Gemengd Nieuws.
Plaatselijke berichten.
verspreiding van bijbels en christelijke
lectuur, door straatprediking en toespra
ken het evangelie zoeken te verspeiden.
Het Koningin Wilhelmina-Album
voor 1897, onder redactie van Fiore della
Neve (Leiden. E. J. Brill), is een keurig
boekgeschenk. Tegenover den titel een
beelderig portret onzer Koningin in
rococco-lijsteen stukje van Louise B. B.,
getiteld »de kleine Koningint, en voorts
bijdragen van verschillenden aard door
Jhr. J. J. Röell, W. G. Nouhuys, J.
Reddingius, Truida Kok, Edward B. Koster,
F. Lapidoth, Marie Boddaert, Emile Erens,
Weruméus Buning, G. C. Altus, Caroline
Banck (tooneelstukje) en Tlièrése Hoven.
Uiterlijk en innerlijk van dit zeer fraaie
boek zijn in harmonie met elkaar. Is
de uitgever in zijn-keu; van medewerkers
zeer gelukkig geweest, deze hebben dan
ook aan de verwachting beantwoord door
juweeltjes van bijdragen in proza en
poëzie. En tusschen den tekst pi ijken
de fraaiste lichtdrukken, waaronder vooral
uitmunten de plechtigheid in het Malie
veld naar ten Kate's schilderij en het
allerliefste tooneeltje naar Blommeru.
den mond. No de eerste trekken is de
kikvorsch bedwelmd en rookt bedaard
door aan zijn sigaar tot aan het einde.
Men plaatst de kikvorschen op de tafel,
zij dampen als een spoortrein, en ver
drijven alle insecten.
Wie 't niet wil gelooven, mag het laten.
De keizer van Duitsclilaiicl en bet
trouwen op advertentie.
In Duitschland schijnt de trouwlust
der jonge mannen steeds menigvuldiger
langs dezen meer en meer gebruikelijken
weg bevrediging te zoeken.
De dagbladen maken er goeden zaken
mee; kolommen huwelijksaanvragen en
huwelijksvoorstellen vullen de rubriek
advertentiën.
Vele officieren schenen zich ook reeds
van dit middel te bedienen. De keizer
echter schijnt allesbehalve ingenomen
met deze weinig krijgshaftige manier van
hartbestorming en hij heeft eene circulaire
aan de officieren gericht, waarin hij dreigt
zonder meedoogen eiken officier uit het
leger te zullen jagen, die het waagt een
huwelijk te sluiten door middel eener
advertentie of door tusschenkomst van
een huwelijks agentschap.
In de sneeuw.
Een aap als wielrijder.
Men weet, dat de bekende Amerikaan-
sche geleerde dr. Garner zich veel met
de studie der apen, hun gewoonten, hun
taol, enz. bezig houdt. Hij heeft thans
een groote aap, dien hij Consul heeft
genoemd, van de familie der Gorilla's,
en waarop hij allerlei proeven neemt.
Deze aap schijnt reeds half en half een
mensch te zijn. Hij weet de genietingen
eener welvoorziene tafel te schatten, hij
rookt zijn cigarette met groot genoegen,
scheert zich zelf, schelt zijn bediende,
enz. .Nu heeft Garner, die met zijn tyd
meegaat, hem ook het wielrijden geleerd.
Consul toonde, dat hij een aap was en
de menschen kon naapen. Hij is reeds
zoover, dat hij kleine tochten kan onder
nemen, waarbij hij onafgebroken zijn
bel laat weerklinken, minder, omdat hij
bang is de voorbijgangers een ongeluk
te doen, dan omdat hij zooveel pleizier
heeft in den klank er van.
