NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT ek GELDERLAND
BANJAERT.
No. 78. e'
Zaterdag 28 September 1895.
Vier -eii-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
F euilleton.
VOOR
abonnementsprijs:
Fer 3 inaaiiden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken cn berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De uitslag der gemeenteraadsverkie
zingen te Weenen heeft eene groote
tevredenheid in de gelederen der Anti
semieten gebracht. En geen wonder;
zij hebben een groot succes gehad, en
dat vooral bij de kiezers der eerste en
tweede klasse. Of zoodanig succes hen
ook bij de kiezers der eerste klasse zal
ten deel vallen, is Jiog te betwijfelen,
daar tot deze klasse de meer gegoede
burgers behooren en den liberalen meer
genegen zijn. Dit laatste is dau ook
de eenigste hoop der liberalen. Een
tweede gevaar, dat de Anti-Semieten
nog te vreezen hebben, is, dat de tegen
partij weigeren zal om deel uit te maken
van de voorgeschreven vergaderingen, en
ofschoon de Anti-Semieten wel de meer
derheid hebben, zullen zij, wanneer zulks
gebeurd, wellicht nog in het vaarwater
gezeten worden zoodat zij hunne plan
nen niet of wel gedeeltelijk kunnen ten
uitvoer brengen.
De maatregel, door de liberalen voor
nemens te haat te nemen, kan nog als
eenigst middel dienen om de Anti-Se-
mieten te beletten de geheele macht in
handen te hebben, dat zeker zou ge
beuren indien dr. Lueger tot burge
meester zou worden gekozen.
Uit Havannah wordt aan de Times
gemeld, dat de aanvoerder der Cubanen,
Antonio Maceo, zich in de provincie
Puerto-Principe bevindt terwijl een der
generaals der oproerlingen, met name
Maximo Gomez, zich naar Santa-Clara
heeft begeven. Van maarschalk Martinez
Campos heeft men niets meer na zijne
laatste berichten gehoord en wordt te
Madrid nu een beslissenden strijd ver
wacht.
Het geschil over de Pamir-quaestie is
dan eindelijk tot eene oplossing geko
men. De commissieleden, zoowel van En
geland als van Rusland, hebben hunne
vergaderingen gestaakt nadat ëene schik
king was getroffen waarmede Rusland
zich kon vereenigen. Dit geschil is
wederom van de baan.
De Sultan van Turkije is nog steeds
in verzet tegen de hervormingen in Ar
menië. Van den correspondent der Times
verneemt men, dat de discussies, welke
hierover gevoerd worden alleen gericht
zijn tot de Porte, en verder tot de
Fransche, Engelsche en Russische re
geeringen. Van alle andere Staten heeft
zich niemand in deze quaestie gemengd.
Het gaat den Franschen op Madagas
car niet voor den wind want de berichten
uit deze bezitting afkomstig zijn, ver van
gunstig. Over het algemeen wordt ge
zegd, dat deze expeditie zeer slecht is
voorbereid en deze verklaring geven vooral
de officieren en manschappen, die van
Madagascar zijn weergekeerd. Over het
algemeen klaagden zij over de slechte
verpleging welke de zieken ondervonden
en de onvoldoende maatregelen welke
genomen waren om te voorzien in de
andere hulpmiddelen, welke de troepen
noodig hadden, om hun doel te kunnen
bereiken. Dit alles draagt natuurlijk niet
bij om den Franschen het vooruitzicht te
geven spoedig Antananarivo te bereiken
en het is te voorzien, dat het ministerie-
Ribot hierdoor in ernstige moeielijkheden
zal gewikkeld worden. Zooals bekend is
meende generaal Duchesne nog vdör 1
October de hoofstad te bereiken, doch na
de alles behalve gunstige tijdingen uit
Majunga wordt het sterk in het onzekere
getrokken of hij de hoofdstad op dien
bepaalden tijd -bezetten zal. De minis-
teriernad, onder voorzitterschap van presi
dent Faure heeft geen besluit genomen.
Te Parijs is men er zeer over teleurge
steld. Er werd alleen besloten en dat
op raad van den minister van oorlog,
de heer Zur Linden om eerst verdere
berichten over de krijgsverrichtingen af
te wschlen.
