NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
No. 38.
Woensdag 12 Mei 1897.
Zes-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
«lilt: 2 THOMSON'S THEE.
Feuilleton.
DE SPION,
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD VERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De laatste berichten van liet Balkan
schiereiland, luidden, dat Griekenland,
tot den vrede geneigd, de tusschen-
komst der mogendheden heeft ge
vraagd. Maar ondertusschen wordt
er nog gevochten en schijnen de
Turken er voorloopig nog niet aan te
denken, om het zwaard in de scheede
te steken. Het is trouwens bekend
genoeg, dat men in Konstantinopel
de meening is toegedaan, dat van een
wapenstilstand geen sprake mag zijn
die kon alleen den Grieken ten nutte
komen om hun leger bijeen te trekken
en beter uit te rusten, en om daarna
den strijd opnieuw te beginnen.
Trouwens ook elders, in diplomatieke
kringen, heeft men dezelfde opinie
omtrent een wapenstilstand.
Beter is het de vijanden maar ver
der te laten vechten, dat is het beste
middel om de onderhandelingen niet
te doen slepen. Het doel moet wezen
zoo gauw mogelijk vrede te sluiten.
Nu de Grieken hebben toegegeven
meende men, dat dit doel heel ge
makkelijk was te bereiken. Maar
reeds nu verschijnen er wolken aan
de kimmen. In de laatste dagen, en
weken zelfs heeft men zich algemeen
Griekenland voorgesteld als den vijand
des vredes. Turkije was de edele,
bezadigde man, die niets liever wil
dan af zijn van een doelloozen strijd,
de edelmoedige, die zelts van zijn
overwinning geen partij zal tiekken.
Nu van Griekenland's zijde aan een
tusschenkomst der mogendheden niets
meer in den weg wordt gelegd, schijnt
er tegenkanting te zullen komen van
Turksche zijde. Want de mogend
heden laten er blijkbaar geen gras
over gioeien zij zullen zoo spoedig
mogelijk een telegram.uit Athene
spreekt zelfs van heden reeds een
nota overleggen, waarin zij aan Grie
kenland haar bemiddfeling aanbieden
op de volgende voorwaardenGrie
kenland roept de troepen van Kreta
terug, stemt formeel toe in de auto
nomie van het eiland en aanvaardt
zonder voorbehoud de raadgevingen der
mogendheden. Daarop zullen dezen
in den Grieksch-Turkschen oorlog
tusschenbeide komen.
De Grieksche regeering zal daarop
het lot van haar land leggen in de
handen der groote Europeesche Staten.
En dan zullen deze zich wenden tot
Turkije. Met dit land meende men
totnogtoe niet veel moeite te zullen
hebben. Door de Porte is meer dan
eens de verzekering gegeven, dat zij
niet veroveringszuchtig was, dat zij
geen voordeelen van den oorlog zou
trachten te plukken. Zij zou alleen
een schadeloosstelling eischen van
Griekenland voor de onkosten van
dezen oorlog, die door Turkije niet
verlangd was. Bovendien eischte zij
nog alleen een kleine grenswijziging,
zoodat al de bergen ten Noorden dei-
vlakte van Thessalië aan de t Sultan
komen. Buitensporig kan men deze
eischen geenszins noemen. Maar nu
tiet er op aankomt om deze goede
gezindheid metteidaad te toonen,
schijnt de Sultan zich te herinneren,
dat zijn troepen toch eigetdijk de
overwinnende zijn, en dat het den
overwinnaar toekomt om de vredes
voorwaarden vast te stellen.
De Turken hebben gevoeld, dat zij
nog iets van den ouden moed en de
oude fanatieke kracht bezitten, zij
leven in den roes der zegepralen en
vergeten nu, wat beloofd werd vóór
de oorlog begon Zoo wordt dan thans
verzekerd, dat de Sultan zou hebben
verklaard, nu, na de overwinningen,
niet meer de autonomie van Kreta
te zullen dulden, want dan zouden
de Cristenen onvoorwaardelijk heeren
eri meesters zijn over liet eiland. Lie
ver zou de Sultan Kreta afstaan aan
een bevriende mogendheid, die voor
de veiligheid der Mahomedaansche
ingezetenen zou instaan.
Aan een onderwerp, dat ook
voor ons land, vooral in den laatsten
tijd, bijzondere actualiteit heettde
quaestie van de Zondagsrust, zal een
congres gewijd zijn, te Brussel van
6 tot en met 0 Juli as. te houden.
Dat congres staat onder het eere-
praesidum van den minister van nijver
heid en arbeid, die den 7 Juli de
bijeenkomsten zal openen. Op dien
dag en de beide volgende dagen zal
het onderwerp der Zondagsrust worden
behandeld in betrekking tot: lo. de
industrie; 2o. den handel; 3o. de
openbare middelen van vervoer; 4o.
de publieke administraties; 5o. de
plichten van den Slaat. De werk
zaamheden zullen besloten worden
door eene rede over den vooruitgang
van de zaak der Zondagsrust, zooals
die gebleken zal zijn gedurende het
congres.
