NIEUWE i b b 1 ad Nieuws- en voor de Provincie UfrecM Belangrijk bericht! toets reis naar ie Nooripoul Ie bond als pole-apl. Officiëele Publicatiën. No. 97. Woensdag 2 December 1896. Vijf-en-twintigste jaargang. fiL/ VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. zestig cents. BUITENLAND. BINNENLAND. Feuilleton. Amersfoor r\r V abonnementsprijs. Per 3 maanden f 1.— Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Gent. Ingezonden stukken en berichten intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgeve- G. .1. SLOTHOUWER. Amersfoort. advertentien: Van 1 6 regel8 f 0,40 iedere regel ineer 5 Cent. Advertentien viermaal geplaatst worden slechts driemaal bsrekend Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wy zijn in de gelegenheid gesteld onze lezers ditmaal een hoogst belangrijk werk als premie te kunnen aanbieden n.l. door hemzelf beschreven, gëillastreerd, naar door h»m genomen photograjihiën, tegen den luttelen prijs van slechte Men haaste zich daarom de in dit num mer voorkomende bon met het bedrag aan ons bureau te doen bezorgen. De Uitgever. bestemde lokaliteit gelegen aan de Bree- destraat, wijk F. 110. 133. Amersfoort, 2 December 1836. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIM MELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Weekmarkt. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort brengen ter kennis van be langhebbenden dat. inplaats van Vrijdag 25 December 1896 en Vrijdag 1 Januari 1897, de gewone Weekmarkttevens bestemd voor rundvee- schapen- en var- kensmarkt zal gehouden worden op Woensdag 23 December 1896 en Woens dag 30 December 1896. Gedaan te Amersfoort, den 28 Novem ber 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, F. D. SCHIMMELPENNINCK. De Secretaris, W. L. SCHELTUS. Koetelooze-Iu enting. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, Gelet op artikel 18 der wet van 4 December 1872 (Staatsblad no. 134); Brengen ter algemeene kennis, dat voor een ieder de gelegenheid tot Kos- telooie inenting wordt gegeven op Maan dag, 21 en 28 December 1896, telkens des namiddags te drie ure, in de daartoe Tengevolge van hevige regenbuiën, die gedurende 14 dagen lang, begeleid van vreeselyke onweders, byna over den ge- heelen Balkan zijn getrokken, zijn de vlakten van Servië overstroomd. De dor pen in de provincie Macoa zijn geheel vernietigd. De schade is oDtzagpelijk groot. De gewone treinen tusschen Wee- nen en Konstantinopel konden niet rijden. De koning van Servië bad op zijn terugreis van Nisch naar Belgrado met groote moeilijkheden te kampen. De stad Cacak is geheel overstroomd, de ie gen viel hier plotseling zoo sterk, dat enkele menschen die zich op straat bevonden, verdionkeh. De Servische en de Oosteurijksche scheepvaart-maatschappijen zonden boo ten en hulp af. Een comité heeft zich te Belgrado, met den Metropolitaan Michel aan 't hoofd, ?evormd om de ongelukkige slachtoffers bij te slaan in eerste plaats door giften te verzamelen. Ook in Duitschland zijn ver schillende hulpcomités in wording. Volgens een telegram uit Pretoria, hield president Kruger Vrijdagavond een rede voering op een openbaar feestmaal. Hij sprak zijn afkeuring uit over de valsche geruchten, datTrarsvaal voornemens zou zijr», met geweld de Londensche conventie te verbleken; dergelijke geiuchtan kon den slechts kwaad doen. Hij verklaarde, dat de conventie aan de Zuid-Afiikaansche Republiek alle noodige waarborgen van onafhankelijkheid geeft; indien er een verandering in de conventie gewenscht werd, zou die op constitutioneele wijze worden tot stand gebracht. TranvaaPs motto was, geen conventies en tractaten te verbreken, maar die gestand te doen. Als Transvaal een eisch tot schadever goeding voor Jameson's inval deed, zou