Roovers op Corsica,
Op het eiland Coisica is men wanho
pig. Men meende, dat daar de roovers
weg waren, men rekende er op, dat Cor
sieanen voor eerlijke menschen werden
aangezien. Men heeft er zelfs den groo-
ten zoon van het eiland, Napoleon, den
Corsicaanschen Roover verloochend, men
is er republikeinsch geworden. Nu kornt
opeen3 een bericht, dat de oude onvei.
ligheid van Corsica weer in aller herin
nering brengt. Een Oostenryksche lui
tenant, die den beroemden naam draagt
van vorst von Windischgiatz, en voor
zijn gezondheid op Corsica vertoeft in
het hotel Vizzavona, gelegen in het bosch
van dien naam. Deze vorst von Win-
dischgratz is in zijn hotel, in zijn kamer
aangevallen door drie roovers en bestolen
voor een som van 4000 ftcs.
Maar in ernst, de opgewondenheid van
het landvolk in Corsica moet ernstig zijn,
met alle macht zet men de roovers na,
en men meent ze reeds op het spoor te
zijn. Meer nog, men durft de hoop
koesteren, dat het roofzuchtige drietal
geen Corsieanen maar Italianen zijn, die
werk kwamen zoeken, en nu meenden
in Calabrië in plaats van op Corsica
te zyn.
De draagkracht Tan bet fjs.
Het ijs mag, zoolang het nog niet de
dikte heeft van 4 cM., niet betreden
worden, en eerst bij deze dikte kunnen
afzonderiijke personen er zonder gevaar
overgaan. Bij een dikte van 8 cM. kan
reeds een colonne infanterie er over
marcheeren, maar niet al te vlug. Voor
cavalerie is een dikte noodig van 12 tot
15 cM. Heeft het ijs echter een dikte
van 36 cM, bereikt, dan kan het de
zwaarste lasten dragen en zou bij strenge
vorst zelfs door spoortreinen kunnen
wordeu bereden. Is echter dooiweer
ingetreden, dan is dit dikke ijs heel vaak
brokkelig, en moet men uiterst voorzichtig
zijn.
Auierikaangclie wedden
schappen.
Men begint nu in Amerika de wedden
schappen te regelen, die aangegaan zijn
tijdens den kieswedstryd»in de Vereenigde
Staten. Zooals men weet, wedden de
Amerikanen bij dergelijke gelegenheden
gaarne, maar volstrekt niet altijd om
geld. Zij zoeken veeleer dc zonderlingste
schenken, Ik weet wel, dat het een
mésalliance is, waartoe ik je brengen
wil; maar bedenk, dat de eischen eener
harde noodzakelijkheid gebiedend zijn.
Gij zult het meisje zien, en dan beslissen.
Want nimmer zal ik je dwingen, tegen
je zin te handelen.t
»Ik zal haar zien. Overigens is het
niet adeltrots, die mij c
•Genoeg, mijn zoon; ik ben reeds
tevreden als gij gehoor geeft aan mijn
wensch om haar te zien .c En hij
verliet het vertrek.
>Marie!« z ichtte Arthur, teen ander
boven u stellen I Neen, nimmer zal ik
dit doenl® En wanhopig verborg hij
het gezicht in de handen.
Marie was intusschén met haar vader
t'huis gekomen. Weldra speelde ook bij
den eerzamen brouwer een dergelijk too-
neel af, als boven. Haar vader had haar
den naam van den aanstaanden echtge
noot genoemd, Jonkheer Aithur van Zon.
Arthur, en niet hyl (Want haar
Arthur heette immers Dubois!)
Haar vader echter was onverzettelijk,
en treurig zat zij op de canapé in haar
keurig ingerichte kamer, toen haar door
de oude dienstbode een briefje in handen
werd gespeeld.
tVan een koap jong officier, juffrouw
hij heeft me een rijksdaalder gegeven
als ik mijn mond houd. Jawel, jawel,
toen ik jong was, heb ik ook wel zulke
bliefjes gekregen :a Maar Marie hoorde
niet rneer wat zij zeide, in een oogwenk
was het couvert opengescheurd en zij las:
Innig geliefde Mat iel
De horizon is bewolkt. Niets goeds
te hopen. Schik het zoo, dat ge morgen
avond op het volksfeest in het Park komt;
er zal bij al die drukte dan wel een
gelegenheid te vinden zijn om je even
te spreken.
