NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht Mo. 45. Woensdag 3 Juni 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. i A VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE Y1RSMIR6 m OHS RIS. BINNENLAND. Feuilleton. Zie advertentie Almeloo, 4e pagina van dit nummer Ammfoortsche Courant rif iri'Jy- S1 abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER. Amersfoort. advertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. {SLOT.) Met een weinigje goeden smaak, zeiden we, kan men een kamer ge zellig versierenwij konden voort gaan enkele wenken te geven, en be ginnen met verschikken, verplaatsen en verhangen, doch dan zou men krijgen kamers ingericht naar onzen smaak, terwijl een ieder den zijnen moet volgen. Bovendien zou de re dactie ons de ruimte niet toestaan welke dan vereischt wordt, daar in elke kamer zeer veel te doen is voor een gezellige versiering. Er zijn tal van kleinigheden, die de schoonheid en gezelligheid bevorderen of scha den, waarop wij zouden kunnen wijzen, maar het is eigenlijk voldoende attent te maken op het bestaan er van, en men kan reeds de enkele wenken ge dachtig zijn en er zich naar richten. Ieder zijn eigen smaak volgen Het is niet mogelijk, zult gij zeggen, en ge hebt helaas gelijk, want er is iets dat het verbiedt, dat allen dwingt in ééne richting te gaan, dat is de mode. Iets anders is het of men dien dwang zich moet laten welgevallen, maar instemmen moeten we met de klaclu van Walter Crane: «Onder ons stel sel van gecentraliseerde industrieele productie worden plaatselijke kunst en industrie gedoodde handelsma chine eischt voor alles bruikbare mo dellen, en de massa moet met alles hetzelfde genoegen nemen men kan niet voor elkeen iabriceeren wat hij juist wenschen zou. Men moet de laatste handelsnieuwigheid acceptee ren en voor alle tekortkomingen zich tevreden stellen met de vei zekering: dat dit nu het allernieuwste is en zeker binnenkort algemeene mode zal zijn «Wij weten, dat de meubelen en sieraden enkel gemaakt worden tot verkoop om winst, zoolang de mode duurt. De handel eischt elk seizoen zijn nouveauté's, en het zou niets op leveren, iemand rustig in den stoel te laten zitten, die deugdelijk en wel voor zijn grootvader gemaakt was. Dan is het nog beter, dat hij, om zoo te zeggen, tusschen twee stoelen inzakt, in zijne onzekerheid op welke door den behanger aanbevolen stijlen van zetels hij zich neer zal zetten." Er is in onzen tijd een zucht tot gelijkmaking en navolging, voor een groot deel het gevolg van een vol maakter gemeenschapsleven. Er is weinig dat wij ons privaat-bezit kun nen noemen, op velerlei wijze, bewust en onbewust heeft ons doen en laten invloed op de wereld om ons heen, en onze omgeving oefent wederkeerig haren invloed uit op ons. Onze gees telijke bezitting is tevens aigemeeen eigendom. Het bizondere, grillige, excentrieke vindt terstond navolging, het nieuwe, ongehoorde, nooit ge ziene wordt met begeerigheid inge haald, het nieuwe tot zelfs in het oprakelen van het oude. Hebt gij op allerlei wijze vergeefs getracht te schitteren boven het gros uwer mede- mensclien, ga dan alvorens u aan te sluiten bij de kloostorde van het mis kend genie aan het graven in den grond, aan het snuffelen in stoflige archieven, doorzoek de hoekjes van uw zolder, en vindt ge iets, het doet er niet toe wat, dan zijt gij wel ge lukkig. Nieuw moet alles zijn, nieuwe baanbrekers vraagt onze tijd. Och er treedt zooveel als smaak op wat geen smaak is, er gaat zooveel voor smaak door wat niets anders is dan navolging van het eerste het beste. Wat is smaak dan eigenlijk? Ik vond er