de Britsche regeering ongetwijfeld billijke eischen naar behooren inwilligen. Het is zeide president Kruger, de politiek van Transvaal, nooit agressn I maar altijd defensief op te treden: het denkbeeld van een inval in Rhodesia door Tiansvaal noemde hij belachelijk. Ten slotte verklaarde hij nog, dat het de plicht der tegeering was. de mijnin dustrie te bevorderen in hot belang van het land. Een hevige sneeuwstorm heeft gewoed in de Noord-Amerikaansche Staten Mis souri en Mississippi. Op sommige plaatsen lag de sneeuw 5 meters hoog. De koude 18 hevig. Vijf menschen stierven en veel vee kwam om. Het spoorwegverkeer is geheel gestremd. Men schrijft uit Milaan aan het Dagbladdat bij bet bezoek der Konin ginnen de Italianen hun aard niet hebben verloochend. Het heeft toen zoo geducht geregend met bedelbrieven, dat de bur gemeester er aan ie pas is moeten komen. Gestichten, studenten, alles schreef ver zoeken om geld. Er waren ook zeer veel brieven bij van houders van piano orgels, die een zuster of nicht in Holland hebben. De jonge Koningin zou haar daar wel gezien hebben, dat mooie meisje met dat mooie orgeltje. Anderen schreven, dat zij gaarne naar Holland zouden wil len gaan en vroegen reisgeld en geld om een mooi orgeltje te Uoopen. De Koninginnen hebben te Venetië, naar aan de N. R. Ct. uit Rome wordt bericht, de voornaamste paleizen en ker ken, met den tolk Zanon, bezocht en zij schreven hun naam in het register van bet Dogenpaleis. Zij legden kleine afstan den te voet af. Op het Maikusplem gingen zy zitten vuor het Café FJorian, bekeken door veel nieuwsgierigen. Zij bezochten het theater Rossini en ontvin gen den consul Bizio. Heden vertrekken zij naar Milaan. Hel hoofdbestuur der posterijen en telegraphic vestigt in de Siaats-Ct. de aandacht van het publiek op artikel 13 der postwet, volgens hetwelk bank- en muntpapier niet mag verzonden worden in gewone brievenzoonls nog herhaalde lijk voorkomt. Brieven, zoodanige waarde inhoudende, moeten volgens het wettelijk voorschrift ter aanteekening aangeboden worden. Ook het belang van de afzenders brengt mede, dat de aanteekening van brieven met bank- en muntpapier niet wordt verzuimd; het onderzoek naar aanleiding van klachten over beweerde of werkelijke vermissing van niet aangeteekende brie ven kan toch uit den aard der zaak zel den tot een bevredigenden uitslag leiden. Uit een vergeten boekje van ons land komt tegen het St. Nicolaasfeest een vriendelijk verzoek. De tweehonderd oude zeelieden, die in de Prins Hendrik stichting te Egmond aan Zee een onder komen hebben gevonden, krijgen van de stichting alies wat zij noodig hebben, maar tot dat snoodige" wordt geen tabak of sigaren gerekend; de kas laat dit niet toe. Wie dus de oude zeelieden verrassen wil, zende hnn wat tabak of sigaren. Het St. Nicolaasfeest biedt daarvoor een goede gelegenheid; andere geschenken zijn na tuurlijk ook welkom. De heeren H. van der Velden Co., Prins Hendrikkade te Amsterdam, belas ten zich gaarne met de inzameling en het verzenden naar Egmond aan Zee van pijpen, sigaren, tabak, en wat men verder voor de oude zeelieden wil schenken, om op hun wijze een blijden St. Nicolaasdog te kunnen vieren. Als een bijzonderheid meldt het U. D., dat in het academische ziekenhuis te Utrecht een jongmensch uit Friesland werd gedemonstreerd, wiens huid geheel met schubben als die van een visch be dekt is. Gewoonlijk sterven personen, die met deze eigenaardigheid behept zijn, kort na de geboorte, hoog-iens leven zij tot bet 2e levensjaar. Deze patient echter is 16 jaar oud en behalve wat de huid ontwikkeling betreft, geheel gezond en normaal. Voor het publiek is de patient natuurlijk, gelyk van zelf spreekt, niet te bezichtigen. De trein No. 233 van de Holland- sche