NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad UTRECHT en GELDERLAND BANJAERT. No'. 74. Zaterdag 14 September 1895. Vier-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUITENLAND. BINNENLAND. F euilleton. AMERSFOORTSGIE COD VOOR abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort. aovertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend ftroote letters en rignetten naar plaatsruimte. Uil Madrid wordt gemeld, dat eene bende Cubanen de greDzen der provincie Matanzas is overgetrokken. Deze pro vincie, de noordwestelijke van Cuba is gelegen in de nabijheid der hoofdstad Ha- vannah. Het schijnt dus, dat de Cubanen in dit gedeelte der kolome ook al hunne heerschappij doen gevoelen. Tot dusver bleven de Zuid-oostelijke provinciën Puer- to-Principe en Santiago bet middelpunt van den opstand. Geholpen door het gun stiger jaargetijde, dat natuurlijk voor de krijgsverrichtingen een zaak van groot belang is, laten de Cubanen blijken dat een aanval op Havannah niet tot de onmo gelijkheden behoort. Decorrespondent van de Times, die Matanzas doorkruist heeft bevestigd deze tyding. Volgens de Times verkeeren de leiders van den opstand niet in het minste in een toestand van ver deeldheid en wordt overal in deze pro vincie partij gelrokken tegen de Span jaarden. Hel oordeel van dezen correspondent over den algemeenen toestand is verre van gunstig. Zij, die plantages in eigendom hebben verkeeren in hoogst moeielyke omstan digheden, daar zij nu van voorschotten op den oogst verstoken zijn en hierdoor geen arbeiders meer werk kunnen ver schaffen noch in dienst nemen. Een na tuurlijk gevolg hiervan is, dal het aantal werkeloozen met den dag aangroeit en daardoor de strijdkrachten der Cubanen voortdurend worden versterkt. De correspondent heeft een gesprek gehad met een Spanjaard, die zeer be schaafd en ontwikkeld was. Deze laatste verklaarde, dat het eenige middel, om Cuba voor Spanje te behouden daarin gelegen was, dat men den Cubanen eene zoodanige mate van zelfstandigheid moest toekennen als door hen wordt gevergd. De Spaansche regeering wil hiervan natuurlijk niet hooren. Het geschil, tus- schen den minister van koloniën en de andere leden van het kabinet-Canovas is nu bijgelegd. Door da ministers werd met algemeene stemmen besloten den strijd niet op te geven en den maar schalk door het zenden eener nieuwe legermacht, krachtig genoeg te maken om zijne tegenstanders het hoofd te bieden. De heer Canovas is intusschen naar San Sebastiaan vertrokken met het doel er eenige weken te vertoeven. Al vorens echter af te reizen deelde de minister mede, dat het plan by de re- geeiing bestond, de Cortez niet meer bijeen te roepen, dan nadat de strijd op Cuba lot eeo beslissend einde ge komen is. Volgens de laatste ofliciëele berichten van martschalk Martinez Cam pos zal het wel November worden eer men kan zeggen dat de strijd voor goed beslist is. De oplossing der ministeriëele crisis is te Weenen nog immer het vraagstuk van den dag. Graaf Badeni heeft, alvorens naar Weenen te vertrekken, zich van Lemberg naar Praag begeven, waar graaf Hun verblijft ten einde met hem over ile samenstelling van een nieuw kabinet te spreken. Graaf Badeni zal vervolgens van Praag naar Weenen gaan. Keizer Frans Joseph zal na afloop der Duitsche legeroefeningeii terstond naar Weenen terugkeeren, alwaar aanstonds eene bijeenkomst wordt belegd o"er de definitieve oplossing der crisis. Aan deze besprekingen zal ook nog deel nemen, behalve de graven Badeni en Hun, baror. Chumecky de leider, der Duitsche cilerale partij. Te Weenen wordt een schikking ver wacht tusschen de leiders der Duitsch liberalen, Polen en clericalen Duit- schen, die de meerderheid in het Huis der afgevaardigden bezaten. Het vorige kabinet, onder leiding van prins Windiachgratz