Ook bestaat plan om generaal Duchesne
als opperbevelhebber zijn ontslag te ge
ven, en in diens plaats te benoemen
generaal Borgnis-Desbordes. Een ander
bericht luidt nog, dat de ministers van
Koloniën en Marine zijn overeengekomen
5U0 negers uil Senegal naar Majunga te
zenden, daar deze het klimaat beter
kunnen verdragen en zij aangesteld zul
len worden ter bewaking der wegen,
zoodra de natte moeson invalt.
De leider der Russisch-gezinde partij
in Bulgarije, bisschop Clement, heeft in
eene meeling getuigenis afgelegd, dat hij
zich tegen de politiek, welke in Bulgarije
gevolgd wordt, verklaard heeft en hij
het noodzakelijk acht prins Boris tol de
Grieksche kerk te doen overgaan.
Prins Boris is, naar men weet, de toe
komstige opvolger van Vorst Ferdinand.
Deze verklaringen van den bisschop Cle
ment zijn te Weenen niet onopgemerkt
gebleven, want daar heeft men in de
eerste plaats belang met al datgene wat
op 't Balkan Schiereiland voorvalt. Het
Fremdenblatt beschouwt deze verklarin
gen van bisschop als eene openlijke uit
daging reohlslreeks lot Vorst Ferdinand
gericht. De bisschop scheen zijne ver-
klan'ng echter wal te ver te zien gedre
ven en heeft openlijk verklaard, dat
het zijn doel niet geweest was tegen pi ins
Ferdinand vijandig op te treden.
Wijziging der successiebelasting.
De Alkmaarsche Courant heeft twee
artikelen gewijd aan de voorgestelde wij
ziging der successiewet. In het eerste
heeft de schr. er wederom de aandacht
op gevestigd, dat ook bij het nieuwe
wetsontwerp schenking en levensverze
kering twee middelen blijven om heffing
der belasting te ontgaan. In het tweede
artikel stelt hij de volgende casusposities
om de heffing volgens het nieuwe wets
ontwerp duidelijk te maken.
Gesteld, lezer, dat gi) getrouwd zijt
en twee kinderen uw leven veraangena
men. Van de zijde uwer vrouw hebt
gij eene tante cn een oorn. Hun huwelijk
was kinderloos; zij zijn builen gemeen
schap gehuwd. Het fortuin was door
oom ten huwelijk aangebracht. Oom en
tante zijn brave, oppassende lieden, trouwe
belastingbetalers.
Juist had oom achtereenvolgens be
taald de grondbelasting, de bedrijfsbe
lasting (hij was geen landbouwer), de
plaatselijke directe belasting naar het
inkomen, de personeele belasting.
toen hij bij den inspecteur der registratie
ontboden weid wegens de invulling van
het biljet der vermogensbelasting.
De inspecteur begreep niet, hoe het
kwam, dat oom niet in zijn vermogen
vooruit gegaan was. Oom antwoordde
zoo iets als: adie bliks belastingen."
Het was een gure dag; oom vat koude
en sieift.
Zijn nalatenschap bedraagt f 20,000
waarbij een obligatie, groot f 5000, te
uwen loste.
liit zijn testament blijkt, dat hij u
deze schuld heeft kwijt gescholden. Dit
kost u 17'/, pc. of f 875.
Omdat gij die som uit uwe zaken niet
kunt missen, verzoekt gij aan tante, of
zij die som betalen wil. Noode gaat zij
daatloe oier.
Tante erft dus f 15,000: dit kost 8
pCt. of f1200.
Omdat taute boos is, dat gij die f 875
met betalen kunt, en dol veel houdt van
uw oudste dochtertje, benoemt zij haar
tot erfgenaam. Zij steift binnen het jaar.
De vererving kost aar. successie 13 pCt.
of f 1680.25: zoo zou men denken. Want
er staat in 15 vin het ontwerp: door
broeders of zusters kinderen van oud-
moeien dertien ten honderd.
Leest men die paragraaf verder, dan
blijkt, dat 13 pCt. alleen berekend wordt
over het aandeel bij versterf. Uw oudste
dochtertje erft, zoolang uw vrouw leeft,
niet bij versterf, ergo moet betaald wor
den 17'/, pCt. of f 2261.87'/,
Aangezien tante u geschonken heeft
f875 (gelijk gij u herinnert om de rech
ten op de kwijtschelding te voldoen) wordt
deze som volgens art. 9 aan den boedel
onttrokken geacht. Derhalve betaalt gij
hieiover 17'/, pCt. of f 153.12s.
Na al deze betalingen en de boedel-
kosten, met inbegrip der memoriën van
successie, op f 160 stellende, is uw doch
ter ongeveer f 10.350 rijk.