Spoorwegmaatschappij, vol reizigers, is Maandagmiddag bij aankomst even voor de oostelijke viaduct voor het sta tion Amsterdam ontspoord. Een tweede klasse rijtuig en een baga gewagen werden omgeworpen, terwijl een derde klasse rijtuig dwars over de rails kwam te staan. Onmiddellijk snel den de stationchef en een aantal andere beambten naar de plaats van het onge- uk, maar het bleek al spoedig, dat per soonlijke ongelukken niet waren te be treuren. Onmiddellijk werd begonnen met het opruimen der gebroken waggons, daar voor de treinen in de richting Hilversum de weg versperd was. Na een uur was men zoover gevorderd, dat ten minste één der lijnen weer vrij was; heel den nacht werd voortgewerkt en vanmorgen om 4 uur was alles opgeruimd. Een der reizigers geeft als volgt zijn indruk Ik zat rustig te praten toen plotseling de waggon werd opge licht en weer neer gezet en dwars over de rails kwam te staan, waarna de waggon kantelde en de passagiers over elkaar rolden. Ieder trachtte zoo spoedig mogelijk uit zijn benarde positie te komen, door uit den waggon te klimmen, waarbij men geholpen werd door spoorbeambten. Sommige reizigers waren echter zoo geschrikt, dat zij machteloos waren zich te verroeren en uit den waggon gehesclven moesten worden. Enkele reizigers beliepen schrammen, de meesten kwamen echter met den schrik vrij, hoewel die schrik voor som migen nog wel treurige gevolgen kan hebben. Eer. tweede medereiziger deelt ons inee, dat de eerste waggon achter den bagagewaggon plotseling hevig begon te schokken. Reeds spraken de reizigers er over om am den noodrem te trekken, maar op de verzekering van een jongmensch, die alle dagen met dezen trein reisde, dat deze waggon altijd zoo schokte, werd hiervan afgezien. Ever, later werd het schokken nog erger, en juist wilde men toen toch aan den rem trekken, toen plotseling de wag gon aan <1 e eene zijde werd opgelicht, toen aan den anderen kant en na drie Twee reeds bejaarde vrouwen, zusters, namen een tol waar, viij ver van bet dorp R** gelegen, en zij maakten zich dikwyls ongeiust over het afgelegene harer woning, vooral des nachts. Daar ontvingen zij op een zekeren dag een grooten som baar geld, een ei fenisjé, en de verantwoordelijkheid van die bezit ting drukte haar als een zware last. Nu hadden zy een vriendin in bet dorp, de smidsvrouw, en naar haar gingen zij om raad te schaffen. Die vrouw kon niets doen dan met haar jammeren over haar hulpeloozen toestand en zeggen dat zij in het onderhavige geval niet graag met haar ruilen zou. Gedrukter dan ooit togen onze vriendinnen weer huiswaarts. De vrouw van den smid vertelde het heele geval aan haar man, toen hij thuis kwam om te schaften. *Die malle wijven.4' sprak deze, >alsof men aan haar gezicht zien kan dat zij geld in buis hebben!' Maar man, nel even goed als ze het mij verteld hebben zullen ze het anderen vertellen, de sloven. Maar zeg, Jan, verte! het maar niet!" »Je bent gek, ze zullen het gauw genoeg zelf uitkraaien; vrouwen kunnen nooit haar leed verzwijgen.® Hier werd een speldje bij de zaak ge stoken, wanl. een man en vrouw hebben nog wel andere dingen samen te bepra ten, behalve hunne buren. Onze oudjes ondertusschen hadden, zoo door eigen angst, als door den Jobstroost harer vriendin, de smidsvrouw, zich zoo'n toestand van onrust bereid, dat zij niet alleen in buis durfden blijven. Daar kwam Toon «Ie vrachtrijder op zijn kar aanzetten. Alleen liet goedige gezicht van Toon reeds, toen hij de teu gels over het paard wierp, was genoeg om iemands hart gerust te stellen. Hem zien en hem haar nood klagen was nu voor de bezorgde viouwen het zelfde, en zij eindigden met het dringend verzoek of hij daar dien nacht niet kon blyven slapen. Dat v as den goeder, rnan onmogelijk; maar toch, hij wist raad. Hij zou haar zijn hond laten, een echten dog van de grootste soort. De vrouwen keken elkaar benauwd aan. aHij bijt immers niet?