NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BINNENLAND.
No. 33.
Zaterdag 24 April 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
B
E\ ZATE
F euilleto n.
DE SPION,
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
H. H. M. M. zullen op 30 dezer
van Amsterdam rechtstreeks naar het
buitenland vertrekken.
Na een oponthoud van twee dagen
te Stuttgard, alwaar H. H. M. M.
incognito een familiebezoek zullen
brengen en een verblijf van 10 a 12
dagen te Weenen, zullen H. H. M. M.
vertoeven te Alt Anssee in het Salz-
kammergut en omstreeks half Juni
in het vaderland terugkeeren.
Het gevolg van H. H. M. M. zal
bestaan uit de hofdames: .lonkvr. v. d.
Poll en gravin van Limburg Stirurn,
luitenant-generaal graaf Dumonceau,
adjudant, baron Sirtema van Grovestins,
kamerheer van H. M., baron Taets van
Amerongen en den referendaris van
het kabinet der Koningin, baron de
Vos van Steenwijk.
In het Antirevol. program wordt
den arbeiders voorgespiegeld, dat men
uit de invoerrechten op granen voor
hen nog een sommetje zal overhouden,
waaruit pensioenen voor den ouden
dag kunnen worden gevonden. Er
wordt echter niet bij gezegd, merkt
het Hbl. op dat de arbeider, wien
men duurder brood laat betalen, dan
in die hoogere uitgaaf ook zijn pen
sioen bekostigt. Hem wordt voor
gespiegeld, dat hij dat pensioen uit
de Staatskas ontvangen zal, maar
men verzwijgt voor hem dat hij dat
bij centen en halve centen zelf heeft
bijeengebracht van elke bete broods,
die hij en zijn gezin at 1
De liberale partij heeft steeds ge
ijverd tegen beschermende rechten,
en allengs de hooge tarieven van
invoer, die ook hier te lande beston
den afgeschaft. Zij is zoodoende op
gekomen voor den plicht om de
arbeiders, en allen die van een beperkt
inkomen moesten leven, van zware
belastingen te ontheffen. Daarom
heeft de liberale partij ook de accijn
zen op het brood, op steenkolen, op
turf, op schapen- en varkensvieeseh
en op zeep afgeschaft en dien op
zout zeer verlaagd. Daarom heeft zij
den gemeentebesturen reeds 80 jaren
geleden verboden, door plaatselijk
accijnzen de benoodigdheden van de
onvermogenden duurder te maken.
Dat zijn zoovele bewijzen, dat de
natie van de liberale partij recht
vaardigheid in het bestuur heeft te
wachten. Kan men hetzelfde zeggen,
van de inrichtingen, die door hooge
invoerrechten de levensbenoodigdhe-
den weder duurder willen maken?
Door de Maatschappij tot Exploi
tatie van Staatsspoorwegen worden
ter gelegenheid van de internationale
tentoonstelling te Brussel met betrek
king tot het reizigersverkeer, de vol
gende maatregelen genomen 1". zijn,
van af 1 Mei, de bestaande retourbil
jetten naar Brussel zonder onder
scheid 10 dagen geldig; 2*. worden,
van af l Mei tot nader order, op de
stations, die in rechtstreeks verkeer
met Brussel zijn opgenomen, twee
maal 's weeks en wel des Woensdags
en des Zaterdags, speciale retour-
kaarten afgegeven, geldig voor vier
dagen, tegen de enkele reisvracht.
Deze zijn, voor de heenreis, uitsluitend
geldig op de treinen 1, 5 en 7, resp.
op de op die treinen aansluitende
treinen, en voor de terugreis op alle
treinen.
3o. worden vanaf 1 Mei, door de
voornaamste stations zoogenaamde
carnets-combinés verkocht.
