NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. No. 12. Woensdag 10 Februari 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. ONZE REPLIEK. LIBERALEN, Feuilleton. (Mrs. Blatclrd's uiterste wil. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken intezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Ons artikel »De liberalen in Amers foort" van 30 Januari heeft de ver ontwaardiging opgewekt van De Eem bode-, zij vond daarin een «krenkende insinuatie" en de bedoeling om onze «katholieke medeburgers bij hunne rdersgezinde stad- en landgenooten verdacht en gehaat te maken." Daar- egen stond in haar laatste nummer «Ons protest." I «In ijdele verwaandheid hult ge noemd Blad zich in den profetenman tel om voorspellenderwijze hare Kat holieke medeburgers verdacht te maken als medestanders van de soci aal-democraten en geen ander doel beoogende dan het bewind des lands te bemachtigen." Aldus de Eembode naar aanleiding van deze woorden «Ja, als wij een voorspelling mogen wagen, zij zullen samengaan met antirevolutionnairen en sociaaldemo craten, en een clericale regeering wacht ons." De lezing, welke de 'Eembode van die woorden geeft, is geen uitleggen, maar inleggen. Wij zeiden slechts wat naar onze mee ning in de toekomst staat te gebeu ren. Of wij dwalen en onze vrees ongegrond is, zal de tijd leerenver gissen wij ons, des te beter, gaarne zullen wij dan onze dwaling erkennen. Het was geenzins onze bedoeling, te krenken of verdacht en gehaat te maken. Dat hier geen «smadelijke veronderstelling" terug te slaan of e verpletteren viel, bewijst onze vol komen instemming met de aange- aalde regelen uit het program der atholieke kamerleden. Ja, die «gulden letteren" moeten oor elk rechtgeaard Nederlander on- erschreven worden. Maar het geheele program, de be- inselen waarop het berust kunnen vij niet goedkeuren. En daar wij nu met «de Standaard" overtuigd zijn, lat al wie tegen Rome, dat uit een beginsel leeft, en naar den eisch van dat beginsel georganiseerd is, optreedt zonder beginsel, en dus ook ongeor ganiseerd, van zijn nederlaag vooruit zeker is, en Rome gestadig moet doen winnen, daarom spoorden wij de liberalen te jdezer stede aan zich te vereenigen, niet alleen en niet in de eerste plaats tot een »anti-clericale" organisatie, maar optredende met een actieve politiek, aldus stellende be ginsel tegenover beginselwij betreur den het, dat heden, nu eensgezind heid meer dan ooit vereischt wordt, de zucht naar verstandhouding en aaneensluiting verder dan ooit te zoe ken is. Wij weten er niets tegen in te brengen, dat de Roomschen zich orga- niseeren om bij de stembus den grootst mogelijken invloed te oefenen, en vervolgens van dien invloed ge bruik maken. Wij achten ons ver plicht desgelijks te doen, bezitten daartoe hetzelfde recht. Die vrijheid, die zij bezitten en zeer terecht heb ben- ze zou ons, hadden zij de han den vrij, ontnomen worden desnoods met uitwendig geweldzoolang ook wij haar hebben, maken wij er ge bruik van. Wat tot de liberalen gezegd wordt, dat moet wel eens onaangenaam klin ken voor een Eembode, het kan niet anders, doch dat is nog niet tegen elkaar ophitsen en in het harnas jagen. Het «liberalisme" wordt wel aan de kiezers voorgesteld als «het heidendom" dat bestreden moet wor den, opdat eenmaal gelijk in België de mare klinke in Nederland, dat het liberalisme de kop is ingedruktdan zal het eerst goed gaan, kijk slechts naar België. En ieder weet als welk een poel van ongerechtigheid het liberalisme wordt afgeschilderd. De katholieken zullen, zegt de Eembodede sociaal-democraten on verpoosd blijven bekampen, en immers in het program staatsociale nooden lenigen, sociale ontwikkeling bevor deren, sociale beroering voorkomen. Wij helpen het wenschen, maar of de Katholieken den staat van gevaren en ondergang redden kunnen, en of zij op de rechte wijze sociale her vormingen aanbrengen, deze vragen wekken eenigen twijfel bij ons. Nog slechts deze bemerking: De weleerw. heer pastoor Rengs in Mid delburg, sprekende voorde R.C. kiezers, beval hen aan «wel te strijden voor hetgeen ieder het zijne noemt, maar geen oorlog te voeren om te verplet teren en niemand, wien ook, te ver ketteren. Strijden moet men maar eerlijk, verstandig, ordelievend, een drachtig." Deze woorden geven wij ter over denking aan de Eembode. En alleen dan, wanneer zij bij haar schrijven aan,deze woorden indach tig is geweest, kunnen wij met haar polemiseeren. nog