey, die eenig succes heeft gehad, in
den tijd van twaalf jaar 100.000 pond
sterling (1.200.000 gulden) heeft bespaard.
Salarissen, rijgeld en geschenken zjjn de
drie bronnen, waaruit het vermogeD van
den jockey samenvloeit. De laagste in
komsten worden getrokken uit de rijgel-
den, doch zelfs deze loopen samen op tot
bedragen, welke de jaloezie van menigen
kleinen koopman of ambtenaar kunnen
opwekken.
Voor eiken wedren, waarin de jockey
het winnende paard rijdt, ontvangt hij
vijf pond, rijdt hjj een niet-winnend paard
dan ontvangt hij drie pond; en wanneer
hij in een Trial rijdt, geniet hij twee
pond. Er zijn veel jockev's, wier namen
zelfs bij het publiek onbekend zijn, en
die meer dan 1000 pond verdienen, alleen
door het rijden in een trial.
Wat de rijgelden bij de rennen betreft,
werden in een jasr aaD negen der meest
bekende jockey's de volgende sommen
uitbetaald: T. Loales 3012 pond, M.
Cannon 2334 pond, W. Bradford 2016
pond, G. Barrett 2897 pond, F. Allhopp
1694 pond, F. Finlay 1685 pond, S.
ChandJey 1237 pond, J. Watts 1171 pond,
F. Rickaby 1015 pond.
Het grootste deel van hun inkomen
krijgen de jockey's echter door geschen
ken, die zij vooral bij overwinningen in
groote wedrennen ontvangen. Door de
betaling van het salaris krijgt de eigenaar
van een paard het eerst aanspraak op de
diensten van den jockey, doch het komt
ook in Engeland voor, dat salaris wordt
betaald om nummer twee of drie te kuo-
nen zijn, die aanspraak op den jockey
kan maken. De bedragen, welke hiervoor
worden betaald, verschillen buitengewoon
veel; gewoonlijk is liet bedrag van het
salaris minstens tweemaal dat der rijgel
den of meer.
Ook de geschenken, welke een jockey
ontvangt, zijn zeer verschillend zeker is
het dat een jockey deD eigenaar van een
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
A. J. O. KREMER.
8)
Het was in een eenvoudig welbekend
dooppak gekleed, hetzelfde, in 't welk de
kinderen van vrouw Zoethout gedoopt
werden.
Er waren er die elkander by deze ont
dekking verbaasd aanstaarden. Eindeljjk
zag men twee buurvrouwen elkander iets
toefluisteren en spoedig suisde het van
oor tot oor: «Deksels slim, hèl Dat is
goed overlegd!"
De jonker kwam uit zijne bank en
ook Eva verliet hare zitplaats. Zij gin
gen bij de doopvont staan en de predi
kant begon het formulier te lezen.
Allen waren als één oor.
De predikant verzocht den jonker en
Eva Bleeker aan te hooren het formulier
van het sacrament des doops, 't welk
stond toegediend te worden aan het kind
over hetwelk zy bereid waren, te staan
als pleegvader en pleegmoeder.
Toen de woorden «pleegvader en pleeg
moeder" werden uitgesproken was de
aandacht ten toppunt gestegen, maar zij
werd plotseling van de plechtigheid afge
leid door een korte en scherpe kreet die
door het ruim der kerk gilde, als een
angstkreet der vertwijfeling of een
schreeuw van een waanzinnige.
Cornelie Kneppers lag in zwijm, en
werd door een paar gedienstige buur
vrouwen, die hare moeder te hulpe kwa
men, uit de kerk gebracht.
Alle twyfel was nu bij het publiek
weggenomen. Niemand dan Cornelie was
de moeder van het kindl
De jonker had zich, toen hy den kreet
hoorde, omgekeerd en ziende dat Cor
nelie in zwijm uit de kerk verwijderd
werd, had hem een oogenblik zijne be
daardheid begeven. Hy had zelfs een
paar schreden gedaan als wilde hij haar
te hulp komen, maar alsof hij zich plot
seling herinnerde dat hy gereed stond
plichten op zich te nemen, die voor het
oogenblik hem boven alles ter harte
moesten gaan, had hij weder zijne plaats
ingenomen evenwel een doodelijk bleek
had zyne wangen overtogen, en zyne
krachtige gestalte trilde van zenuwachtige
aandoening.