Elk carnet-combiné kost f 4.80 en
bevat
Een bon rechtgevende op een
vermindering van vracht voor de reis
tot Brussel en terug, ten bedrage
van 30 pet. in de Ie, 40 pet. in de
2e en 50 pet. in de 3e klasse, tel
kens van de dubbele enkele reisvracht.
Tien toegangsbewijzen tot de
tentoonstelling (de vijf laatste daar
van kunnen desverlangd te Brussel
worden ingewisseld tegen even zoo
vele loten in de te organiseeren loterij)
c. Tien bewijzen rechtgevende op
vermindering van toegangsprijs tot
de op het tentoonstellingsterrein aan
wezige vermakelijkheden
Het schijnt wel, alsof de hand
van het noodlot zwaar drukt op de
Kamper rijwielnummering. Heeft zij
reeds aanleiding gegeven tot vermeer
dering der talrijke Abderitische aar
digheden, die ouder den naam van
Kamper-uien op de humoristische
spijslijst staan vermeld, thans dreigen
er in Kampen onlusten uit te breken
en dat wel ten gevolge der
rijwienummering. Het noodlot heeft
namelijk gewild, dat een der wethou
ders, die ook de wielrijkunst beoefent,
het nummer 11 deelachtig is geworden
terwijl de directeur der stadsreiniging
zich nummer100 heeft zien
toegewezen.
Beide heeren moeten hierover zeer
verstoord zijn, daar zij niet kunnen
gelooven aan een dergelijke speling
van het lot En zelfs wordt beweerd
dat de burgemeester, toen de wet
houder zich over zijn nummer kwam
beklagen, dezen heeft aangeboden met
hem van nummer te verwisselen.
Als dat nu maar geen nummer 13
is geweest, zegt De Fiets.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Namens de Timmerlieden-Ver-
eenigingen streven naar verbetering
Afd. van de Algem. Nederl. Timmert.
Bond, Mede-Leden Timmerlieden van
de Afd. Patrimonium" en de Tim-
merlieden-Vereeniging r>St. Jozef,"
Onder-Afd. van den Amers/oortschen
R. K. Volksbond, werd aan H.H. Pa
troons en Werkgevers in het Timmer
vak alhier, de navolgende circulaire
verzonden
«Reeds herhaalde malen zijn hier
door de werklieden pogingen in het
werk gesteld om langs den weg van
minnelijk overleg de toestand voor
de werklieden in deze gemeente te
verbeteren.
Toestanden, waarvoor bij iedere
bespreking welke loon-verbetering
voor de werklieden ten doel gehad
heeft, niemand de handschoen kon
en durfde opnemen, ofschoon het feit
niet te loochenen valt, dat de positie
der werklieden alhier in vergelijking
met die van andere gemeenten in ons
land, dringende verbetering vereischt.
Dienaangaande hebben wij u slechts
te wijzen tot welke conclusie de Ver
gadering kwam, welke op den 14.
October 1895 in de zaal van de Kei
zerskroon gehouden werd en waarin
particulieren zoowel als patroons tot
de erkenning kwamen dat het hier
ter plaatse bestaande loon tarief voor
de behoefte van een werkmansgezin
te laag is.
Niettegenstaande deze erkenning
zijn de verschillende pogingen na dien
tijd aangewend, o. a. om door bepa
lingen van maximum loon en maximale
werktijd van gemeentewege betere
toestanden te verkrijgen, steeds vruch
teloos geweest.
Wij wenschen hiervoor, zoover het
ons vak betreft, verandering in ge
bracht te zien.
Waar in het afgeloopen jaar op
verschillende plaatsen van ons land,
o. a. in de naburige stad Utrecht,
het loon voor de timmerlieden ver
hoogd is geworden en met de straks
genoemde feiten voor oogen, meenden
wij alleszins overtuigd te zijn. het
verzoek om loonsverhooging voor de
timmerlieden te Amersfoort tot u te
mogen richten.
Dienaangaande hebben wij de eer
U tot eene bijeenkomst uit te noodi-
gen om door gezamelijke bespreking
en onderling overleg tot eene betere
regeling van loon en werktijd te komen.