® vroeg de jongste, aarzelend. »Hij? Nooit,® sprak de vrachtrijder bemoedigend. Daarop lokte hij den hond naar binnen, deed de deur achter zich toe, en klom fluitende weer op zyn kar. De vrouwen keken beurtelings elkan der en den hond aan, met eenigzins be nepen gezichten. De hond zelf was het eerste oogenblik te verbaasd om iets anders te doen dan stilzittenmaar toen begon bij te snuffelen en toen hij eindelijk er achter kwam dat hij een kwaadwillig verlatene was, stiel hij een akelig gehuil uit, sprong op de deur los en krabde en raasde als een bezetene. Zoo snel haar voelen haar dragen kon den, waren de moedertjes het vertrek uit, den weg op en dei; voerman ach terna, al roepende: oiToon, Toon, neem den hond maar weer rnee.® »Die beroerde hond!® bromde Toon tusschen zijn tanden, maar terug kwam hij. Onderweg beducht hij hoe de zaak zich klaren liet, en, weer in het tolhuis gekomen, trok de goede man zijn jas uit, en wierp die op den grond. On- middelijk ging de hond er op liggen. »Nu hioerije® sprak de man, hoogst ernstig, »nu geen malligheid meer. Je past op die jas, tot ik weerom kom, en laat niemand er een vinger naar uitste ken, eo op de vrouwen der geld pas je ook, hoor. Zie zoo,® vervolgde hij, goe dig tegen de oudjes. ^Morgenochtend in de vroegte kom ik hier weer langs, dan kunnen we maatregelen met je geld nemen. Ondertusschen zal die hond zich niet verwikken of verwegen van zijn post.® nMaar zou hij ons geen kwaad doen, Toon »Jullie! Nu nog mooierHij weet beter als dat! Maar één ding, kindertjes, taal niet naar die jas, of je zoudt morgen ligt een nieuw jak noodig hebben, en misschien een nieuwen rok er bij Hij ging nu voor de tweede maal heen, onze vrouwtjes achterlatende op een eer biedigen afstand van haar beschermer. De hond bekommerde zich echter geens zins om haar; alleen eens, toen zij hem uit de verte vriendelijke woordjes toe voegden, kwispelde hij even; doch zoo als zij daar door het vertrek scharrel den, volgde hij haar met zijn bloedroode oogen op een manier, die haar allen lust zou henomen hebben om ook maar voor de grap naar de jas te wijzen. Aldus beschermd togen zij naar bed, vroeger dan anders, maar ontkleedden zich niet; zij waren te bedrukt, en niet het minst door haar viervoetrgen politie agent. Het werd langzamerhand later, en haar door angst gescherpte zintuigen meenden nu waar te nemen dat de hond zich onrustig bewoog. Hij geeuwde, bromde, stond op, rekte zich uit en be gon rond te dribbelen, al in zichzelf grommend. Onmiddellijk k waaien zij uit bed om met allerlei meubelstukken de deur te barricadeeren, waardoor hij zou moeten binnenkomen orn haar te ver slinden. Niet lang daarna vernamen zij, haar gehoor inspannende, hoe er buiten aan het luik geduwd en gefrommeld werd; de hond bleef brommen. Nu was de maat vol; zij vlogen het bed af, de ach terdeur uit en den weg op; liever haar geld dan baar leven er aan wagende. Recht op het dorp toe ijlden zijalles daar was stikdonker, overal de «leuren en luiken toe en de lichten uit, behalve op twee plaatsen: in de herberg en bij den srr.id. De schelverlichte vensters van de eerste wierpen lange strepen over den weg, by den ander glom een flauw lampje door de dichte gordijnen. Dat was een uitkomst voor onze oudjes; zij stoven binnen bij haar vrienden. »0 Jennie, Jennie, zou je man niet met ons mee willen komen? Er zijn al dieven i»Bah,® sprak de smidsvrouw, »wat zijn jullie toch bange wezels! Tien tegen een beeft de hond alleen aangeslagen omdat hij in de verte hoorde loopen.®

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1896 | | pagina 1