NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. wam ROMEO EN JULIA, Officiëele Publicatie. No. 80. Zaterdag 3 October 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. dertig cent. BUITENLAND. BINNENLAND. Plaatselijke berichten. F euilleton. Amersfoortsche Courant abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. aovertentien: Van 16 regels f 0,40 iedere regel meer B Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Voor d« lezers van de Nienwe Amerefeerlscbe Courant, Is, zoolang de voorraad strekt, de NIEUWE ROMAN door GEORGES OHNET, verkrijgbaar voor slechts De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Doen te weten, dat de Herwis of Jaarwarkt zal aanvangen op Maandag, den 26. October aanstaande, en eindigen op Zaterdag, den 31. dier maand; zul lende de loting voor Standplaatsen, voor- zooveel noodig, plaats hebben ten Raad- buize, op Woensdag, den 21. October e.k., 'e namiddags .te 1 ure. Marskramers,,liedjeszangers en straat muzikanten worden niet toegelaten. Amersfoort, den 30. September 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, de Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS, Een zware storm heeft Dinsdag de At lantische kust van Amerika geteisterd. Het schijnt dat hij zjjn oorsprong heeft gevonden in Georgia, daarna Noordwaarts is getrokken over een weg ter breedte van duizend mjjlen, die langs de Ooste lijke staten liep tot aan New-York en toen zjjn richting naar het Westen heeft ge nomen, het binnenland in. Het centrum was Woensdag te Michigan. Van New-Orleans af was de telegraaf niet te gebruiken, doch de gemeenschap wordt thans allengs hersteld. Berichten uit Savannah en Washington werden per trein naar de dichtst bij gelegen plaat sen gebracht en van daar over getele grafeerd, zoodat de bijzondei heden om trent het onstuimige weer eerst laat be kend zijn geworden en dan nog slechts zeer onvolledig. De grootste schade schijnt veroorzaakt te zijn in Savannah, waar minstens tien personen gedood moeten zijn. De daar aangerichte schade wordt op minstens een millioen dollars geschat; het spoor wegverkeer was geheel gestremd en de straten lagen vol puin. De storm duurde 21/, uur. De straten geleken na afloop een ruinede goederen loodsen van den spoorweg hadden schrik barend geleden van de overdekte markt was het dak weggeslagen. Te Brunswick zijn vier personen ge dood de aangerichte schade wordt op een half millioen dollars geschat. Ook in Pennsylvanië zijn groote ver woestingen aangericht. Op de lijn van den Pennsylvanië-spoorweg is van de brug over de SusquehaDna nagenoeg niets overgebleven dan de pilaien en een paar spanten. Deze brug, die éen en een kwart mijl lang was, heeft een millioen dollars gekost. Men kan een gevolgtrekking maken omtrent de kracht vsn den storm, als men weet dat stukken dezer brug over een afstand van een mijl werden weggeslingerd. Harrisburg is geheel van de gemeen schap met de buitenwereld afgesloten. Te Reading is een gebouw ingestorton der de puinhoopen werden twaal perso nen bedolven; eenigen hunner werden ernstig gekwetst, terwijl anderen den dood hebben gevonden. In elke straat te Washington werden boomen ontworteld; een huis van vijf verdiepingen is omver gewaaid. De stra ten waren bedekt met dakpannen en omgevallen schoorsteenen. Baltimore heeft weinig geleden; ook daar hebben echter enkele huizen hun dak verloren. Te Alexandria, in Virginia, zijn vier personen om het leven gekomen. New-York is echter gelukkig aan de algemeene verwoesting ontsnapt. Namens H. M. de Koningin is f 100 geschonken aan het fonds van weezen en ouden van dagen te Baarn. Onze Koningin heeft onlangs haar zeventiende levensjaar bereikt enden31n Augustus 1898 zal zij meerderjarig zijn en het bewind aanvaarden. Men kan dus met grond verwachten, dat