Ons vleiende, dat, waar zoovele
patroons in den lande een gunstig
voorbeeld hebhen gegeven, waar het
betreft de toestanden der gezellen te
verbeteren, overtuigd als zij zijn dat
ook hunne belangen hiermede bevor
derd worden, de patroons alhier niet
zullen achterblijven hebben wij de
eer U uittenoodigen tot eene bijeen
komst op Dinsdag 27 April a.s., des
avonds om 8V» uur, in het koffiehuis
«liet Valkje," waar bovengenoemd
verzoek in bespreking zal worden ge
bracht."
De heer J. van der Wal Kzn.
is benoemd tot keurmeester voor de
te Veenendaal vanwege het Utrechtsch
genootschap voor Landbouw en Kruid
kunde te houden boterkeuring.
Tot vader en moeder in het
Gereformeerd weeshuis (Scheltus-
stichting) hier zijn benoemd G. van
der Meene en echtgenoote, thans vader
en moeder in het Zenuwlijdersgesticht
te Loosduinen.
Gedurende den zomer van dit
jaar zullen door het muziekkorps van
het 5e regiment infanterie onder
directie van den heer G. K. G. van
Aaken op het terras der sociëteit
Amicitia 1(5 concerten worden gegeven
en wel op de navolgende dataZondag
23 Mei, Donderdag 27 Mei, Zondag
30 Mei, Maandag 7, Woensdag 16,
Zondag 20 en Woensdag 30 Juni,
Zondag 4, Dinsdag 13, Zondag 18,
Dinsdag 27 Juli en Maandag 2, Zondag
S. Maandag 16, Zondag 22 en Dinsdag
31 Augustus.
J.I. Donderdagmiddag, omstreeks
5 uur, geraakte op den West-Singel,
bij het gymnasium, een paard, ge
spannen voor een volgeladen wagen
met ongebluschte kalk van het St.
Jozefgesticht, op hol.
De beide voerlieden, arbeiders in
bovengenoemd gesticht, liepen gevaar
met paard en wagen in dc gracht te
geraken. Een van beiden wilde van
het voertuig springen, sprong te ver
en in het water; gelukkig waren de
voorbijgangers in staat hem spoedig
op liet droge te helpen. Een achter
wiel van den wagen stuitte achter
een boom zoodat het paard viel, het
inspan brak en de voerman van den
bok werd geslingerd, alles zonder
eenig verder letsel te ondervinden.
naar het Duitsch van
WILHELM BERGER.
i)
In het jaar 1863, het derde van
den Amerikaanschen burgeroorlog,
voerde ik in het leger van den Ge
neraal Rosecranz het hevel over een
regiment voetvolk, dat in den staat
Ohio was gevormd.
Na een' lange rust waren wij in
het begin van den zomer opgebroken,
om den Staat Tennessee voor de Unie
te veroveren, en het was ons gelukt
het zwakkere vijandelijke leger, door
een' reeks krijgskundige manoeuvres,
zonder belangrijke gevechten tot ach
ter Chattanooga, aan de zuidelijke
grenzen van dien Staat, terug te drin
gen. Ddér hield de vijand, door de
rivier Tennessee in zijn front gedekt,
stand.
Rosecranz was van plan, ook thans
weêr de vijandelijke stelling om te
trekken. In de divisie-Davis, welke
bij de verschuiving van ons leger de
voorhoede vormde, bevond zich ook
mijn regiment, dat als een der eerste
bij Bridgeport de Tennessee overstak.
Het was van het hoogste belang, dat de
vijand niet te vroeg van deze bewe
ging kennis kreeg en wij deden dus
ons uiterste best, om de keten zoo
snel mogelijk te spannen, zoodat wat
achter ons voorviel niet kon bericht
j worden in het kamp der Geconfede-
reerden, wddr men onzen aanval van
een' geheel andere zijde verwachtte.
