NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND
BANJAERT.
No. 66.
Zaterdag 17 Augustus 1895.
Vier-en-twintïgste jaargang.
abonnementsprijs:
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
advertentien:
BINNEN!. A ND.
Feuilleton.
AME1SF00
COMMIT,
VOOR
Per 3 üiAHiiden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
fngezonden stukken en berichten interenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER. Amersfoort.
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Langs de Tlanmsclie zeekust.
II.
BLANKENBERGHE.
Een zeker esprit de clocher brengt er
zekere Blankenberghenaars soms toe
de waarde van Oostende zoo wat te mis
kennen en die hunner stad op te schroeven
en te overdrijven. Zoo gaat het meer in
onzen tijd van ver gedreven concurrentie.
Besefte men echter hoe nadeelig dit hier
is, men hield er ras mee op. Door vol
strekt tc willen schijnen wat het niet is,
schaadt Blankenbergne Jo aantrek
kelijkheid, die zijn uilsluitenden eigendom,
zijn karakter en de oorzaak van zijn bij
val uitmaakt.
Blankenberghe behoeft in 't geheel niet
te zijn wat Oostende is opdat de vreem
delingen er heen zouden komen. De rasse,
verbazende ontwikkeling, die het in de
twintig jongste jaren vertoonde, bewijst
dit afdoende. Het is jntegendeel onze
overtuiging dat hoe meer Blankenberghe
er naar zal streven om Oostende te over
vleugelen, hoe zwakker zijne aantrekkings
kracht zal worden.
Blankenberghe beantwoordt aan eene
wezenlijke behoefte op onze kust. Oos
tende is het uitsluitend gebied geworden
der hoogere aristocratie, met haar goed en
slecht gevolg, Blankenberghe daarentegen
is tot hiertoe het gezellige, hartelijke ver
blijf geweest der families, die de verblin
dende luxus vao Oostende verwijderd
houdt.
Juist daarin ligt het geheim zijner
vlugge en groote uitbreiding. Vooral de
Duitschers, die aanbidders van het huise
lijke en «gemütliche", hebben zich te
Blankenberghe gevestigd, er nog duide
lijker en dieper den stempel van hartelijk
familieleven op drukkend. Dat Blanken
berghe dit kenmerk zcrgvuldig blijve
bewaren, het is zijn amuletto, de reden
van zijn welvaart.
Overigens tot hiertoe heeft Blanken
berghe bewezen dat eenvoudig en innig
leven geen hinderpaal is voor grooten
aanleg. Alles hangt af van de manier,
waarop men te werk gaat. Zoo moet
de lange en breede wandeldijk van Blan
kenberghe geenzins voor dien van Oosten
de onderdoen in grootheid. De onafzien
bare rij villa's, gasthoven en koffiehuizen'
die zich daar in boute grillige verschei
denheid verheft, is al even rijk als die
op den dijk te Oostende. Het Casino,
met zijn reusachtige koepelgewelf, zijn
twee Qinke torens en zijn prachtig terras,
is een geducht tegenhanger voor Oosten-
de's Kurzaal. Maar toch heeft alles hier
een ander voorkomen, iets dat u het ge
voel geeft dat ge hier te huis zijt, dat
ge hier geene glacé handschoenen behoeft
aan te trekken, kortom iets gemoedelijks
dat Oostende niet bezit.
In de tuintjes, die zich voor de villa's
uitstrekken, op de stoepen der restaura
ties, op de met palmen en tuga's ver
gierde terrassen der hotels en koffiehuizen,
overai san im... Ja-.'» zon verkwikkelijk
en onbezorgd zitten, een verveisoniug
nemend, keuvelend, een courant of een
aangenaam boek lezend, of liever nog,
mijmerend over het grootsche, eeuwig
wisselende schouwspel van den oceaan.
