NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht
No. 11.
Zaterdag 6 Februari 1897.
Zes-eu-twintigste jaargang.
Abonné'sLeest flit s.v.p.
Landkaart van Nederland,
30 cents.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Feuilleton.
Mrs. Blatclrfl's uiterste wil.
Amersfoortsche Courant
V.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels /"0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Uitsluitend voor de Abonné's op
dit blad of zij die zich daarop abon-
neeren heeft de uitgever tot 1 Maart
1897 de tot den laatsten tijd bijge
werkte
waarop alle plaatsen en gehuchten
voorkomen, benevens het plan tot
Droogmaking van de Zuiderzee, ver
krijgbaar gesteld tegen den geringen
prijs van slechts
Voor niet abonné's is de prijs dezer
Landkaart f 1,50. De Landkaart is
groot 85 bij 71 cM.
Abonné's die de Landkaart verlan
gen, gelieven de Bon op de vierde
pagina uit te knippen en duidelijk
ingevuld met naam en woonplaats
aan den looper ter hand te stellen
of aan het Bureau te doen bezorgen.
Zij die de Courant per post ont
vangen zenden de ingevulde Bon met
35 cents aan postzegels aan
DEN UITGEVER.
Meer dan anders wordt onze aan
dacht getrokken naar Kreta, waar
weer een opstand op het punt schijnt
te staan om uit te breken, indien hij
al niet is uitgebroken, meer dan
anders, want misschien gaat een onzer
hoofdofficieren naar dat eiland, om
zich aan het hoofd der gendarmerie
te stellen, om alzoo de orde te helpen
bewaren of te herstellen.
Onder de oogen der Turksciie troe
pen worden op Kreta tegenwoordig
weer nieuwe gruwelen begaan. Een
der mooiste en grootste dorpen in
den omtrek van Kanea, de hoofdstad,
is door de Turken uitgebrand en
vreedzame mannen, die zich lieten
zien in de straten van Kenea, zijn
vermoord geworden. Bij gelegenheid
oefenen de Christenen vergelding uit
op hun manier, die bijna geheel de
zelfde is als die der Turken. De
goeverneur ziet lijdelijk toe en ver
ontschuldigt zich met het gebrek aan
instructies uit Konstantinopel. Nu en
dan zenden Frankrijk en Engeland
oorlogschepen naar het eiland, maar
deze stoomen na eenige dagen weer
weg. De Russische vloot in de Zwarte
Zee houdt zich bezig met haar win-
teroefeningen. De Europeesche pers
roemt de wijsheid der Russische poli
tiek, die de Turksche regeering wist
te beschermen voor de machtige ver
ontwaardiging der mogendheden,
immers, men moest zorgen het Maho-
medaansche fanatisme niet te ontboeien
en de Christenen te behoeden voor
een algemeene slachting door do
Turken
Deze wijsheid werd insgelijks ge
prezen in een tijd, toen duizenden
en duizenden Armeniërs door de Kur-
den en door het gepeupel van Kon
stantinopel vermoord werden. Deze
politieke wijsheid vindt thans een
aardige illustratie door de toestanden
op Kreta, waar ondanks alle «be
loofde" hervormingen des Sultans,
ondanks een christelijken gouverneur,
ondanks de belangstelling van geheel
Europa, elke Christen zijn woning
verschanst tegen de Turksche troepen,
de moordenaarsbenden, die de Porte
uit Soedan en uit Tripolis naar het
eiland heeft doen overkomen wijl
zij nog barbaarscher en hardvochtiger
en fanatieker zijn dan de Turken zelf.
Inderdaad, de groote mogendheden
laden zware verantwoordelijkheid op
zich. Haar veranderlijkheid, haar toe
geven aan Engeland, dat geweld wil
gebruiken tegenover het Turksche rijk,
aan Rusland en Frankrijk, die mee
gaande willen zijn voor den Zieken
Man, hebben veel kwaad berokkend
aan de Christenen in de Turksche
gewesten. Men zou met Engeland
willen meegaan, want de geschiedenis
leert, dat van het Rijk van Osman
het eene stuk voor en het andere na
kan worden afgesneden, zonder dat
de fanatieke strijd, waarvoor Rusland
zegt te vreezen, is uitgebroken onder
de Mahomedanen.