Van ^e redevoeringen en de debat
ten verschijnt later een «compte
rendu", dat ieder lid van bet Congres
kan ontvangen tegen betaling van 5
frs. tot de kosten van het lidmaat
schap, dat op zich zelf ook voor 5
frs. verkrijgbaar is.
De heeren G. de Wijs, president,
en G. B. van Aaken (Piet Heinstraat
79a) secretaris van het hoofdbestuur
der Nederl. vereeniging tot bevorde
ring van Zondagsrust, te 's-Gravenhage,
stellen Inschrijvingsbiljetten verkrijg
baar voor de deelneming aan dit be
langrijk Congres.
In de maand April zijn bij het
kol. werfdepot te Harderwijk aange
nomen 107 personen als: 86 Neder
landers, 10 Duitschers, 8 Belgen, 1
Luxemburger, 1 Zwitser, 1 Rus, van
bet leger hier te lande overgenomen
74 onderofficieren en minderen, zoodat
het totaal bedrag der werving 181
man bedroeg, aan wie f 35,285 aan
handgeld is uitbetaald.
Wij lazen in de N. R. Ct.
Zondagavond waren in het circus-
Schumann te Amsterdam verschillende
personen uit de sportwereld, waar
onder ook de heer B. uit de Haar
lemmermeer.
Naast hem stor.d de luitenant der
cavalerie te Amersfoort B., een vriend
van luitenant ten K., tnet wien de
heer B. vroeger een quaestie had, en
even vóór luitenant B. de heer v. d.
St. Nu had een ander persoon het
ongeluk zijn wandelstok op 's heeren
van der St's voet te zetten. Deze
werd daarom boos en sloeg den stok
weg. met het ongelukkig gevolg, dat
hij tegen luitenant B. aankwam.
Deze, denkende dat de heer B. hem
sloeg, hief zijn wandelstok op en
sloeg er den heer B. zoodanig mede
op zijn gelaat, dat het bloed uit neus
en oogen sprong. Kaartjes werden
gewisseld en Maandag spraken de
secondanten van den heet B., de
heeren van W. C. en baron van P.,
met den luitenant B., die daarbij
moet geweigerd hebben voldoening
te geven.
De heer B. is daarop naar Amers
foort gegaan om den luitenant te
noodzaken een duel aan te nemen,
doch keerde onverrichte! zake terug.
De militaire autoriteiten zijn met
het gebeurde in kennis gesteld.
Aan het begin dezer maand
waren in de gevangenissen der pro
vinciën Noord-Brabant en Limburg
alle cellen bezet, terwijl het getal
personen, die zich aanmelden om in
eene Rijks-werkinrichting eene plaats
te vinden, zeer sterk is toegenomen.
In sommige huizen van bewaring be
draagt dat getal rneer dan 50.
In het heideveld te Buinen zijn
weder eenige oude voorwerpen gevon
den nl. een paar steenen beitels, die in
vorm van de vroeger gevondene afwij
ken, eenige gedeelten van urnen, en
een merkwaardige vuursteenvervor
ming, welke voorwerpen in bet Museum
van Oudheden te Assen zijn geplaatst.
PROVINCIALE BERICHTEN.
Bunschoten. Op een der dagen van
de vorige week is des nachts bij L.
R. te Spakenburg eene som van f650
ontvreemd, volgens aangifte door hem
bij de politie gedaan. Het onderzoek
heeft de schuldigen nog niet ontdekt.
De heer P. Schuil alhier heeft
eene benoeming als onderwijzer te
's Gravenhage ontvangen en aange
nomen. De benoemde is reeds in
functie getreden.
De ansjovisvangst door ouzo vis-
schers is aangevangen en goed inge
zet. De eerste week, die men ter
vangst uitging, leverde een getal op
van ongeveer 6Ü0.00U stuks; de prijs
daarvan bedroeg 70 cent per 100
stuks en aangezien de aanwezige
voorraad oude zeer klein rneer is,
belooft de prijs vooreerst ook goed
te zullen blijven. Gedurenden een
7-tal jaren is betrekkelijk zeer weinig
gevangen en aangezien de hoop van
de kwijnende visscherij telkens op de
ansjovisvangst gericht werd, hopen we
dat onze visschers niet teleurgesteld
mogen worden.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
In eene gisteravond gehouden
vergadering der anti-revolutionaire
Kiesvereeniging alhier is tot eandi-
daat voor liet lidmaatschap der Tweede
Kamer gesteld onze voormalige bur
gemeester Jhr. Mr. T. A. J. van Asch
van Wijck, oud gouverneur de kolonië
Suriname, en bij niet aanneming
der candidatuur, de lieer baron Van
der Boreli van Verwokle.
naar liet Duitsch van
WILHELM BERGER.
(6
«Na verloop van enkele dagen deed
er zicli reeds een kooper op, waar
mede ik alle hoop had klaar te komen.
