NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 93. Woensdag 18 November 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. BUITENLAND. F euilleton. Amersfeortsche abonnementsprijs Per 3 maanden f 1.—Franco per post door hei gebeele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 i ent, Ingezonden 9tukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G .T SLOTHOUWER. Amersfoort. aovertentien: Van 1 6 regels f 0,40 iedere regel ineer 5 Cent. Ad verten tien viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend Droote letters en vignetten naar plaatsruimte. Naar het schijnt, woiden neg steeds hier en daar plannen gemaakt of com missies benoemd ten doel hebhpiide het bijeenbi engen van gelden voor een ge schenk of huldeblijk aan H. M. de Ko ningin bij H. D. inhuldiging. Van zeer bevoegde zijde vernemen wij, dat nu Hare Majesteit evenwel baar ver langen heeft te kennen gegeven geeoe geschenken of huldeblijken van stoffelij- ken aard bij gelegenheid van haar meer derjarigheid en inhuldiging te ontvangen, de geschenken of huldeblijken, die des niettegenstaande mochten worden aan geboden, beslist zullen worden geweigerd. Hoe hoog de Koningin de gevoelens moge waaideeren, waai aar. men uiting wenscht te geven, eischl toch natuurlijk de billijkheid, dat op het door Hare Majes teit geDomen besluit geenerlei uitzonde ring woide gemaakt. Volgens een Reuter-telesram be zochten de Koningin en de Koningin- Regentes Zaterdag het klooster der Grande Chartreuse. Op den terugweg reden zij door Grenoble waar de nnaire hasr wel kom heette. De Koningin antwooidde, dat zij zeer getroffen was door de ont vangst en dat zij bet betreurde niet lan ger in deze schoone streek te kunnen verwjjlen. Daarna keerden de Koninginnen naar Aix-les-Bains terug. Volgens een telegram uit Aix-les-Bains aan de Petit Bleu zullen H. H. M. M. onze Koninginnen, zich 20 November naar Milaan begeven, vervolgens naar Venetië, en eindelijk naar Pallanza, waar zjj tegen het einde dezer maand zullen worden verwacht. Met 1 Dec. a. s. komt een gewijzigd tarief en voorwaarden in werking voor de goedkoope uitstapjes langs de lijnen der Hollandsche spoorweg en enkele tram wegen. De wijzigingen zijn hoofdzakelijk Het vervallen van de tramlijnen tus- schen Harlingen, Sneek, Heereoveen en Drachten. Het opnemen van de gemeenschappe lijke lijnen: Rotterdam, Utrecht, Amers foort; Nijmegen, Venlo en Hengelo, En schedé. Onder de stations, waar <le plaul biljetten voor deze uitstafjes worden af gegeven, zijn thans ook opgei omen: Roosendaal, Oudenbosch, Zevenbergen, Lage Zwalnwe, Rotterdam (Beurs), Rol- teidam (Maasj Guuda, Woerden, Utrecht C. S., Cuijk, Boxmeer, Venray en Venlo. De nieuwe bepalingen voor het ver- kiijgen dezer biljetten worden tijdig aan alle stations, bestelhuizen en informatie- kantoren der Maatschappij verkrijgbaar gesteld. Verschillende leden van de Tweede Kamer hebben bij het onderzoek van het Wetsontwerp tot invoering van den wettelijken tjjd, de noodzakelijkheid be twist om in den bestaanden toestand der tijdregeling verandering te brengen. En wat de keuze van den in te voeren tjjd betreft, zagen vele leden liefst den Am- sterdamschen tijd als wettelijken tjjd ingevoerd. Eet: aantal leden verklaarden zich voor den Greenwichtijd, terwijl vele leden voorstanders waren van den door de Regeering voorgestelden Midden-Europee- schen tijd. De heer Johs. Pierson, een zoon van ds. Pierson uit Zetten, is opgetreden als consul-generaal der ZuiU-Afrikaansche Republiek te Parijs. Gisteren 17 November wapperde de nationale vlag van verschillende torens en openbare gebouweD in den lande, ter herinnering aan Nederlands onafhanke lijkheid. Bij een schietbaan voor het r.ieuwe geweer rekent men de onveilige strook breed 750 M. rechts en links van den schutter en 4500 M. diep. Voor een modern schietkamp rekent men noodig te hebben eene breedte van ruim 1 uur en eene diepte van ruim l'/2 uur gaans. De werkzaamheden op het wrak van de indertijd bij Terschelling gestramde Lutine zijn voor dit jaar