Wees in gedachten omhelsd door uw
Arthur.
wijzen van weddenschappen uit om den
tegenstander of aan den spot bloot te
stellen van het groote publiek, of orn hem
te beschamen. Zoo zag men voor twee
weken gedurende de middaguren eenige
dagen achtereen op den Broadwayde
meest bezochte straat in New-York, een
heer loopen in verlakte schoenen, in een
elegante geruite broek, maar in plaats
van een rok droeg hij een rnansblouse,
in welker bovenste knoopsgat hij een
gele Chrysanthemum droeg van monster
achtige afmetingen, liet hoofd had hij
bedekt met een prachtigen hoogen zijden
hoed. Maar nu komt nog het beste!
Voor zich uit schoof hij een kindersport
kar, waarin een kleine groom zat met de
armen over elkaar. Natuurlijk wekte de
zonderlinge optocht groot opzien, en de
straatjongens liepen schreeuwend en tie
rend om het voertuigje. De politieagenten,
wel wetende, dat het een weddenschap
gold, lieten den man stil zijn gang gaan,
ja beschermden zelfs den optocht.
In New-Ark, New-Yersey, wekte een
heer opzien, die onophoudelijk, van twaalf
tot 3 uur 's middags de hoofdstraat langs
ging in balgewaad, maar zonder een hoed
op zijn hoofd, steeds op en neer. De
voorbijgangers dachten, dat hij niet wel
bij het hoofd was en spraken hem mede
lijdend aan, maar de heer lachte hem
uit en zeide niets dan: ïMac Kinley.c
Eenige andeien meenden, dat hij zyn
hoed had vergeten en liepen hem met
een hoofddeksel na, maar ook zij kregen
geen ander antwoord dan den uitroep:
Mac Kinley.® Een hoedenfabrikant, wieri9
winkel de heer verscheidene malen voor
bijkwam, liep zelfs naar buiten met een
zijner hoeden en bood hem die te koop
aan, maar ook hij hoorde niets anders
dan: »Mac Kinley.® De arme man was
verplicht, volgens een aangegane en ver
loren weddenschap acht dagen lang eiken
dag vijf uur in dit gewaad en met ont
bloot hoofd de straat langs tc gaan. In
d|en tijd mocht hij niets anders zeggen
dan ï»Mac Kinley.c
Vier avonden achtereen zag men in
New-York in het midden van de Broad
way voor hel hoekhuis van de 23e straat
een heer met gehouden handen en met
korte tusschenpoozen twee uren lang in
de geopende vensters van het huis roe
pen; »Goud is go-d, zilver is betei Den
vierden avond kwam zyn tegenpartij, gaf
hem een oorveeg, maakte zijn handen los
eri reikte hem de hand met de woorden
nu zijn we quitte, my boy, kom, we
gaan een glas drinken I® Aim in arm
gingen beiden in een der elegantste sa
lons van Broadwy.
Over hei bewaren Tan wiuieroofi.
Om zooveel mogelijk zorg te dragen
voor de houdbaarheid van winterooft
houde men vooial 't navolgende in het oog
1. men late de vruchten van het win
terooft zoo lang mogelijk aan den boom
hangen, want daardoor worden zij ar
mer aan water, rijker aan suiker en
gemakkelijker te bewaren;
2. men plukke de vruchten slechts by
droog weder en eerst als de morgen
dauw verdwenen is;
3. men late de vruchten vóór ze te
brengen ter plaatse, waar zij bewaard
zullen worden, eerst geheel en al uit-
zweeten, en wikkele de goede tafelvruch
ten (na ze met een droge doek voor
zichtig afgewreven te hebben) in met
salyciel gedrenkt vloeipapier;
Hoe lang duurde het, tot den vol
genden avond!...
