nieuwe
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
ARTHUR HARRISOÜ.
\o. 35.
Woensdag fx Mei 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
versciiij.it woensdag en zaterdag.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonder 1 ijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De eerste groote zeeslag heeft nu
dan toch plaats gehad. Wonderlijk
is het evenwel, dat alle berichten dien
aangaande uit Madrid komen en dat
zelfs op de telegrafisch door Reuters
agentschap te Londen te New-York
gevraagde inlichtingen, is geantwoord,
dat daar niets van een gevecht be
kend was.
De berichten te Madrid ontvangen
zijn gedeeltelijk van particulieren, ter
wijl ook de minister van marine be
richt van het gevecht heeft gekregen.
Volgens die berichten verscheen het
Amerikaansche eskader tegen vijf urn-
Zondagmorgen voor de baai van Ma
nilla, en aanstonds daarop opende
het een levendig vuur op de Spaan-
sche vloot en op de forten. De Spaan-
sche kruiser Don Juan werd zwaar
beschadigd, terwijl de kapitein van
het admiraalschip Reina Cristina
sneuvelde.
Later op den dag had nog een
tweede zeegevecht plaats, waarbij het
Amerikaansche eskader zware ver
liezen werden toegebracht en de Spaan-
sche schepen Mindanao en Don An
tonio de Ulloa licht werden bescha
digd.
De minister van marine heeft be
richt ontvangen dat hoewel de ver
liezen der Spanjaarden aanzienlijk
waren, het Amerikaansche eskader
toch genoodzaakt werd zich na een
verwoed gevecht bij Cavite terug te
trekken, waarop de minister aan de
vloot een telegram van geluk wensching
met het heldhaftig gedrag der be
manning 7.011(1.
Later ontvangen telegrammen be
vestigen dat het eskader der Vereenig-
de Staten groote averij heeft gekregen.
Iloe het gegaan is met de opstan
delingen, die zooals reeds vroeger ge
meld is, ten getale van 25.000 gereed
stonden om zoodra de Amerikanen
ter zee optraden, Manilla van de land
zijde te bestoken, wordt in het geheel
niet meegedeeld.
Aan de zeezijde schijnt de stad
goed versterkt, de haven uitstekend
verdedigd te zijn. lil ondiep water,
aan den ingang der haven hebben de
Spanjaarden de kruiser Castilla laten
zinken, om haar als vaste batterij te
gebruiken. De stad is goed voorzien
van artillerie.
Alvorens nadere berichten zijn ont
vangen zouden we hetgeen tot nogtoe
in deze korte telegrammetjes omtrent
den uilslag is gemeld, nog maar niet
al te letterlijk opnemen; die eerste
belichten komen gewoonlijk niet recht
streeks van hen die aan den strijd
hebben deelgenomen, maar van parti
culieren, die meestal ook geen oogge
tuigen zijn geweest. Toch schijnt ons
het stilzwijgen van Amerika wel een
bewijs voor de waarschijnlijkheid van
de Madridsche berichten.
Een telegram in de New- York
Herald zegt, dat Spanje haar
eskader zal vereenigen om te trach
ten door een grooten slag voor
deel te behalen. Aan den moed en
volharding der Spanjaarden in den
slag bij Manilla wordt in de Ameri
kaansche bladen groote hulde ge
bracht. liet verlies aan dooden be
draagt 400. Van nacht werd uit
Londen geseind dat Manilla tot capi
tulatie zal gedwongen worden.
De stad zelf staat niet in brand.
Het vuur bepaalt zich tot de voor
steden waar de inboorlingen wonen
in huizen van bamboe. Te Tampa
zijn thans 7000 man geconcentreerd,
üp de Canarische eilanden vlucht de
bevolking naar het gebergte Berich
ten uit New-York gewagen van een
uitgebreid plan lot samenwerking
tusschen Amerikanen en de opstande
lingen op Cuba.