deze omschrijving voor «Smaak is de openbaring van den schoonheidszin, die in een bepaalde richting geleid en tot zekere hoogte van ontwikkeling gekomen is. Smaak is het op deze wijze gevestigde schoonheidsoordeel." Zoo komen we tot de kern waai' het ten slotte op aankomt: schoonheidszin. Nu, schoon heidszin heelt elk gewoon mensch van nature, evenzeer als een geweten. Maar gelijk bij dit laatste is bij het eerste verschil in ontwikkeling, en bijgevolg verschil in het kiezen en beoordeelen van het s#hoone. Bij liet toenemen der ontwikkeling zal het oordeel meerdeie vastheid krijgen, en men kan van smaak gaan spre ken waar bij eenige ontwikkeling reeds een zekere gevestigdheid van oordeel voorhanden is. Gij ziet dus, de meeste menschen hebben smaak, ook waar wij aan wansmaak zouden denken; die wansmaak toch is ook smaak, maar die gevonden wordt op een lager trap van ontwikkeling dan waarop wij zelf meenen te staan. Wij staan dikwijls lager dan wij zelf vermoeden, gelooft ge ook niet'' Het komt dus aan op ontwikkeling van den schoonheidszin, vorming van den kunstsmaak. De middelen daar toe vermeerderen steeds, allerwege worden verzamelingen van kunstwer ken toegankelijk gesteld. De musea zijn oefenscholen in schoonheidsge voel. Aan de teekenkunst wordt en worde nog meer een ruime plaats in de opvoeding toegewezen; de oefe ning van oog en hand zal langzamer hand het schoonheidsgevoel ontwik kelen om oog op kunst te krijgen, daarvoor is jarenlange oefening 1100- dig. Niet iedere plaats verheugt zich in het bezit van musea, en waar ze zijn is de belangstelling niet groot genoeg, en men kan de menschen toch moeielijk dwingen er binnen te treden. Maar één kunst is er, die ons hier te hulp komt en een krach tig middel is, om zelfs op den arge- loozen wandelaar gunstig te werken, dat is de bouwkunst. Daarom moge men toezien, dat de uitbreiding en verfraaiing, die vele steden in onzen tijd ondergaan, immer meer door goeden smaak en waar kunstgevoel geleid worden. Göthe noemt de architektuur een versteende toon kunst, en stelt zich Orpheus voor zoo als hij op een uitgezochte plek door de tonen zijner lier, de steenen lokte en dwong zich in maat en vorm tot een wonderstad zaam te voegen. «De burgers van zulk een stad, zegt hij, bewegen zich tusschen eeuwige melodieën, de geest kan niet zinken, de werkzaamheid niet insla pen, het oog neemt de taak van het oor over en de gewone burger in zijn alledaagsche doen voelt zich in een idealen toestand verplaatst; zon der naar het hoe of waarom te vra gen deelt hij in de hoogste zedelijke en geestelijke genietingen. Stelt u daarentegen een slecht ge bouwde stad voor, waar toeval en onverschilligheid de huizen als met een bezem tezaani veegden daar leeft de burger 111 den sleur voort, zonder de doode en arme woestheid lezer duisternis te vermoedenmaar den binnentredenden vreemdeling is het, alsof iiij doedelzak met fluit en schel en trommel hoorde, en beeren- dans en apensprong hem stond te wachten." Wel wordt de kunst der sclioone vormen, in vergelijking met die der tonen bijv., minder bemind, beoefend en begrepenmaar de hier bedoelde, de bouwkunst, vormt een tentoonstelling die ieder kan en moet zien en dus van grooten invloed kan zijn. Ons Amersfoort is gelukkig in den laatsten tijd in dit opzicht voor uitgegaan vooral het gedeelte, dat door Bergstraat, Arnhemschen en Utrechtschenweg begrensd wordt, mag gezien worden. Bij ontwikkeling van den schoon heidszin zal ons tehuis gezelliger worden, want wij zullen het beter gaan versierenversieren in de eer ste plaats met ware beschaving, met geest en hart. Wij moesten het