NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. ImT No. 85. Woensdag 21 October 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. BUITENLAND. Feuilleton. Amersfoortsche Courant abonnementsprijs: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. .T. SLOTHOUWER. Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel meer 5 Cent. Advcrtentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend ftroote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Koninginnen zullen Donderdag middag 4.54, locale tijd, te's-Gravenhage terugkeeren. Te Deventer bestaat het voornemen om op den dag der troonbestijging van H. M. koningin Wilhelmina'een monu mentale fontein te onthullen. De minister van oorlog heeft bepaald dat de luit.-generaal Van Helden, uiterlijk 20 Oct. zijn bevel en het gouverneurschap der residentie zal overgeven respectieve lijk aan den generaal-majoor Doorman. Men schrijft uit den Haag De onverwachte pensioneering, niet op verzoek, van den luit.-gen. Van Helden heeft algemeen de aandacht getrokken. Ofschoon ook zaken van minder belang schjjnen medegewerkt te hebben, wordt toch algemeen de ware oorza >k gezocht in de ontevredenheid van den min. van oorlog over verscheidene voorvallen met officieren der cavalerie, zoowel tu als buiten dienst, welke voorvallen volgens den minister zouden getuigen vnn een mioder goeden geest onder het officiers korps, waaronder de generaal nu reeds langer dan '10 jaren onafgebroken als inspecteur het bevel voerde. Een wenk om pensioen te vragen schynt wel gegeven doch niets te zijn opgevolgd. Het Nationaal Congres van Handels- en Kantoorbedienden zal op 24 en 25 November a. s. te Utrecht plaats hebben Als punten ter behandeling zijn aan genomen. 1. Vorming Nationaal pensioenfonds. 2. Oprichting van een algemeen Bureau tot plaatsing. 3. ZittiDg van den Handels- Kantoor- en Winkelbediende in de Kamers van arbeid. 4. Zondagsrust. 5. Vervroegde winkelsluiting. 6. Weduwe- en Weezenfonds. 7. Staatstoezicht op den arbeidsduur en de localiteiten. 8. Bespreking over de vrouwelijke Han dels- en Kantoorbediende. 9. Vorming Nationale Bond. 10. Algemeene examens. Aan de »N. R. Ct." werd uit Batavia geseind Van gouvernementswege wordt bericht, dat verspreide benden in de XXII Moekims tusschen Mampreh en Biloel tot diep ir, het gebergte vervolgd werden. Alle kam pongs en sterkten werden verbrand en verwoest. De vijand leed vrij zware verliezen. De »N. R. Ct." schrijft naar aanleiding dezer berichten: Het terrein, waarop nu geageerd werd en waaruit onze vroegere post te Biloel menigmaal werd verontrust, ligt aan den voet en tegen de steile hellingen van het 90Ö meters hóoge gebergte, dat de vallei ten zuidoosten van Biloel en ten zuiden van het beruchte Lamkrak afsluit. De actie in dit met lang gras en struiken begroeid, steil hellend, rotsachtig terrein is zoo afmattend, dat van de 200 man schappen, die daar in Maart 1879 onder kapitein Schoggeis tot 300 meters hoogte een tocht ondernamen, meer dari de helft den volgenden dag onbekwaam waren om opnieuw uit te rukken. De vijand wordt dus wel krachtig ver volgd, zells tol in zijne bijna ontoegan kelijke schuilhoeken. Om te voorkomen, dat de guerilla benden zich opnieuw organiseeren en ons te machtig worden, zooals na de verovering der vailei door generaal Van der Heijden plaats vond, zal er van onze mobiele colonnes in de drie sagi's wel nog menigmaal groote krachtsinspanning moeten worden ge vorderd. Aan den Raad der. gemeente Baarn is door de heeren Hofstede Crul, inge nieur te Borne, en J. W. Fransen van de Putte, te Baarn concessie aangevraagd tot het aanbrengen van electrische ver lichting in de gemeente en hel spannen van draden langs gemeentewegen. Bij het spoorweg-ongeluk bij Har derwijk Zaterdag is een persoon gedood, dit is de pakmeester Gunther; de con ducteur Wilschut is zwaar verwond en wordt te Hardei wijk verpleegd. De hoofd conducteur van Rooy, die zeei ernstig