Eindelyk zoude het kiud gedoopt wor
den. De predikant kwam van den pre
dikstoel en de jonker nam het kleine
kind op zijne armer, en bood het den
herder ten doop.
Een paar tranen liepen den edelman
over de wangen, toen hij het water, dat
den kleinen wereldburger stelde onder
bijzondere bescherming zijner christelijke
broeders, maar ook hem reeds nu tot
den broederplicht jegens alle menschen
verbond, op diens klein gezichtje zag
druppelen. Was het, omdat hij den toe
stand van het arme kind zoo roerend
vond? Was het, omdat hij, Banjaert,
diep geschokt door de prediking van het
woord, thans weeker dan anders, zijn
hart geheel ontsloten gevoelde voor anders
slechts zelden bij hem opwellende ge
waarwordingen? Of was het, en niet
tegenstaande Hanzens preek dachten zoo
de meesten zijner dorpsgenooten om
dat zijne consciëntie toch min of meer
geroerd was, nu hy zich eenmaal niet
meer goed konde houden bij het bezwij
men van Cornelie Kneppers, zijne mede
schuldige
Want hare medeschuldige was hij,
aldus meende men vrijelijk te mogen be
sluiten. Waarom had hare bezwijming
hem ander9 zoozeer van streek gebracht,
hem, dien nog een oogenblik te voren
niets had kunnen doen blikken of blo
zen, verwrikken noch verwegen en die
nu geheel zijne bezinning verloren had,
zoo zelfs, dat hij duidelijk de grootste
onrust had aan den dag gelegd toen zij
ongesteld geworden was, ja zelfs op het
punt gestaan had, midden onder het lezen
van het formulier weg te gaan en haar
te hulp te komen; zoude hij, indien hij
geheel vreemd geweest ware aan de zaak
nu nu men tot de ontdekking der
moeder gekomen was, niet, gelijk ieder
ander, de plechtigheid hebben doen sta
ken; met verontwaardiging de schande
terugwerpende op haar, die ook hem een
deel er van wilde doen dragen? Sprak
dit alles niet van verstandhouding en
afspraak? Zoo bij Cornelie minder geest
kracht aanwezig geweest was dan bij
den jonker; zoo zij zich zelve niet goed
had kunnen houden, en niet alleen ge
durende den geheelen kerktijd duidelijk
getoond had dat de zaak haar van zeer
nabij betrof en bij het noemen van des
jonkers naam zelfs in zwijm gevallen was,
hy had zich beter weten te beheerschen
maar toch niet volkomen genoeg: ook
hij had zich verraden.
Natuurlijk had men van den eersten
dag, op welken tnen na lang te vergeefs
naar een andere moeder voor het kind
in de buurt gezocht te hebben, de sedert
eenige dagen ongestelde Cornelie Knep
pers, als de moeder van het kind be
schouwd, eu het huis der familie Knep
pers geen oogeblik uit het oog verloren,
ja, zich zelfs niet ontzien te controleeren
of er brieven kwamen die de postbode
voor dat kleine huisgezin bracht, of te
bespieden of er ook boodschappen van
het slotje gebracht werden. Doch er
kwamen geene brieven, er. alle omgang
tusschen den jonker en de familie Knep
pers bestond in de laatste dagen daarin,
dat Toon geregeld des morgens ging vra
gen «hoe het met de juffrouw was,"
doch ook deze boodschappen waren sedert
een paar dagen gestaakt.
De jonker kwam geregeld daar eens
per week aan huis, behalve in den laat-
sten tijd. Natuurlijk schreef men nu zyn
wegblijven toe aan listige voorzorg of
lafhartige onthouding. Nog natuurlijker
zoude het geweest zijn, zoo meo om
's jonkers pootje en de ziekte van Cor
nelie gedacht had.
Dat de jonker na het doopen van den
kleinen Willem niet naar de familie Knep
pers ging, zie, dat besliste alles. Zoo hij
zich niet schuldig gevoeld had, hij zoude,
nu hij de moeder vao het kind kende,
ten minste gezorgd hebben das zijne eer
gehandhaafd bleef. De hare was nu toch
verloren en door vrijwillig langer nog de
zorg voor den vondeling op zich te nemen,