weer geëindigd. Evenals vorige jaren is het zoeken naar goud- en zilverstaven, die men vermoedt, dat daar nog berustende zijn, tevergeefs geweest. Slechts een kanon en enkele goud- en zilverstukken zijn dit jaar opge haald. Of er het volgend jaar opnieuw kapitaal te vir dei- zal zijn om de naspo- titigen te hervatten, wordt betvvtjleld. De Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in de provincie Noord- Holland heeft aan de Koningin Regentes een adres geiichl, waarin verzocht wordt orn intrekking van de bestaande Zondags wet var. 1815. In dat adres wordt herinnerd en betoogd: dat de bepalingen van genoemde wet evenzeer als die van elke andere wet, waarvan de uitvoering aan den Burge meester als hoofd der politie is opgedra gen behooren te worden gehandhaafd, en er geen reden kan bestaan om ten opzichte van de Zondagswet te dien op zichte eene uitzondering toe te laten I dat echter de maatschappelijke omstan digheden sedert de invoering der Zondags wet in het jaar 1815, zoodanig zijn ver anderd en gewijzigd, dat eene strenge doorvoering van alle voorschriften dier wet heden ten dage niet meer mogelijk kan worden geacht en zeer zeker tot on overkomelijke moeilijkheden aanleiding zou geven dat mitsdien het hoofd der gemeente wordt geplaatst voor de keuze om, óf met de handhaving der Zondagswet de hand te lichten en toe te zien, dal zij voort durend wordt 'overtreden, óf, krachtens den eed bij de aanvaarding van zijne be trekking afgelegd, zijn plicht doende en de wet gestrenglijk handhavende, in de gemeente moeielijkheden in het leven te roepen, waarvan de gevolgen wellicht niet te overzien zijn. De vereeniging meent, dat het niet op haren weg ligt wenken omtrent het ont werpen van wetten te geven en onthoudt zich daarom van de beantwoording van de vraag: in hoeverre het werischelijk is de oude wet door een nieuwe te doen vervangen. Eenigen tijd geleden deelden wij mede dat Jaap Eden in strijd met alle vroegere berichten, dit jaar nog wel degelijk op schaatsen denkt uit te komen. In aansluiting hieraan kunnen wij thans rog vermelden dat van bevoegde zijde pogingen wotden aangewend Eden te bewegen tri het Wereld-kampioenschap ons land te verdedigen. Heden wordt te Rotterdam een huwelijk gesloten, waarbij het bruidspaar en de getuigen per rijwiel naar het stadhuis zullen gaan. Het paar gaat per tandem. Te Haarlem kregen, naar het N. V. d. D. meedeelt, verleden weel. twee jongelieden van 15- en 16-jarigen leeftijd twist, en blijkbaar over een zeer leedere zaak. Tenminste, weldra zond de een den ander zijn secondanten, en er werd bepaald, dat het tweegevecht op het lange pistool zou gehouden worden. Op den bepaalden dag en het vastge stelde uur begaven de heeren zich naar de plaats der gerechtigheid, gelegen in een klein ontgroeid dal in een weinig bezochte duinstreek. Doodsbleek en met sidderende hand richtten zij de loopen eerst op het hoofd en achtereenvolgens op borst, schouders en armen, om ten slotte, bij het naderen van het gewichtig oogenblik, elkaar plot seling den rug toe te keeren en blinde lings achter zich uit te schieten. De schoten knalden, en de beide kam penden gevoelden zichzelven reeds doode- lijk gewond, toen, tot hun verbazing, een hevig gelach hen aarzelend naar elkaar deed omzien en zij wederkeerig een wit bepoeierd lichaamsdeel ontwaarden. De secondanten hadden meel in de loopen gedaan en gelukkig waren de kampenden zelf de eersten, die elkaar al lachend de hand reikten, en oordeelden, dat er reeds genoeg «meel* gevloeid had. Aan de eer was voldaan. De vorige week had A. Swart in den Achterhoek onder Nijkerk, een var ken verkocht aan Geurt Bonueveld te Bunschoten. Waarschijnlijk had eerstge noemde geen rekening gehouden met het verbod van vee-uitvoer en de wacht, die aan de grens der gemeente was opgesteld, want toen hij hel dier per kruiwagen vervoerde, werd hij op Bun- schoten's grondgebied aangehouden, en het varken in beslag genomen en geslacht. Een proces-verhaaltje had hij nog bij de verbeurdverklarig van het varken toe. Lord