NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
mm
No. 75.
Woensdag 16 September 1896.
Vijf-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
feuilleton-
Am ersfbortsche Courant
abonnementsprijs:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzondert ij ke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken en berichten intezendeu uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. ,T. SLOTHOUWER, Amersfoort.
advertentien:
Van 16 regel» f 0,40; iedere regel meer 6 Cent.
Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
firoote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het wordt langzamerhand duidelijk aan
welk een grootspraak Cecil Rhodes zich
heeft schuldig gemaakt in zijne berichten
over de onderhandelingen met de oproe-
lige Matabeelen. De opstandelingen heb
ben zich niet overgegeven, nócl hunne
wapens uitgeleverdintegendeel zij houden
het Maloppogebrrgte bezet.
De grooie indaba, gehouden in de Ma-
toppoheuvels tusschen de Mam! velen en
de vertegenwoordigers der Engelschen,
werd bijgewoond door de hoofden Babynn,
Dhliso, Secombo, Sikota, Mhukandiso,
Uschlud, Mliwari en Karl Kumola, ver
gezeld door veertig andere opperhoofden
met hun ondergeschikte chefs.
Vun Britsclre zijde waren aanwezig lord
Grey, sir Richanl Martin en Cecil Rhodes.
De heer Richard Martin deelde den
hoofden mede, dat vrede zou kunnen
worden gesloten onder voorwaarde, dat
hun wapenen en de mannen, die in koe
len bloede blanken hadden vermoord,
werden uitgeleverd.
De opstandelingen stemden hieiin toe.
Zij waren verslagen, zeiden zij, en had
den genoeg van den oorlog. Het was
hun evenwel onmogelijk, om zoo spoedig
te beslissen als de blanken en zij hadden
tijd noodig om over een algerneene over
gave te kunnen beslissen.
De heer Colenbrander, die, als men zich
zal herinneren, het eerste onderhoud tus
schen de opstandelingen en den heer Rho
des bijwoonde, heeft aan laatsgenoemde
gemeld; Elf opstandelingen hebben zich
in Hyde Park am mij overgegeven. Zij
verklaren dal honderden vrouwen en kin
deren telugkeeren van de impr's der Em-
pochwani's, Manyemo's en Unlusr's. De
Empochwani's zullen zich niet overgeven,
verklaren zy, doch trekken naarde Zam
besi met een aantal volgelingen, die ech
ter langzamerhand gaan deserteeren.
Een later I ericht meldt, dat de indaba
in de Maloppo-heuvels geen succes heeft
gehad. Men verwacht dat de opstande
lingen hun wapenen niet zullen inleveren
en, wanneer zij zulks doen, is dit nog
geen waarborg, dat er later geen onge
repcldheden zullen plaats hebben.
De verwachting, dat thans de orde en
rust in Konslar.tinopel zouden hersteld
zijn, err dat ten minste voor eenigen tijd
een einde zou komen aan het moorden
en plunderen, aan het doodslaan van on-
schuldigen en het beschermen der moor
denaars schijnt nog niet der verwe
zenlijking nabij. De berichten, die van
verschillende zijden uit het Turksclie rijk
komen, itoen zien, dat, hoewel schijnbaar
de rust is hersteld, in het geheim nieuwe
uitingen van fanatisme worden voorbereid.
En inmiddels wordt het gewelddadig uit
roeien van Christenen en Christengenoo-
ten voortgezet.
De Westminster Gazette zegt: «Het
heeft er allen schijn van, dat de sultan
vastbesloten is een politiek van verdelging
ie volgen ten opzichte der Armeniërs in
zijn rijk. De zeer eenvoudig manier waarop
il e staatkunde voor eenige dagen in Kon-
stantinopel werd toegepast, moest wor
den opgegeven, omdat de gezanten der
mogendheden tusschenbeiden kwamen.»
Dalziel verneemt, dat de «Turksche
overheden nieuwe maatregelen beramen
om de stad van Armeniërs te bevrijden.
Hun plan is om geleidelijk de geheele
Armenische bevolking van Konstantinopel
kwijt te raken. Zy zullen daarbij het
stelsel volgen, dat door Rusland gebruikt
werd om zich van de Joden te ODtslaan,
en een geheime commissie is belast met
liet nagaan van de middelen, die daartoe
door de Russische overlieden werden ge
bruikt."