daar toch zoeken. Voor liet versieren is smaak noodig, voor srnaak schoon heidszin, en deze is geworteld in ons gemoed, daar samenhangend met het goede en heilige. Er hoort nog al iets toe, om ons huis goed te versieren Maandag nam in eene te dien einde belegde vergadering mr. H. Roijuards van Scherpenzeel afscheid van het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht, in welk college hij gedurende 23 jaren zitting heeft gehad. Ter herinnering aan de 23 jarige sa menwerking werd den heer Roij «ards eene door al zijne medeleden onderteekende oorkonde van de hand van den kustschil- der Anth. E. Grolman overhandigd. Als voorloopige candidates voor de verkiezing van een lid der Provinciale Staten in liet hoofdkiesdistrict Utrecht, ter vervulling van de door het bedanken van mr. Roijaards van Scherpenzeel ont stane vacature, zyn by de Utrechtsche Kiezersvereeniging aanbevolen de heeren mr. A. W. Molsteijn, mr. J. de Louter, A. W. Mees en mr W. H. J. Roijaards. De kiesvereeniging »Eendracht maakt Macht® te Utrecht stelde candidaat mr. W. H. J. Roijaards. Uil Rotterdam wordt gemeld: Sedert Vrijdag wordt vermist een 28- jarig oppassend brievenbesteller. Vermoed wordt, dat hij op den Diergaardesingel nabij de Ileukelsdijk is aangerand, van zijn brieven is beroofd en daarna te water is geworpen. Hedennacht is de politie begonnen de weteringen aldaar af te dreggen. Maandag namiddag is een van Utrecht komende goederentrein nabij Maarsbergen ontspoord, waardoor een remmer zware verwondingen bekwam; volgens geruchten zou hij daaraan zelfs reeds overleden zijn. De treinen, die. Maarsbergen passeeren moesten, hadden vertraging. Men bericht ons nog uit Utrecht van 1 Juni: Nabij het station Maarsbergen is heden middag een goederentrein gederailleerd, waardoor eenige waggons dwars over den spoorw g kwamen te liggen en een der beambten zwaar werd gekwetst, zoodat zijne overbrenging naar het zieken huis te Utrecht noodzakelijk werd geacht. De treinenloop ondervond door dit Ongeval eenige stoornis. 53) Charlie haalde adem dat was eene vraag waarop het hem niet moeielijk viel te antwoorden. «Mijn vader bezit een groot landgoed in Midlandshire.* «Zijl gij zijn oudste zoon?< «Neen.* »De tweede?t «Neen. Ik heb twee broeders, die ouder zijn dan ik.< «Is het landgoed op den oudste vast gezet «Ja,* antwoordde Charlie onwillig en sprak te gelijkertijd bij zichzelven»De oude duivel-draaiers zijn allen eender in hunne inhaligheid. iHebt gij eenige vooruitzichten?* iNeen, geen bijzondere.* iWelk is op dit oogenblik uw inkomen »Ik heb mijn traktement, en mijn vader geeft mij twee honderd pond per jaar.* lEn dunkt u dat een voldoend inko men om op te trouwen, vindt gij dat Mr. Egerton?* vroeg de Rector boos, zich, schoon met inwendigen afschrik, herinnerende, hoe menig jaar van zijn leven zijn eigen inkomen niet grooter was geweest. ilk twijfel niet of mijn vader zoude mijn inkomen vermeerderen,* zeide Char lie schroomvallig. ïZeer goed. Wees zoo beleefd mij zijn adres te geven, dan zal ik hem mor gen over dat onderwerp schrijven.* Charlie's gelaat werd verlegen. «Ik bid u, Mr. Sartoris,* smeekte hij «sta mij toe eerst te schrijven, om er hem op voor te bereiden!* «Volstrekt niet. Gij kunt schrijven met dezelfde post. Ik wil niets toestaan dan wat oprecht en met open vizier te werk gaat. Indien uw vader er tegen is, dan («zooveel te beter* wilde hij er bijvoegen, maar eindigde met«dan ik ook. Totdat ik zijn antwoord ont vang, moet ik veriaogen, dat gij geen onderhoud met mijne dochter hebt, welke daarvan ook de aard zij. Goeden avond, Mr. Egerton.