verwond werd, is, zooals wjj reeds me dedeelden, naar Utrecht vervoerd, de toestand der beide verwonden is zoo, dat men hen in het leven hoopt te houden. Het ongeluk schijnt veroorzaakt door een defect aan het onderstel van den bagagewagen; het middelste der drie paar wielen raakte los en werd later in den grond gedrongen, teruggevonden. De waggon volgde op den verbrijzelden goederenwagen, liep uit de rails en viel op zijde; er zaten drie officieien in die te Harderwijk beëedigd moesten worden; gelukkig kwamen zij er met eenige blauwe plekken af en konden zij met behulp van een ladder hun lijdelijke gevangenis verlaten. Het is te verwonderen, dal het ongeluk zoo betrekkelijk gelukkig is afgeloopen; was de trein in volle vaart geweest, dan ware de ramp niet te over zien geweest. De dienst langs het sta tion Harderwjjk ondervond den geheelen Zaterdag vertraging; Zondag was de baan weer geheel vrij. Men schrijft ons Scheen het aanvankelijk alsof de Loos- drechtsche petroleuinbron alleen gevoed werd door lekolie nu er reeds zulk een geruimen tjjd verloopen is sedert de ontdekking, de put meermalen geheel geledigd werd en de toevloed toch blijft aanhouden, begint het gevoelen meer en meer veld te winnen, dat de winkelier Kuiper werkelijk een oliebron heeft ont dekt met krachtig brandende en veel hitte gevende olie. De olieachtige vloeistof wordt nader scheikundig onderzocht, terwijl het voor nemen bestaat binnenkort tot boring over te gaan. Volgens verklaring van den eigenaar neemt de olie toe eD het water af. De Volksstem betoogt in een uitvoe rig hoofdartikel, dat de veelbesproken artikelen van Unitariër in het Hbl waar over verschillende bladen 't zoo druk hebben gehad, niets anders dan een my stificatie zijn. Na dit op verschillende gronden te hebben aangetoond, schrijft het blad: Mijn waarde liberalen trekt u dit zotte ding verder niet aan. Men heeft u voor deti mal gehouden, anders niet. Na liet Oera-Linda bok, een historische mystificatie, is de Julia gevolgd, een let terkundige mystificatie, en nu eindelijk zitten wij met de Liberale Partij, een politieke mystificatie (niet de partij zelf, die is reëel genoeg, maar de artikelen in het Handelsblad), een kostelijke ui ziedaar alles. Maar wie heeft dan de wereld zoo gefopt vraagt ge? Of wij dat dok weten? De schrijver is een radicaal, een radi caal met de geschiedenis der politiek ver trouwd en bovendien een man geneigd tot snakerij, dat is duidelijk, nietwaar? Nu, wij kennen wel iemand, die tot het samenstellen van zoo iets in staat zou wezen. Het Handelsblad zal nog niet willen klappen en wjj dienen dus ook de bescheidenheid te betrachten. Het ophef fen van zulk een geheim vordert eenigen tijd. De Frankfurter Zeitung ontvangt een telegram uit Madrid, waarin niet gunstig wordt geoordeeld over den toestand op de Philippijnen en dat Ijjnrecht staat tegenover het bericht van den correspon dent der New-York llerald, die be weerde, dat de Spaansche retreering op zettelijk den toestand op de Philippijnen overdreef, om de aandacht van het publiek af trekken van Cuba. De regeering heeft, zegt de bericht gever van het Duitsche blad, den toestand op de Philippijnen zóó optimistisch ge schilderd, dat het onderdrukken van den opstand algemeen als kinderspel werd beschouwd. Men beweerde, dat de opstan delingen slecht gewapende halve wilden waren en bij het eerste treffen met de Spaansche troepen het hazenpad zoudeD kiezen. De gouverneur-generaal, de heer Blanco, meldt daarentegen, dat de Spaan sche colonnes, die in de provincies Ba tanges en Cavito wilden binnen dringen, met niet onbeduidende verliezen waren teruggeslagen. Blanco leidde in persoon de operaties en keerde zoo spoedig mogelijk naar Manilla terug, waar de toestand zeer ge vaarlijk schijnt. De opstandelingen hebben de stad Talisay, die van zeer groote stra tegische waarde is, ingenomen. Blanco beschikt over slechts 8000 Spanjaarden. Versterkingen zijn dringend