haar verloving betrekkelijk spoedig zal worden afgekondigd. Op dezen grond herhaalt het Familie blad de vraag, die in 1890 werd gedaan en daarna van de orde verdween dient de wetgever niet bijtijds te zorgen voor een zoodanige aanvulling der bepalingen van het Bui-gelijk Wetboek, dat ook ten aanzien der burgerlijke rechten van den Prinsgemaal uitzonderingsbepalingen in het leven worden geroepen? Het spreekt vanzelf zegt het blad dat men deze vraag al aanstonds geheel los dient te maken zoowel van den per soon des Prins-gemaals, die eenmaal in Nederland zal bestaan, als van feitelijke vrees voor gevaarlijke toepassing der strenge artikelen van het Burgelijk Wet boek. Volgens deze toch staat dit vast: de gemaal der Koningin zou het hoofd der gemeenschap zijn; zou «gehoorzaam- heidi van zijne gade kunnen vorderen; zou kunnen eischen, dat de kinderen van het vorsteljjk huwelijk allereerst zijn naam en zijn titels voerden, naast die dan, welke de Grondwet aanwijst. Hij zou zich kunnen beroepen op het recht, hem ge geven om zijne gade daar te doen ver toeven «waar hem dit goed dunkt. Het Familieblad acht gewenscht, dat deze regeling, zoo noodig bij afzonderlijke wet, met spoed worde voorbereid. In eene vergadering van het hoofd bestuur van het Genootschap voor land bouw en kruidkunde te Utrecht is be sloten, in het einde der maand October of begin der maand November a.s. eene buitengewone algemeene vergadering der leden van het genootschap bijeen te roepen, ter bespreking van het al of niet wenschelrjke, gelegen in protectie van den landbouw. Tot voorlichting zjjn twee deskundigen gevraagd, die deze taak welwillend op zich hebben genomen. Voor eenigen tijd betoogde prof Schlege), dat het belang van Engeland, Frankrijk en Rusland medebracht, dat de Japanners van Formosa werden ver dreven. Volgens hem zouden die Mo gendheden er geen bezwaar tegen hebben om het af te staan aan een neutrale Mogendheid, rnet name Nederland, dat eveneens groot belang er bij heeft, dat Formosa niet aan Japan behoort, omdat Japan ook ODze Oost-Indische bezittingen bedreigt. Met het oog op dien toestand, nu For mosa aan Japan is afgestaan, roept de hoogleeraar Schlegel de koloniale Mogend heden «te wapent, om het weder aan de Japanners te ontrukken. «China, zegt hjj, geeft niet veel om Formosa, daar het eerst, ten gevolge van Koxinga's rooftochten, onder deze dynas tie ingeljjfd werd maar alle Formozanen verlangen reikhalzend weder naar het Nederlandsch bestuur. In 1810 reeds zeide mij een Chinees, die lange jaren secretaris van den Taotai of gouverneur van Tai-wan-foe in Formosa is geweest: «Geef mij 400 Hollandsche soldaten, en ik verover Formosa weder voor de Hol landers; en dezer dagen nog ontving ik een brief van een mijner leerlingen uil Emoi, waarin hij mij o. a. schreef :t «Op Formosa schijnen de Chinezen steen en been te klagen over de Japanners. Mijn meester is geboortig uit Formosa, en laat mjj af en toe brieven lezen Mijn meester wil altijd hebben, dat de Hollanders de Formozanen moeten helpen.» «Ik begrijp wel, dat Nederland alleen geen oorlog tegen Japan zal ondernemen. Maar als het zich met Engeland, Rusland en Frankrijk vereenigt, teneinde de Japan ners uit Formosa te verdrijven, zal het zichzelf en zijne koloniën tegen de ver dere uitbreiding van Japan naar het Zuiden en dus naar onze koloniën beveiligen. Waarschijnlijk zullen de groote Mogendheden er geen bezwaar in zien, met het oog op de den Hollanders zoo vriend schappelijke gezindheid der Formozanen en onze oude historische rechten op het bezit van Formosa, dit schoone en vrucht bare eiland aan een neutrale Mogend heid als de onze af te staan. Wij zullen dan oogsten hetgeen onze dominees en school-onderwijzers een paar eeuwen ge leden daar gezaaid hebben. Dit zaad is niel