De dog brak aan. Om twee uur in
den middag hield er voor de deur van
den brouwer een nette coupé stilhet
portier werd geopend en kolonel van
Zon steeg uit het rijtuig.
•Is mijnheer Everts t'huis?® vroeg hy
aan den huisknecht
•Om u te dienen; hij is op't kantoor.®
Dien mij dan even aan. Hier is mijn
kaartje.®
Welkom in mijn huis, kolonel,® dus
klonk weldra de stem van den verheer
lijkten brouwer, die met genoegdoening
het wapen op 't portier gadesloeg.
't Doet me genoegen, u t'huis getrof
fen te hebben,® sprak de heer van Zon,
die den koetsier zei, te wachten.
Nu, kolonel, is mijnheer uw zoon tot
het huwelijk geneigd?® vroeg Everts,
toen hij met den kolonel alleen was.
Dat zal zich spoedig decideeren. Zooals
wij afgesproken waren, zullen wij de
jongelui met elkaar in kennis brengen
en daarom stel ik u voor, van avond met
uw dochter naar het park te gaan. Daar
zullen wij dan een ongekunstelde gelegen
heid weten te vinden, om elkaar te ont
moeten, en de zaak te arrangeeren.c
Ik zal geheel volgens uw verlangen
handelen,® antwoordde de heer Everts.
Dus tot van middag, myn waardel®
Gij kunt op mij rekenen, kolonel.®
Deze verwijderde zich.
Het was vol 's avonds in het Park.
Er werd een landelijk feest gevierd en
om tien uur zou er vuurwerk worden
afgestoken. Reeds vioegtijdig was Marie
met haar vader er heen gereden; beide
hadden bijzonder veel werk van hun
toilet gemaakt.
Nauw zaten zij aan hun tafeltje, of
het meisje wist een meer bejaard vrien
dinnetje aan te klampen en haar vader
4. men beware de vruchten niet in
eene vochtige, maar zoo koel mogelyke
afgesloten ruimte (een vruchtenkamer),
die men donker moet houden:
5. men bestrijke de wanden van de
plaatsen van bewaring met kalk en zwa-
vele ze vóórdat men de vruchten er in
brengt: want daardoor vernietigt men
alle schimmelsporen, die het verrotten
van de vruchten ten gevolge hebben;
6. men doorzie de liggende vruchten
minstens elke weekde min of meer
rottige vruchten steken de naastlig
gende aan;
7. men make de plekken, waar min
of meer aangestoken vruchten hebben
gelegen, behoorlyk droog en wrijve, ten
alle overvloede, de naastliggende vruch
ten met drooge doeken af;
8. voor reine, zuivere lucht in de be
waarplaatsen, drage men de grootste
zorg en vermijde zooveel mogelyk allen
invoer van schadelijke kiemen;
9. nu en dan, na de wekelijksche zorg
vuldige inspectie, eens te zwavelen, zal
wel niet anders dan nuttigen invloed
kunnen uitoefenen.
De Nijv.
Gelnidsseiiieii.
De heeren J. Pieters en C. F. Steeo-
kuyl, beiden uit Amsterdam, hebben
naar de N. R. Ct. mededeelt, te Rot
terdam proeven genomen met een door
hen uitgevonden geluidssein, ten dienste
van schepen op grooten afstand-in zee.
Het geluid, dat vaster en voller is dan
dat van een misthoorn, werd gehoord tot
voorbij Schiedam. De nieuwe vinding
blykt ook nog dit voordeel te hebben,
dat mer. kan hooren van welken kant
het geluid komt.
