NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
wm
UTRECHT en GELDERLAND
No. 35.
Woensdag 29 April 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
verschijnt woensdag en zaterdag.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Plaatselijke berichten
F euilleton.
HMERSFOORTSCRE COURANT.
VOOR
abonnementsprijs:
Per 3 itiAHiiden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
heer Chamberlain meegedeeld, dat Zater
dag een telegrafisch antwoord van den
president Kruger is ontvangen omtrent
zijn beroek in Londen.
De lieer Kruger deelt in dat antwoord
mee, dat hel hem verstandiger toeschijnt
om de quaestie van zijn bezoek aan
Engeland voorloopig niet te veel op den
voorgrond te plaatsen,doch de zonk maar
te laten rusten, vooral daar met het oog
op de aanstaande zitting van den Volks
raad te Pretoria, zijn aanwezigheid daar
dringend wenschelijk is, ten minste voor
een deel der zitting, waarin belangrijke
maatregelen zullen worden genomen.
Paul Kruger spreekt verder zijn hoop en
zijn vertrouwen uit, dat met eenig ge luld
van beide zijden een vieedzame en vol
doende oplossing zal worden gevonden.
In diplomatische woorden wil dat zeg
gen ik kom maar niet te Londen. De
Engelsciie regeering heeft dan ook reeds
de uitnoodiging teruggetrokken en den
heer Robinson getelegrafeerd om te Lon
den te komen.
De Engelschen toonen zich zeer boos
over de weigering van President Kiuger
om naar Engeland te komen. Zóóveel
zelfstandigheid bij een eenvoudigen
Transvaalschen boer! Dat antwoord komt
riiel onverwacht voor hen, die bekend zijn
met de toestanden in de Zuid-Afrikaan-
sche Republiek, en de ontwikkeling der
gebeurtenissen hebben gadegeslagen.
Maar toch toont men zich zeer veront
waardigd en is men overtuigd, dat de
lieer Chamberlain gelijk had, toen hij in
de «Constitutional Club» de regeering
van de Transvaal bedorven noemde.
Er wordt nu met grooten ijver gedis
cussieerd over de houding, welke ;de
minister van koloniën zal aannemen.
Een aangenaam tijdverdrijf, dot echter
menigeen somber stemt. Zoo bijv. de
«Speaker»: «hier zoowel als in Egypte
triumpheert de Jingo-partij en wij zijn
weer eenige schreden dichter gekomen
bij den grooten Europeesc.hen oorlog,
welke lord Salisbuiy en zijn collega's
voornemens zijn te doen uitbreken."
De „Tunes" zegt o. a. dit: ,,Tol nog
toe heeft president Kruger verzekerd, dal
hij niet kon beloven naar Engeland te
komen zondet" toestemming van den
Volksraad en toen et op werd gezinspeeld,
dat een buitengewone vergadering kon
worden bijeengeroepen om de noodige
toestemming te geven, antwoordde hij,
bang te zijn, dat zoo iets geen goed zou
doen met bet oog op den geest, welk er
heerschte tengevolgevan Jameson's „raid".
Hij wist twee mannden geleden even
goed als thans, dat volgens de gewonen
loop der gebeurtenissen zijn tegenwoor
digheid bij een gewone zitting van den
Volksraad noodzakelijk was en wanneer
dat zijn werkelijk bezwaar ware geweest,
zou hij naar Engeland kunnen gegaan
zijn, om bij zyn terugkeer voor dat
lichaam te kunnen optreden met de
noodige regelingen. De loop, die hij thans
heeft genomen, is des te merkwaatdiger
met het oog op het feit, dat hij de uit-
ooodiging wenschte te ontvangen."
De «Hamburger Courier» deelt van
zijn correspondent te Johannesburg het
volgende mede over den toestand iD
Transvaal
Al de Boeren zijn gewapend met de
beste geweren der laatste vinding, munitie
is overvloedig en ruim in reserve. De
artillerie telt 420 betrouwbare mannen
met Krupps 7-5 centimeters en veel
munitie; snelvurende 12 centimeters zijn
besteld.
Binnen Johannesburg is de politie tien
maal zoo sterk, waarbij de Duitscheis,
Afrikaanders en Hollanders 1000 vrij
willigers hebben gevoegd. De boeren
zijn gereed voor den oorlog en komt het
lol feitenli;kheden, dan kunnen zij reke
nen op den Oranje Vrijstaat en den
Afrikaanschen Bond.
Het verbond is gesloten tegen Engel-
sche aanmatiging en geweld. De Afri
kaansche Rond heeft openlijk partij geko
zen voor Transvaal, in Betsjoeanaland
en de Kaap Kolonie, zoodat in geval
vari oorlog vele Brttsche onderdanen de
Boeren zullen helpen tegen den Engel
schen invloed.