De landing wordt niet spoedig ver
wacht. Vrienden van Spanje hopen
op tusschenkomst der mogendheden,
om langs vredelievenden weg den
verderen strijd te vooikomen, liet
laat zich niet aanzien, dal Spanje
daartoe zal zijn te bewegen.
Tengevolge van den oorlog stijgt
te Londen de prijs der levensmiddelen.
Tarwe kost al 50 shilling per quarter
1 last) en men vreest, dat het 60
shilling zal worden. Sinds den
Russisch-Turkscben oorlog is de tarwe
zoo duur niet geweest. Vele Engel-
sche oorlogsschepen kunnen geen
lading meer ktijgen in Odessa, waai
de tarwevoorraad snel vermindert.
Voor het pud meel (10,38 kilo) wordt
in Odessa 3 roebel moer betaald dan
enkele weken geleden.
Het zevende elite-regirnent te New-
York, dat uit zonen van de rijkste
families der City bestaat, heeft met
1003 van de 1067 stemmen geweigeid,
in dezen oorlog mee te vechten
Belgische bladen betoogen de
weiischelijkheid der instelling van een
internationaal hof van appél, dat te
Brussel zijn zetel zou hebben en dat
de verschillende vonnissen zou behan
delen, welke door de nationalen prijs-
gerechten, in casu de Spaansche en
Amerikaansche, worden geveld, be
treffende de al of niet geldigheid van
de door de oorlogvoerende mogend
heden buitgemaakte prijzen.
De Amerikaansche postadmi-
nistiatie heeft een brief' uit Santa
Clara (Californië) onderschept met
het adresSagasta, Madrid. De brief
bevat bijzondei heden over de verde
diging der Californische kust en
inlichtingen omtrent de mijnen en
torpedo's die de haven van San-
Francisco verdedigen, enz. De brief
is met een vrouwenhand geschreven.
Weer een gesluierde dame, wat
Prins Ferdinand van Beieren, die
met een infante van Spanje gehuwd
is, heeft voor 200Ü0 peseta's inge
schreven voor de Spaansche vloot.
De oversten der geestelijke orden I
in Spanje hebben der regeering ver- J
klaard, dat zij al hun geld, de kost-,
baarheden uit de kerken en de laat
ste rijstkorrels uit de schuren vooi-|
de verdediging van Spanje zullen ten
offer brengen.
De eigenaar van een Amerikaan-
sclien circus, die het Westen door
reist, heeft der regeering de twintig
olifanten van zijn sspul" aangeboden
voor het trekken van de kanonnen,
die op Cuba zullen ontscheept wor
den! De cornacs zullen met de dier
tjes meegaan.
Bekend is, dat Zola den I7den
April aan den procureur-generaal
heeft doen welen, dat hij Alfred als
getuige wenschte gedagvaard te zien.
Zaterdag heeft de procureur van
Zola, overeenkomstig de wettelijke
voorschriften op het parket te Ver
sailles de oproeping als getuige aan
het adres van Dreyfus gedeponeerd.
De procureur-generaal zal de oproe
ping aan het ministerie van koloniën
dnen toekomen Men is nieuwsgierig
of dit de oproeping naar Cajenne zal
zenden.
De Koninginnen op reis.
Aangaande het verblijf der Konin
ginnen te Florence, wordt o. a. van daar
aan het Vad. geschreven.
In het geheel zijn voor onze Vorstin
nen en haar gevolg 24 vertrekken in
het »Hótel de la Ville" gereserveerd.
Zij bewonen, met de voornaamstele-
den der hofhouding, acht ineenloo-
pende kamers, waarvan drie salons
met heerlijk uitzicht op den Arno,
juist daar, waar een barrage is, die
ruischt als de zee. Hier is een vrij
uitzicht op de bovenstad en de daar
achter gelegen begroeide hoogten.