Geheel in overeenstemming met dit
bericht is een mededeeling van den cor-
cespondent van Daily Chronicle. «Tijdelijk
verhindert in den puhlieken moord op
onschuldige Armeniërs, als wraak voor den
aanslag op de Otlomaaneche barrk, heeft
Abdul Hamid thans nog wreeder middelen
bedacht om dit volk uit te roeien. De
politie voert ze bij honderden weg, niemand
weet waarheen. Indien zij, wat waarschijn
lijk is, onderweg over boord worden ge
smeten, is dit minder erg dan dal zij aan
land worden gezet in Turksche havens
onder eene bevolking, die langs telegrafi-
schen weg is ingelicht over de wijze waarop
de Padistia wil dat de ontscheepten moe
ten ontvangen worden. Het aantal ge
vangennemingen van Armeniërs is zoo
talrijk, dat allen, die daartoe in de ge
legenheid zijn, bij de verschillende con
sulaten hulp vragen om te kunnen vluch
ten. Honderden verlieten op die wijze
reeds de stad. En het gemis van hunne
diensten wordt reeds door alle handels
firma's in de stad gevoeld."
Met toestemming der groote mogend
heden is de heer Georgi Paclia Berovitch
benoemd tot gouverneur van Creta, voor
den tijd van vijf jaar.
Alle hervormingen, voorgesteld door de
vreemde gezanten en verval in een adres
hetwelk bestaat uit 14 artikelen en on
derteekend is met de namen Tewfik,
Calice, A. Pansa, Nelidoff, M. H. Her-
bert, Saures-Jeltsch en J. de la Bouli-
niére, zijn door den sultan goedgekeurd.
De voornaamste artikelen daarvan luiden;
De gouverneur-generaal van Creta moet
een Christen zijn en voor den tijd van
vijf jaren benoemd worden door den sul
tan, met toestemming van de mogend
heden.
De gouverneur-generaal heeft het recht
van veto omtrent wetten, welke dooi de
vertegenwoordiging zijn goedgekeurd, met
uitzondering van die besluiten, waardoor
wijziging wordt aangebracht in de con-
stitutioneele instellingen van het eiland,
welke aan het oordeel van den sultan
zullen moeten worden onderworpen. Het
recht van veto moet worden uitgeoefend
binnen den tijd van twee maanden.
Bij ongeregeldheden op het eiland mag
de gouverneur generaal gebruik maken van
de keizerlijke troepeD, welke anders, dit
geval uitgezonderd, in hun garnizoenen
moeten blyven.
Twee derden der openbare aanstellingen
moeten vervallen aan Christenen, een
derde aan Muzelmannen.
De verkiezingen voor de algerneene
vergadering en de zittingen van deze ver
gadering zullen om de twee jaar plaats
hebben. De zitting zal duren van 46 tot
80 dagen.
Een commissie, bevattende Europee6che
officieren, zal overgaan lot wijziging der
gendarmerie.
Een commissie, bevattend vreemde
rechtsgeleerden, zal beraadslagen over de
hervormingen, welke moeten worden in
gevoerd in de organisatie der justitie.
Het openbaar maken van boeken en
nieuwsbladen, liet vestigen van drukpersen
en van welenscbappelijke vereenigingen,
moet worden goedgekeurd door den gou
verneur-generaal.
De Algerneene Vergadering zal binnen
zes maanden na de goedkeuring dezer
regeling bijeen worden geroepen en de
verkiezingen daarvan zullen plaats hebben
overeenkomstig de wet van 1888.
Het Bi itsch-Egyptische leger rukt uit
Koshek op naar Dongola. Onder de troe
pen heerscht, volgeDS de berichten, een
uitstekende geest. Het weder is vrij koel.
De noordenwinden zijn vrij gunstig voor
de flotielje, die den Njjl zal afzakken.
Onder deze gunstige omstandigheden zullen
wij waarschijnlijk spoedig hooren van een
treffen tusschen Egyptische troepen en
de Deiwischen. De St. James Gazette
verwacht dat dit gevecht beslissend zal
zijn en rekent vast op het welslagen der
expeditie: «Als Dongola gevallen zal zijn
en bezet, dan zal het Britsche volk roepeD
«Naar Khartoem», schryft het blad. Ook
de Daily News voorziet, dat men zich
niet tevreden zal stellen met Dongola,
maar is daarover weinig gesticht. Het
blad schrijft: «Van Dongola zal de Egyp
tische regeering ongetwijfeld naar Khar
toem gaan en van Khartoem naar het
bankroet.»
Toen de sultan van Zanzibar plotseling
overleed, trachtte Khalid den troon te
bestijgen. De Engelschen hadden even
wel anders besloten, beschoten het paleis,
doodden eenige Zanzibarieten, verloren
zelf geen enkel soldaat, maar hebben van
dat beschieten toch niet zooveel succes ge
had dat zij vermoedelijk van zulke «klem-
mende» redeneeringen zullen Fiebben
verwacht; want weliswaar werd bet
paleis, dat reeds niet meer in het bezit
was van zijn eerste jeugd, half in puin
gelegd, maar de «Usurper», zooals de
Engelsche bladen, den wat al te voor-
barigen Khalid noemen, was gevlucht en
had een schuilplaats gevonden in het
Duitsche consulaat dat is op onzijdig
grondgebied. Op het terrein van dat
consulaat is Engeland machteloos.