Men kan het zich op dien wandeldijk
gemakkelijk maken. Trekt men daar
voorbij in een licht zomerpakje, met een
costume, djWs niet van de allerlaatste snede
iSfvmen wuTOt er niet door honderd oogen
critfseerende aangekeken. Neen, het is
hier niet per se een tentoonstelling van
mooie kleeren. Men behoeft hier niet
viermaal per dag een ander en een nieuw
costume aan te trekken. Alles is er
stemmiger, daarom echter niet minder
degelijk, gezien sedert drie jaren reeds
de koningin van Ssxen hier met een groot
deel van haar hofhouding verblijft. Ook
de graaf van Vlaanderen brengt hier
jaarlijks enkele maanden door.
Op hel badstrand bereikt dit familiare
vroolijke leven zijn hoogsten triumf. Hier,
voor die zachtjes aanrollende zee, onder
die gezondmakende, lispelend» bries, ge
voelt men zich van allen dwang, van alle
mode-conventie ontslagen. Hier gaat dan
eerst dat concert van zware en lichte
stemmen, die schertsen en jokken in tien
verschillende talen, recht lustig aan den
gang. Hier helpt de breedgebaarde, goud-
gebrilde vader een streng Duitsch ge
leerde of een ernstig theoloog zijn
kinderen in het opwerpen van zandbergen
en forten hij weert rnel hen de aari-
stuwende golven af, juicht met hen bij
een schijnbare overwinning en wordt,
even als zij, door een onwillige, kwaad
aanstormende baar, tol over 't hoofd met
vlokken schuim en waterdioppels bespat.
Daar baadt een moeder met heel den
krans barer jongens en meisjes. Hoe
stout duikelen en plassen di« jongens;
hoe benauwd staat dat kleine meisje daar
te aarzelen en te bibberen, tot de oude
«baigneur" ,met zijn bronzig aangezicht,
liet vreesachtige schepseltje moed in
spreekt en in zee vergezelt. Verder heeft
een jonge dame, pas uit de kostschool
weg, haar schilderezeltje opgeslagen; in
volle vrijheid mag ze penseelen, niemand
zal hel haar kwalijk nemen dat ze geen
kunstenares di primo cartello is. Men
krijgt hier een indruk van verlrouwelij-
ken, ongedwongen omgang, alsof men
zich te midden van een reusachtig gezin
bevond, waar men aan elkander niets
crbergen wil, waar de vreugde gemeen
schappelijk wordt I
Wij hebben maar getianht bier de
voornaamste impressie weer te geven die
Blankenberghe op ons maakte. Wilden
wij in 't bijzonder nog spieken over de
talrijke genoegens van allen aard, die
het aan zijne gasten schenkt, dan zouden
wij nog veel te schrijven hebben. Wij
laten liever de concerten, de schouwburg-
voorstellingen, de gelegenheden tot tocht
jes op zee, met roei- zeil- en stoomscheep-
jes, enz. onverlet. Wjj spreken zelfs niet
over de lieve dorpjes in de onmiddelijke
nabijheid, als Wenduijne, Uitkerke, Lis-
seweghe enz., zoo uitstekend geschikt
voor familiare piclc-nichs en uitstapjes
van allen aard. Wij zullen de lezers van
dit blad, bij hun bezoek alhier, daar zelf
over laten oordeeleen.
En wij hopen zeker misschien is
het wel wat vermetel van onzenlwege?
dat ze de beide, of een van de beide
plaatsen, die wij hun hier voorstelden,
zullen komen bezoeken. Wij zouden
onze moeite ruimschoots beloond achten,
door de overtuiging, dat uit kennismaking
met eikander, buiten alleofficieële gemaakt
heid, vee), heel veel voordeel voor ons
beider landen zou vooitspi uilen. Wij ver
wachten dus vele reizende loerende
broeders uit het Noorden bier aan onze
ku l en roepen hun bij voorhand een op
recht, welgemeend «welkom" toe!
De personeele belasting.