verstikt en zal welig opgroeien wan neer Formosa weder onder ons bestuur komt.ir Het Vaderland ontraadt onze Regee ring gevolg te geven aan dien wenk van den hoogleeraar, om tot de avontuurlijke politiek te besluiten. Vooreerst omdat onze financiën er erg onder zouden Ijjden. maar ook omdat zulk een veroverings politiek, voor ons kleine land, dat waar lijk aan zijne tegenwoordige koloniën genoeg heeft, niet mag worden aanbe volen. Het Vad. keurt het sterk af, dat het Dagblad, hetwelk bovenstaande beschou wing van professor Schlegel overnam, ons land aanzet tot een oorlog tegen een bevriende Mogendheid. Een inwoonster van Utrecht, Mej. H. H. Muller, wonende ten huize van hare nicht mevr. de wed. Vincent, Weerdsin- gel, vierde deze week te midden harer talrijke familieleden en vrienden haar lOOsten verjaardag. De krasse 100-jarige verheugt zich in eene goede gezondheid en is nog in het volle bezit harer vermogens. De buren gaven door het uitsteken der vlaggen blijk van hunne belangstelling. De loting voor den dienst der Nationale Militie lichting 1897 is bepaald op Dins dag 3 November voor hen wier geslachts naam begint met de letters A tot E en op Woensdag 4 November voor hen wier geslachtsnaam begint met de letters F. tot Z. Het aan de afdeelingen van den Gemeenteraad verzonden praeadvies van Burgem. en Weth. in zake de rioleering van de Korte Bergstraat en den Vlas- akkerweg luidt als volgt; Het D. B. stelt voor, die rioleering te doen bewerkstelligen en de kosten daar van op f 9600 begroot, uit een aan te gane geldleening te voldoen, doch daar toe niet over te gaan alvorens de eige naren van bedoelde perceelen als bijdrage in de kosten een bedrag van f 20 voor iedere woning in de Gemeentekas hebben gestort, als blijk, dat de behoefte aan die rioleering werkelijk beslaat, die naar het oordeel van B. en W. meer in het bijzonder zal moeten dienen om de be woners dier perceelen in de gelegenheid te stellen hun menagewater te loozen. De tot majoor bij het 5e regiment infanterie benoemde kapitein van het re- 86) «O, vindt gij haar afschuwelijk, ja?* vraagt hare vriendin. «Slechts voor zoo verre het Sir Otto betreft,c antwoordt Alice kalm: «voor hel overige schjjnt zij zeer lief en mooi.* Zij hebben de balzaal betreden. Riette is stralend van vreugde; de bloemen, de muziek, het licht, boeien haar zinnen, zjj zweeft op lucht. Een kennis uit Soutshire vraagt haar voor den eersten dans; in het midden daarvan ziet zij Otto de zbbI binnenkomen. Hij ziet er zeer goed uit én is in de beste stem ming; het hart van het meisje klopt van vreugde b\j de gedachte dat zij den vol genden dans met hem zal doen. Zij is zeer blijde dat voor ditmaal hare gene genheid voor hem gezegepraald heeft over haar hoogmoed en dat zij er in toegestemd had met hem te dansen. Hij heeft baar afgehaald; hij buigt zich tot haar over en fluistert: «Riette, gjj ziet er bepaald lief uit.« Zij glimlacht, terwijl zij hem in het gelaat ziet en zich kinderlijk gelukkig over zijne loftuiting gevoelt. «Vindt gij dat?« zegt zij verlegen. Indien het lot nu zoo vriendelijk ware geweest door tusschenbeiden te treden met Mrs.' Fairstar een aanval van gal, of een roode vlek op haar bekoorlijk neusje te geven, of haar, op welke wjjze dan ook, van dit bal terug te houden, dan weet ik duidelijk wat er gebeurd zoude zijn. Otto en Riette hadden samen gedanst; de muziek zoude zich door hun aderen hebben verspreid en hun jeugdig» bloed hebben betooverd; hun oogen zouden elkander ontmoet hebben in we- derzijdsche verrukking en vertrouwelijk heid, en de liefde zoude iu minder dan een oogwenk een gloeiend vuur in hun hart hebben ontstoken. Otto zoude Riette gevoerd hebben naar dien flauw verlich ten schuilhoek op de trappenhij zoude tot haar gezegd hebben: «Mjjne lieve ling, meer dan ooit heb ik u lief, wees niet hardvochtig I zeg mjj dat gjj zult beproeven van mij te houden,* en ver blind, en ontdaan van al haar hoogmoed door de betoovering van het uur en der omgeving, zoude Riette bekend hebben «Mijn hart behoort u toe. Ik houd veel meer van u, dan ik ooit van Char lie deed; beloof mij slechts één ding, om die afschuwelijke vrouw op te geven, en haar nimmer op nieuw toe te spreken.