Verleden week heeft de Heer Pieters
proeven genomen te Vlissingen. Hij
stoomde zee in, en met een flink briesje
van den wal, hoorde men daar de seinen
duidelijk, toen de boot een 4 a 5 Engel-
sche mijlen ver weg was. De uitslag dier
proefneming is geweest, dat de Maat
schappij Zeeland® voor een hai er booten
reeds zulk een seintoestel heeft besteld-
Omdat de horens in alle tonen zijn te
vei vaardiger, zou meent de N. R. Ct.
op die wijs een code kunnen samen
gesteld worden. Getallen zou men kun
nen weergeven door stooien van verschil
lende hoogte. B. v.: 22. Dan geeft men
twee stooten op den lagen hoorn, en
vervolgens twee op den hoogeren. Twee
horens kunnen steeds tegelyk worden
gebruikt.
De Heer Pieters gaat nu proeven nemen
te Hamburg en Bremen.
In België zal van den len Mei a.s.
af de spoortijd genoemd worden naar
de wijzerplaat van 24 uren.
Dal stelsel is in Italië al sinds drie
jaar in gebruik, en het voldoet daar zeer
goed. De nieuwe tijd benamingen worden
al bij allerlei gelegenheden in het open
bare en het bijzondere leven gebruikt.
Er worden vergaderingen gehouden om
14 uur; er verschijnen dagbladen om 17
uur; men eet om 171/» uur; de schouw
burgen beginnen om 20 uur en eindigen
om 231lx uur, enz.
Op alle Bi itsch-Indische spoorwegen
en een deel der spoorwegen in Canada
telt men de .uren van 1 tot 24.
een oogenblik te ontsnappen. Zij had
hem, den waren Arthur, reeds gezien.
In een afgelegen hoekje vonden zij
elkander, en de wijze, waarop zij elkaar
be2roetlen, schier omhelsden 't geen
ze zeker zouden gedaan hebben, zonder
zich te bekreunen om Marie's vriendin
(welke trouwens de zon bestin het water
kon zien schijnen), als zij zich niet in een
zeer bevolkten tuin hadden bevonden
was wel geschikt cm meergemelde vi ien-
din een weinig jaloersch te maken.
Wat hadden zij elkander veel te ver
tellen! Maar voordat de goedgunstige
vrouwelijke genius, die dit kort onderhoud
mogelyk maakte, nog teekenen van onge
duld geven kon, werden de beide gelie
ven eensklaps opgeschrikt door welbekende
stemmen.
Wel, dat is merkwaardig! bruid
en bruigom reeds hand aan hand, voordat
zij elkaar nog kennen!® riep de kolonel,
die met Everts het minnend paartje ont
dekt had, of liever de jongelui ter nau-
wernood uit liet oog had verloren.
Verschrikt zagen deze op en beide
sloegen verlegen de oogen neer.
Dus was dit de reden van je weige
ring?® vroeg de kolone! aan zijn zoon.
En was dat de oorzaak van je neer
slachtigheid?® voegde de brouwer er bij.
Nu. wij zullen aan uw wederzijdsche
liefde geen afbreuk doen,® zei de kolonel
en hy reikte het meisje de hand.
Gij zyt voor elkaar bestemd dat
zie ik nu duidelijk sprak de heer Everts
lachend, on willekeurig met een traan
in 't oog.
Het was donker geworden. Hier en
daar werden de lantarens aangestoken;
maar trots het schemerdonker, lazen
Maria en Arthur in elkanders oogen, wat
het harte gevoelde.
Er was weder een gelukkig paar meer
onder de zon.
EINDE.
Aan de Universiteit te Amsterdam
is bevorderd lot doctor in de rechtswe
tenschap op proefschrift: »Psychiatrisch
Toezicht in de Gevangenissen" de heer
H. L. A. Visser, geboren te Amersfoort.
Ter benoeming tot directeur van
de kooinkl. militaire kapel is voorgedra
gen de heer N. A. Bouwman, kapelmees
ter van het 3e reg. infanterie. De finan-
cieele eischen door den heer van Aken
gesteld, schijnen dus niet voor inwilliging
vatbaar en blijft dus de bekwame kapel
meester van het 5e reg. en de hoogst
beschaafde musicus voor onze gemeente
behouden.