* De Rector stak zelfs geen hand zijn mogelijken schoonzoon toe, maar maakte een stijve buiging voor hem en de arme Charlie vertrok als een treuriger zoo niet wjjzer man dan hij gekomen was. Mr. Sartoris onderging groote gewe tenswroeging na zijne ongewone gestreng heid de vrees maakte zich van hem meester dat zijne lieveling er misschien onder lijden zoude, indien hij onwrik baar bleef; het was hem geheel onmo gelijk om het spel van een gestreng vader te spelen. Hij gevoelde zich half geneigd den jongeling achterna te loopeu, hem terug te brengen en te spreken«God zegene u, mijn kinderen! nu en hier namaals.* Hij liep naar het salon, waar hij zijne twee dochters vond Riette zat aan Osylh's voeten. Haar wangen waren overdekt met een ongewonen blos; er lag een stralende blik in haar oogen. Het hart Yan den Rector kwelde hem; hij gevoelde zich een soort van Jephta: alsof hij op het punt stond zijn dierbaarst "kind ten offer te brengen. Geheel de goedige, teedere uitdrukking van zijn gelaat ver dubbelde zich, terwijl hij Rielte's gelukkig, fraai gelaat beschouwde. «Wel, mijne lieveling,* zegt hij; «Ik heb eene vreemde bekentenis vernomen. Is het waarlijk waar dat gij den jongen man wenscht te trouwen?* «O neen, papa,* geeft Riette onschul dig ten antwoord: «niet te trouwenwjj zouden alleen maar verloofd willen zijn.* «Wat! om «verkeering te houden* zooals de meiden zeggen en doen?* vraagt haar vader half lachend, half ernstig «Mijne lieve, in onzen stand zijn zulke zaken niet gebruikelijk. Eu daarbij,* voegt hij er bij: «gij zijt nog geheel en al een kind, welnu, hoeveel maanden draagt gij lange rokken? En,« terwijl hij zijne hand leeder op haar schouder legt: «gij zoudt Osylh en mij toch zeker voor geen vieemde willen verlaten?* Riette's oogen staan vol tranen; het is niet in waarheid dat zij zoozeer van Charlie houdt, maar zulk eene aandoe ning in haar rustig bestaan moet nood zakelijk door eene leactie worden opge volgd, en tranen vergezellen niet zelden zulk eene gelegenheid. Zij beginnen snel te vloeien; zij uit een kleinen, koorts- achtigen snik en verbergt haar gelaat aan Osyth's boezem. De arme Rector gevoelt zich meer dan ooit als Jephta. Hij zal zeer zeker den volgenden morgen terstond naar Helmstone Park gaan en den jongen officier medebrengen. Osyth biengt hare zuster naar bed en keert dan naar Mr. Sartoris terug, die zijne kamer in diepe ontroering op en neder treedt. «Ik denk dat het zijn moet,* spreekt hij op wanhopende toon, als zij binnen- kuml: «Ik kan het hart van de nrme lieveling niet zien breken.* «Ik geloof niet dat zulks het geval zal zijn, lieve papa,* antwoordt Osyth zacht «ik kan niet nalaten, mij innerlijk te verbeelden, dat de nieuwheid der zaak hare grootste bekoorlijkheid is. Toch zoude, indien wij er ons te zeer tegen verzetten, liet einde kunnen zijn dat zij veel meer om hem ging denken. Ver onderstel dat gij hel Itial, zooals het is, dat gij Mr. Egerton zegt dat gij thans tot geene veilooving kunt toestemmen, maar dat, indien zij over een jaar beiden bij hetzelfde denkbeeld blijven, gij over de zaak zult nadenken. Reiden zijn nog zulke kinderen, en ik geloof waarlijk dat het hen geen ernst is; laat hein haar vaarwel zeggen, en stem er in toe, dat zij elkander nu en dan eens schrijven; dit zal voorkomen dal zij de gedachte koesteren, dat zij slecht behandeld zijn.* Mr. Sartoris slaapt op zijn dochters raad, en vindt hem uitstekend. Hij laat Charlie komen, die verbaasd is, hem weder geheel zachtmoedig te vinden, en de jongeling is zoo opgelucht door het denkbeeld, dat men zijn vader niet zal

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1