NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
fi
Q
ARTHUR HARRISON.
Mo. 19.
Woensdag 9 Maart 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
FE UIL LET ON.
Amersfoortsche Courant
7
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Voor het toelatings-examen der
Rijks-Normaalinrichting hier, hadden
zich vóór 2 Maart j.l. aangegeven
9 vrouwelijke en 5 mannelijke eandi-
daten. Eén der mannelijke candidaten
werd, na ingeleverd schriftelijk werk
verwijderd.
Toegelaten werden na het 5 Maart
j.l. gehouden mondeling examen 7
vrouwelijke candidaten, van welke 1
tot de 2e klasse, en de 4 mannelijke
candidaten, met nameMagaretha
Wilhelmina van Achterbergh, Cornells
Pieler van den Broek, Brigitta Helena
Leonora van Goethem, Constance
Antoinette Sinnige en Jansjede Vries,
allen te AmersfoortJenneke Boonstra,
van Barneveld (2e klasse); Frederik
Claasing, van BaarnJohanna Christina
IJperlaan, van ScherpenzeelElbertus
Johannes Luyf, van Eemnes; Jozeph
Pijpers, van Soest; en Berndina
Wilhelmina Geertruida van de Poel,
van Barneveld.
De cursus zal 1 April e.k. beginnen
met 31 meisjes en 18 jongens, samen
49 leerlingen.
In deftigen eenvoud werd Zater
dagmiddag grafwaarts geleid het
stoffelijk hulsel van D Mulder, die
hier na korte doch hevige ziekte
overleed op den dag waarop hij juist
achttien jaren geleden werd aange
steld als brievenbesteller.
Alle bestellers en de postboden tot
het kantoor behoorende volgden in
den kleinen stoet.
Toen de kist, waarop naast het
insigne van den Bond van brieven
en telegrambestellers een tweetal
kransen prijkten, aan de aarde was
toevertrouwd, sprak ds. Graswinckel
een hartelijk woord, herinnerend hoe
hij Mulder reeds kende uit den tijd
dat deze op voorbeeldige wijze diende
bij de Rijdende artillerie en hoe hij
ook daarna steeds als voorbeeld werd
gesteld voor zijn kameraden, wat óok
bleek uit de tegenwoordigheid op den
doodenakker van den Directeur van
het Post- en Telegraafkantoor en
eenige commiezen en ambtenaren.
Op het Kalfsveld zullen een
tiental huizen worden gebouwd van
dat type waaraan hier zoo groot
gebrek heerscht, namelijk modern
ingerichte woningen van geen hooger
huurprijs dan f 300.
Van de ruim vijftig strafzaken
die verleden week voor het kanton
gerecht alhier werden behandeld,
werden er ongeveer vijftig bij verstek
afgedaan. Slechts in zes zaken ver
schenen de betrokken personen op
de dagvaarding, terwijl de overigen
geen belang genoeg in de tegen hen
aanhangig gemaakte zaken bleken te
stellen om voor den kantonrechter te
compereeren.
J. W., een twee en twintig jarig
arbeider alhier, had zich te verant
woorden ter zake dat hij op terrein
behoorende lot het landgoed »Nim-
merdor" had geloopen, zonder daartoe
gerechtigd te zijn, weswege tegen
hem door den onbezoldigden veld
wachter Hartskamp weid bekeurd.