Om tot Kreta terug te keeren, het
aantal Turksche troepen daar schijnt
ongeveer 1600 man te zijn; zij zullen
wel niet in staat zijn groote daden
te verrichten, daar volgens de nieuw
ste mededeelingen de Sphakioten, de
onafhankelijke,dappere bergbewoners,
afdalen van hun hoogten om een einde
te maken aan de Turksche gruwelen.
Het honderdtal Montenegrijnen, die
opgenomen zijn in het korps der
gendarmerie op Kreta, kan ook niet
veel uitvoeren, maar hun haat tegen
de Turken zit dieper dan hun afkeer,
als Slaven, voor de Grieken, en zij
zullen dus voorloopig op de hand der
Kretenser Christenen zijnmaar zijn
de Turken eenmaal afgetrokken, dan
mogen de bewoners van het eiland
op hun hoede zijn voor de zonen der
Zwarte Bergen.
Al de kleine middeltjes der Euro
peesche diplomatie verergeren nog
slechts den toestand, in plaats van
dien te verbeteren. Uit een politiek,
zoowel als uit een zedelijk en gods
dienstig oogpunt, moet er op aan
gedrongen worden om het eiland de
vrijheid te geven, en het alleen op te
leggen het betalen van een cijns aan
den Sultan, als vervanging der recht
matige inkomsten, die hij van het
eiland trekt. Maar «rechtmatig" is
niet zooveel, het grootste gedeelte der
geldsommen, die naar Konstantinopel
vloeiden, was den Kretensers weder
rechtelijk en willekeurig afgeperst.
Ondertusschen wacht Kreta op hulp
in zijn tegenwoordigen toestand. Nog,
kan men zeggen, is de opstand niet
uitgebroken. Maar duizenden gewa
pende Christenen staan voor Kandia,
bereid om zich, ingeval hun geloofs-
genooten gevaar loopen, op de stad
te werpen. In de nabijheid zijn reeds
tal van Christen- en Turksche dor
pen in de vlammen opgegaan. De
consuls zijn van meening, dat, wan
neer de beweging niet terstond tot
stand wordt gebracht, zij algemeen
zal worden. En hoe wil men haar
in eens tot staan brengen.
Dr. Nansen heeft in een vergadering
van het Aardrijkskundig Genootschap
te Christiania een lezing gehouden
over zijn Noordpool-expeditie.
Aan het slot van zijn voordracht
zei hij, dat de FVam-expeditie de
manier heeft aangetoond waarop
voortaan onderzoekingen in de Pool
streken uitgevoerd moeten worden.
Hij hoopte dat er nog meer tochten
zouden volgen. De beste weg voor
een expeditie zou zijn, door de
Behringstraat te varen, dan koers te
zetten in noord-noord-oostelijke rich
ting en daarna in het ijs mee te
drijven met de strooming, welke de
reizigers, daarvan was hij zeker, naar
de kust van Groenland zou brengen.
Nu de Frani-expeditie de grootste
uitkomsten verkreeg, welke nog ooit
werden bereikt, zou een op dezelfde
wijze uitgeruste expeditie het best
geschikt zijn voor het onderzoeken
van de bekende Poolstreken.
Men maakt zich in Zwitserland zeer
ongerust over een regiment soldaten,
dat in den Mossepas, op een hoogte
van 1431 meter, in de sneeuw is
blijven steken. Het is het le regiment
artillerie, dat op weg was van Aigle
naar Thun. Men weet, dat het den
nacht van 23 op 24 Januari in den
pas heeft moeten doorbrengen, zonder
eenige beschutting in een zwaren
sneeuwstorm. Maar verder is nog
niets van de vermiste soldaten ver
nomen. Den 22sten lag de sneeuw
er al 3.50 meter hoog.
