NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ARTHUR HARRISON.
i\o. 23.
Woensdag 23 Maart 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per
3 maanden f 1.Franco p>er post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 1—6 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Naar aanleiding van de rede, door
president Kruger gehouden, bij de
sluiting van den Volksraad, zijn de
Engelsche bladen niet al te best te
spreken. De «Daily Graphic" bij
voorbeeld zegt, dat die rede geen
goed zal doen aan den vrede in Zuid-
Afrika. «Tot nog toe", vervolgt het
blad, «heeft president Kruger getoond
een kalm, ver-ziend administrateur
te zijn voor de landszaken. Doorzijn
kalmte en zijn zelfbeheersching heeft
hij niet weinig succes gehad en menige
tegenslag voorkomen. Nu echter
schijnt hij zijn kalmte geheel te heb
ben verloren."
Do onderstelling dat er iets zou
kunnen gebeuren, waardoor het noodig
werd, dat de Boeren aaneengesloten
zouden blijven, in verband met zijn
antwoord op de rede van Chamberlain
omtrent het suzereiniteits-vraagstuk,
acht het blad wel de moeite waard
om goed te onthouden. «Er kan geen
qutestie ineer van zijn" zegt dan de
»D. Gr." verder, «of Ivruger's succes
bij de presidentsverkiezingen heeft
een demoraliseerenden invloed uitge
oefend op zijn slaatsmansbeleid. Dit is
voldoende bewezen door zijn hooghar
tige behandeling van den hoofdrechter
Kotzé. Het ontslag van dien heer
is een blunder, heelemaal niet in
overeenstemming met de beleidvolle
voorzichtigheid, vroeger door den
president aan den dag gelegd, want
het brengt de vraag weer op den
voorgrond, ot de Transvaal wel staat
onde- een regeering, zooals die door
de I.ondensche conventie beoogd is.
Wanneer Biitsche tusschenkomst
noodzakelijk wordt, dan zal het zeker
niet cnze schuld zijn. De schuld zal
rusten op den «ouden heer", wiens
hand op dit kritieke oogenblik zoo
geheel zijn vastheid heeft verloren.
Op verschillende plaatsen aan den
horizont \ertoonen zich nog altijd
dreigende wolkjes. Dat werkelijk een
onweer daaruit zal voortkomen is wel
is waar niet waarschijnlijk, maar toch
is de opmerkzaamheid van heel de
wereld op deze donderwolkjes ge
vestigd.
Noord-Amerika en Spanje vormen
eskaders, het eerste land koopt oor
logsschepen aan, het andere geeft
kaperbrieven uit. Daarbij wisselen
de beide Staten uitgezocht-hoflelijke
mededeelingen een beetje grofheid
zou niet zoo'n gevoel van ongerust
heid geven, als deze hoffelijkheid en
dit misbruik van het woord vriend
schap. Deze week wordt in het Con
gres te Washington een boodschap
van den president over de betrekkin
gen der beide landen en de oorzaak
van de ontploffing der Maine ver
wacht, die den vrede tot aan de
tweede helft van April, den tijd der
Cubaanscbe verkiezingen, zal verzeke
ren ot verijdelen. Vermoedelijk weten
reeds een aantal der miljonairs uit
den senaat en uit de kamer wat hun
collega-miljonair- op den presidents
zetel zal vertellen anderen, die
het nog niet weten, vliegen aan de
beurs op, bij elk bericht dat er om
trent de zaak wordt gepubliceerd. In
elk geval is het uitbreken van een
oorlog twijfelachtig, wegens de groote
belangen die de Amerikaansehe han
delswereld heeft bij den vrede en
wegens het riiet-voldoende-urtgerust-
zijn van beide landen tot den oorlog.
Spanje is zonder geld en de Vereenigde
Staten kunnen niet aanstonds zooveel
schepen koopen, als noodig zijn om
haar kolossaal kustgebied en haar
handel te steunen.
In Korea is het gevaar voor een
oorlog zeker niet minder. De opinie
in Japan is er sterk voor om zich
met Rusland te meten en hoofdzake
lijk is daarvan hetgeen gebeurd is in
Port Arthur de schuld; Japan heeft
daar moeten plaats maken en nu zet
Rusland er zich vast.