De jongman beweerde op een weg
te hebben geloopen die door zeer
velen wordt gepasseerd, doch de veld
wachter hield vol dat het voetpad
waarop beklaagde had geloopen, par
ticulier eigendom was, terwijl do bij
de wet gevorderde aankondiging
«verboden toegang" op duidelijke wijze
was aangebracht. Hoe zeer nu be
klaagde nog zeide te wonen op eene
plaats die hij niet kon verlaten zon
der nagenoeg op zulk verboden ter
rein te stappen en het dus het beste
maar zou zijn dat hij stilletjes achter
de kachel bleef zitten: ook dit mocht
niet baten of het hart van den Amb
tenaar van het Openbaar Ministerie
vermurven, die f 10 boete of vervan
gende hechtenis van drie dagen tegen
hem eischte. Vervolgens conrporeerde
de twaalf jarige; jongen G. de M., die
zich ha- uloofd door het hout
gewas vai,. net plantsoen te loopen,
hetgeen hij erkende te hebben gedaan
en weswege een boete van f 0.50 of
een dag hechtenis tegen hem werd
gevorderd. De kantonrechter vroeg
of hij in staat was de boete te be
talen en toen hij daarop een ontken
nend antwoord gaf, volgde de gemoe
delijke raad om het in het vervolg
niet weer te doen, want dat hij anders
zwaarder zou worden gestraft. Daarop
verscheen C. O., beklaagd van met
een handwagen op het klinkerpad
aan den Westsingel te hebben ge
reden. Beklaagde ontkende eerst het
feit te hebben bedreven, maar kwam
er later toch toe te zeggen, dat hij
met het eene wiel van zijn kar een
handbreed de klinkersteenen had ge
raakt, waaraan hij toevoegde dat de
verbaliseerende agent hern de bekeu
ring niet had aangezegd en dat deze
bij eene andere gelegenheid bij be
klaagde in huis was gekomen zonder
daartoe vergunning te hebben, daar
door huisvredebreuk had gepleegd en
opgetreden was op een manier die
zijn kind de stuipen op het lijf had
gejaagd. Zoo min het een als het
ander kon hem door de mazen doen
kruipen, want tegen hem werd een
boete geëischt van f 1.of een dag
hechtenis.
Een 52 jarig man, G. G. K., was
beschuldigd op een goeden dag in
het openbaar dronken te zijn geweest.
De man erkende heel gemoedelijk
dat het waar was, maar dat hij in
een herberg slechts een slokje of vier'
had gedronken, terwijl, toen hij bui
ten kwam alles met hem was gaan
draaien.
Nog nimmer had hij voor een der
gelijk feit terecht gestaan en deze
omstandigheid, gevoegd aan 's mans
gemoedelijkheid gaf waarschijnlijk den
Ambtenaar, O. M. aanleiding om
slechts f2.boete of 2 dagen hech
tenis tegen hem te eiscben en aan
den kantonrechter om de hoop uit
te spreken, dat 'leze eerste keer ook
de laatste moge zijn.
J. J. en R. van 't E., waren ge
dagvaard ter zake dat zij op den
13en Januari, langs de spoorbaan
hadden geloopen, zonder daartoe ge
rechtigd te zijn. De laatst genoemde
alleen was verschenen en voerde ter
zijner verontschuldiging aan, dat hij
en zijn maat niet langs de spoor
baan, maar slechts over een overweg
hadden geloopen. Deze beweging,
hoewel tegen gesproken door den
veldwachter Franken van Hoogland,
die procesverbaal opmaakte, kwam na
verdere toelichting den Ambtenaar
O M. aannemelijk voor, zoodat hij
vrijspraak voor beide beklaagden
vroeg.
Een dood ar me arbeider, H. D had
een weinig hout gestroopt en was
deswege door genoemden veldwachter
Franken, geverbaliseerd. De man
hing een droevig tafreel op van den
toestand waarin zijn gezin tijdens
het plegen van het hem ten laste
gelegde feit hij was zonder werk
en zijne vrouw verpleegd in het
ziekenhuis te Utrecht Hij had het
hout, maar geen groen hout. ge
nomen om het eten voor zich en
zijne kinderen er op te koken, iets
dat hij niet kon doen zonder' brand
stof die hij verklaarde op dat oogenblik
niet te bezitten. De veldwachter
bleef er echter bij dat beklaagde
ook groen hout had gestroopt en
alzoo vorderde den Ambtenaar van
het M. dat hij veroordeeld zou
worden tot f 3.boete of 3 dagen
hechtenis.
J. R, van Soest, was door den
jachtopziener de Bruin in het veld
aangetroffen in het bezrt van 24
wildstrikken. Tot zijne verontschul
diging voerde hij aan, dat iemand
die hem naar de Bruin vergezelde
waar hij Krielkipjes wou koopen, er
in had laten loopen, door hem te
vragen de wildstrikken in de zak van
zijn jas hoedanig kleedingstuk de
ander niet aan had te willen
bergen aan welk verzoek hij argeloos
had voldaan. Aangezien de jachtop
ziener deze verklaring aannemelijk
achtte, eischte de Ambtenaar van
het O.M. slechts f3. boete of drie
dagen hechtenis tegen hem, maar
gaf hem de welgemeende raad, zich
in het vervolg van dergelijke hande
lingen te onthouden, want dat hij
anders, bij voorkomende gelegenheid
eene zware straf tegen hem zou
vorderen.
