nrnuwE
Nieuws- en Advertentieblad
UTRECHT en GELDERLAND.
No. 80.
Zaterdag 5 October 1895.
Vier-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
Feuilleton.
BANJAERT.
CODBANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per S maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. .T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 6 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
een bezoek aan het instituut tot
onderwijs van blinden
te amsterdam.
Eenigen tijd geleden werden wij
in de gelegenheid gesteld het Arnster-
damsch instituut tot onderwijs van
blinden te bezichtigen. Gaarn^_ wil-
en wij van deze gelegenheid gebruik
maken, en zoo stonden wij dan op
den bepaalden dag voor het groote,
statige gebouw, hetwelk, heerlijk ge
legen in de onmiddellijke nabijheid
van het Vondelpark, reeds van buiten
gezien,- een goeden indruk maakt.
Na gebeld te hebben, werden wij
in de wachtkamer gelaten, waar ons
de directeur de Heer H. J. Lende
rink na eenigen tijd kwam opzoeken.
Alvorens tot het bezichtigen der
verschillende lokalen over te gaan,
liet hij ons het voor blinden geschre
ven schrift zien.
Vroeger werden de letters als 't
ware op het papier gedrukt.
Op liet gevoel af herkende de
blinde de letter, maar aangezien aan
dit systeem het nadeel verbonden is.
dat het schrift na eenigen tijd ge
diend te hebben, onleesbaar, of liever
gezegd, onvoelbaar wordt, zoo v
men tegenwoordig het systeem van
Braille. Idler worden de letters voor
gesteld door gaatjes in 't papier,
Elke letter beslaat eene ruimte van
zes gaatjes, bestaande uit twee naast
elkander gelegen rijen, ieder van drie
gaatjes. Al naar gelang het aantal
en de plaats, welke men de gaatjes
ten opzichte van elkander geeft, ver
krijgt men andere letters. Het spreekt
van zelf, dat geen letter door meer
dan zes gaatjes kan worden voorge
steld. Op overeenkomstige wijze ver
krijgt men de leesteelcens in de ver
schillende talen.
Het prikken der letters geschiedt
op eene zeer eenvoudige manier.
Op eene soort van lei is papier
gespannen, waarop zich een liniaal
bevindt met een zeker aantal naast
elkander gelegen hokjes, ieder van
zes gaten. Men heeft nu slechts eene
stift door een gaatje te steken om
een afdruk op het papier te krijgen.
Op deze manier kan men dus de
letters op het papier samenstellen.
Deze letters naast elkander geprikt,
vormen dan het verlangde woord en
zoo is het mogelijk geheele boeken
in het Brailleschrift over te zetten.
Dit schrift is verre te verkiezen
boven het oorspronkelijke, niet alleen
wegens zijne duurzaamheid, maar
vooral ook, omdat we nu met weinig
moeite in de gelegenheid worden
gesteld zéér veel goeds voor onze
ongelukkige medemenschen te kun
nen doen. Het overzetten toch van
drukschrift in Brailleschrift vereischt
naast groot geduld, slechts weinig
vaardigheid.
Zoo toonde de directeur ons in de
bibliotheek een werk van Hector Malot.
«Alleen op de wereld." Dit boek is
door eene dame overgezeten beslaat
niet meer of minder dan veertien
lijvige boekdeelen. «Alleen op de
wereld" bestaat uit 2 kleine cleelen
druks. Dit feit bewijst dat veel ge
duld vereischt wordt bij het over
zetten van een boek, maar eenmaal
het werk klaar zijnde, zoo zal men
de voldoening smaken een goede
daad te hebben verricht.
Na nog het een en ander van de
biblotheek in oogenschouw te hebben
genomen, bracht de directeur ons in
de gymnastiekzaal. We waren niet
in de gelegenheid eene les bij te
wonen, maar zeker zal het voor den
onderwijzer eene moeilijke taak wezen,
zijne leerlingen lichamelijk te ont
wikkelen.
De gymnastiekzaal werd verlaten
en we traden een andere zaal binnen
waar eenige blinden bezig waren
matten te vlechten en stoelen te
matten.