Uit den mond van den eersten lord
der Engelsche admiraliteit Goschen,
heeft de wereld vernomen, dat op
particuliere Engelsche werven op het
oogenblik voor Japan acht oor logs
schepen en kruisers en acht torpedo
jagers gebouwd worden. Dat is zeker
een zeer groote uitbreiding der viool,
maar tot zoolang deze schepen zijn
afgeleverd zal Japan tijd trachten te
winnen.
Van den anderen kant zendt Rus
land nog maar voortdurend troepen
naar Oost-Azië, het moet daar rru
reeds ongeveer 60.000 man hebben.
Dit aantal is niet voldoende voor een
oorlog tegen JapanRusland weet
wat het aan China heeft, en uit oude
ervaringen weet het dat het zeer veel
troepen rroodig heeft ter bescherming
tegen verraad van China. Zelfs wordt
liet zeer waarschijnlijk geacht dat nu
reeds een Chineesch-Japansch verbond
bestaat, dat gesteund wordt door
Engeland. Uit den treurigen militairen
toestand van China behoeft nog niet
te worden besloten, dat ook het volk
geen macht weet uit te oefenen bij
een oorlog; de Taiping-opstand heeft
dat geleerd.
En eindelijk is nu ook Frankrijk
met eischen in Peking aangekomen.
Bescheiden zijn zij niet, konden ze
ook niet zijn, wanneer de regeering
de gewichtige bijbedoeling die ze bij
het stellen er van heeft, nl. het
invloed-uitoefenen op de a.s. Kamer
verkiezingen wil bereiken. De Fian-
schen willen de hand leggen op heel
Zuid-China. De regeering van het
(lemelsche Rijk bewilligt alles, maai
de Fransche eischen zullen haar zeker
niet het minst welkom zijn, omdat
door deze de beste kans bestaat op
een contlict tusschen de Europeesehe
mogendheden.
Engeland en Frankrijk trachten
Yunnan te verkrijgen, en verder het
dal van den Yarig-tse Kiang. Engeland
heeft ook den weg stroomopwaarts
van Shanghai, en heeft nu reeds con
cessie tot den bouw var, een spoorweg
van Birna, door Yunnan; Frankrijk
verwacht er een van Tonkin uit. Het
geschil dat beide landen in West-
Afrika hebben, kan hier wel eens
vernieuwd worden.
Zoo denkt China zich de verwezen
lijking van de hoop, door Li-hung-
Tsjang uitgesproken, dat later den
Europeanen heel het geroofde gebied
weer zal worden afgenomen.
De wil van den Tsaar, dat prins
George van Griekenland gouverneur
zou worden van Kreta, zal zeker niet
worden herroepen, nu Duitschland en
Oostenrijk zich er niet meer tegen
verzetten, Oostenrijk bijvoorbeeld door
de verklaring, dat het de zaak geheel
aan de drie protectoraat-mogendheden
overlaat. De oppositie van den Sultan
heeft blijkbaar een linancieelen achter
grond, hij hoopt, dat Rusland in het
gevoel, door het steunen van de can-
didatuur van prins George, illoyaal
te handelen tegenover Turkije, van
het opgevraagde deel der- oorlogs
schatting iets zal laten vallen. Dit
doel zal het ook wel bereiken, daaraan
is bijna niet meer te twijfelen.
De South Africa deelt mee, dat
Von Veltheim, die Woolf Joel te
Johannesburg met revolverschoten
doodde, betrokken was in een komplot,
dat voor 1-2.000 pond sterling had op
zich genomen, president Kruger en
andere bekende Transvaalsche Staats
lieden te dooden. Verschillende Johar.-
nesburger kapitalisten zouden door de
bende zijn aangezocht mee te doen,
o. a. J B. Robinson, die tengevolge
der bedreigingen uit Johannesburg
de wijk heeft moeten nemen.
De ware naam van Von Veltheim
is gebleken te zijn Karl Ludwig Wert-
heim,afkomstig uitNoord-Duitschland.