steunde hierop. De kans van slagen blijft echter tot nu toe gering en is het nog onopgehelderd hoe graaf Badeni, gesteund door graaf Hun in het Huis der afgevaardigden zich eene meerderheid zal kunnen verzekeren. Nog immer wacht men op de eind beslissing in zake de Armenische quaestie. Het zal dan ook nog wel eenige dagen aanloopen voor die eindbeslissing komt. De gezanten van Frankrijk, Engeland en Rusland hebben ieder een afschrift ge kregen van de nota, waarin de conces sies worden opgenoemd, waartoe de sul tan genegen is. De gezanten hebben eene vergadering gehouden en geant woord, dat zij daarover eerst met hunne regeeringen in overleg zouden treden. Het eindbesluit Van den twist zal waar schijnlijk wel zijn, dat de Fransche,En- gelsche en Russische regeeringen steeds eendrachtig samenwerken en den sultan tot toegeven dwingan. Sir Fdwad Malet, Fngelsch gezant te Berlijn, zal in 't najaar zijn post verlaten. Tot opvolger is benoemd Fraok Laskelles. Deze laatste vertegenwoordigde de En- gelsche regeering te Petersburg. De Standard geeft blijken van tevredenheid over deze keuze van Lord Salisbury. De heer Lancelles behoort trouwens dan ook tot de Engelsche diplomaten die hun naam reeds gemaakt hebben. Het oigaan van 't Engelsch ministerie twijfelt dan ook niet of Lascelles zal op waardige wijze de plaats ver vullen van Sir Malet, ■lie gedurende vele jaren het hof van St. James te Berlijn vertegenwoordigde. Frank Lascelles heeft den leeftijd van 54 jaar en is sedert 186' bij de ,diplomatie werkzaam. Hij werd achtereenvolgens geplaatst bij de Britsche legaties te Ma drid, Paiijs, Berlijn, Kopenhagen, Rome en Washington, totdat hij in 1887 tot gezant te Bucharest werd benoemd. In 1891 werd hij gezant te Teheran en in 1894 vertrok hij tiaar St. Petersburg, waar hy tot nu toe als gezant verbleef. Nog immer blijft het op de Samoa- eilanden woelig en onrustig. Niettegen staande dit scliynt er eene schikking in 't zicht te wezen, tusschen de aanhangers van den verdreven koning Camasede eD de tegenwoordigen vorst Malitoa. Een bericht uit Auckland luidt, dat Ca- masese aldaar is aangeland en den En- gelschen en Duitschen Consuls voorstellen heelt gedaan, waarvan een duurzamen vrede de vrucht zal wezen. Eene be slissing is nog niet genomen, maar men acht het zoo goed als zeker, dat er eene overeenkomst zal worden getroffen, waar door aan dit geschil voor goed een einde zal worden gemaakt. De Hongaarsche Minister-President Baron Banffy heeft eenige dagen te Szilagij-Somlyo vertoefd, om voor zijne kiezers eene redevoering te houden. Te zijner eere werd een feestmaal ge geven. Een dronk werd op Keizer Joseph ingesteld, waarin Banffy tevens verklaarde, dat er nu geen sprake meer kan wezen van verdeeldheid tusschen de kroon en het Hongaarsche volk. Te Buda-Pesth wordt aan deze ver klaring nog al waarde toegekend, vooral met het oog op den strijd tusschen het liberale ministerie en de clericalen. Baron Banffy kan dus blijkbaar ook op den steun des keizers rekenen. Het feit, dat de Regeering het niet eens is geworden met het Nederlandsche Syndikaat, aanbiedende de fubrikatie der nieuwe geweren ten bedrage van ongeveer twee millioen gulden te doen plaats heb ben in Nederland, heeft tot mededeelingen in enkele dagbladen aanleiding gegeven. Zoude het niet wenschelijk zijn, dat de Tweede Kamer der Staten Generaal door een openbare behandeling volledig licht over de toedracht dezer zaak deed opgaan De betrokken personen hebben daarbij in de eerste plaats belang. Zij hebben daarop naar het ons toeschijnt volledig recht. Naar wy vernemen is bij de Tweede Kamer ingekomen een wetsontwerp tot herziening van de belastbare opbrengst der gebouwde eigendommen. Een moordaanslag. Door de maréchaussée te 's Hertogen bosch is in arrest gesteld