BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. INGEZONDEN. van Nederlandsch-Indië. Zoolang wij reden hebben om te vreezen, dat de in- landsche bevolking, gewapend ongeoefend zijnde, de kracht barer massa tegen ons zou kunnen keeren, z"ii het roekeloos zijn haar defensief vermogen te verster ken; is men van haar goede gezindheid verzekerd, ook door het besef al het mogelijke te hebben gedaan om die te te verkrijgen, dan wordt de vorming eener Javaansche militie, aangeworven of door loting verkregen, een noodzake lijkheid van de naaste toekomst. De toekenning van voorrechten aan degenen, die voor een bepaald aantal jaren zich verbinden, en na voldoende oefening naar huis gezonden worden om gereed te zijn als men ze noodig heeft, zou in over weging zijn te nemen. Gelijk in Egypte de Engelschen een legermacht van be- teekenis hebben georganiseerd, zouden wy dat in onze Oost moeten doen. Ten derde is het de plicht van onze Kngeering en Volksvertegenwoordiging om naar eene behoorltike regeling van onze zeemacht in de Indische Wateren te streven Bij de behandeling van de zaken, de marine betreffende, blijven we nog te veel hinken op twee gedachten, en wil men door denz^lfden maatregel de belangen onzer kustverdediging en die van Indies weerbaaiheid ter zee dienen. Dat gaat niet op den duur. Beide belangen stellen afzonderlijke eisehen, die eik op zichzelf onder de oogen moeten gezien worden Al hadden wij hier te lande een vol doend aantal schepen, geschikt om, zoo noodig de bezittingen tegen een aanval van buiten te beschermen, op liet oogenblik. dat de aanval geschiedde, zou men ze daarginds niet hebbenwerd er eenmaal een oorlogstoestand geboren, de kans om ze nuttig te gebruiken dewijl de vijand wel zorgen zou dat zij niet heelhuids door straat Soenda of eenigen anderen toegang tot de eilanden kwamen. Het nog onbekende middel van Cervera zou niet baten by het varen door het Suez kanaal of om de Kaap. Indie heelt een eigen marine noodig, evenals een eigen leger, en wat voor de eerste wordt gebouwd behoeft niet ook voor andere doeleinden geschikt, dat is voor geen enkel doel geschikt, te zyn. Jammer, dat onze deskundigen, op maritiem gebied zoo verdeeld zijn in het beoordeelen van wat er noodig is, zoodat elke minister van marine de plannen van zijn voorganger geheel of gedeelte- lyk afkeurt; op die wijze blyven wy, ondanks groote geldelijke offers, in het onzekere, en ontstaat niet bij ons volk de overtuiging, dat de leiding in goede handen is. Wenschelijk ware het, dat eenige vakmannen, goed bekend met de eisehen van den Indischen zeedienst, eens met elkander in overlag traden om de natie, en met haar ook degenen van wier beslissingen zy afhankelyk is, voor te lichten; dat zij als het ware vormde een extra-parlementaire, niet officieele, voor geen andere belooning dan het gevoel van vaderlandsche plichtvervulling, wer kende staatscommissie, die liet vraag stuk tot een oplossing trachte te brengen, op welks belangrijkheid ik mij veroor loofd heb de aandacht te vestigen De minister van Binnenlandsche zaken heeft nader, door tusschon- kornst van Gedeputeerde Staten, aan de gemeentebesturen medegedeeld dat, liet zijne bedoeling is eene opgaaf van liet totaal der waterschaps- of polderlasten te bekomen voor de in iedere gemeente gelegen landerijen, onverschillig of do aangeslagenen al dan niet in de gemeente wonen. Ter verkrijging van een gemiddeld cijfer wordt opgave verzocht van het aantal aangeslagenen in de belasting. De gereformeerde kerken zui len zich waarschijnlijk aansluiten bij alle andere kerkgenootschappen in den lande, en medewerken tot het verkrijgen van eenheid in de gods dienstige wijding van 31 Augustus. De classis 's-Gravenhage ten minste heeft besloten, dat in al haar kei ken dien dag oen godsdienstoefening zal plaats hebben. Van dit besluit zal worden kennis gegeven aan al de kerkeraden van de gerefoi meerde kerken hier te lande met den wenscb, dat, zoo mogelijk, door alle lot zoo danige godsdienstoefening besloten worde als de kerken in Friesland reeds in provinciale synode vastgesteld hadden. en hun leven op het spel, en hun zedelijke moed houdt hen in den regel staande. De taak der secondanten is eene allerpijnlijkste, en bijna altijd zult gij, wanneer gij de zes mannen, die in een duel betrokken zijn, op hun weg naar de bestemde plaats ontmoet, ervaren, dat er twee kalmer zijn, dan de anderen, en in den regel zijn die twee bestemd den