Nu de herziening van het personeel
zooveel van zich doet spieken, en wellicht
aanleiding kan geven tol een belangrijke
vertraging der kieswet, is het niet onei-
genaardig te weten, van hoe weinig be
lang de herziening van het personeel voor
het Rijk is.
De zuivere opbrengst bedraagt volgens
de raming der loopende begrooling met
inbegrip der 20 opcenten en na aftrek
van de ontheffingen, der kwijtscheldingen,
enz. f 11.712.000.
Tien jaar geleden is bepaald, dat de
uitkeering aan de gemeenten, vroeger l/s
van de hoofdsom, zou worden vervangen
dooreen vast bedrag, destijds op f8.571.457
gesteld.
Voor het Rijk zou dus overblijven
f 3140.1)00, terwijl de Minister meent
dat de opbrengst na de herziening om
streeks 2 miljoen minder zal bedragen
en JüS of) f 1.140 OOO te ramen is. En
dat bedrag moet nog met deLhsten van
ontvangers, kantoren enz, worden J-."-
minderd. Hoeveel die kosten bedragen
is niet met zekerheid bekend.
Oud-IIollandt.
Naar de Amsterdamsche courant ver
neemt worden er pogingen in het werk
gesteld om na afloop van de tentoonstel
ling Oud-Hollandt nog gedurende een jaar
te laten staan. Daartoe is natuurlijk de
vergunning noodig van het gemeente
bestuur. Met bet oog op de ligging van
Oud-Hollandt op dat deel van de Rijks-
Museumterreinen dat wel niet het eerst
als bouwgrond aangekocht zal worden,
meent men dat van de zijde der gemeente
ook in verband met de voordeelen voor
haar daaraan verbonden, geen bezwaar
tegen het plan zal worden gemaakt.
De aannemers, de heeren de Haan en
Oerlijn zullen wel te vinden zijn, met de
afbraak een jaar te wachten. Het voor
nemen bestaat om wanneer de noodige
gelden en vergunningen verkregen zijn,
met de Amsterdamsche ijsclub een over
eenkomst aan te gaan voor den a. s.
winter en van de Markt een kunst-ijsbaan
te maken.
De volgende zomer zou Oud-Holland
weder op gelpke wijze als thans kunnen
worden geëxploiteerd opdat bet voor stad
genoot en vreemdeling evenals nu nog
voor een zomer een groote aantrekkelijk
heid bljjve.
Eigeu verzuim.
't Is niet zeldzaam, dat iemand iets
kwijt is en de schuld daarvan geeft aan
iedereen, behalve aan zichzelven, maar
toch later ontdekt, zelf de schuld te moe
ten dragen. Een groot gedeelte der zg.
ter post zoekgeraakte brieven met gelds
waarde blijken bv. herhaaldelijk in die
termen te vallen. Nu vermeldt 't Dbl. weer
een waarschuwend geval van dien aard.
Eer. dame kwam gister-ochtend met de
stoomstram van Scheveningen en stond
op 't punt, met den Parijschen trein te
vertrekken, toen zij bemerkte, haar beurs
te missen.
Dadelijk verdacht zij een heer, die op
den tram naast haar had gestaan, en zij
was daar zóó zeker van, dat zij den trein
liet vertrekken en een politie agent ver
zocht, haar te vergezellen naar een der
straten nabij «Duinoord", waar zij de
woning zou aanwijzen, waaruit de be
wuste heer was gekomen en in den tram
gestapt.
De ageirt- I&adde de dame echter aan,
voor alle zekerheid eèrst eens thuis
in haar woning te gaan zoekêlr,-£P
op de tafel in haar voorkamer lag de
beurs.
Ds. van der Hoogt, predikant van
het krankzinnigengesticht Veldwijk, heeft
een middel uitgedacht om de werkloos
heid te bestrijden. Hij wil, dat een groot
kanaal zal worden gegraven van de Zui
derzee, ter hoogte van Ermelo, dwars
door de Veluwe en verder omgebogen
naar de noordelijke provinciën met een
aantal zijkanalen, om langs dien weg de
bagger naar de woêsten gronden te voeren.