noodig. Bijna de gansche pers acht den toestand even critiek als op Cuba en verlangt onstuimig het terugroepen van generaal Blanco, die tot op het laatste oogenblik niets scheen bemerkt te hebben van het voorbereiden van den opstand en bij zijn eerste tref fen reeds een nederlaag leed. Er zijn te Napels drie losgelaten gevan genen van koning Menelik aangekomen. Zij verhalen, dat zij na hunne gevangen neming goed behandeld werden. De Abys- siniërs wilden namelijk geen ingemaakte spijzen en openden de blikjes enkel om ze als huisiaad te gebruiken. De inhoud werd aan de Italianen overgelaten. Ook de wijn mochten dezen uitdrinken, daar men de vaten voor watertonnen wilde ge bruiken. Handen vol bauknoten kon men voor een zilver- of koperstukje koopen. Gevangenen, die geld bij zich haddeD, hebben honderden aan bankbriefjes ge kocht voor wat kopermunt. De Paus heeft naar de Standard uit Rome verneemt den sultan een in krach tige bewoordingen vervatten brief ge schreven, waarin hij hem in den naam Gods bezweert een einde te maken aan de Christenvervolging. De brief werd door mgr. Bonetti, den apostolischen gedele geerde, naar Konstantinopel gebracht. De sultan kon een audiëntie niet wei geren, maar ontving hem met in 't oog loopende koelheid, en behield zich het antwoord op den brief voor. Wat de ondersecretaris van het Engel- sche ministerie van buitenlandsche zaken, Curzon, Woensdag te Glasgow gezegd heeft, had de Time» in haar nummer van Dinsdagochtend reeds verzekerd, dat nl. de expeditie naar Khartoem slechts uit gesteld, niet afgesteld is. De financieele quaeslie was voor schorsing der expe ditie wel de voornaamste overweging geweest, schreef het City-blad. Zoolang de Engelsche regeering niet wist, wat de rechtbank te Cairo over de vraag, of de expeditie uit de schuldkas mocht bekos tigd worden, zou beslissen, kon zij moei lijk tot voortzetting der expeditie beslui ten. Maar de heeren rechters te Kaïro moeten niet denken, zegt de Times ver der, dat zij het in hun hand hebben de expeditie tegen te houden, als de Engel- 91) Somtijds bracht Mr. Carlton een of twee vrienden van zijn eigen geslacht ten eten mede, en om hem genoegen te doeD, was Viva gedurende den maaltijd aan wezig, en praatte zij met iets harer oude bekoorlijkheid en vriendelijkheid. Zij was vol toewijding voor haar kind, en het was zonderling te zien, hoe zacht en ge hoorzaam deze heerscnzuchtige, jeugdige dwingeland jegens zijne moeder koD wezen, die hij aanbad. Misschien hadden Fletcher en Désirée in zijn jeugdigen geest het denkbeeld vastgeprent, dat hij »mama niet mocht bedroeven.c Hoe het ook zjj, hij onderdrukte zijne tirannie in bare tegenwoordigheid met eene zelf- beheersching, welke verbazend was in zulk een jong kind. Evenwel stelde hij zich volkomen schadeloos daarvoor, door zjjn twee slaven met een ijzeren roe te regeeren, en zijn oudoom op den koop toe. Wanneer men dezen jeugdigen alleen heerscher in het vermetel, opgeruimd gelaat zag, zoude niemand gedroomd hebben van een onwettigen slagboom bij den aanblik van de hulde, welke hem zijn wachters bewezen, had men hem erfgenaam van een hertogdom kunnen wanen. Désirée was nog altijd kamenier en kindermeid; welke juiste betrekking Flet cher in de huishouding bekleedde, ware het moeilijk geweest met nauwkeurigheid te bepalen, daar er nevens hem een bot telier en huisknecht waren, en Mr. Carl ton er zeer op gesteld was, zelf alles na te gaan. Vertrouwd bediende zijner mees teres slaaf, knecht en speelmakker van Mr. Bertie Carlton; wat hij ook zijn mocht, Viva verklaarde altijd, dat hij de nuttigste persoon des huizes was, en degeen uit alle anderen, zonder wien zij het met geen mogelijkheid zou kunnen stellen. Hij was steeds getrouw aan zijne gehechtheid voor Désirée, eD herhaalde van tijd tot tijd zijn huwelijksaanzoek. Zelfs Viva was op Flechers hand, en merkte op dat zij nog als man en vrouw in haar dienst konden blijven, maar Dési rée trok de lippen