Lansdowne, Eogelsche staats secretaris van oorlog, heeft te Bristol onomwonden erkend, dat de numerieke sterkte van het Britsche leger niet inner staat in verhouding tot de taak, die het te vervullen heeft. »Wij hebben,* teekent hierbij de Globe aan, iwij hebben hei haaldelijk het zwaar tepunt op deze quaestie gelegd; geen be voegd beoordeelaar zal trachten te ont kennen, dat de voortdurende toename van buitenlandsch grondgebied vergezeld had moeten gaan aan een overeenkomstige vermeerdering onzer strijdkrachten, zoo wel te land als ter zee. Het zou gemak kelijk vallen ten bewijze van deze bewe ring voorbeeld op voorbeeld aan te halen, Onlangs nog werd het Britsche garni zoen gevaarlijk verzwakt door het zen den van een bataljon naar den Boven-Nijl. Tweemaal gedurende dit jaar, moesten onder critieke omstandigheden troepen naar Zuid-Afrika worden gezonden, doch zij konden daar niet worden gehouden, omdat zij elders noodig waren De zeemacht is natuurlijk onze eerste middel van verdediging eu moet dat ka rakter behouden zoolang niet de zeeën, die onze etlandeu omringen, zijn opge droogd. Maar, zooals de staatssecretaris voor oorlog heeft aangetoond, de militaire strijdmachten moeten dienen tot aanvul ling van de zeemacht. De zeemacht eischt, en zij heeft daar het recht toe, «to exer cise a free hands in tijden van oorlog. Maar om haar daartoe in staat te stel len, moet er een landmacht in het Ver- eenigd Koninklijk zijn, steik genoeg om de verdediging te handhaven lot zoolang doeltreffende maritieme hulp naar de Brit sche wateren is teruggevoerd. Van nog meer belang is het geval met de kolenstations en de maritieme stations buiten, welke een garnizoen eischen van 30,000 man. Hier springt de ondetlinge afhankelijkheid der «Sister Services* zoo duidelijk in het oog, dat daarvoor geen nader bewijs noodig is. De veidediging dezer depóts is absoluut noodzakelijk om onze schepen in slaat te stellen zee te kunnen blijven houden; zij vormen een der meest belangrijke factoren onzer maritieme superioriteit, welke geen andere natie bezit. De troe pen, welke hiervoor gebruikt moeten worden, moeten dus ontegenzeggelijk hulp verleenen aan onze maritieme krach ten, terwijl de laatste bovendien die gar nizoenen moeten bjjstaan om haar te beschermen tegen een plotselingen aan- 99) Hoewel Sir Otto voortdurend den Rector en zijne dochter uitnoodigde, weigerde Riette volhardend zijn partijen te bezoe ken. Somtjjds ging haar vader zonder haar somtijds weigerde ook hij want ofschoon zijne gehechtheid voor den jon geling even warm als altijd bleef, keurde hij toch al wat hij zag niet immer goed. Van zjjne zijde scheen Otto meer daD ooit van den Rector te houden, en kon hem nooit genoeg oplettendheid bewijzen. De meester van Helmstone Park was zich thans volkomen bewust dat Riette zijo vriendelijkheden voor Mrs. Fairstar afkeurde, maar hij kende de ware reden niet, waarom zij zoo bitter over dat on derwerp was. Had hij het vermoed, dan is het zeer waarschijnlijk dat de schoone Laura gedwongen ware geworden, uit te lien naar een nieuw slachtoffer om hem op te volgen. Er zoude eene verklaring zijn gevolgd; een tooneel; «God zegene u mijn kinderen!* een prachtig huwelijk en vervolgens zouden de getrouwe pach ters triomfbogen hebben opgericht en het schoone, jonge paar naar huis hebben gevoerd. Er zoude eene eerewacht van landeigenaars geweest zijn, toespraken, kreten, yewuif van zakdoeken, en onbe- peikte ververschingen om de harten te verwarmen en de getrouwheid der opge wonden menigte te beloonen. Sir Otto en Lady Desmond zouden thans reeds een oud getrouwd paar zijn. De verkla ring had echter niet plaats, omdat Riette zich beijverde nimmer alleen te zijn met den jongen man, en het zoude bepaald een bizonder onderhoud hebben vereischt, indien Otto de gevoelens van de wreede dame zijns harten had willen bezweren. Want natuurlijk had hij ItBar nog steeds lief, ofschoon hij evenzeer vertoornd was dat zulks bleef voortduren, als Riette dat om geljjke reden was. Op een mooien dag dat hjj