Toen ik daarop 's avonds in de sche
mering, alleen met m'n treurige ge
dachten, in de woonkamer zet te pein
zen, werd de deur geopend en trad
er iemand stil binnen. In de over
tuiging, dat het m'n moeder was,
keek ik niet op. Toen hoorde ik
Merritt's stem«TomZonderling
zacht en lief klonk m'n volstrekt niet
schoone naam van hare lippen. Ver
rast hief ik het hoofd op en wachtte,
wat volgen zoude.
«Zij naderde me, tot we elkander
in de oogen zagen. In stomme ver
bazing hoorde ik haar korte, gejaagde
ademhaling. Daarop zeide ze op ver
rukkelijk schalkschen toon: «Indien
ik me nu eens bedacht had, Tom?»
«Ik geloof, dat ik een juichtkreet
slaakte, waarmeê een Indiaansch opper
hoofd eer ingelegd zou hebben.
«Het volgende oogenblik lag Mer-
ritt aan m'n horst."
Falk zweeg een oogenblik. Daarop
bracht hij in een versneld tempo zijn
verhaal ten einde.
«Merritt's komst was het werk van
m'n moeder geweest. Hare betoogen,
de vrucht barer godsdienstige over
tuiging, hadden over Merritt's ge
moedsbezwaren gezegepraald.
«De Heer Foster begroette me, in
weerwil van den storm, welken hij
in z'n huis voorzag, op hartelijke wijze
als aanstaand schoonzoon. En mevrouw
Foster scheen, nadat zij vier en twin
tig uren lang geraasd, en daarop drie
dagen en drie nachten, zonder met
iemand, behalve met de uit Charleston
medegebrachte negerin, een woord te
spreken, in bed had doorgebracht,
zich in het onvermijdelijke te schik
ken. Wel was zij koud als ijs tegen
me, maar ze stond me toch, als Mer
ritt's erkende verloofde, het vrije
verkeer in haar woning toe. Somtijds
vergat zij zelfs haar gemaakte terug
houding en vertelde ons van hare
bloedverwanten in het Zuiden, die
tot den hoog-aristocratischen stand
behoorden, welke zich niet door ge-
meenen arbeid verlaagde. Onder deze
bevond zich ook een' familie Douglas,
waarvan beweerd werdt, dat zij tot
de eersten des lands behoorde. De
menschen leefden, volgens Mevrouw
Foster's voorstelling, als de kleine
Duitsche vorsten. Zij blufte om in
druk op me te maken. Ik was in
hare oogen, daar ik handel dreef, een
onbeduidend persoon. Het verbaasde
me evenwel, dat zij zich verlaagd had
om met Foster te trouwen. Dit zeide
ik haar op zekeren dag. Zij beweerde,
dat zij dat eenvoudig uit medelijden
had gedaan, omdat Foster smoorlijk
op haar verliefd was geweest. En
vervolgens zong zij een loflied op de
impulsieve natuur der echte kinderen
van het gloeiende Zuiden, die naar
de inspraak van hun hart leefden en
handelden, en nog tot groote daden
in staat waren.
«Ik luisterde meestal geduldig toe,
en dacht er het mijne van. Mevrouw
Foster's bloedverwanten begonnen me
eerst een meer dan Platonische be
langstelling in te boezemen, toen me,
een week of vier later, werd meege
deeld, dat de Heer James Douglas,
een jonglid van die illustre familie,
van plan was op een pleizierreisje,
dat hij door het Noorden maakte, ook
het kleine Dayton met een bezoek te
vereeren. Het eerste gevolg daarvan
voor Merritt en mij was een' onaan
gename storing, daar Mevrouw Foster
terstond begon met het geheele huis
t 't onderste boven te halen, en toebe
reidselen te maken, alsof de Schach
van Perzië van plan was bij haar af
te stappen.
«Nu, we moesten er ons in schikken,
ofschoon we heimelijk den jongen
slavenbaron in het hartje van Afrika
wenschten. Na verloop van acht dagen
verscheeen hij. Hij beviel me niet
kwaad. James Douglas verstond in
de hoogste mate de kunst, zich aan
genaam voor te doen, en hij verzuimde
niet die ook thans toe te passen. Hij
liet geen zweem van trotschheid of
aanmatiging blijkenzonder de minste
inspanning schikte hij zich in onze
manier van zijn. Hij was pas een
jaar in Parijs en Londen geweest,
wjSr hij in de eerste kringen had
verkeerd, en sprak dus vlug en op
aanschouwelijke wijze over een' menigte
zaken, waarvan wij, als bedrijvige
inwoners van een Amerikaansch land
stadje, zelfs geen flauw vermoeden
hadden. In fabelachtig korten tijd
was hij in de gansche streek bekend,
en bevriend met al de jongelieden,
die hunne kleêren in Cincinnatie lie
ten maken, havanasigaren rookten en
het eerste koffiehuis van Dayton be
zochten. Op eens stortte zich onze
Daytoner samenleving in een maal-