De Telegraaf van hedenochtend weet
mede te deelen, 'lat omtrent eene benoe
ming tot directeur der Kon. Milit. Kapel
tot op lieden niets beslist is.
Tot kastelein van Amicitia is met
ingang van 1 Januari uit ruim 200 solli
citanten benoemd de heer D. Schoonder-
wald, te Meppel.
Voor de provincie Utrecht is de
sluiting der jacht op klein wild bepaald
op Donderdag 31 December, met uitzon
deririg van:
lo. liet schieten van waterwild, daar
waar dit geoorloofd is;
2o. het vangen van waterwild met slag
netten en bet vangen van eendvogels in
eene eendenkooi of een daarmede gelijk
staand toestel.
3o. het schieten van houtsnippen, waar
van de sluiting later zal bepaald woiden.
KikToraclieu die sigaren rookeu.
Van een zonderlinge manier orn z'ch
te vrijwaren voor de muskieten wordt
uit Tonkin bericht. Men vanst twee of
drie van dedaarlevende reuzenkikvorschen
en steekt hun een brandende sigaar in
fen, heb ik u mee te deelen.®
•Ik gevoel mij zeer gevleid,® antwoordde
de jonge luitenant, •door u in aangele
genheden gewijd te worden, waarover
zeer zeker u alleen te beschikken hebt.®
Niet zoo haastig, myn zoon, gij hebt
ook een woordje mee te spreken, en zelf
hangt het levensgeluk uws vaders daar
van af.®
Uw levensgeluk van my? Gij schertst,
\ader.c
•Neen, Arthur, neen. De zaak is te
ernstig om er mee te spotten.® Het
kostte den ouden man moeite om den
stand van zaken zijn zoon kort en naar
waarheid mee te deelen. Na een kort
overleg begon hij als volgt:
•Sedert eeuwen reeds wordt onze
familie onder de edelste en rijkste ge
slachten van het land gesteld. Landerijen
en industrieele ondernemingen strekten,
om dat aanzien te onderhouden. Dit is
nu anders. Vele slagen hebben mij ge
troffen; de Maxwells en Floridas hebben
in ons landje vele slachtoffers gemaakt
en, om kort te gaan, met het oog op
den rang, dien onze familie sedert jaren
herwaarts bekleedde, moeten wij ons zien
te helpen en gij, mijn zoon, zijt de
eenige, die mij uit deze netelige positie
redden kunt...®
Die mededeeling bedroeft mij zeer,
vader. Maar het verbaast mij, hoe ik,
'n haast nog onmondig jongeling, myn
dierbaren vader van dienst wezen kan.
Toe, spreek vader, uwe wenschen zijn
mij bevelen!®
Hoor eer6t, wat ik van je verlung
en ti acht mij dan te gehoorzamen, beste
Arthur.®
De kolonel kon niet goed met de deur
in huis vallen. Hem, den trotsclien
patriciër, viel het hard, zijn zoon tot
een huwelijk met een meisje van zoo
burgerlijke afkomst aan te zetten. Hij
greep Arthur's hand en zag hem wee
moedig in 't gezicht.
Arthur,® sprak hij, twat ik u thans
Ook in Zuid-Frankrijk is reeds veel
sneeuw gevallen; in de Pyrcneesche dalen
ligt het zelfs 2 meter hoog. Een twin
tigtal Spanjaarden trok uit hun vaderland
Frankrijk binnen. Een oude vrouw kon
niet verder meekomen, en bleef liggen.