Sterft zij ook, dan wordt over der
nalatenschap 8 pc. betaald of f 310.50,
en over 5 pc. of f 345.
Dit voorbeeld dient niet alleen, om aan
te toonen, welke financieele voordeelen
een cholera-epidemie eventueel voor den
Staat zou kunnen afwerpen, maar ook zoo
mogelijk eenige meerdere belangstelling
in dat onderwerp te wekken. Tevens is
voldoende gebleken, hoe na enkele sterf
gevallen een vijfde deel eener nalatenschap
door de schatkist verkregen wordt.
Hoewel ons fiscaal recht geen bewon
dering verdient, bevat het wetsontwerp
van Augustus 1895 op zichzelf eenige
verbeteringen, waarvan de schr. o. m.
deze noemt, dat het de buitenslands wo
nende eigenaren treft; zij toch genieten
de voordeelen van de verlaging der mu-
talierechlen en van de vermindering der
grondbelasting.
Men staat er verbaasd van, hoeveel
eigendommen aan buitenlanders behooren!
In dit jaar bedroeg de belastbare op
brengst van onroerende goederen, bezeten
docr personen, die geen ingezetenen van
het rijk zijn:
onbebouwd f4.095.719,87,
gebouwd f 1.132.047,32,
samen f 5.227.767, i9
Dat is een veertigste deel van de be
lastbare opbrengst van alle onroerende
goederen binnen het Rjjk, en een vier-
en-twintigste van de onbebouwde eigen
dommen.
Dat de buitenlanders dus voortaan bjj
overlijden in plaats van lpc. met 38
opcenten, in de rechte lini 6 pc. betalen
en in alle andere gevallen in plaats van
5 pc. met 38 opcenten, 12 pc., is niet
meer dan billijk.
De schr, komt bij zijne beoordeeling
van het wetsontwerp tot de volgende
conclusies
Wil men de bestaande successiewet
slechts wijzigen, en geen nieuwe wet ont
werpen, dan moet men haar beginsel
handhaven, n.l. dat belast wordt wat
nagelaten is, niet wat nagelaten had
kunnen worden. Derhalve behooren alle
bepalingen, waarbij overdracht ^binnen
het jaar vóór het overljjden belast is,
als ware bij versterf verkregen, niet thuis
in het systeem der wet. Zij leiden tot
onbillijkheid en kunnen niet doeltreffend
worden geacht.
Wat de verhooging der percentage
betreft, deze acht de schr. wel noodza
kelijk doch men bedenke, dat de uiter
ste grens met 17'/, pc. reeds is over
schreden.
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
25) A. J. O. KREMER.
De frissche voorjaarslucht zou
de benauwdheid verdrijven, die haar nu
gejaagd en zenuwachtig maakte. Zij zou
niet den kant van het slotje opgaan, zij
hoopte den jonker niet te ontmoeten en
voor zjj 't zelf wist was zij reeds de
tuindeur uitgegaan en trad langs het
voetpad dat, achter de tuinen van het
dorp omloopende, aan de bewoners ge
legenheid verschafte elkander te bezoe
ken, zonder dat zjj de dorpsstraat be
hoefden te passeeren.
Mijmerend ging zij voort; ze wist
zelf niet waarheen zij hare schreden
richten zouzij had het vaste plan
opgevat niet den kant van het slotje op
te gaan en dat deed zij ook niet, hoe
zeer haar hart haar ook derwaarts trok,
maar toch transigeerde zij onwillekeurig
met zich zelve en ging den weg op naar
eene boerderij van den jonker, waar zij
in vorige jaren met andere jongelieden
van het dorp wel eens door hem op
kersen onthaald was.
Thans zou hij daar wel niet zijn, maar
die plek was haar toch dierbaar, omdat
zij er met hem geweest was.
Zij herinnerde zich die vroegere lan
delijke feesteo, gevierd toen haar hart
nog niet zoo bezwaard wa3 als nuen
droomende en in de herinnering levende,
zag zij niets van de om haar ontluikende
natuur en hoorde noch het zingen van
den nachtegaal in het kreupelhout noch
het loeien van het vee in de weide, tot
dat zij juist voor de boerderij plotseling
opschrikte door het hooien van eene
haar maar al te wel bekende heldere
stem, die haar vriendelijk groette.
Zij zag op.
De jonker stond vóór haar.