De boeren kunnen gemakkelijk 30 tot
35,0u0 man in 't veld brengen, zij zullen
vermoedelijk versterkt worden met 20,000
man uit den Oranje-Vrijstaat. Daaren
tegen vermag Engeland niets, zelfs niet
met 60,000 man, zoodat de toekomst
zal bewijzen dat Engelsche listigheid en
moed ellendig moeten falen tegenover de
maonelijke kracht der boeren.
De boeren zien met vertrouwen de
toekomst tegemoet, sterk door hun rech
ten en met hun nooit het doel missend
geweer in den arm. Zooals de zaken nu
staan zijn er maar twee uitwegen: óf
Engeland stemt toe in de wettige eigen
van Transvaal, óf een groote oorlog tal
over de toekomst beslissen.
De Cholera is uitgebroken op drie
schepen, die bestemd zijn voor Sumatra.
Op de „Venus," van China, zijn van de
636 passagiers 349 aangetast. Honderd
en twee personen zijn ovei leden.
De Aljeli-oorlog.
Aan het Hbld. werd Maandag geseind
«Toekoe Oemar heeft het hem gestelde
ultimatum niet aangenomen.
Lam-Pisang wordt du gebombardeerd
met 50 stukken.»
Lam-Pisang is de woonplaats van
Toekoe Oemar in de VI Moekims; dat
is het gebied aan de kust, ten Zuid-
Westen van de'linie.
De versterkingen, welke daar de laatste
weken zijn opgaworpen, zullen waarschijn
lijk van vrij wat minder beteekenis zijn
dan die op Lombok, waar men de ge
duchte kleimuren had.
Zooals men ziet, volgt de generaal de
zelfde taktiek als op Lombok,, door naar
Europeeschen aard, deri aanval door een
krachtig bombardement in te leiden.
De aanval zelf zul wel wachten op de
aankomst der verleden week gevraagde
versterkingen, en op het optreden van
de tweede brigade.
Bij het departement van koloniën is
gisteren het volgende telegram van den
gouverneur-generaal van Nederlandsch
Indië ontvangen: «Daar Toekoe Oemar
niet voldeed aan sommatie tot teruggave
wapens, werd gister krachtig vuur geopend
op Pakan-Bak, Oleh-Gli en Lam-Pisang.
Vijand schoot weinig terug. Een cavale
rist licht gewond.
Met 1 Mei 1896 treden bij de Hol-
landsche IJzeten Spoorwegmaatschappij
in werking nieuwe bepalingen voor hel
vervoer van kinderen. Inlichtingen zijn
aan de stations verkrijgbaar.
Naar men verneemt, zijn reeds
geruimen lijd bij het ministerie van
binnenlandsche zaken voorstellen in voor
bereiding, betreffende de oefeningen der
schutterijen, doch was er bezwaar deze
ter hand te nemen vóór de afdoening der
kieswet.
Jhr. mr. Beelaerts van Blokland,
gevolmachtigd minister der Zuid-Afrikaan-
sche Republiek, heeft op de uitnoodiging
voor het South-African dinner van zl
Mei, onder presidium van den minister
Chamberlain, beleefdelijk geantwoord, dal
de jongste uitlatingen van dien minister
over het bedorven karakter der regeering
van de Z.-A. Republiek het tot zijn leed
wezen onmogelijk maken, de gracieuse
in overweging te nemen.
Blijkens bericht in de «St.-Ct. zijn
bij Kon. Besluit, ter zake van hunne hou
ding bij de krijgsverrichtingen in Atjeh
in de maand April 189ii, benoemd tot
ridder 4de klasse der Militaire Willems
orde, de kolonel der infanterie J. W.
Stemfoort en de luit.-kol. bij den gene-
ralen staf C. P. J. van Vliet.
De »N. R. Ct.« weet nog mede te
deelen, dat het geheele Dnitsche eskader
dat eerlang ons land bezoekt, te Texel
zal binnenvallen en dat het bnmand is
met 3200 koppen, waaronder pl. m. 130
officieren, waarvan twee admitaals.
De Burgemeester van Amsterdam
bericht, dat hem namens H. M. de Ko
ningin eene som van twee duizend gul
den is ter hand gesteld ten behoeve van
de algemeene armen dier gemeente.
Door de centrale anti-revolutionaire
kiesvereeniging «Nederland en Oranje» is
gesteld tol candidaat voor de Provinciale
staten voor het hoold-kiesdistrict Amers
foort jhr. mr. H. J. M. van Asch van
Wijck, lid van den Gemeenteraad en
rechter in de Arrondissements-rechtbank
te Utrecht.
In de plaats van wijlen den lieer
B. W. van Burgsteeden is benoemd tot
Regent van het Pieters- en Bloklands
gasthuis mr. F. D. graaf Schimmelpen-
ninck.