Aan het jaarverslag der afdecling Amers
foort van den Nederl. Militairen bond, ontleenen
we het navolgende
Al moge de druk van financiëele zorgen ook
in het afgeloopen jaar in niet geringe mate
door het Bestuur gevoeld zijn, ook het feit dat
daarin bij voortduring de behoefte aan het Tehuis
en de waardeering daarvan duidelijk aan het
licht traden, doet die zorgen zonder ontmoediging
dragen.
Het bezoek van het Tehuis bleef ongeveer
gelijk aan dat van het vorige jaar (gemiddeld
zestig bezoekers per dag,) terwijl de gewone
oorzaken, als groot verlof en het opkomen
onder do wapenen de gebruikelijke schomme
lingen in het bezoek teweeg brachten.
Het aantal in het Tehuis geschreven brieven
bedroeg 1468.
De afzonderlijke kamer, bestemd voor jonge
lingen die zich tot het afleggen van het een of
ander examen wenschen te bekwamen, bleek
bij voortduring in eene behoefte te voorzien,
door het drukke gebruik dat daarvan werd
gemaakt. Gedurende eenigen tijd werden in be
doelde kamer aan en op kosten van eenige
militairen, privaatlessen gegeven door den heer
P. van den tlooff, onderwijzer aan eene open
bare lagere school alhier.
De drie Vereenigingen uit het midden der
trouwe bezoekers, namelijkde Jongelings-
Vereeniging,deSchiet-Vereenigingende Reciteer-
Vereeniging mochten zich bij voortduring in
krachtigen bloei verheugen.
De Schiet-Vereeniging telt de meeste leden
en wakkert de belangstelling aan o.a. door het
houden van driemaandelijksche schietwedstrijden
waarvoor zij zelve de prijzen aanschaft.
Groote belangstelling ondervindt nog de zoo
genaamde Cents-Vereeniging, welke dit jaar een
bedrag van f 77.15 te zamen bracht, door eene
wekelijksche contributie per persoon van ééne
cent, in de kas te storten. Wij mogen hierbij
niet onvermeld laten, dat meermalen onderoffi
cieren, niet bezoekers van ons Tehuis, in de
kazerne ten behoeve van bedoelde cents-kas
bijdragen, wel een bewijs dat ook het kader
den invloed van het Tehuis weet op prijs tc
stellen.
Dat de bijbellezingen op Zondagavonden ge
regeld gehouden werden danken wij dit jaar
behalve aan de heeren Prof. Valeton en Ds. ter
Haar Itorneny ook aan Ds. Mansvelt en den
godsdienstleeraar Teeling.
Al mogen deze heeren dit werk tot eigen
voldoening verrichten, wij kunnen toch een
woord van dankbaarheid onzerzijds niet onder-
30)
DOOK
D. H. ENGELBERTS.
13
Op den tweeden dag, na het beschre
ven voonval in de Slotruine, reed Arthur
met zijn drie leerlingen in een gemak
kelijk rijtuig naar West walden Court.
Het weder had zich sedert dien sehoo-
nen, zonnigen eersten October veran
derd en het regende. De hemel was
grijs en de dorpen aan den weg, waren
in een grijzen nevel gehuld. Gedurende
het eerste uur had de jonge mentor
het stilzwijgen bewaard en somber,
het grijze natuurbeeld aanschouwd,
als wilde hij door zijn blik een zon
nestraal van den hemel afsmeeken. De
knapen, die alle drie op een enthusi-
astische wijze aan hem hingen, eer
biedigden zijne stemming en stoorden
hem in zijn gepeins niet, maar bepaal
den hun gesprek op hun eigen kleinen
kring. Wat de jonge man door zijne
gedachten liet gaan, wps zoet en bit
ter. De gebeurtenissen der laatst
verloopene dagen hadden hem zoo
geweldig aangegrepen, dat hij er altijd
weder behoefte aan gevoelde, die in
de herinnering nogmaals te doorleven.