Haar man en haar broeder probeerden
haar mee te nemen, doch waren niet in
staat haar te dragen
Toen de andere Spanjaarden in een
dorp aankwamen, kregen diie hunnei
berouw, dat zij de anderen hadden ach
tergelaten en keerden zij terug, maar
weldra kwamen zij voor een grooten
sneeuwhoop; een lawine was neergestort
uit de bergen en het drietal lag blijkbaar
daaronder begraven. Twee dagen lang
beproefden verscheidene gidsen hen te
vinden. Eerst den derden dag vonden
zij de plek terug, waar het drietal wa>
neergevallen. Twee er van waren dood,
een derde gaf nog zwakke teekenen van
leven, maar of hij behouden zal blijven
is nog een vraag.
Een strenge winter.
U't Rome wordt aan een Duitsch blad
geschreven, dat een buitengewone strenge
winter over geheel Italië is gekomen.
Vooral uit Calabrië en Apulië worden
langdurige verwoestende sneewstormen
gemeld, die op vele plaatsen de huizen
deden instorten en de wijnbergen ver
woestten. In Potenza vielen drie huizen
boven de inwoners in, zoodat er drie
menschen omkwamen. In Piêve bereikte
de sneeuw reeds een hoogte van 30 cM.
en nog duren de buien voort. Zelfs op
Sicilië is hier en daar sneeuw gevallen.
Alles duidt aan, dat Italië, evenals in
1S7J, voor een buitengewoon strengen
winter staat, die het toch reeds zoo
zwaar bezochte land duur zal komen te
staan. Daar men bovendien niet gewoon
is om alle huizen te verwarmen, vreest
men er voor een nadeeligen invloed op
de algemeene gezondheid. In Sardinië
zijn nu reeds twee gevallen voorgekomen
van de vreeselijke ziekte, de honger typhus.
vragen zal, zult gij niet vei wacht hebben,
uit den mond van je vader te hooren
maar het moet zoo zijn.®
Al ware mijn leven er mee gemooid,
ik wil alles voor u doen, vader!® riep
Arthur niet zonder aandoening uit.
Nu dan. Gij zijt thans 25 jaar oud,
maar zult er zeker nog wel niet aan
gedacht hebben om je een eigen huis te
zoeken en afstand te doen van het vrije,
onafhankelijke leven, dat je zoozeer aan
staat?®
Arthur kreeg een kleur en sloeg de
oogen neer.
De kolonel scheen dit niet te bespeuren:
•Gij zijt edelman, en hebt tevens den
leeftijd bereikt, dat gij de leiding van je
vader kunt ontberen.®
•In geenen deele,® antwoordde de jonge
officier haastig. »Ik voeg mij naai uwe
wenschen en begeerten, in zooverre mijn
eer, mijn karakter mij dil toelaten
Nu deed de kolonel zijn zoon de pro
positie, waarmee wij reeds bekend zijn.
Arthur hoorde zijn vader, die hem de
zaak zeer omslachtig uiteenzette, kalm aan.
En hoe heel de man, wiens dochter
ik de hand geven zal?®
Het zij je voldoende, dat hij een
respectabel man is. Zijn naam inoet ik
vooralsnog verzwijgen; ook hy heeft mij
wederkeerig discretie beloofd. Zijn dochter
is een lief mooi meisje, dat en dit
moge je troosten meer educatie bezit
dan in den regel de dochters van derge
lijke parvenu's hebben en daarbij
krijgt zij een aanzienlijk kapitaal mee ten
huwelijkdat veel redresseeren kan.®
Vader, eisen veel, eisch alles van mij
maar niet dit huwelijk. Ik kan, ik mag
niet
•Ik verwachtte dit antwoord, Arthur,®
sprak de vader beda ird. »Maar gij zult
het meisje leeren kennen; bevalt zij je
en gevoel je, dat je haar misschien wel
zoudt kunnen liefkrygen, zoo behoeft ge
niet te aarzelen, een meisje van zoo
hoogst eenvoudige afkomst je naam te