slechts op en zeide, dat er altijd nog tijd was, en dat zij er eens over denken zoude nis Monsieur Bei tie een groot jong heer zou zijn ge worden en zijn arme Zirée niet langer behoefde. In spijt van Viva's verbod had Lord Fairholme haar uitgevonden. Hij had meer gedaan; hij had zelfs Mr. Carlton in zijn belang gewonneD, en hem over gehaald zijne zaak te bepleiten. Maar Viva was vastbesloten. Nimmer op nieuw wilde zij een sterveling haar echtgenoot noemen; haar hart was verdeeld tusschen haar kind en haar godsdienst. Haar leven was verloren gegaan, en nimmer op nieuw zoude zij zich wagen buiten die rustige haven, waar zij haar anker had neder- geworpen, hoe schoon ook de belofte mocht wezen van zee en hemel, die haar poogden te verlokken. Hij mocht komen om haar somtjjds te zien, als haar vriend, indien hij alle andere gedachte of hoop omtrent haar liet varen. Zoo niet, dan deed hij beter met weg te blijveD. En als de meesten zijner lotgenooten den kende dat één vogel in de hand beter is dan tien in de luebt, bleef de jonge rnan op den voet, dien zij voorschreef, en juist, omdat zijne liefde zoo hopeloos was, werd gansch zijn hart aan haar verbon den, en vond hij geen aantrekkelijkheid meer in het bijzijn van andere vrouwen. Hij was een groot gunsteling van Ber nard Carlton en wat Bertie aangaat, deze vond hem verrukkelijk, niet alleeD, vrees ik, om zijn eigentwil, maar door de me nigte geschenken en lekkers welke altijd zjjn bezoeken vergezelde. Geen enkele maal was Lord Ryvendale tusschen Viva en hem genoemd gewor den; nooit was er gezinspeeld op het verleden, voor zoover dat hem betrof. En getrouw had Lord Fairholme het ge heim van Viva's woonplaats en zijne ge regelde bezoeken aan haar gehouden.Het was eene vreemde samenloop van om standigheden dat hij in beide huizen een geliefkoosd gast was, zoowel op Ryven dale als in de oude, roode woning, waar mevrouw de Feuil eene schuilplaats had gevonden. Het was meer dan eens ge beurd dat hij terstond na Alsager gezien te hebben, tot Viva was gegaan, en toch had hij bij geen van beiden den naam van den ander genoemd. Lord Ryven dale had opgehouden aan hern te denken als aan een mogelijken zwager; hy wist dat hij het slachtoffer was eener geheim zinnige, rampzalige teederheid, maar droomde geen oogenblik, wie er het voorwerp van was. Op dat ééne punt bleef George Fair holme de meest gulle, openhartige man ter wereld, een volslagen stilzwijgen be waren. Maar toch, ofschoon Lord Ryven dale niet langer plannen omtrent hem koesterde, was zijn bijzijn hem lief, ter wille hunner oude vriendschap. Bij tijden sprak Alsager met hem over de dagen van voorheen, en ofschoon hjj het niet ronduit bekende, wist Lord Fairholme, dat hij Viva bitterlijk betreurde. Hy kwam telkens terug op haar jongen, nadat zjjne eigen hoop op een erfgenaam zoo droevig was teleurgesteld. Hy was vader, maar vader van wat? Van een arm, klein, mismaakt meisje, dat slechts één zweem van verstand of liever gezegd van instinkt scheen te hebben, zich aan hare moeder te hechten. Ed men gaf hem geen hoop dat hij ooit een ander kind zoude hebben, zoolang zjjne tegen woordige vrouw leefde. Ter wille van Viva zoude Lord Fairholme er toe ge neigd zjjn geweest, om een afkeer te voeden voor de vrouw, welke haar van al hare levensvreugde had beroofdmaar wie kon Osylh zien en maar ééné on vriendelijke gedachte tegen haar koeste ren! Zy was zoo lief, zoo geduldig, zoo onderworpen; zij droeg hare zware be proeving met zulk eene engelachtige zachtzinnigheidnooit ontrolde eene enkele preveling van ongeduld hare vrien delijke lippen, omtrent haar groot leed. Vaak, als hij haar met haar arm kindje zag, werd de jonge man genoodzaakt zich af te wenden om de tranen te ver bergen, die zich naar z^n oogen drongen. Ware het kleine wezen het schoonste kind geweest, dat ooit het hart eener moeder vei bljjdde, dan nog kon hare

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1