zekere Van G., wonende te Vucht, op het Schooriveld, beschuldigd van het plegen van een moordaanslag op zyn buurman B. De toedracht van de zaak is volgens de Bossche Ct. als volgt: Het gezin van G. was dronken thuis gekomen en had onder elkander de hevig ste ruzie, waardoor verschillende buren voor de woning stonden te kijken. Eensklaps schrikte vrouw Van G. op, door het breken van eenige ruiten en riep, dat er werd geschoten, waaiop de zoon, een bekend strooper, zijn jachtge weer nam, er mede naar buiten ging en verschillende malen daarmee op de deur van zijn buurman B. sloeg, met de be dreiging: vkom er uil al9 ge durft, dan schiet ik je dood." B. is hierop naar buiten gegaan, eveneens met een geweer, doch dat niet geladen was. Na eenige woordenwisseling richtte vbd G. zijn ge weer op B. en schoot het af, gelukkig zonder liern te treffen. Van G. werd terstond door de gemeente-politie van Vucht in voorloopig arrest gesteld en aan de maréchaussee overgeleverd, die aanstonds een nauwkeurig onderzoek instelde. Naar men vermoedt is hier een oude wraakneming mede in het spel. De afdeelingen der Tweede Kamer waren gister bijzonder druk bezocht. Tol rapporteurs in zake de kieswet zyn benoemd de heeren Rink, Mees, Hintzen, Tak en Michiels. Verschillende groepen hadden den vorigen avond eeo bijeenkomst gehouden. Uit Ede meldt men: Voor zoover Ede betreft is het rente loos voor schot voor het maken van een plan voor een stoomtram EdeBarne- veldNijkerk, door den heer A. J. Krie- ger te Gouda, reeds byeen. De heer graaf Bentinck van Twickel en de heer A. F. J. Reiger te Lunteren, schonken daarvoor ieder f 100, ter wijl verder hebben bijgedragen de heeren J. H. Th. W. v. d. Ham, G. J. Wilbrink en R, Dinger, allen te Lunteren. Jhr. A. W. v. Borssele en W. E. J. baron van Wassenaar beiden te Benne- koin, en J. Ph. Knuttel te Harskamp (gem. Ede). Men meldt uit Utrecht: Het concours hippeque dat den 19den alhier plaats zal hebben, belooft bjjzonder interessant te worden. Ruim tachtig inschryvingen zijn inge komen. Voor het schoonste span paarden zijn er 9, voor het schoonste vierspan 4, voor het schoonste en beste ingespannen OORSPRONKELIJKE NOVELLE door 21) A. J. O. KRE9IER. »Wel ja, zeker I Het arme kind zit toch al te veel thuis," antwoordde zijne gade, die zeer verheugd was, dat op deze wijze de convenances bewaard ble ven en hare vriendin gelegenheid zoude hebben hare kennismaking met den jon ker voort te zetten. Weinige oogenblikken daarna begaven zich de dominé met zijne logée en twee zijner telgen op weg naar het slotje. De dominé ging zwijgend voort. Hij dacht des te meer. Toen Johannu de prachtige beuken laan intrad, ondervond ze, hoezeer zij het ook voor zich zelve trachtte te ver bergen, geen geringe aandoening. Zoude ze eens die laan optreden als echtgenoot van den edelman aan wien, het daar voor haar liggend statige huis behoorde? Hoe wel dit nog voor haar in de toekomst verborgen lag, gevoelde ze, dat dit oogen- blik een der belangrijkste var. haar leven kon zijn. Zij merkte de uitgestrektheid van het eigendom van Banjaert, en den ouderdom der boomen op. en met wel gevallen rustte haar oog op de toppen der boomen van het achter het huis ge legen uitgestrekte bosch, dat als een breede gordel de kimmen sluitende, iD een uitgestrekten cirkel het slotje en den akker, en het daarin gelegen dorpje omvatte; en haar hart verhief zich by de gedachte dat, zoo zij des jonkers gade werd, door haar geld dit fraaie goed nog zeer veel verfraaid en rentegevend zou kunnen gemaakt worden; ze droomde van den zomer hier door te brengen met talrijke logés en den winter de verma kelijkheden te gaan genieteo in de hof stad, want ze liet het predikaat van Banjaert niet buiten rekening, en brieven van hare vriendinnen te ontvan gen aan het