Twee brigadiers van de Fransche
grenswacht zijn op den berg Ballon
d'Alsace (Vogesen) in een sneeuwstorm
onder de sneeuw bedolven. De een
is, achttien uren na zijn val, in een
afgrond gevonden, met een gebroken
been. Den ander vond men dood op
Duitsch grondgebied.
l)e Minister van Binnenl. Zaken
heeft beantwoord het verslag der
Tweede Kamer over het wetsontwerp
tot invoering van een wettelijken tijd.
De Minister zegt, dat hij den Midden
Europeeschen tijd wel in meerdere
mate dan bij aanneming van den
Greenwichlijd of van den Amsler-
damschen tijd, van den zonne-tijd
wordt afgeweken, doch dat dit be
zwaar in de practijk niet behoeft te
wegen De Minister heeft den vrij
aigemeenen wenseh trachten te be
vredigen, waarbij de doorslag werd
gegeven door de gronden die ten
gunste van eenige ervaring van het
arbeidsleven pleiten, als hygiërfLch
gunstig en als leidende tot besparing
van kunstlicht. Die hygiënische en
oeconomievoordeelen zijn uiteengezet
door verschillende gezaghebbende
schrijvers in de Nieuwe Rolt Cour.,
Hel Utrer.hlsch DagbladHel Vader
land, Hel Nieuws van den Dag, De
IndépendanceDe Gids, De Vragen
van den Dag. terwijl uit verschillende
handelskringen op het voordeel ge
wezen is der vergemakkelijking van den
handel met Duitschland door aan
sluiting bij de daar te lande gevolgde
tijdrekening.
De Minister handhaaft het wets
ontwerp zooals het luidt.
De Tweede Kamer der Staten-
Generaal is tot hervatting harer werk
zaamheden bijeengeroepen tegen Dins
dag 16 Februari e. k, 's namiddags
2 uur.
Naak het Enoelsch
van
HUGH CONWAY.
HOOFDSTUK I.
3)
De stervende vrouw bewoonde een
I groot huis, dat op den top van den
I heuvel lag, welke Oversea beheerschte.
In welk gedeelte der stad men ook
I stond, kon men dat huis zien. Toen
het huis werd gebouwd, had men het
een wijdsklinkenden naam gegeven
maar die naam was reeds sinds ge-
ruimen tijd vergeten. Spotnamen aan
personen of zaken gegeven blijven
dikwijls veel langer leven, dan hunne
oorspronkelijke namen, en zóó was
dit huis sinds jaren bekend geweest
onder den naam van "De Folly" of
"Barnes, Folly" (Barnes, dwaasheid).
Bedoelde Barnes, aan wien het zijn
naam ontleende, was een sanguinisch
man, die zich in het hoofd gezet had,
dat Oversea bestemd was door hem
één' der aanzienlijkste zeebadplaatsen
in Engeland te worden. Hij was een
koopman, die in de plaats rijk was
geworden, en haar, zeker ten gevolge
daarvan natuurlijke voordeelen toe
kende, waarvoor schier niemand buiten
hem oogen had. Zijn' theorie was,
dat, zoo er maar geschikte woningen
werden gebouwd, menschen van stand
en van aanzien er van alle kanten
naar toe zouden stroomen. Zijn denk
beeld getuigde zeker van liefde voor
de plaats zijner woning en strekte
hem tot eere, maar het bracht hem
geen voordeel aan. Om de juistheid
ervan te bewijzen, bouwde hij een
kolossaal huis op den top van den
heuvel. Het kostte hem eenige dui
zenden ponden, en toen het gereed
was, deed zich niemand op om het
te koopen of te huren. Dientenge
volge betrok Mr. Barnes het zelf en
leefde er eenige jaren in men kon
niet zeggen dat hij het bewoonde;
daar hij een ongehuwd heer was,
namen hij en zijn' omgeving slechts
één vleugel in beslag. Weldra vielen
ook andere speculatiën verkeerd uit;
Mr. Barnes ging bankroet, en stierf
doodarm. Daarop kwam het huis in
handen van de hypothekaire schuld-
eischers, die een anderen waaghals
wisten te vinden, aan wien zij het
verkochten voor een derde van de
som, welke het Barnes had gekost.
