nieuwe 1ËT Nieuws- en Advertentieblad IÉT voor de Provincie Utrecht. Dit Amerika naar Holland. BUITENLAND. BINNENLAND. No. 50. Woensdag 23 Juni 1897. Zes-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Feuilleton. 7> Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden ƒ1.—; Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Gaulois weet mede te deelen, dat de heer Félix Faure den 23en of 24en Augustus op de Dupuy de Lóme van Cherbourg naar Kroonstad ver trekt. Het Fransche escader zal den zelfden weg volgen als dat, hetwelk de feesten te Kroonstad heeft meege maakt en ook Kopenhagen aandoen. De president der Fransehe republiek zal door geen anderen minister dan den heer Hanotaux worden vergezeld. Het verblijf in Rusland zal juist zeven dagen duren. Tijdens de afwezigheid van den heer Faure, zal de leiding van het Uitvoerend Bewind berusten in handen van den heer Méline, mi nister-president. De berichten uit het Oosten blijven steeds mager, men is nog altijd, altijd aan het onderhandelenTurkije be weert maar steeds een oorlogsschatting te kunnen vorderen, Thessalië te mogen houden, en Griekenland houdt altijd vol, dat het geen oorlogsschatting kan geven, en dat het Thessalië moet houden onder zijn provinciën. Het jongste nieuws, en dat niet onbelang rijk is, zegt, dat keizer Wilhelm II van Duitschland een telegram zou hebben gericht aan den Sultan van Turkije ten gunste van de ontruiming van Thessalië. Zou de keizer zich eindelijk herinneren, dat hij nog een zuster heeft, die koningin is van Griekenland Met de Grieksche financiën moet het er inderdaad treurig uitzien. Vol gens mededeelingen, gedaan aan de commissie, belast met de regeling der oorlogsschatting, bedraagt de jaarlijksche opbrengst in Thessalië 10 miljoen drachmen, waarvan 4 miljoen gebruikt worden voor de administra tie van het gewest. Nu komt die opbrengst natuurlijk niet binnen voor de Grieksche regeering. Daarentegen heeft de Grieksche schatkist er nog wel degelijk uitgaven voor te doen, want geen enkel ambtenaar is terug geroepen. De oogst in Thessalië is geheel verlorengewoonlijk wordt die geschat op t)6 miljoen drachmen, maar die van 1897 zou wel 73 mil joen hebben opgebracht, want dit jaar blijkt buitengewoon vruchtbaar te wezen. De oorlogsuitgaven, veronderstel lende, dat de vrede op 12 Juli zal zijn gesloten, zullen bedragen 36 miljoen. De uitgaven voor het on derhoud der vluchtelingen van Thes salië, Epirus en Kreta, worden geschat op 3 miljoen. De persoonlijke ver liezen dezer vluchtelingen zijn in deze sommen niet begrepen. De mobilisatie en de oorlog zelf hebben geleid tot een groote strem- in nauuei en nijverneicl van het kleine koninkrijkgedurende 1897 zullen de staatsinkomsten 40 pet. minder zijn dan in gewone jaren en zeker niet rneer dan 65 miljoen drachmen, terwijl de uitgaven klimmen tot 135 miljoen. Men zal trachten dit tekort te dekken door een binnen- landsche leening van 40 miljoen, maar deze som zal nog moeten worden vermeerderd met 10 miljoen drachmen, waarvoor de regeering de Thessa- liërs weer in hun verwoeste huizen en hoeven zal plaatsen. Met het oog op dezen toestand, waarvoor de gegevens geput zijn uit statistieke opgaven, die geen twijfel dulden, smeekt de Grieksche regee ring de mogendheden om het bestaan van het koninkrijk niet op het spel te zetten en elk denkbeeld van scha deloosstelling aan Turkije te verwer pen. Vooral omdat het ook Turkije was, dat den oorlog heeft verklaard, dat Griekenland daartoe dwong. En in zijn rondschrijven heeft graaf Mura- wiew uit naam der mogendheden verklaard, dat geen der oorlogvoe rende partijen voordeel zou trekken van haar overwinningen. De correspondent der Frankfurter Zeitung te Konstantinopel beweert, uit zekere bron te kunnen mededeelen, dat Turkije onvoorwaardelijk de vol gende schadevergoeding zal vragen Uitgaven van het ministerie van fi nanciën voor het leger 34,000,000 frs. van het ministerie van oorlog27,500,000 frs.vermoedelijke uitgaven tot aan het sluiten van den vrede 33,000,000 frs.spoorwegtransportkosten enz. 14,000,000 frs.uitgaven voor de marine 3,000,000; noodzakelijke stra tegische veranderingen der spoorweg- lijnen voor mogelijke latere mobilisa ties 20,000,000 frs.het herstellen der Turksche marine voor den dienst in tijd van oorlog 10,000,000 frs.uit gaven voor pensioenen enz. 35,000,000 frs 'iu tiet geheel eischt Turkije een schadevergoeding van 175 millioen francs. Aan de kiesvereenigingen, leden van de „liberale Unie" is