adres van Madama laBaronne. Dacht ze bij dit alles niet aan den jonker zeivengold zijn persoon slechts als een toegift? Wij zouden onrecht doen dit van haar te vermoeden. Na al hetgeen ze van den jonker ge hoord had, was zij ten volle overtuigd, dal hij een goed slag van een man was, dien het echter niet aan de noodige voor zichtigheid ontbrak, juist terwijl veel lieden hem voor onvoorzichtig hielden. Wat zijr. uiterlijk betrof bekende zij het gaarr.e, dat hij een man was zooals zij slechts konde weuschen en geloofde, dat ze met hem wel gelukkig zou kun nen zijn, dat ze hem wel zou kunnen lijden. Glimlachend trad ze verder, verstrooid luisterende naar de opmerkingen vbd de beide predikantsdochters, totdat ze voor het slotje stonden. sAls ik hier eens mijn intrek neem," dit beloofde Johanna zich zelve, terwijl de dominé deD zwaren klopper op de deur liet vallen, xmoeten er andere ramen komendie kleine, ouderwetsche ruitjes zyn affreus!" Toon deed open. »Wil u zoo goed zijn binnen te komen," vroeg hjj. xls de jonker thuis?" »Hij is even op de boerderij. Als u belieft binnen te komen, zal ik hem gaan zeggen, dat u hier is." De dominé zag even zijn logée aan, en besloot naar binnen te gaan. Met welgevallen nam juffrouw Wilgen boom den helderen witmarmeren vloer en het rijke stukadoorwerk op wand en plafond der vestibule op, waarvan een ouderwetsche, fraai uit wagenschot ge beeldhouwde klokkekast en dito groote bank, de meubelen uitmaakten, maar toen ze door Toon in het zaaltje gebracht werd, konde ze bjjna een uitroep van verbazing niet weerhouden. Wij kennen dat zaaltje reeds ten deele, met zijn zilver lederen behang en breeden schoorsteen voor welke als schoorsteen stuk het wapen des jonkers, omgeven door de kwartieren van zijr. grootvader, prijkte. De wagenschotten met beeldwerk pronkelde zware meubelen, van het voet bankje tot den leunstoel, van den lesse naar tot het ruime buffet, alles, als door eene hand bewerkt, maar met ontelbare verscheidenheden in snijwerk de spiegels met antieke uit kristal geslepen lijsten tusschen de ramen, de ramen zelfs, die door de kleine geschilderde ruitjes een liefelijk licht wierpen op al deze antieke pracht, brachten haar een oogenblik in verrukking. xO, maar dat is prachtig I" zeide ze. De dominé glimlachte en de helft van den eersten indruk was reeds weder vervlogen, liet zich althans Diet meer bij haar bespeuren. »'t Is prachtig I" herhaalde ze bij zich- zelve, «maar ongeschikt om in den tegen woordigen tijd bewoond te worden. Wij zullen evenwel het slotje onveranderd laten," ffuisterde het in haar hart, xen een ander huis bouwen om in te wonen, ik heb daartoe Goddank geld genoeg, die luxe zullen we ons kunnen permit- teeren." De jonker trad binnen. Ditmaal in zijn groen jagersbuis gekleed. Hij ver toonde zich daarin op die plaats in een geheel niet ongunstig licht. xDaar doet ge wel aan I" zeide hij den predikant zijne hand reikende, nadat hjj de dames men eene buiging verwelkomd had, xdat ge me met zulk een aangenaam gezelschap komt opzoeken. Ik had er waarlijk niet opgerekend, dat de kleine Louise me zulke lieve gasten brengen zoude." xWjj zijn zoo vrij geweest binnen te komen," zeide de dominé, xomdat Toon ons zeide, dat gij op de boerderij waart en ik u Louise gaarne zelf wilde bren gen. Wij zouden onze wandeling ver volgen en na een half uur of drie kwartier zooals a goed vindt, haar hier weder komen afhalen." Maar nu ik u eenmaal hier heb," zeide Banjaert, xbegrijpt ge toch wel, dat ik u onmogelijk zóó kan laten gaan. Neemt plaats dames I als ik verzoeken raag. Eva zal meteen wel komen, en dan zullen we zien of ze niet wat voor ons heeft, het loopt al mooi Daar twaalf. Ik hoop, dat wat zy u wil voor zetten,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1895 | | pagina 1