Het salon der Vorstinnen is ge
meubeld in rood brocaafer hangen
twee fraaie schilderijen een kopie van
Careggio en een Madonna. Aan bei
de zijden van dit salon bevinden zich
de slaapvertrekken, keurig in orde
gemaakt.
Er heerscht hier groote drukte, ter
eete van do feesten van Amerigo
Vespucci. De Koning en Koningin
zijn ook in de stad. doch vertrekken
morgen."
Zaterdag-ochtend hebben dn Ko
ninginnen den Dom, de Doopkapel,
het Palazzo Vecchio en Santa Croxe
bezocht, 's Middags werd een rijtoer
gemaakt.
Uit goede bron vernam liet
fnd. blad Hel Centrumdat men bij
de Pedir-expeditie veel tegenstand
verwacht Toch schijnt Oemar lang
niét op zijn gemak te zijn op tiran
nieke wijze lie' hij achttien zijner vol
gelingen dooden, welke door hem
verdacht werden, eenigszins in contact
te staan niet de regeering.
Het eerste oflicieele gezantschap
van een Indisch vorst bij de inhuldi
ging van II.M de Koningin is te
's-Giavenhage aangekomen, nl. van
den Soesoehoenan van Soerakarta.
Het bestaat uit diens broeder, prins
Ayomataram met zijn twee zoons, een
familielid van den Soesoehoenan,
Raden Mas Pandjo Posspoatmodjo,
voorts uit den luit.-kolonel Koesoe-
mowinatta, terwijl de geneesheer dr.
G. A. van de Roemer hen begeleidt
Het voornemen bestaat de voornaamste
steden van Nederland te bezoeken.
Het gezantschap en zijn gevolg heb
ben hun intrek genomen in het hotel
»De Ouden Doelen" te's-Gravenhage.
Ecu nieuwe sccte.
Zondagvoormiddag waren aan het
strand te Schoveningen een 60-tal
personen, mannen en vrouwen van
eiken leeftijd, bijeen, die zich »adven-
disten noemden". Nabij het tweede zee
hoofd voorbij den vuurtoren, werd
47)
DOOR
D. H. ENGELBERTS.
21
Wat ook in Engeland aanleiding
moge zijn, zijne vrienden om zich te
verzamelen, het is tevens eene gelegen
heid ze feestelijk te onthalen. Zoo
vinden dan ook hier de treurende gas
ten, bij hunne terugkeer van het graf,
een feestelijk maal in de eetzaal te
Westwalden Court op hen wachtende.
Aan de zijde van den generaal nam
Arthur aan het maal deel, doch zon
der zich daarbij behaaglijk te gevoelen.
Lady Ostwestry, die met hare zus
ter Lady Wemlock en een paar andere
dames aanwezig was, had, hoewel zij
hare verassing bij zijn aanblik, niet
m staat was te verbergen, hem vrien
delijk welkom geheeten en hem mon
delings den warmen dank herhaald,
dien zij hem al per brief voor zijne
dappere reddingsdaad aan haar zoon
bewezen, had uitgedrukt. Evenwel kon
Arthur toch waarnemen, dat zijne
tegenwoordigheid haar verontrustte,
en dat de gasten hem als een indringer
beschouwden.
Ln deze laatste opvatting bedroog
zich de overgevoelige man een weinig.
De verwonderde blikken, welke de
dischgenooten spoedig op hem richtten,
spoedig met elkander bespraken, had
den oneindig meer op zijne verrassende
gelijkenis met Sir George en de familie
Cunningham, dan op zijne verwonder
lijke aanwezigheid betrekking.
Zoodra de maaltijd afgeloopen was,
verlieten Sir George en Generaal Dal-
rymple het vertrek. De laatste keerde
na tien minuten terug en wenkte zijn
neef, hem te volgen.