Door den nieuwen eigenaar wer
den verschillende krampachtige, maar
vruchtelooze pogingen gedaan, om het
winstgevend te maken. Beurtelings
was het een kosthuis zonder kostgan
gers, een hotel zonder logeergasten,
een school zonder leerlingen, en een
water-geneesinrichting zonder patiën
ten. Toen werd de strijd opgegeven,
en bleef het verscheidene jaren leêg
staan gedurende dien tijd deed
het alleen dienst als uitmuntend baken
voor de Kanaalloodsen, of als waar
schuwend teeken voor speculanten,
die het in den zin mochten krijgen
in Oversea iets op touw te zetten.
Korten tijd nadat Cuthbert Wrey
zijn ambt van hulpprediker van St.
Nicolaas had aanvaard, brak er voor
«Barnes' Folly" een' nieuwe periode
aan. Het gerucht verspreidde zich
in de plaats, dat de tegenwoordige
eigenares van het ledigstaande huis
besloten had het te gaan bewonen.
Hoe zulk een weinig begeerlijk pand
in het bezit van Mrs. Blatchford was
gekomen, lag in het duister; waar
schijnlijk had zij het voor hypothe
kaire schuld over moeten nemenmaar
het was in ieder geval reeds sinds
jaren haar eigendom, en haar plan
was zooals het publiek beweerde. De
vensterluiken werden weêr geopend;
schilders, stukadoors, behangers waren
driemaanden lang ijverig en met succes
in het huis werkzaamer kwamen
wagenladiugen meubelen aan, en Bar
nes Folly werd weêr betrokken.
Daar alleen een excentriek mensch
het in het hoofd kon krijgen zulk
een huis uit vrije beweging te gaan
bewonen, verbaasde het de bevolking
van Oversea volstrekt niet, toen zij
tot de ontdekking kwam, dat Mrs.
Blatchford exentriek was. Zij was
een weduwe van omstreeks vijf en
vijftig jaar voor zoover de men
schen wisten, zonder zoon, dochter of
nabestaande. Zij was hooghartig als
een' Spaansclie, trotsch als Lucifer,
en koud als de Oostewind. Zij leefde
in het groote huis in volstrekte af
zondering; zij bracht geen bezoeken
en ontving geen menschen. Dat zij
rijk was, was duidelijkmaar niemand
wist hoe groot haar vermogen was.
Tegenover menschen van haar stand,
met wie het toeval haar in aanraking
bracht, was zij terugstootend beleefd
tegenover hare ondergeschikten was
zij streng rechtvaardig. Zij toekende
voor de plaatselijke instellingen van
liefdadigheid ernstig en als iemand
van zaken, maar ruim inen ofschoon
zij alleen leefde, was haar huishouden
toch op onbekrompen voet ingericht,
wat den winkeliers van Oversea zeel
ten goede kwam. Deftig en alleen
liet zij zich in haar groot rijtuig rond
rijden en uitgezonderd Cuthbert
Wrey, was er niemand in de nabuur
schap van wien kon gezegd worden,
dat hij op vriendschappelijken voet
met haar stond.
Zonderling genoeg had er tusschen
Mrs. Blatchford en den hulpprediker
sinds eenige jaren iets bestaan, dat
zeer naar vriendschap zweemde. Over
eenkomstig zijn plicht, had hij haar
kort na hare aankomst een bezoek
gebracht, t Kan wezen, dat ziju gun
stig voorkomen en zijne aangename