In dit soort van werk, hebben de
kweekelingen eene merkwaardige han
digheid verkregen, en de door hen
ingezonden gevlochten voorwerpen op
de tentoonstelling van Hotel en «Reis-
wezen" zijn werkelijk waard bezich
tigd te worden. De personen, belast
met het toekennen van belooningen
hebben dan ook niet geaarzeld de
inzenders met de hoogste onderschei
ding te vereeren.
Na nog eenige inlichtingen ver
kregen te hebben omtrent het vlech
ten, begaven we ons naar de leer
zalen.
Op onzen weg daarheen, hadden
we gelegenheid te over, de ruime
frissche gangen te bewonderen. De
keurig geschilderde trappen, de hel
dere glazen, kortom alles getuigde
van de grootste zindelijkheid en net
heid.
Ilad de bedrevenheid de kweeke
lingen in het vervaardigen van hand
werk onze verwondering opgewekt,
nog grooter werd deze, toen wij eenig
denkbeeld kregen van hunne verstan
delijke ontwikkeling.
We waren niet in de gelegenheid
een oordeel uit te spreken over hunne
kennis in alle vakken, maar hetgeen
we te hooren kregen van de aard
rijkskunde en van de moderne talen,
was zóo goed, dat we niet dan met
lof kunnen spreken van de onder
wijzers, welke ten koste van een
oneindig geduld en veel moeite, deze
ongelukkigen tot eene aanzienlijke
hoogte van beschaving hebben ge
bracht, welke hen later zeker ten
goede zal komen.
Het volgend voorbeeld spreekt
Een boek werd een der leerlingen
ter hand gesteld en zonder eene
bepaalde plaats te hebben opgezocht,
begon hij te lezen. Het was een
Duitsch vers: «Die Bürgschaft" van
Schiller.
Niet alleen dat deze leerling het
Duitsch zeer vloeiend sprak, neen hij
deed meer, hij wist ons te vertellen,
hoe de titel luidde en wie het vers
geschreven had.
Ook gaf een der leerlingen ons
blijken van zijne kennis der aardrijks
kunde.
Eene landkaart van Europa, welke
wij het beste met eene legkaart kun
nen vergelijken, werd dooreen ge
schud en vervolgens door den kwee-
keling weer opgebouwd.
Ook waren er landkaarten, waarop
de plaatsen werden voorgesteld door
koperen koppen van spijkers. Op het
gevoel af konden de leerlingen ons
de plaatsen noemen van elk land,
door n.l. hunne onderlinge ligging te
vergelijken.
Ten slotte verzocht de directeur
ons, de muziekuitvoering bij te wonen
en wat we daar te hooren kregen,
overtrof onze stoutste verwachtingen.
In het pianospel waren de leer
lingen even goed thuis als in den
zang, terwijl ook het orgel op ver
dienstelijke wijze bespeeld werd.
Het programma meldde eerst:
schoone doel te ontvangen, hetzij in
geld (de jaarlijksche contributie be
draagt f5) hetzij in boeken, in Braille
schrift geschreven.
D. FRENKEL.
«Lieflijk galmen Kerkklokstonen",
(koraal) hetgeen zeer goed ten uit
voer werd gebracht. Vervolgens
speelde een blinde een stuk van Men
delssohn op het orgel, waarop een
ander «Les deur voyageurs" van
Florian voordroeg! Daarna zongen
allen «Troost" van R. Hol.
Aandoenlijk was 't hen te hooren
zingen
«Ten goede kan immers zicli alles nog wenden,
Wat wilt gij dan treuren mijn weifelend hart'"
Na het pianospel «Lied ohne Worte"
van Mendelssohn werd een Duitsch
stukje «Erlkönigs tochter" voorjj
dragen en, hierop volgde een schoon
lied van Mendelssohn, uitstekend ver
tolkt, door eene heerlijke barytonstem.
De piano liet zich nog eenmaal
hooren, een vers werd nog voorge
dragen en ten slotte zongen allen het
koor uit «Elias', van Mendelssohn.
Hoogst voldaan over alles, verlieten
wij het gebouw.