zich onte vreden en ontstemd over zichzelven ge voelde, maakte hjj plan oio ruw wild in Indië te gaan schieten. Een goed vriend van hem ging er heen, en had eens of tweemaal beproefd, hem over te halen hem te vergezellen en op eens kwam het hem in de gedachte dat het een beerlylg denkbeeld was en hem door en door aan zou staan. Hij zeide Riette dus vaarwel, die hem een koelen, onver schilligen «goeden dag,* mede gaf, of schoon het haar was, alsof haar hart van een zou rijten nu zij hem verloor, en eveneens aan Mrs. Fairstar, die de diepste ontroering aan den dag legde, maar niet vergat hem te herinneren, dat zij gaarne zoude zien dat hij aan haar dacht, door verschillende kostbare voort brengselen van Indië mede te brengen. Frank zoude er niets tegen hebben dat zij Cashmeres, gesneden ivoor, of kost bare huiden aannam; vooral niet, wan neer de gever op duizenden mijlen af- stands was. Zij vond het zeer naar, hem te verliezen; maar Frank had in den laatsten tijd eenige zeer onaangename bedreigingen geuit, zoodat wellicht zijn vertrek eene tasschenkomst der Voorzie nigheid was. En zij zoude niet verlaten achterblijven, nu Kapitein Bengon uit Gibraltar terugkeerde. Het was zonderling, dat Riette, die gewoon was geweest alles aan haar zus ter toe te vertrouwen, nauwelijks van Otto sprak tot Lady Ryvendale, en elke mededeeltng van zijn onbetamelijk gedrag op het bal verzweeg. En Osyth, die zeer ziek en zenuwachtig was, was Diet zoo vlug om Riette's gemis aan vroolijkhetd op te merken, zooals zij dat op eiken anderen tijd had gedaan. Daarop kwam hare vreeselijke ziekte en de geboorte van haar arm klein kindje, en tegen dal zij beter werd, was Otto reeds maanden weggeweest. Zij had hem slecht ééns sedert haar huwelijk gezien, en dat slechts gedurende een half uur, eD in tegen woordigheid van anderen. Anders ware hel waarschijnlijk geweest dat hij haar zijn vertrouwen geschonken had, omtrent Riette's zondetlinge, onaangename beje gening van tegenover hem. Hij schreef van tijd tot tijd aan den Rector, en toen hij Osyth's ziekte vernam, zond hij haar een vrieDdelijken brief. Hij zeide daarin: «Het schijnt mij zoo vreemd toe dat, na bijna opgevoed te zijr. met u en Riette, en heel mijn leven aan u gehecht te zjjn geweest, wij nu weinig meer dan vreemden voor elkander zijn. Ik was natuurlijk verdrietig en boos, toen Riette mij versmaadde voor Charlie, nadat ik het als eene onveranderlijke natuurwet had beschouwd dat wij voor elkander bestemd waren er. eenmaal man en vrouw moesten worden. De goede oude man, die thans dood is, had er zijn wenschen evenzeer op gevestigd als ik. Zeer zeker had Riette het recht om te handelen, gelijk zij goedvond, indien zy bespeurde meer van een ander dan van mjj te houden. Maar wat ik nooit begrijpen zal, het is waarom zij mij, toen wij elkan der daarna ontmoetten, op de wijze be handelde gelijk zij deed. Een ieder zou hebben gemeend dat de blaadjes omge keerd waren; en dat ik hel was, die haar bedankt had, en niet zij mij. Zij kan toch niet gemeend hebben dat ik iets te maken had met Charlie's gedrag, maar neen! zy moet mij daartoe te goed gekend hebben. Ik zoude meer op het Kasteel gekomen zijn, toen ik mij te huis bevond, doch gij echeent zoo ziek, ik wilde u niet plagen, en Riette was als een ijsberg, en ik verbeeld mjj altyd eenigermate dat uw echtgenoot zich nooit geheel met mij vereenigen kan. Onder al de gegeven omstandigheden dacht ik liet dus beter om weg te blijven. Maar wanneer ik terugkom, hoop ik u veel te zien, eri Riette's hart te ontdooien. Meen niet dat ik mijzelf voorstel dat zij ooit van mij zal houden, behalve misschien het vijftigste deel der oude zusterlijke genegenheid, welke zij eeng voor my had. De Hemel weet, wanneer ik terug zal zijn! het is met onwaarschijnlijk dat ik eene reis om de wereld zal makenenke len onzer spreken er van; en lang voor dat ik terugkeer, wed ik dat zy Fair- holme of deo een of anderen jongen man Izal hebben getiouwd. Het doet mij innig

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1