Hij wil dit werk laten uitvoeren door
gevangenen, die nu op Staatskosten wor
den onderhouden, door bedelaars en land-
loopeis en door 20.000 soldaten, die
tevens als politiemacht zouden dienen.
Zeer bescheiden, zegt de schrijver, dat
hij over het technische gedeelte een
deskundigen zou willen hooren.
Het komt ons voor, merkt de Arnh.
Ct. op, dat de heer van der Hoogt
wèl zou hebben gedaan met daarmede
te beginnen. Het is mogelijk, dat het
denkbeeld te verwezenlijken is; maar
liet zou toch meer vertrouwen wek
ken, wanneer het geopperd werd door
iemand, die meer bijzonder zich met de
dingen dezer wereld bezig houdt, terwijl
thans juist de dagelijksche omgeving,
waarin de ontwerper verkeert, onwille
keurig zijn plan verdacht maakt.
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
A. J. KREliER.
14)
«Mijnheer Kneppers," zeide hij gedul
dig, «ik kan u verzekeren, dat ik niet
de minste aanleiding gegeven heb, ten
minste voor zoover mij bekend is, om
uw oordeel over mij te rechtvaardigen,
en nog veel minder, dat uwe dochter
door rajj in het geringste zou gecompro
mitteerd zijn."
«Zoo, en men brengt u uwe bas
taarden thuis en gjj laat ze opvoeden I
En dan durft ge nog pretendeeren, dat
ge mijn huis niet compromitteert door
uwe bezoeken Uwe onbeschaamdheid
is waarlijk zonder grenzen."
«Ik moet u opmerken," zeide de jon
ker, «dat het kleine kind, 't welk men
onlangs aan mijn huis bracht in den vol-
sten zin des woord is een vondeling, het
kind van mij geheel onbekende ouders,
en dat ik al even weinig van den oor
sprong weet als waarschijnlijk gij zelf!"
«Wel vervloekt I" bulderde Kneppers,
«wat beteekent die hatelijke insinuatie.
Gaat gij ons nu ook al in die scabreuze
zaak halen? Beleedigt gij ons? De deur
uil mijnheer! Oogenblikkelijk de deur
uit!" Hjj stond op en greep den jonker
hij den arm. «Of ik werp u er uit.
Zooveel kracht zal de goede God mij toch
wel gelaten hebben, dat ik zulk een ater
ling, zulk een bonvivant de deur kan
uitwerpen I"
Een oogenblik vloog het rood op's jon
kers wangen en schoten zijne oogen een
paar stralen voor welke mevrouw Knep
pers van schrik in elkander kromp, en
die den ex-luitenant verpletterden.
Hij waggelde in zijn stoel terug en
brak uit in een luid snikken.
«Ik zal gaan," zeide de jonker, «want
ook mijne drift is gaande gemaakt. Me
vrouw uw dienaar 1"
En een verachtenden blik op den ouden
man werpende, ging hij de kamer uit.
Mevrouw Kneppers volgde hem wee-
nende en toen ze hem de deur van het
huis uitliet, reikte ze hem hare hand.
Des jonkers drift was overwonnen, hij
bracht de hand der ongelukkige vrouw
aan zijn lippen.
«Vaarwel I" zeide hij.
«Vaarwel I" snikte mevrouw Kneppers.
Ze wilde hem nog iets zeggen, maar
tranen beletten het haar, en de jonker
had haar huis weldra ver achter zich,
gelijk hij zelf dacht om er nooit in weder
te keeren.