door het hoofdbestuur de volgende circulaire verzonden. De herstemmingen staan voor de deur. Gij stelt er waarschijnlijk prijs op van ons te vernemen, welke leiden de gedachte daarbij richtsnoer van uw handelen moet zijn. Waar candidaten in herstemming komen, die bij eerste stemming reeds door u waren gesteld of gesteund, is uw taak aangewezen. Maar ook daar, waar niet de man uwer voorkeur in de herstemming is begrepen, is onthouding in geen ge val geoorloofd. Nu de zekerheid bestaat, dat de Room- schen en hun anti-revolutionaire bondgenooten elkanders candidaten zullen stemmen om de meerderheid te veroveren, zal door u onvoorwaardelijk de candidaat gesteund moeten worden van wien gij zeker zijt, dat hij de politiek, die van hen te wachten is, niet zal dienen. Voorstanders van maatschappelijke hervormingen mogen de overwinning dier vereenigde partijen niet in de hand werken. Niet omdat zij ont kennen, dat ook in die partijen voor standers van maatschappelijke hervor mingen worden gevonden, maar omdat in dezen de graanrechten de prijs zijn, waarvoor die moeten worden gekocht. Immers, zij beloven het volk wel hervormingen, maar willen tot dat doel de minder gegoeden, onder voorspie geling van uitbreiding van het nati onale arbeidsveld, alvast belasten, door de eerste levensbehoeften duurder te maken. Wat er van de hervormingen komen zal, als eenmaal de protectie Ygflf rp.Qror» io, kan 6<»aii, waar conservatie.k otliolieken handen hebben. Daar gij met ons overtuigd zijt, dat geen grooter ramp ons bedreigt dan de invoering der protectie, die het volk verarmt, zijt gij verplicht elk lid der vereenigde anti liberale par tijen te weren, ook al meent gij, dat hij op 't stuk van sociale hervormin gen dicht bij u staat. Bij 't volgen van deze gedragslijn zijt gij zeker het uwe te hebben bij gedragen om ons voor een clericale en protectionistische meerderheid te bewaren. Door het Hbl. is er op gewezen, hoe door het dichtvouwen van het stembiljet, waarop een der witte vak jes is zwart gemaakt, men gevaar loopt dit zwartsel over te drukken op een ander wit vakje en daardoor het briefje ongeldig te maken. Als middel om dit te voorkomen, geelt iemand den raad, het biljet in de lengte dicht te vouwen dan kan het eene stipje nooit het andere raken. Hierbij dient nog opgemerkt, dat de kieswet eigenlijk niet spreekt van dichtvouwen van het biljet. Dat het echter bedoelt is, blijkt uit art. 88 waar men leest: »De voorzitter opent de stembil jetten," en uit andere artikelen waar van geopendebiljetten gesproken wordt. Dat onderstelt natuurlijk dat zij dichtgevouwen zijn maar voorge schreven is het niet. Een biljet mag dus niet van onwaarde worden ver klaard als het open in de bus is ge stoken. Het zal er ook allicht, wegens het gedrang in de bus, geopend uit komen. In den regel zal men het trouwens niet open in de bus kunnen krijgen. Althans de Arasterdamsche biljetten konden niet anders dan gevouwen in het deksel geschoven worden. Do hoor L. C. Dudok de Wit te Breukelen o. d. Huize Slangevecht (■?eu^a05lc"Ulll,iKi^f!lIJlftk-0l)'7-e SDort- wereldreizigers, namelijk den heer P. Robin die de ceis om de wereld te voet en den heer A. G. G. Sutherland Rooyaards den doofstommen wielrijder, die de wereldreis per rijwiel maakt. De Storm. Uit verschillende plaatsen van het land komen berichten van storm, die Vrijdag en Zaterdag gewoed heeft. Vooral te Scheveningen is veel schade aangebracht aan de op het strand staande schuiten. Uit naam der ree- ders daar is een telegram aan H.M. de Koningin-regentes gezonden lui dende: »De Scheveningsche reeders smeeken Uwe Majesteit eerbiedig, den toestand gedurende het nu heerschend stormweder te doen opnemen." De Minister van Waterstaat bezocht Scheveningen, eveneens het kamerlid Conrad. Van ofïicieele zijde wordt uit Sche veningen nog medegedeeld, dat Zater dag in den vroegen ochtend omstreeks half zes bij hoogtij ten noorden van den strandmuur een gedeelte duin zand, waarop een 100 tal stoelen stonden, weggeslagen is. Doordien Fidelia usque ad mortem. DOOK BLACK. Nu kwamen er akelige dagen. In de keuken en in de kamer waar Karin vroeger zat, waren nu allerlei vreemde mensehen. Zij spraken op gedempten' toon, de oude vrouw speelde nu de baas, zij deed niets dan ketels water kooken om gedurig nieuwe koffie te zetten, en ik verbaasde mij over de groote hoeveelheid die iedere vrouw daarvan dronk. Om mij dacht nie mand, Karin was gewoon mij altijd het eerst te bedienen, nu kreeg