* Otto zoude het haar terstond beloofd hebben, en dan, zoo er geen nieuwsgie rig oog in de nabijheid was geweest Maar dit is echter slechts wat had kunnen gebeuren. Wat werkelijk plaats heeft is als volgt: Op het oogenblik zelf, waarop Riette haar trouwe, gelukkige oogen naar Otto opheft en verlegen zegt; «Vindt gij dat?* komt Mrs. Fairstar als eene booze of schoon in de gedaante eener goede loo- vergodin, geheel in zachte wolken van wit gehuld en overdekt met paarlen en diamanten, de zaal binnen en bemerkt de blikken van den jongeling. De muziek zal juist beginnen; nog een oogenblik en Otto's arm zal om Riettes middel liggen. Maar voordat het zoover komt, staat Mrs. Fairstar achter hem en fluistert; «Otto I" Het wordt niet zoo zacht gefluisterd of Riette vangt het op, zooals Mrs. Fairstar ook volkomen heeft gewild. In één oogenblik is haar gelaat vuurrood, haar hart trilt van toorn, en zij laat haar vertrouwelijken steun op Otto's arm los. De jonge man keert zich om, hij zoude de schoone Laura waarlijk voor het oogen blik ergens anders wenschenmaar hij is altijd hoffelijk voor eene vrouw. «Otto, ik moet u terstond spreken. Maak de eene of andere verontschuldiging en verlos u zeiven van uwe dame!* En terwjjl Otto, geheel verward, niet weet wat te zeggen of te doen, laat Riette hare hand van zijn arm los, en vlucht naar Lord Fairholme, die juist is binnengekomen en dicht bij hen op den drempel staat. «Neem mij voor een minuut mede naar buiten!* hijgt zij: «Ik ben zoo verhit.» En zij heeft waarlijk zulk een opge wonden, vuurrood gelaal, dat Lord Fair holme niel afwacht dat hij haar onder vraagd heeft, maar terstond hare bede opvolgt, en haar naar diezelfde plaats geleidt, waar, later op den avond, indien ik mijn zin had gehad, Otto zijne lief desverklaring voor haar gewillige, kleine, vuurroode ooren zou hebben uitgestort. >01 hoe blijde ben ik dat ik u daar zag!* hijgt zij, als hij zich naast haar nederzet, na haar te vergeefs gesmeekt te hebten wat water, ijs, champagne, of iets anders voor haar te mogen halen. «Welnu, wat is er gebeurd?* vraagt hij op goedigen, vriendschappelijken toon want hij houdt veel van dit onschuldige, kleine landmeisje. «Ik ben zoo beleedigd geworden,* zegt zij, nauwelijks in staat om haar tranen te bedwingen. «Beleedigd I* herhaalt hij, terwijl eene plotselinge warmte zijn aderen doortrilt, daar hjj gevoelt dat hij waarschijnlijk voor het einde van den avond iemand neer te vellen of met zjjn rjjziveep te slaan zal hebben: «Wel, ik meende zeker u met Desmond te zien?* «Die vreeselijke vrouw stottert Riette. Lord Fairholme haalt weder adem, en glimlacht. «Eene vrouw?* zegt hij: «Wel, wat kan eene vrouw u ter wereld gezegd of gedaan hebben in eene balzaal?* Riette heeft volstrekt behoefte aan een vertrouweling, en heeft Lord Fair holme haar zijn eigen leed niet mede gedeeld? Zij doet dus aanmechlig het afgrijselijk verhaal, «Wij zouden juist beginnen; zij kwam achter hem staan; zjj noemde hem Otto, en zeide hem dat hjj van mjj af moest komen en dat zij hem terstond spreken wilde.* Lord Fairholme kon ternauwernood een glimlach weerhouden. De vreese- lijkste afschuwelijkheid kon niet verteld zijn geworden op trillender toon of met meer ontzettender gloed. Hij kan zeer gemakkelijk vermoeden, wie zij is, en krijgt den indruk van dit

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1