Toen hij deze ontmoeting later aan
ziin zwager en zuster verhaalde, waren
zij volkomen gerustgesteld. «Wie toch,"
zoo vroegen zij zichzelven af, «zoude zulk
een man, als de gewezen luitenant, tot
schoonvader begeeren
«Als hij toch trouwen wil was het nog
maar het best dat hij freule van Grarn-
bosch nam," meende Clara.
«Daar zegt ge zoo wat," zeide de nota
ris nadenkend. «Die is ten minste de
kinderschoenen ontwassen."
De gade van dominé Hanszen had ech
ter beide echtelingen een nieuwe bron
van ongerustheid bereid, want ook zij
had hare kandidaat. Reeds deuzelfden
dag waarop zij 's jonkers huwelijksplannen
door haar echtgenoot leerde kennen, had
ze eene nicht te logeeren gevraagd, die
zij bijzonder voor den jonker geschikt
vond, meer dan eenige andere vrouw in
de buurt; 't was iemand die eene goede
opvoeding genoten had, er goed uitzag,
een zeer groot fortuin bezat en die 't
vooral vleien zoude in eene adellijke fami
lie te worden opgenomen.
Haar biief werd door juffrouw Johanna
Elisabeth Wilgenboom in orde ontvan
gen. Ze had geen lang beraad noodig,
maar arriveerde weldra met de noodige
toiletzaken, als onmisbare werktuigen om
de hand van den edelman te veroveren,
in het stille huisgezin van den predikant.
Juffrouw Wilgenboom was nog niet
vele uren in de pastorie, of de predikants
vrouw had met haar een tète A tète,
waarin haar het veld werd aangewezen,
zooals het thans voor de beraamde ope
ratie oper.lag, en alle baten en nadeelen
gewogen werden.
«Ik voor mij geloof," zeide de predi
kantsvrouw, «dat de jonker niet geheel
en al onverschillig is voor Cornelie en
zij is 't zeer zeker niet voor hem, ik ge
loof, dat zij in de kerk een flauwte kreeg,
omdat zij bepaald van hem gecharmeerd
is, maar ge behoeft u voor haar niet
ongerust te maken, war.t ze is eene doos.
Wat de zaak van het kind aangaat, zoo
is mijn man vast overtuigd, dat het niet
van den jonker is."
«Ik kan nog niets beslissen," antwoordde
juffrouw Wilgenboom, »ik rnoet hem eerst
gezien en gesproken hebben, om te weten
wat ik zal doen. Als hij mij bevalt, ik
spreek ronduit, neem ik hem, als ik hem
krijgen kan."
«Maar die zaak van dat kind is toch een
leeljjk geval zeide de predikantsvrouw.
Juffrouw Wilgenboom knipoogde glim
lachend.
«Als het zijn kind is, wat is het dan
nog?" zeide zij. «Daarom is hij nog geen
monster,"
Daarbij bleef het vooreerst.
Een schrijver is soms genoodzaakt als
een postduif van het eene huis naar het
andere te vliegen, om de dingen te ver
zamelen, die voor zijne lezers belangrijk
kunnen zijn. Thans moeten wij, zul
len wij tot eene duidelijke opstelling der
stukken van dit spel komen, even naar
het huis van den burgemeester Laplace.
De veldwachter had hem bericht, dat
de jonker in heftige gemoedstemming het
huis der familie Kneppers verlaten had.
De burgemeester bracht dat bericht
dadelijk over aan zijne gade.
»Ja," zeide mevrouw Laplace, «het zal
wel zoo zijn. Gister is hij naar de stad
geweest en heeft zeker zijn zwager en
zijne zuster geraadpleegd 't Is niet meer
dan billijk dat hij haar huwt."
Mijnheer de burgemeester was van het
zelfde gevoelen, zoodal, zonder dat de
jonker er iets van wist, men reeds drie
vrouwelijke kandidaten gesteld had, tus
schen welke hij slechts zou behoeven te
kiezen.
«Eén zaak blijft maar duister," zeide
mevrouw Laplace, en ook mjjoheer was