is er tijd om te vereenigen, om door overleg tot samenwerking te komen. Een aaneengesloten minderheid kan dikwijls den doorslag geven. Vereeniging is thans nog veel meer noodig dan voorheen. Want er kan alleen gestemd worden over de can- didaten, die door veertig of meer kiezers bij den burgemeester op den dag der verkiezing zijn opgegeven andere uitgebrachte stemmen gaan nu verloren. Het geval zou zich kunnen voordoen, dat dus de liberalen het verstandigst doen als zij thuis blijven. Dat zou toch fraai zijn. Maandag is de termijn van aangifte voorbij voor degenen die niet door het betalen van belasting kiezer zijn alleen de laatsten worden ambtshalve op de lijst geplaatst. Dat allen gebruik maken van de gelegenheid om het kiesrecht te ver krijgen. Het kost een geringe moeite. Wat men doen moet is reeds zoo dikwijls gezegd en steeds zijn er nog tot het geven van inlichtingen be reid. Velen stellen nog weinig prijs op het kiesrecht, dat echter ook zij zich aangeven, want straks zal wel licht hun belangstelling gewekt wor den, en een oogenblik komen dat wie niet kiezer is het wenschen zou te zijn. Zich aangeven, baat het niet schaadt het niet; in elk geval zult gij u dan niet te beklagen hebben. Niemand verzuime dus de gelegen heid, die maar ééns in 't jaar gege ven wordt. In het »Rolt. Nieuwsbl." lezen wij het volgende De Kieswet. Aan wien de schuldl Dezer dagen een werkman aan sporende zijn naam op de kiezerslijsten te laten plaatsen, gaf de man mij te kennen gaarne kiezer te willen wezen, indien hern dit niets kostte! Hij verdient boven de f 600's jaars, vervalt dus in de inkomsten-belasting, kreeg echter nooit een biljet, ergo betaalt niets. Indien hij nu zijn naam op de kiezerslijst laat plaatsen, komt het uit dat hij in de inkomstenbe lasting vervalt en kans loopt te moeten betalen, terwijl indien hij zwijgt en zich niet opgeeft hij hoogstwaarschijn lijk nooit iets zal betalen. Aan wien de schuld? Indien de kleinere man beter opgespoord werd, en hem aan het verstand werd ge bracht dat ook hij verplicht is een kleinigheid bij te dragen in de alge- meene lasten, zou hij zich waardiger gevoelen en ook wel degelijk zijn naam op de lijst laten plaatsen. Hoeveel duizenden van deze geval len doen zich niet voor, en laat ons niet vergeten het geld moet er wezen en indien Piet niets betaalt, moet Jan meer betalenis dit echter eerlijk? De voorzitter van de Tweede Kamer is voornemens voor te stellen, na afloop van het afdeelingsonderzoek, allereerst in behandeling te nemen de wetsontwerpen tot wijziging van de provinciale wet; wijziging der wet van 5 Nov. 1852, houdende verdeeling der provinciën in kiesdistricten, ter benoeming van de leden der Provin ciale Staten enz.wijziging van de gemeentewet; oprichting van Kamers van Arbeid. De Verzekeringsbode bevat het volgende Het Gemeentebestuur van Kampen heeft een aanbesteding (sicuilge schreven voor de verzekering van het gemeente-ambtenaars- en bedienden personeel tegen ongelukken. Geen Kamper ui?! De koene ondernemers der post boot Minister Iiavelaar, gebroeders De Groot, zijn er niet in geslaagd per ijsschuit de post van Kampen naar Urk over te brengen. Niet min der dan twee dagen zijn zij daar toe onderweg geweest; den eersten dag kwam men tot Schokland, waar over nacht werd, en den volgenden dag werd Urk bijna bereikt, doch door het vele sneeuwijs was het niet moge lijk het eiland te bereiken, waarop men weer naar Schokland terugkeerde. Door het branden van een groot vuur seinde men de aankomst op Schokland naar Kampen, zoodat men daar niet zooals een paar jaar geleden dagen lang in onzekerheid verkeerde over het lot der ondernemende mannen. Een telefoon of telegraaf, die Urk met den vasten wal verbindt, zou zeker geen weeldeartikel zijn. De f 100 000 met de premie van f30 000 uit de Staatsloterij is in haar geheel te Tiel gevallen en nog wel op een klassikaal lot. De trekkers behooren grootendeels tot den arbei denden stand. Twintig gelukkigen meer in de wereld. Naae het Enqelsch van HUGH CONWAY. inds dat voorval had de eenzaam evende dame hem ondubbelzinnige 'lijken van haar genegenheid gegeven, 'uthbert was een heer, en ofschoon nbemiddeld, volkomen onafhankelijk zoo onafhankelijk, dat het der rijke me niet in de gedachte kon komen, dat zij zich vernederde, wanneer zij hem vriendschap bewees. Bovendien was hij een verstandig man, met een helder hoofd, zooals een vrouw gaarne raadpleegt, wanneer er zich soms moeielijkheden