"Uw vader wenscht met u te spreken,
Arthur," zeide hij fluisterend den jon
gen man, wiens arm hij gevat, en
met zich medegetrokken had. »Hij
bevindt zich in de bibliotheek en
heeft mij verzocht, u bij hem te
brengen. Verschuif de onthulling
niet, mijn lieve jongen maar zeg hem
alles. Ik heb uw lof gezongen en ge
loof, dat hij u welwillend zal ontvan
gen. Geen van ons beiden heeft zich
bepaald oyer de zaak uitgelaten, doch
er is geen twijfel mogelijk, dat hij
niet weet, wie gij zijt. De arme man
bevindt zich in eene vreeselijke opge
wondenheid. Het doet mij leed. Streef
er naar het onderhoud zoo kalm moge
lijk te voeren."
Arthur beloofde dit, en zijn vader
lijke vriend en aanstaande schoonvader
verliet hem aan de deur der biblio
theek. Met de klink in de hand, bleef,
de jonge man, een oogenblik staan,
om zijne zenuwen te versterken, dan
eerst trad hij het vertrek binnen, waar
in hij al eenmaal zulk een zwaren
zielestrijd gestreden had.
"Ik heb u om een klein onderhoud
verzocht, mr. Harrison, omdat omdat
verontschuldig mij, wanneer ik mij
veroorloof, u te vragen, waar gij ge
boren zijt."
«Ik werd in Australië geboren, Sir,"
antwoordde Arthur op een zachten toon,
"Mijne geboorteplaats is Warala-
pola."
"En uw naam is Harrison?" vroeg
Sir George met eene bevende stem,
en Arthur kon ontwaren, dat zijne
gestalte vreeselijk beefde.
Ook Arthur beefde toen hij ant
woordde. «Het is de naam, dien ik
tot hiertoe gedragen heb."
"Het is dus uw rechtmatige naam
niet
«Neen, Sir George."
«Hoe hoe hoe heet uw vader?"
"Zijn naam is George Cunningham
Sir George sprong op, deed eene
schrede voorwaarts, viel daarop weder
in zijn leunstoel, wiens leuningen hij
met de handen krampachtig omklemde.
"Van waar weet gij dit vroeg hij.
"Hebt gij bewijzen voor hetgeen, wat
gij zegt?"
Arthur overhandigde hem eenminiatuur
portretje, waartoe zijn vader voor twee
en twintig jaren in Melbourne gezeten
had. De handen van Sir George beefden
zoo hevig, dat hij het nauwelijks kon
vasthouden, evenwel herkende hij het
onmiddellijk. Ter nauwernood wetende,
wat hij deed, vroeg hij met eene half
gesmoorde stem: "Wie is dat?"
Arthur viel den baronet te voet
met de woorden: "Vader, o vader!
Wilt gij uw zoon niet erkennen?"
Onmiddelijk liet Sir George liet
portretje vallen, boog zich naar voren,
en sloeg zijne armen om den hals van
den jongen man: "Mijn zoon! Mijn
zoonGod zij dankriep hij, terwijl
een snikken zonder tranen zijne ge
stalte bewoog.
«God zij dankUit de diepte van
zijn hart, herhaalde Arthur deze vrome
dankzegging. Och, hoe geheel anders,
dan hij het verwacht had, en hoeveel
schooner was deze erkenning. Met
eene diep bewogen stem murmelde hij
"Zoo doet het u geen leed, mij ge-
vonden te hebben, vader
"Leed?" herhaalde baronet, »leed,
u gevonden te hebben, mijn zoon,
waardoor zeventien jaren van mijn
leven verbitterd zijn geworden
"Gij hebt dus zoolang al van mijn
bestaan gesveten?" Er lag een onwil-
lekeurig verwijt in den toon, waar
mede Arthur die vraag deed, en zijn
vader gevoelde dit verwijt.
Met de handen den jongen man
een weinig terugbuigende, om hem
vrij in het gelaat te kunnen zien, ant
woordde hij »Ja, gij zijt mijn zoon,
ongetwijfeld mijn zoon. O, haat mij
niet Arthur?
H ordt vervoltjd.)