Wertheim heeft heel wat gezworven
Na eerst in Parijs als baron van Velt
heim te hebben geleefd en in Bulgarije
als soldaat te hebben gediend, ging
hij naar Java, waar hij geruimen tijd
vertoefde, om vandaar weer te gaan
naar Australië, waar hij trouwde.
In 1886 ging hij met zijn vrouw
naar Noord-Amerika, waar hij zich
liet naturaliseeren en zooveel invloed
wist te krijgen, dat hij benoemd werd
tot consul te San Marta. Hier schijnt
hij zich weer bezondigd te hebben
aan zijn gewone misdrijven en moest
hij naar Engeland terugkeeren, waar
hij zijn vrouw in den steek liet en
onder den naam Franz Ludwig Platen
trouwde met een Griekin van goeden
huize, Maria Mavrogordato. Zijn eerste
vrouw kwam daar achter en wist
het huwelijk van rechtswege vernie
tigd te krijgen.
Als kapitein Vincent ging Wert
heim hierop scheep naar Zuid Afrika,
waar hij eerst als politie-agent diende
te Vrijburg, vandaar deserteerde en
ten slotte te Johannesburg aanlandde,
waar hij eindelijk tot moordenaar is
gezonken.
De luitenant-generaal Kool, chef
van den generalen staf, met den hem
toegevoegden kolonel Van Moock,
vertrokken heden uit Den Haag naar
Ede, lot het doen van terreinopnemrn-
gen voor de militaire revue hij de
inhuldiging van H. M. de Koningin.
De Minister van Binnenlandsclie
Zaken brengt ter algemeene kennis,
dat liet examen om als leerling aan
's Rijks' veeartsenijschool te Utrecht
te worden toegelaten, ingevolge het
reglement van die school, zal plaats
hebben in de eerste helft der maand
Juli e.k., en dat zij die dat examen
willen afleggen, zich schriftelijk mits
portvrij, vóór 1 Juni e.k. bij den
directeur der school moeten aanmel
den. Nadere bijzonderheden bevat
St. Cl. No. 68.
Tusschen Baarn en Soestdijk is
een spoorwegarbeider door een trein
gegrepen en vermorzeld.
D. H. ENGELBERTS.
34)
Hier placlit de familie gewoon
lijk wanntsr zij alleen was, de maal
tijden te gebruiken. Harry en
Felix zaten al aan tafel, terwijl om
den Schoorsteen eenige dames ge
groepeerd waren. Zij waren lady Ost
westry, hare oudere zuster, lady Wem-
loei met beiO.e dochters, twee elegante
meisjes van 2;estien en achtien jaren.
De vrouw des huizes stelde den gouver
neur der Dair y naples aan de drie dames
voor, die hem ieder met een stijf hoofd
knikken vereerden, maar hem tevens
ook met eeD ongewoon fixeerenden,
vragenden blik iianzagen.
«Hoogst merkwaardig!" hoorde
Arthur lady Wijmlock fluisteren. Hij
had volkomen recht met de veronder
stelling, dat deze onbehaaglijke inspec
tie naar aanleiding van lady Ostwestry
geschiedde. Deze dame greep nu den
arm harer zuster, en wendde zich met
haar naar de deur, met de bemerking
«Wij zullen u nu verlaten, George,
mijn lieveling. Breng uwe neefjes na
afloop van den maaltijd in de blauwe
kamer, Essy en Maud zullen er ook
zijn, dan kunnen wij voor het aan-
kleeden, nog een prettig praatuurtje
doorbrengen."
"Dat zal een gebabbel en gekus
geven," zeide Harry. "Ik wil je wat
zeggen, George. Felix kan met j e gaan,
hij heeft nog al veel met de meisjes
op, ik zal echter bij mr. Harrison
blijven en hem de schilderij zaal laten
zien. Tante zal dan blij zijn, wanneer
zij u alleen bij zich heeft. Hebt gij
lust de schilderijen te zien, mr. Harri
son? Er zijn een menigte in West
walden Court."
»Ja, Harry, ik ben een groot vriend
van schilderijen," antwoordde Arthur.