Ze had al hare geestkracht noodig om
niet neder te zinken; hare knieën knik
ten, een kreet van verbazing kon zij
evenmin weerhouden als dat haar gelaat
nog bleeker werd en plotseling daarop
een hoogrood hare wangen overtoog.
De jonker, die in 't geheel niets van
den gemoedstoestand van de schilderes
vermoedde, schreef hare onsteltenis toe
aan de woordenwisseling, die hy met
haar vader gehad had, en zijne hand
uitstekende zeide hij:
«Zijn wij vijanden geworden, Juffrouw
Knoppers? Jaagt mijne verschijning
u vrees aan? Geef mij uwe hand
zooals gij dat vroeger deedt. Uw vader
heeft mij hard en onredelijk behandeld,
en toch draag ik hem geene rancune toe
want hij meende u Ie verdedigen.
Doch daar valt het mij in" venolgde
hij zijne hand terugtrekkende, imis-
schien heeft hij u allen omgang met mij
verboden. Vergeef nr.ij in dat geval, dat
ik de onbeleefdheid had u aan te spreken."
Hij nam zyn hoed af en wilde heen
gaan, maar Cornelie kon hem zoo niet
laten weggaan. Zij had liever willen
sterven dan zóó, onder dien indruk, voor
altijd afecheid van hem te nemen. Zij
zelf ondervond zooveel onbillijke bejege
ningen van haren vader, welke de kin
derlijke liefde gaarne vergaf en vergat,
dat zij den vroegeren vriend, wiens
vroolijk bijzijn van eenige oogenblikken
haar dikwijls dagen van zielsverdriet,
die zij door de schuld van haren vader
had doorgeworsteld had vergoed, niet
onder den indruk kon laten, dat zij de
vijandige gevoelens van dien vader deelde
en thans strekte zij hare kleine lieve
irand naar hem uil.
Maar de jonker zag dat niet, zij kwam
een oogenblik te laat. Hij was haar
voorbij getreden en stapte met driftige
schreden het pad op, waarlangs zij zoo
even gekomen was.
Een duistere nevel rees voor de oogen
van Cornelie. 't Was of hare hersens
plotseling verdoofd werden, 't Was of
iraar hart opgehouden had te kloppen en
met wankelende schreden sleepte ze zich
naar de ruwe bank, die in de nabijheid
tegen den gevel van de boerderij geplaatst
was en zeeg daarop neder, met een
duister voorgevoel dat zij die plek niet
levend zoude verlaten. Dat was te
veel leeds meer dan zy thans verdragen
kon.
XIV.
De jonker was, verdrietig en toornig,
met haastige schreden naar huis gesneld.
Zoo is dan de breuk volkomen lusschen
hem en vader en dochter. De moeder,
daarvan was hij overtuigd, was nopens
hem geheel anders gezind. Onwillekeurig
begon hij nu de zachtheid van Cornelies
karakter in twijfel te trekken en te ver
moeden, dat zij dezelfde onaangename
inborst bezat als haar vader, en dan weer
pleitte in zijn gemoed een heimelijk
advocaat in haar voordeel en beschul
digde hem, dat hij te snel een einde aan
het onderhoud gemaakt en niet ten minste
of eene explicatie van haar had uitgelokt
of zelf er eene gegeven.
De jonker eindigde met over zich zei
ven zeer ontevreden te zijnzoo onte
vreden, dat hij geen rust of duur had,
zijn paard liet zadelen en naar de stad
reed. Bij zijne zuster hoopte hij zijne
verlorene gemoedsrust terug te vinden.
Hij had er behoefte aan zyn hart uit
te storten in dat van een ander, cn hij
bezat maar een persoon in de wereld
aan welke hij dat doen kon, die het
niet vervelen zou naar hem te luis
teren, en hem een troost te geven, dien
men alleen van geliefde lippen ontvan
gen kan.
Hij besteedde niet veel tijd om het
doel van zijn tocht te bereiken. Toen
hij bij den notaris binnentiad, vond hij
zijne zuster in het gezelschap van freule
van Gramfcosch.
De freule kon eene lichte ontroering
niet verbergen toen zij den jonker terug
zag, eene ontroering die hem wel ont
ging, maar die zijne zuster zeer goed
opmerkte. De jonker was de man niet
om wat hij gevoelde te verbergen, en
daarom was het voor beide dames fin
nen weinige oogenblikken duideijk, dat
er iets was wat den jonker hinderde,
want hoewel hij zeer vriendelijk was,