Zooals van zelf spreekt, heelt het
streven van personen, om de blinden,
wat verstandelijke ontwikkeling aan
gaat, gelijk te stellen met de zien
den, ten volle aanspraak op onze
waardeering, en zeker zal het den
directeur aangenaam wezen, blijken
van onze ingenomenheid met het
Het onderwerp waarover de Engelsche
pers nog steeds in beweging is en waar
over zij vooreerst nog niet zal zwijgen,
is het ultimatum van Lord Salisbury aan
China. Een der Engelsch liberale bladen
beweert, dat de afzetting van den gouver
neur der provincie Szichuen niet moet
toegeschreven worden aan het ultimatum
van Lord Salisbury daar reeds vóór het
optreden van Eogelands regeering, de
de keizer van China een bevelschrift had
gegeven, waarin de onderkoning in zijne
betrekking geschorst werd. De onder
koning scheen hier echter geen genoegen
mee te nemen en bleef niettegenstaande
keizers bevel zijne betrekking handhaven
en zijn invloed op de bevolking uitoefe
nen. De vegetariërs hebben van dezen
invloed gebruik gemaakt eu vandaar de
wanordelijkheden door hun gepleegd.
'tls te begrijpen, dat Engeland op daden
wacht en niets geeft om een keizerlijk
decreet wanneer daarbij niet handelend
wordt opgetreden.
Het ultimatum aan China gezonden
moet dienen om Groot-Brittannië den in
vloed weer te geven, welke het in Oost-
Azië gehad heeft, doch de welke het door
een nalatigheid van de zijde van Lord
Rosebery na den Chineesch-Japanschen
oorlog verloren had. Dien invloed is toen
gekomen aan Rusland, Frankrijk en
Uuitschland. Groot-Brittannie kan slecht
zien, dat het niets in de pap mee te
brokkelen heeft, wat aangaat Oost-Azië
en daarom is het zoo vurig en overal het
eerste bij. Toch gaat het Engeland in
Oost-Azië niet altijd voor den wind
daar door de wijzigingen in het trac-
taat van Simoneseki door Frankrijk en
Duitschland gebracht, Engeland door deze
twee mogendheden den voet dwars is
gezet. Hoe Lord Salisbury nu zal hande
len tegenover deze beide regeeringen zal
men nog moeten afwachten.
OORSPRONKELIJKE NOVELLE
DOOR
27) a. j. c. kitemer.
«Ik geloof lieve broeder," zeide zjj,
«dat gij u schromelijk in die juffrouw
Kneppers vergist hebt. Dat gij haar een
tijd lang zeer lief hebt gevonden, kan ik
best begrijpen. Zij was de eenige jonge
dame met welke gjj in aanraking kwaarat.
Zeer zeker ziet zij er tamelijk goed uit
en is zij niet ontbloot van talenten ik
wil dat alles oegeven, maar hare omge
ving is niet van dien aard geweest, dat
die voordeelig op haar karakter kan ge
werkt hebben en ik vrees trouwens
uwe ondervinding heeft dat geleerd
dat het zich in eene geheel verkeerde
richting ontwikkeld heeft. In alle geval
len heeft ze zeer tegen de gewone rege
len der beleefdheid gezondigd en getoond,
dat hare opvoeding in het geheel niet
op de hoogte is om met lieden van onzen
stand om te gaan. Wel, ik vind het
indignel" ging zij voort, zichzelve opwin
dende, om, zoo zij kon, den slechten
kant van 's jonkers gemoed te exploitee-
ren, «waarlijk indigne. Ten minste had
zij u te woord behooren te staan, de
trotsche nuf wat zegt gij er van
Marie?"
Marie was in geene kleine verlegen
heid gebracht door deze vraag, welke
haar dwong zich direct in het gesprek
te mengen.
«Ik kan moeijelijk over deze zaken
een oordeel vellen," zeide ze tameljjk
verlegen.
«Ja, maar ik weet toch zeker, dat gij
zoo iets nooit zoudt gedaan hebben. Tot
zulk eene onbeleefdheid acht Ik u niet
in staat. Wel, verbeeld u! Mijn broe
der heeft die familie, ik ben er zeker van,
nooit anders dan met beleefdheden en
goedheid overladen en hoe wordt hij
daarvoor beloond? Ik wil van den ouden
luitenant niet eens spreken, dat nare être
is genoeg bekend, maar Cornelie had dat
moeten gevoelen en waardeeren, entoen
Willem haar zoo vriendelijk tegemoet
kwam, had ten minste de goede toon
geëischt, dat zij hem tot eene explicatie
had laten komen of zelf zich geëxpliceerd
had, maar wat doet ze? ze wei
gert de haar toegestoken hand aan te
nemen, en acht hem zelfs geen enkel
woord waardig!"