«Er zijn ook zeker vele familie portret
ten bij de verzameling-"
»Dat zou ik meenen," bevestigde
George lachend, "daar onder bevinden
zich vele portretten der Ostwestry's
van eeuwen her, en dan zult gij een
massa vogelverschrikkers zien. De
.schilderij zaal, of liever de schilderij
zalen, bevinden zich in een zijvleugel.
Om daar te komen, moet men eerst
het plein oversteken, en door eene
deur eene trap opgaan, en eerst een
langen gang of corridor afloopen, om
aan de deur te komen, die tot de
eerste schilderij zaal toegang geeft.
Dien weg wees Harry zijn mentor aan.
«Is dit niet een ontzaglijk gebouw,
Sir, Surbitonpark schijnt er een poppen
spel bij Zie maar dien langen corri
dor en die groote, statige trappen.
Hierook bevindt zich de bibliotheek.
Oom George bezit eene ongekend
rijke en schoone boekverzameling.
Willen wij die gaan zien? Het ge
snedene en vergulde plafond der
bibliotheekkamer, is een wonder van
het graafschap, en men komt van
heinde en ver, om het te zien en te
bewonderen. Ieder, die het ziet, raakt
er van in verrukking."
"Werkelijknu wij willen een ander
maal, maar juist niet nu, in verruk
king geraken, Harry. Ik zou eerst
toch gaarne de schilderijen willen
zien.
»Zeer goed, Sir, wij komen er on
middellijk,» antwoordde Harry, die
zich over zijn ambt als cicerone ver
heugde. "Zie daar in dien langen
gang beginnen zij al. Aan het einde
bei-inden zich de moderne Schilderijen.
Later komt men aan zeer wonderlijke
zaken van oude meesters of van ko
pieën. Zij zijn zeer kostbaar, daar
de kleuren al verbleekt zijn. Ik voor
mij trek de nieuwere school voor."
"Waar zijn de familieportretten,
Harry? zooals ik zie, zijn deze hier
meestal historische of landschapsbeel
den,» merkte Arthur op, toen zij in
de met gas verlichte galerij een eind
gegaan waren.
»De portretten? Die bevinden zich
in de galerij boven deze hier. Zijn
het deze, die gij zien wilt? Nu ik
kan u verzekeren, dat zij het zien
niet bijzonder waard zijn.»
"Evenwel zou ik ze gaarne willen
zien,» antwoordde Arthur, den voet
al op de eerste trede der trap, die
naar de boven galerij geleidde, zettende.
«Heel goed,» zeide Harry, die al
vooruit de trap opliep. «Daar zijn
al de Ostwestry's, en waarlijk zij zien
er soms zeer komiek uit. Zie eens
deze belachelijke dame met die zotte
hoofdbedekking, hoe geaffecteerd zij
lacht, zij is uit den tijd van Jacob I."
Gij hebt geen bijzonder respect voor
uwe voorzaten,» zeide Arthur lachende,
«vergeet niet, dat uwe mama ook
eene Ostwestry geweest is. Is hier
geen portret van uw oom George?»
Ja, zeker, en ook een van tante
Saville, zij werden geschilderd, toen
zij nog zeer jong waren, voor mama's
trouwen. Ik heb de portretten al
sedert eeuwigen tijd niet gezien, doch
herinner ik mij, dat zij aan het andere
einde der galerij hangen. Er is ook
nog een ander portret van oom George
uit den lateren tijdhet hangt in de
bibliotheek Maar mama was geene
Ostwestry, mr. Harrison, zij was eene
Cunningham.
Arthur hoog zich plotseling ver over
een schilderij, die eene dame eveneens
met eene zotte hoofdbedekking voor
stelde. Harry meenende, dat deze zijne
opmerkzaamheid opwekte, ging voort.
Ik weet niet, wie zij is, maar eene
schoonheid is zij niet, nietwaar, mr.
Harrison
"Neen," antwoordde deze, die geen
vermoeden had, of het beeld voor
zijne oogen een man eene vrouw of
een kind voorstelde. Na eene diepe
ademhaling vervolgde hij»Maar ik