De uitlevering van Khalid kon door de
Engelsche regeering worden gevraagd.
Doch als deze vraag werd gedaan, moest,
zou de uitlevering zonder tegenwerping
geschieden, bewezen worden dat Khalid
zich had schuldig gemaakt aan een gewoon,
niet aan een politiek misdryf. Tot nog
toe schynt de Engelsche regeering in
gebreke te zijn gebleven tot het leveren
van dat bewys. Khalid bevindt zich nog
steeds in het Duitsche consulaat en daar
door is men, zegt een telegram uit Zan
zibar, niet bijzonder op zijn gemak. Door
«intriganten» het woord is van een
Engelsch blad, wordt nl. rondgestrooid,
dat Duitschland den xusurper» steunt,
en zooveel angst heeft dit gerucht ver
spreid, dat reeds een aantal personen
voornemens zijn, zoo spoedig mogelijk
naar Indië terug te keeren.
Duitschlands optreden wordt in Zanzi
bar niet beschouwd als een bewijs van
vriendschap.
H. M. de Regentes is gister-voor
middag half elf van Soestdyk in de resi
dentie aangekomen ter opening der zit
ting van de Staten-Generaal. H. M. was
vergezeld van H. M. de Koningin en van
H. K. H. prinses Pauline van Wurtem-
burg, die sedert de vorige week op
Soestdyk logeert.
Aangezien ingevolge H. M. wensch geen
autoriteiten aan het station ter begroe
ting van H. H. M. M. aanwezig waren,
namen de vorstelijke personen dadelijk
plaats in de onder de koetspoort ge
reed slaande open hofberliner, waarmede
zij zich onmiddellijk naar het Koninklijk
paleis begaven.
Op het stationsplein stond een talrijke
schare vergaderd uit wier midden velen
de vorstelijke personen toewuifden.
De Koninklijke rijtuigen namen deu
weg door de Wagenstraten, Veenestraat
en Hoogstraat naar het paleis, alwaar
van den gevel onmiddelijk de standaard
vlag geheschen werd ten teeken van het
verblyf der Koninklijke familie in het
paleis.
Te half 12 beëedigde H. M. de Ko
ningin Regentes in tegenwoordigheid van
den minister van binneDlandsche zaken
de leden van de Eerste Kamer der Sta
ten-Generaal, die in de Staten-vergade-
ringen van Juli jl. zijn herkozen of be
noemd.
80)
Met welk eene geestdrift had zij van hem
gesproken, en Otto's voorhoofd rimpelt
zich bij die herinnering. Hij is blijde
daar Zondag te zullen etenhet is prettig
om eene oude vriendin terug te zien,
maar laat zij zich nooit verheelden dat
hij zijn tijd op nieuw aan haar verspillen
zal. Zonder twijfel is zij thans verdrietig
genoeg, dat zij haar kans op hem heeft
laten glipptn. Lady Desmond met een
huis in de stad, en twee buitenverblijven
met diamanten, en paarden, en elke
week van het jaar eene japon van »Worth»
om niets te zeggen van een goeden en
getrouwen echtgenoot, zooals Laura te
recht voorspeld had dat hij zijn zoude.
Weinig meisjes zouden er tweemaal over
gedacht hebben, zulk eene éénige posiiie
aan te nemen.
Terwijl Sir Otto zijn alleenspraak in
St. Jame's street voert, zijn twee schoone,
jonge meisjes verdiept in een gesprek in
Eaton Square, een gesprek, waarvan hij,
indien niet alleen, dan toch het voor
naamste onderwerp is.
Alice Courtland en Riette zijn groote
vriendinnen, maar ook al bestond er min
der gehechtheid tusschen hen, zij zouden
waarschijnlijk toch hun haar uitgeborsfeld
hebben bij elkander, alvorens zich ter
ruste te begeven. Dames blijven daaraan
altijd getrouw, hetzij in of buiten de ro
mans er ligt eene machtige betoovering
in, welke hun harten opent en hun lippen
ontzegelt, en waarvoorde mannen, geloof
ik, geen tegenhanger hebben, zelfs niet
in bun sigaren.
Riette had prachtig haar, lang, gegolfd
en welig geplant; het was schoon om
haar het kleine hoofdje achterover te
zien werpen, en de rijke massa terug
te zien gooien. Ik beef bij de gedachte
aan hetgeen Mrs. Fairstar van haar ge
zegd zoude hebben. Laura's sterkte ligt
Diet in haar lokken, maar zij heeft eene
handige kamenier, en al wat noodig is
om de natuur te hulp te komen, zoodat
niemand, in eene salon, Riette's meerder
heid zoude raden.