De jonker begon overtuigd te worden,
dat Cornelie hem op ouwaardige wijze
behandeld had. Van zijn kant wilde hij
dan ook niet meer aan haar denken.
«Zie zoo," zeide hij, «nu is mijn hart
verruimd, en ik hoop niet meer op deze
zaak terug te komen. Het is altijd ver
drietig, wanneer men eene goede verstand
houding, die jaren lang bestond, zonder
dat men daartoe van zijnen kant de
minste reden gegeven heeft, moet
afbreken. Maar onoverkomelijk is zulk
een ramp niet en wij zullen er nu ook
niet rneer over spreken. Ik dank u voor
het geduld, lieve Clara en ook u freule
waarmede gij mijne beuzelingen wel hebt
believen aan te hooren, en het belang,
dat gij er in gesteld hebt. De conversatie
met Ccmelie was niet van dien aard, dat
ik in uw beider gezelschap er geen ver
goeding voor zoude vinden."
«Wij zullen u ten minste te woord
staan," zeide zijne zuster, «en ook geen
hartelijken handdruk weigeren."
Zij stak hare poezele, rijk met ringen
versierde hand den jonker toe, die haar
aannam en hartelijk drukte. Marie be
greep den wenk, en even alsof't zoo
natuurlijk behoorde, gaf ook zij den
edelman hare hand. Hij bekende, nooit
fraaier gezien te hebben, en daar zijn
hart op dat oogenblik week en kneed
baar was en behoefte had, bovenal aan
liefde, bracht hij Marie's hand aan zijne
lippen en drukte er een kus op, die haar
door alle leden tintelde.
Mevrouw van Veenwijk begon aan het
slagen van hare pogingen te gelooven.
Daar behoefde zeer weinig bij te komen,
dacht zjj, of de jonker zou nu zijne liefde
voor Cornelie wel op de freule over
dragen.
Marie liet hare hand in die des jon
kers, die echter bijna oogenblikkelijk
nadat hij aan de eerste opwelling van
zijn gemoed had toegegeven, al de be-
teekenis vermoedde, die men aan zijne
handelwijze zou kunnen geven.
Hjj liet de hand der freule los.
«Ik ben als een ander man," zeide hij
opstaande, «ik ben thans weder kalm,
wat Ik zoo meteen niet was. Ik moet
u daar beide vergeving voor vragen."
«O gij hebt volstrekt geen vergiffenis
noodig," zeide zijne levendige zuster,
«niet waar freule; ik weet hoe goed en
deelnemend gij zijt, en hoewel, wat mijn
broeder had mede te deelen, tot de in
tieme zaken behoort, dat gij voor mij
geen vreemde zijt, en het dus ook voor
hem niet zijn wilt."
De freule was op dat oogenblik zoo
deelnemend alsof zij een speelgenoot uit
's jonkers kindsche dagen geweest was.
Haar leeftijd en ondervinding kwamen
haar hier uitmuntend te stade. Voor
den jonker was het dan ook alsof hij
op dat oogenblik nog eene zuster ge
vonden had. De ongerneene schoonheid
van Marie bleef daarbij zeer zeker niet
buiten rekening evenmin als haar elegante
bouw en hare eenvoudige kleeding en
manieren. Zoo de jonker op het oogen
blik nog niets dan een broederlijke ge
negenheid voor haar gevoelde, die zou
bij nadere kennismaking overgaan in
liefde, en de liefde welke op dergelijke
wijze ontstaat, is zeer zeker de 6lechste
niet, want door haar komen huwelijken
tot stand in welke de vrouw in den waren
zin des woords eene hulpe is voor den
man in alle zorgen en lasten des levens,
terwijl zij tevens de zon is welke zijn
pad verlicht en leven en voorspoed om
hem opwekt; de goede geest, die hem
ten hemel opleidt, terwijl zij zijn huis
verzorgt en opbouwt.
Wanr.eer de jonker geen kennis ge
maakt had met onzen vriend Schotlelius,
die thans nog voor den dominé door
zijne pedante geleerdheid een aangename
gast was zoude hij zeer zeker op dit
oogenblik niet gedacht hebben aan een
huwelijk mPt freule van Gramboscb Nu