Van den ongelukkigen tocht terug
gekeerd, had Verna in plaats van het
gewone middagmaal om acht uren een
"Substantieelen thee" besteld, die in
de vriendelijke morgenkamer klaar
gezet werd, waarbij geen bediende
aanwezig behoefde te wezen. Hare
terughouding scheen geheel en al
verdwenen, en met de eenvoudigste,
beminnelijkste vrouwelijkheid speelde
zij de gastvrouw aan den goedvoor-
zienen disch. Met den liefelijksten
ijver en onvermoeide vriendelijkheid
zorgde zij voor de behoeften der kna
pen en hun mentor. Zij had geene
poging aangewend om den laatste de
dankbaarheid, die haar hart over
stroomde, te verbergen. De lage zin
spelingen hare tante waren tegenover
hare verhevene gevoelens en hare
reinheid volkomen werkeloos gebleven,
en iedere blik, iedere beweging ver
rieden hare warme erkenning van
Arthur's reddingsdaad, Hare vochtige
oogen zweefden van den geredden broe
der en neef naar hun redder, dien zij
onverholen hare innige dankbaarheid
te kennen gaf. Arthur gevoelde, dat
hij vluchten moest, wanneer hij niet
door zijn gevoel overweldigd zou
worden. Toen hij echter aanstalte
maakte, om zich naar zijne studeer
kamer te begeven, verhieven niet al
leen de knapen een levendig protest
daartegen, maar ook Verna noodigde
hem uit, eerst een weinig verlegen,
nog te blijven en haar bij het klavier-
spel met zijne viool te begeleiden.
Dit verlangen was Arthur niet in
staat te weigeren. Hij haalde snel
zijn instrument, dezelfde Cremona
viool, die Verna in het orkest der
komedie in zijne handen gezien had.
Verna herinnerde zich oogenblikkelijk,
hoewel het haar bijna als een droom
voorkwam, deze eerste ontmoeting en
vergeleek den nu volkomen ontwik
kelden jongen man, die nu vóórhaar
stond en zichtbaar van top tot teen
een gentleman was, bij den armoedig
gekleeden jongeling van toenmaals.
Toen Arthur met zijne viool naar
Verna, die op een klavierstoel voor
de piano zat, toetrad, begroette zij
hem met haar zoetst en beminnelijkst
lachje. Beiden moesten op het mu
ziekblad, dat op het klavierlessenaartje
lag, lezen, en Arthur, die een weinig
kortzichtig was, zag zich daardoor
genoodzaakt, zich herhaalde malen
over zijne schoone medespeelster te
buigen. Nu en dan raakten hare
weelderige, donkere vlechten bijna zijn
gezicht aan, en dan ademde hij den
geur, die haar omgaf met volle teugen
in. Hoewel dan hare wangen zich
een weinig donkerder kleurden, scheen
miss Dalrymple toch de onmiddellijke
nabijheid van den jongen gouverneur
niet te schuwen, want zonder iets ter
zijde te gaan, hief zij, wanneer zij
met hem sprak, hare groote, schitte
rende oogen tot hem op en zag hem
vol verti'ouwen aan.
Arme ArthurDes morgens had hij
gemeend, een bitteren kelk aan de
lippen te moeten brengen, deze was
hem ontrukt geworden, en nu dronk
hij nectar. Toen hij op den afgebrok-
kelden muur stond, had hij zijn leven
in gevaar gevoeld, nu echter, terwijl
hij zich over de schoone Verna Dal
rymple boog, scheen zijn eer in ge
vaar. Op wonderbare wijze, hij had
zelf niet kunnen zeggen, hoe was toen
de overtuiging bij hem opgekomen,
dat, wanneer hij zijn hartstocht te
kennen gaf, hem beantwoording te
wachten stond.
Ten diepste bewogen had hij even
wel zijne uiterlijke rust bewaard, en
toen de knapen zich terugtrokken,
had hij miss Dalrymple op zijne ge-
wone wijze goeden nacht gewenscht.
Alleen op zijne kamer had hij het
zich toegestaan, zich een paar uur
lang aan de dolste en kostelijkste
droomen over te geven. Hij had zijne
verbeelding den teugel laten schieten,
en een luchtkasteel gebouwd, zoo
schoon zoo heerlijk, dat het 't paradijs
overtroffen hadDan had hij met ge-
xveldigen inspanning het verleidelijke
fantasiebeeld van zich gewezen en met
het koude, strenge verstand de ver
zoeking die hem dreigde te overman
nen, van zich afgeweerd. Liever den
dood als oneer, was zijn strijdroep ge
weest en zou ook zijn overwinnings-
roep zijn. Onbarmhartig had Arthur
alle illusien van zich afgewezen, daar
na zijn bed opgezocht, en buiten alle
verwachting had hem de gezonde slaap