ik niets. Die vrouwen zaten zoo veel krentebrood te eten alsof zij in geen dagen gegeten hadden. Ik kreeg geen stukje. Ik had toch onmogelijk kun nen eten, doch aan zulk eene behan deling was ik niet gewend. Den dag daarna werd Karin in eene houten kist gelegd, met nieuwe bloemen in hare handen. Zij sliep nog steeds. Men deed de kist dicht en zes mannen droegen die naar het kleine boschje dat aan de beek lag op het land van Lars. Daar groeven zij een diepen kuil en daarin werd de kist gezet. Ik liep mede achter Lars, maar die kon er niet naar kijken, ik hoorde hoe hij achter zijn zakdoek snikte. Ik begreep er niets van, doch ik was ook zoo akelig, ik kon zelfs niet blaf fen, 't was als of er een beentje in mijne keel zat. Men gooide aarde op de kist en de kuil werd geheel dicht gemaakt. Lars werd door twee man nen naar huis geleid. Om mij dacht niemand. Ik ging boven de kuil liggen. Wat, gingen ze allen heen, lieten ze Karin hier nu alleen achter Ging Lars ook heen Nu, dan zou ik bij haar blijven, 't Werd avond. Ik zag in huis licht aansteken. Ik zag dt> maan opkomen. Van maneschijn h;.eld ik toch niet, dat vind ik zoo ists akeligs, dan is het alsof de ge heele natuur treurt. Het werd er ook zoo koud. Ik zag eekhorentjes in het gras loopen. Ach, wat had Karin daar pleizier in, als ik er een gevangen had en daarmeê t'huis kwpm. Nu had ik geen lust om ze te vangen. Ze kwa men tot vlak bij waar ik lag, toen ik mij eventjes bewoog en bromde waren zij op eens verdwenen, 't Scheen dat de menschen weg gingen, ik hoorde wagens wegrijden. Toen werd alles doodstil. Daar zag ik de huisdeur opengaan, een streep licht viel naar buiten. Een langzame sleepende stap kwam nader, 't Was Lars. Ik bleef liggen, «Dollar, mijn trouwe jongen, trouw tot in den dood past gij op het vrouwtje.» Toen stond ik op en likte zijne hand. «Kom Dollar, ik ben zoo alleen, ga met mij meê.» Ik keek hem aan, besluiteloos, ik ging wederom liggen. Daar hoorde ik hem weggaan, langzaam als wag gelend, en langzaam volgde ik hem. Daar zaten wij nu alleen, in de vroeger zoo gezellige keuken. De stoel van Karin stond in een hoek en haar naaikistje daarop. «Hier Dollar, eet wat, kom jongen, eet wat» zei Lars. En meer om hem genoegen te doen, dan voor mij zeiven slikte ik een paar stukjes brood in. Doch er stond een groote kom water altijd voor mij klaar, achter de deur, die dronk ik in eens op, en dat deed mij goed. Lars ging dien nacht niet naar bed, met zijn hoofd op zijne armen op de tafel leunende, sliep hij in. Ik lag aan zijne voeten en sliep ook ten laatste in. 's Morgens vroeg toen Lars de deur opende, holde ik dadelijk naar 't boschje, om te zien of Karin nog niet opgestaan was. Ach neen, zij lag nog in denzelfden kuil. «Dollar, Dollar, waar zijt gij» hoorde ik roepen en ik holde terug naar Lars, die een schotel brood met melk voor mij nederzette. Ik likte de melk er af, maar het brood liet ik liggen. «Kom mee, Dollar, wij gaan naar de «stove« zei Lars. Vroeger, toen Karin mééging, reden wij altijd, dan werd «Kate» de zwarte voorgespan nen. Nu liepen wij er heen. De wandeling duurde lang, wij liepen langzaam door. Lars sloeg gedurig met zijn stok eenige bloemen stuk, terwijl ik hem hoorde mompelen, «zóó jong, zoo goed, zoo lief.» Eindelijk kwamen wij aan de stovedat meteen postkantoor was, ook was Diggins, de postdirecteur meteen predikant. Toen Lars binnentrad, kwam Diggins naar hem toe en gaf hem de hand. Daarna begon hij op zalvenden toon te praten over de goedheid des Hee- ren, die wist wat hij deed. Ik begreep er niets van. Doch Lars zeide«Spaar mij uwe woorden, troosten kan nie mand mij«Neen, dat moet de tijd doen.» «Dat kan geen tijd riep Lars op eens uit, dat kan zelfs geene eeuwig heid als ik Karin, daarin niet weder zie.» Als verschrikt stapte Diggins achteruit. Ik begon zachtjes te brom men. De man wilde naar mij toeko men en wierp mij een klontje toe. Als ik nu aan iets een hekel heb, dan is het aan zoetigheid. Ik rook er niet eens aan. «Blijk nu zoo'n hond eens» hoorde ik hem zeggen die bromt als men hem weldoet.» Daarop ging hij naar het venster en haalde daar twee brieven voor Lars van daan. «Deze is aangeteekend, zei hij en die ligt hier reeds zes dagen. Lars nam ze als werktuigelijk aan, doch het scheen mij toe, dat hij schrikte toer hij de a mgeteekende brief ontving Hij stak ze in zijn zak en wij ginger naar huis terug. Daar aangekomen

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1897 | | pagina 1