De heer J. C. F. Prikken, leeraar
aan de h. B. S. hier, is benoemd tot lid
van de Commissie van examen voor sur
numerair bij de directe belastingen, in
voerrechten en accijnzen, welk examen
in het najaar te 's-Gravenhage zal wor
den gehouden.
De luitenants Van Bakel, De Haan
Hugenholtz, Makkink en Verberne, van
het 5e regiment infanterie, zijn genees
kundig goedgekeurd en kunnen dus in
aanmeiking komen voor een tweejarige
detacheering bij de landmacht in Oost-
Indië.
Den 22sten April II. werd in het
Gebouw Volksheil alhier de algemeene
vergadering gehouden van de Vereeni-
giüg «de Blijmaar in Woord en Werkt.
In plaats van Piof. dr. J. J. P. Valeton,
die wegens zijnen hoogen leeftijd bedankt
had als voorzitter en lid van hei bestuur
werd met algemeene stemmen als zoo
danig verkozen, Mr. F. D. graaf Schim-
rnelpenninck, die deze benoeming heeft
aangenomen. Tevens werd, mede met
algemeene stemmen besloten aan ptof.
Valeton, den eigentlijken stichter der Ver-
eeniging, het eerelidmaatschap van het
bestuur aan te bieden, dat door ZHG.
welwillend is aanvaard. Het bestuur is
derhalve nu samengesteld als volgtProf.
dr. J. J. P. Valeton, eerelid; Mr. F. D.
graaf Schimmelpenninck, voorzitter; de
Heer P. J. Hooft Graafland te Amsterdam;
Ds. H. Pierson te Zetten; Dr. H. H. Meu-
leobelt, te Baarn en de Heer G. C. Hooge-
werff, searetaris-penningmeester, alhier.
Uit het verslag der Vereeniging over
1895 blijkt dat in dat jaar zijn opgeno
men 13 meisjes, nl. 2 van elders en 11
uit Amersfoort. Van deze 13 waren er
4, die bepaald tot de gevallenen moesten
worden gerekend, de overige hadden om
een of andere reden hulp, leiding of toe
zicht noodig. Drie waren er nog kin
deren. Van deze 13 meisjes werden er
4 in diensten geplaatst, 2 vertrokken naar
andere inrichtingen, 1 ging naar hare
familie, 2 bevinden er zich nog in het
gebouw, 2 werden wegens wangedrag
weggezonden, terwijl nog 2 anderen uit
eigen beweging heengingen. Nog werd
io 1895 logies verleend aan drie meisjes
fatsoenlijke dienstboden, die door om
standigheden buiten betrekking waren,
en aan drie kinderen, die naar Neerbosch
gingen.
44)
ln het stille landleven, waaraan zij
gewoon is geweest, heeft zij weinig in
het gezelschap van mannen verkeerd
het is dus geen wonder dat een man,
zoo volleerd in de kunst om te behagen
als Lord Ryvendale, een diepen indruk
op haar moest maken. En hij is tot
haar gekomen op eeD wijze, welke boven
alle andere berekend was om hare belang
stelling op te wekken. Hij is gekomen,
niet als een man van raDg, van beschaving,
haar vleiende door openlyke bewondering,
of haar uitkiezende tot zijne hulde; maar
hij is haar verschenen als iemand, die
afgemat en der wereld moede was iemand,
die gebukt ging onder wroeging, onder
het gewicht zijner zonden en het gevoel
zyner eigen onwaardigheid, en hij is er
in geslaagd in haar zachtmoedig hart
een oneindig medelyden en medegevoel
te verwekken, met het vurig verlangen
tevens om hem tot liet uiterste hij te
staan in zijn hunkeren naar een beter
leven.
En helaasI de arme onschuldige ziel!
zij weet niet dat, terwijl zij wenscht zijn
gemoed hemelwaails op te heffen, het
hare naar de aarde daalt, dat de kiem
van menschelijke liefde in hare horst is
ontwaakt, dat de heiligheid en reinheid
baars levens haar niet bestand hebben
gemaakt tegen de bekoringen van dezen
man, (evenmin als kennis van de wereld
het de eerste de beste vrouw in de mode
zoude kunnen doen.
Lord Ryvendale is niet minder in ge
peins verzonken dan het sclioone meisje,
dat hij zoo kort geleden heeft verlaten.
Hij enkt over haar na; op dit oogen-
blik heeft hij bijna de afmatting van zijn
gemoed vergeten; de eenvoudige mede-
deeling zijner geschiedenis, \an zijne be-
treuriug van het gebeurde, van zijn be
dorven leven heeft de verlichting met
zich mede gebracht, welke altijd volgt
op de ontboezeming van een gemoed,
dat lang bezwaard werd door eeD on
uitgesproken kommer.