in hare zaken opdoen. Dus vond Mrs. Blatchford zijn gezel schap niet slechts onderhoudend, maar stelde in voorkomende gevallen ook zijn hulp en raad op hoogen prijs. Op grond van een en ander was hij de eenige persoon, dien zij gaarne cheen te zien; en gedurende gerui- men tijd was hij, zoo niet de eenige bezoeker, dan toch zeker de eenige welkome bezoeker op «De Folly' ge weest. Cuthbert van zijn kant vond haar, toen het ijs der terughouding waar mede zij zich omgaf, eenigszins was gesmolten, een verstandige, goed ont wikkelde vrouw. Uit toevallige op merkingen trok hij het besluit, dat door een of ander groot verdriet haar leven vergald en haar gemoed verbit terd was geworden; en spoedig ont dekte hij, dat zij een ijzeren wil be zat, en besloten was, het mocht kosten wat het wilde, haar eigen weg te gaan. Toch was zij niet veeleischend of onredelijk; en voor hem, wiens be langen op geenerlei wijze met de hare in botsing konden komen, bleek zij een- oprechte, zij het dan ook een' zich wei nig uitende vriendin te zijn. Men kan moeielijk zeggen, dat hij van haar hield zij had geen beminnelijke natuur misschien was het eenvou dig een goedhartig medelijden met hare verlatenheid, welke hem drong haar zoo dikwijls te bezoeken, en zich aan hare belangen gelegen te laten liggen. Zeker deed hij het niet met de gedachte aan persoonlijk voordeel' of het moest zijn om haar goed voor ziene bibliotheek. Desniettemin roer den boosaardige menschen voor namelijk Dissenters, die Cuthbert niet kenden hunne listige tongen en voorspelden, dat het zonderlinge paar vrienden te eeniger tijd het verschil van jaren, dat er tussclien hen be stond. wel zou vergeten. Gedurende de laatste maanden was het de beurt van den man geweest, een raadgever noodig te hebben. Hij gevoelde behoefte zijne twijfelingen omtrent zijn geschiktheid voor het ambt, dat hij gekozen had, met iemand te bespreken. Het gevoel, dat hij niet langer in de kerk moest blijven, werd bij den dag sterker; toch hui verde hij den beslissenden stap te doen. Mrs. Blatchford had hem goe den raad gegeven, en adviseerde hem, naar zijne innige overtuiging te han delen. Eerst den dag vóór hare on gesteldheid had zij, met meer gevoel, dan hij haar ooit had toegeschreven, gezegd: »Mr. Wrey, gij zijt m'n vriend wellicht m'n eenigen vriend. Ik kan zien dat gij strijd hebt. Maak er een eind aan, en kom tot uzelf. Ik houd meer van u, dan van iemand ter we reld. Ik ben oud genoeg, om uw moeder te kunnen zijn. Zoo gij geld noodig hebt om een nieuwen werk kring te kiezen, laat ik het u dan mogen aanbieden". Cuthbert had beslist maar dankbaar voor het aanbod bedankt. Indien hij om gewetens wille de kerk verliet, moest hij daarvoor een offer brengen, of hij zou geen vrede hebben met zichzélven. Toch deed de gedachte, dat deze gestrenge, hooghartige vrouw, hem zoo genegetP was, hem aangenaam aan. Sinds dien dag had hij haar niet ontmoet. Den volgenden dag was zij ernstig ziek geworden, en was er een dokter en een verpleegster geroepen. Natuurlijk was hij, behalve van daag, nu hij door zijne vele bezigheden geen tijd had kunnen vinden om den heuvel te beklimmen, dagelijks naar haar gaan vragen. En gisteren had hij ge hoord, dat zij veel beter was. De paarden trotseerden het geweld van den storm en worstelden zich moedig tegen den heuvel op, waarop «De Folly" stond. Een deftige be diende, wiens gelaat van een dreigende ramp sprak, ontving Cuthbert en ging hem voor naar de bibliotheek, waar de dokter bij hem kwam. »Zij heeft den ganschen dag geijld", zeide hij, //en om haar zoon geroepen". //Haar zoonHeeft zij een zoon vroeg Cuthbert verbaasd. //Zij moet er een hebben; en door de wijze, waarop zij over hem spreekt, vermoed ik, dat zij niet veel vreugde aan hem heeft beleefd. Een uur ge leden is zij weder tot bewustzijn ge komen, maar dit voorspelt een nade rend einde. Zij vraagt voortdurend naar u, en gij komt nog maar juist van pas. Ga met me mee". Hij kwam werkelijk nog maar juist van pas. Mrs. Blatchford was ster vende. Haar gelaat had reeds een langen, strakken vorm aangenomen, maar toch was de uitdrukking er van zachter, dan Cutfibert. voor zoover hij zich wist te herinneren, er ooit op gezien had. Hij knielde bij het bed en greep haar hand. Toen hij zag, dat zij zich inspande om te spre ken, bracht hij zijn oor zoo dicht mogelijk aan hare lippen. //Onder m'n hoofdkussen," waren de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1