Eens (in de eerste dagen hunner ver-
eeniging) liet zij haar echtgenoot zich
ziek lachen, door op bare kleine, onschul
dige wijze, te zeggen: «Weet gij, lieve
Franky, ik geloof waarlijk niet dat fat
soenlijke vrouwen zulke hoofden met
haar hebben als Mrs. S. Allen. Indien
gij slechts nagaat in schilder-galerijen,
zijn het altijd Magdalena's en zulk soort
van vrouwen, die zulk eene groote, onna
tuurlijke menigte bezitten.»
Alice Courtland had zeer fraai, fijn,
zijde-aclitig haar, zoodat dit een treurig
vertoon naast dat van Riette maakte;
doch voor het oogenblik bestond er geen
ijverzucht tusschen die twee, en waren
beiden van harte bereid om elkanders
goede punten te zien en toe te geven.
Alice's trekken waren regelmatiger dan
die barer vriendin zij is grooter en heeft
eene veel indrukwekkender houding. In
derdaad, zooals Lord Ryvendale omtrent
haar had opgemerkt: «indien gij eene
vrouw noodig hadt voor statige gelegen
heden, om aan het hoofd van uw tafel
te zitten, om uwe familie-diamanten te
dragen, en om geheel hare positie op te
houden, zoudt gij niet beter kunnen doen
dan Alice kiezen. Zij zoude eene uitste
kende vorstin wezen, indien er niets
anders van haar gevergd werd dan te
glimlachen, te buigen, en vriendelijk te
kijken«Maar wat mij betreft,» voegde
bij er bij«tenzij ik een Turk of de
Keizer van China ware, en het mij ver
gund ware verscheidene bruiden op één
dag te nemen, zijn er weinig vrouwen,
die ik minder gaarne tot vrouw zoude
willen nemen. Verbeeld u de wittebroods
weken met haar!«
Alice heeft in het dagelijksche leven
meer te vertellen dan in gezelschap, eo
is volstrekt zoo dom niet als de meDSchen
wel meenen.
«Hebt gy ooit iemand zoo veranderd
gezien als Sir Otto?» vraagt zij aan hare
vriendin op het oogenblik zelf dat hare
kamenier de deur achter zich gesloten
heeft.
«Veranderd?» herhaalt Riette vragend,
sfschoon zij heel den langen avond aan
niets anders heeft gedacht als hoe schoon
en mannelijk Otto geworden is
«Hij was nog geheel een knaap, toen
ik hem het laatst zag,» gaat Alice op
hare langzame wijze voort: «Ik vond
hem toen zoo heel bizonder nietmaar
thaüs geloof ik niet dat er een schooner
mensch in LoDden is.»
«Lord Fairholme niet?» vraagt Riette
ondeugend, ofschoon zij verre is van
bem in haar hart bij Otto te vergelijken.
«O neen!» antwoordt Alice beslist:
«Maar Lord Fairholme is dan ook blond,
en ik houd niet van blonde manoen.
Maar natuurlijk,» (gaat zij met een klei
nen glimlach voort): «kunt gy Otto niet
evenzeer bewonderen.»
Riette voelt hoe de blos naar haar wan
gen stijgt, en haalt met een snelle be
weging der band een dichten sluier van
haar daarover heen, den schijn aanne
mende van ijverig te borstelen.
«Waarom zoude ik niet?» vraagt zij,
op eenigszins toornigen toon.
«O! wanneer twee mannen beiden
schoon zijn, maar als gij zeer veel van
den een, en niet bijzonder van den ander
houdt, wel, dan zal men natuurlijk den
eerste de voorkeur geven.»
Riette werpt haar lokken uit haar ge
laat terug en blyft met haar borstel in
de lucht staan. Zij weet waarlijk niet,
welke beschuldiging het beleedigendst is,
die van Lord Fairholme lief te hebben,
of die van niet veel van Otto te houden.
«Houd ik niet bijzonder veel van Otto I»
roept zij uit, tot het besluit gekomen
zijnde dat de laatste aanklacht de ergste
beleediging inhield: «en wy werden nog
wel opgebracht als broeder en zuster.
Well ik ben aan hem gehechtl»
«En toch hebt gij hem in bijna twee
jaar niet gezien,» merkt Alice sluw op.
«Dat komt, omdat hij na den dood
van den armen Sir George nooit meer
op Helmstone is geweest, de herinnerin
gen waren te smarterlijk
«Arme jonge man!» zegt Alic, met
een ondoordringbaar gelaat: «hij moet
zeer teerhartig zijn.»
Riette is overtuigd dat Alice meer