Tegen den avond hadden wij een
stevigen marsch achter ons, en mijne
manschappen wierpen zich terstond in
de velden, om een paar uur slaap te
genieten, daar men terstond na het
aanbreken van den dag verder moest
trekken. De nacht was warm, de he
mel met sterren bezaaid, en daar ik
mij niet bijzonder moe gevoelde, en
ook, met het oog op onze hoogst ge
vaarlijke rustplaats, een' zekere be-
zorgheid niet van mij kon zetten, deed
ik tegen elf uur nog eenmaal de ronde
langs de voorposten, welke mijn regi
ment had uitgezet.
Onderweg ontmoette ik kapitein
Falk, die met hetzelfde doel was uit
gegaan, en zich dus mij mij aansloot.
Falk en ik, de kapitein en de kolonel,
waren gedurende den veldtocht goede
vrienden geworden, niettegenstaande
hij in den bloei der eerste mannelijke
jaren verkeerde, en ik de vijf en veer
tig reeds achter den rug had. Hij
kwam als luitenant bij het regiment,
en openbaarde zeer spoedig al de
eigenschappen van een goed soldaat,
zoodat ik hem zoo snel mogelijk be
vorderde. Uit erkentelijkheid daar
voor sloot hij zich bij mij aan, ter
wijl hij overigens ongezellig, en buiten
den dienst het liefst alleen was. Ook
in den omgang met mij bleef hem
een schier sombere ernst bij, welke
niet in overeenstemming was met zijne
jaren. Wij hadden pas een paar
maanden gekampeerd, en dien tijd
met het drillen van recruten, het
oefenen der troepen, en het verplegen
der gewonden doorgebracht. Ver
scheidene malen was ons in het kamp
door goede zielen in onzen moeder
staat Ohio inlandsche wijn gezonden,
en hadden wij, onder het genot van
een' flesch van het edele nat, menig
uurtje gezellig zitten keuvelen. Maar
nooit verkeerde hij daarbij in een'
opgewekte stemming; zelfs de gees
tigste kwinkslag kon zijne lippen maar
even tot een glimlach plooien.
Daar Falk de schitterendste proe
ven van persoonlijken moed gegeven
had, kon zijn' somberheid onmogelijk
de vrucht zijn van de gedachte aan
het lot van den soldaat, dat ons allen
boven het hoofd hing. Bovendien
stroomde ook hem, ofschoon hij in
Amerika was geboren, Germaansch
bloed door de aderen, en had hij de
gestalte en de trekken van een van
die middeneeuwsche landsknechten,
die naar het slagveld als naar een
feest trokken. Ik kon mij zijn gemis
aan opgeruimdheid alleen verklaren
uit de veronderstelling, dat hij in
zijn vroeger leven veel verdriet had
gehad, en hem de smartelijke herin
nering daarvan was bijgebleven. Gaarne
had ik de bevestiging van dit ver
moeden uit zijn eigen mond vernomen,
maar met zekere beslistheid sprak hij
over elke zinspeling van mijne zijde
daarom heen. Het was duidelijk, dat
hij over zijn particulier leven niet
wenschte te spreken, en ik gaf mij
verder geen' moeite om hem aan het
praten te brengen.
In bedoelden nacht het was dien
van 29 op 30 Augustus liepen wij
samen langs de rijen onzer slapende
soldaten. Toen wij hen achter ons ge
laten hadden, en ook de soutiens voor
bij waren, vernamen wij van den kant
der voorposten een' woordenwisseling,
welke vrij luid gevoerd werd. Wij
j begaven ons snel naar de plaats, om
aan dat verraderlijk lawaai een einde
te maken. Wij vonden de posten met
aangelegd geweer tegenover een man,
die, thans ook tegen ons, op krachtige
manier tegen zijn' arrestatie protes
teerde. Hij gaf voor een vreedzaam
landbouwer te zijn, die zaken in Bridge-