Hij denkt aan Osyth als aan de vrouw
bij uitnemendheid, boven alle anderen
geschikt tot zijne hulpe, de vrouw, die
zyne toekomst zou kunuen maken tot
al wat hij er eenmaal van droomde. Wat
is zij lief en schoon en rein 1 welk een
hemel zoude zij van zijn te huis kunnen
maken! hoe zoude haar zachte invloed
zich bijna onmeikbaar doen gelden op
alles en allen rondom haar! welk eene
teedeie en aanbiddelijke vrouw zoude zij
wezen! (want die zachte, bruine oogen
moeten in staat zijn om innig en oprecht
lief te hebben) en dan, wat zoude zij
eene volmaakte moeder zijn! Zy zoude
geen tranen, geen hartstochtelijke ver
wijten, geen «hernieuwingen van liefde
betuigingen» kennen; alles zoude kalm
en vredig wezen; het leven zoude voort
vloeien als in een gelukkig kanaal, zon
der rotsen of banken,
Rust! welk ander woord of welke ge
dachte is zoo dierbaar voor de meeste
mannen, die den middelbaren leeftijd
hebben bereikt! dierbaarder nog zelfs
voor den man, die zich aan vermaken
overgaf, dan voor hem, die de lasten en
warmte van den dag heeft gedragen;
want arbeid brengt geene zoo groote
afmatting aan als die, welke het voort
durend najagen van afleiding geeft.
Alsager ontwaakt met schrik uit zijn
droom om zich met de koude werkelijk
heid te meten. Het is onmogelijk dat
dit meisje hem iets zijn kan, zoolang als
Viva leeft. Het denkbeeld van eene
scheiding moet komen van hare zijde,
niet van hem. Indien zij berouw ging
gevoelen, als zij ten prooi mocht geraken
aan wroeging, totdat zij gevoelde dat zij
hem ter wille harer ziel moest verlaten,
welnu hij zoude niet trachten haar ge
moedsbezwaren te bestrijden, hij zoude
toegeven dat het om beider wille goed
ware, dit bestaan op te geven. Hij zou
de fraaiste beschikkingen maken voor
haar en voor hun kind alles, wat een
man van eer kon doen, zoude hij ten
strengste vervullen.
Er komt hem eene herinnering be
spotten over de eeden, welke hij haar
eenmaal zwoer: hij brengt zich de schil
deringen voor den geest, die hij haar
eenmaal voorschetste van hun te zamen
leven in de toekomst, wanneer zijne
liefde haar alle andere smarten zoude
vergoeden; hoezeer bezwoer hy toen dat
hij haar getrouw zoude zijn tot in den dood.
«Bah!» prevelt hij ongeduldig: «dat
is wat de mannen altijd onder zulke om
standigheden zeggeo, en men meent het
op dat oogenblik. Mijn leven is aan
haar opgeofferd,» denkt hij bitter: «en
toch maakt hat haar niet gelukkig
wij zijn beiden uiterst rampzalig.»
Het oude gevoel van ellende maakt
zich weder van hem meester; er ver
spreidt zich een nevelig floers over het
fraaie schilderij, dat een half uur te voren
zijn hart zoo warm deed kloppen.
«Zoudt gij den volgenden Zaterdag
niet terug kunnen komen?» vraagt Lady
Ryvendale hem des morgens aan het
ontbijt. «Het is zoo heerlijk hier het
hoofd des huizes te hebben het Court
schijnt eene geheel andere plaats, vindt
gij niet?» vraagt zij, terwijl zij zich wendt
tot Miss Scott, haar gezelschaps juflrouw.
«Dat doet hel inderdaad,» geeft Miss
Scott ten antwoord.
«Gij zijt beiden zeer vriendelijk dat
te zeggen,» antwoordt Lord Ryvendale.
«Ik verzeker u dat het mij een zeer
groot genoegen is om te komen, en dat
ik niets liever wilde, dan dat ik mijn
bezoeken vaker kon herhalen.»
«Tracht den volgenden Zaterdag te
komen, Alsager,» houdt Gertrude vol.
«Onmogelijk, lieve, het spijt mij dat
ik l.et zeggen moet.»
«Welnu dan, den volgenden Zaterdag.
Kom! laat mij die belofte van u vergen,
en ik zal er waarlijk gelukkig mede zijn."
«Ik vrees dat ik niet in de gelegen
heid zal wezen, in de eerste weken terug te
keeren,» zegt Lord Ryvendale, die lot
hel besluit gekomen is dat het dwaasheid
is, zich nou ellendiger en ungelnklM ar
te maken dm, hij i 1- t Hy
volmaaktheden te uiljteu stilstaan.
Wordt vervolgd.)