dood onder de oogen te zien. WordL vervolgd.) Pedir-Expeditie. Zaterdag, 18 dezer, is de colonne- Van lleutsz uit de VII Moekims naar Segli vertrokken. Overal was de bevolking terugge keerd en arbeidende. Zondag kwam de colonne van den overste Willems te Segli terug. Zij had geringen tegenstand ondervonden in liet heuvelterrein van Tjot Moeroeng en werd beschoten nabij Bambi. Zwaar gewond één matroos en licht gewond '2 militairen beneden den rang van officier. De officier, die bij den klewang- aanval der Pedireezen te Mehtareum niet gevaarlijk gewond werd, is de Ie luitenant der infanterie B. Tarnmes, ridder der Militaire Willemsorde, be- hoorende tot het 2e bataljon (Mage- lang). Hoe weinig de Aljebers te ver trouwen zijn, blijkt weder uit de hou ding van Toekoe Bintara Kembangam in de Pedirexpeditie. Deze vorst, wiens gebied onder Gighen ressor teert, kwam in Mei 1893 te Kota- Radja zijn onderwerping aanbieden, en werd door den civielen en mili tairen gouverneur, generaal Ueyker- holf, met veel praal en luister ont vangen. Zelden werd een vorstje met zoo'n geur ingehaald en naar het paleis van den gouvei neur geleid de receptie moest wel den indruk geven dat de «Compagnie" erg lekker was met diens onderwerping. Niet alleen dat aile civiele autoriteiten en de oflicieren van land- en zeemacht in groot or naat zich in het gouvernementshuis moesten vereenigen, om den Toekoe te ontvangen, maar hem werden ook eereschoten en een eerewacht van infanterie en cavalerie gegeven! Karakteristiek schrijft men aan de Tel. vooral was het feit, dat hij zich eerst bij den tokohouder Schorrewitz een prachtig staatsiekleed liet maken, natuurlijk voor rekening van de «Compagnie". Het spreekt van zelf, dat het horlogezakje niet mocht ontbreken, want het was onder Deykerholf gebruikelijk, na dergelijk ceremonieel den nieuwen Sobat een remontoir namens de regeering ten geschenke aan te bieden, horloges die meestal den Cliineescbeii lombard- houder te Penajong ter bewaring werden gegeven. Acht dagen na die plechtige ontvangst bleek, (lat Bintara Kembangan door zijn eigen volk weg gejaagd was, zoodat liet bestuur ver plicht was, hein te Segli, bij den commandant der benting, den toen- maligen kapitein Engelbert van Bever voorde, onder dak te brengen. Bintara Kembangang had zich alleen onderworpen, om zich van den steun van liet bestuur te verzekeren. Leuk overleg en een gouden re montoir op den koop toe!! Onder generaal Van der Heijden werden dergelijke Toekoe's geheel uit de hoogte behandeld en liet het bestuur zich geen rad voor de oogen d raaien. Natuurlijk zal Bintara, die de Com pagnie machteloos waande, spoedig met hangende pootjes terugkeeren (hij deed het rpeds de vorige week en zeggen, dat Toekoe Oemar hem ge dwongen heeft de partij van Kernala te kiezen, maar wij willen hopen dat kolonel Van Heutz den trouweloozen Toekoe onder nadere goedkeuring zal laten bengelen. PLAATSELIJKE BERICHTEN. In de afdeeling «Industrie" der a.s. Nationale Tentoonstelling van Vrouwenarbeid te 's Gravenhage zal door eenige Sigarenmaakstcrs der Nederl. Tabak- Sigarenfabriek" van den heer G. van Dorssen alhier een nieuw merk «Vrouwenarbeid" worden gefabriceerd. Deze sigaar uit prima grondstofion vervaardigd en sierlijk verpakt zal met andere pro ducten van genoemde fabriek in een sierlijke kiosk op liet terrein verkrijg baar zijn. Nu wat wij er van zagen, hoorden en proefden zal deze Amers- foortsche inzending voorzeker niet een der minsten wezen en durven wij den wakkeren ondernemer de heer van Dorssen een bepaald succes verzekeren. Bij de j.l. Zondag te Utrecht gehouden wieleiwedstrijd werd in het nummer voor amateurs over 20U0 M. (handicap) den 2en prijs behaald door onzen stadgenoot J. Jelhnghaus. In verband met het hier aan hangig gemaakte stadstramplan kun nen wij mededeeleii, dat, ingevolge van een daartoe aan den Minister van W. H. en N. gericht adres, Bestuur ders der Hollanilsche IJzeren Spoor weg-Maatschappij door de regeering zijn uitgenoodigd het ontwerp voor de brug in den toegangsweg naar het nieuwe station (over do lijn naar Resteren) zoodanig in te richten, dat de noodige ruimte aanwezig is voor eene tram en dat de gelegenheid zal bestaan voor liet leggen van liet daartoe gevorderde spoor. Zaterdagavond werd aan den Lcusderweg nabij de Infanterie-Ka- zerrie een 6 jarig kindje van de Wed. O. door een transportwagen der ai til- lerie overreden, met het treurig ge volg dat liet enkele oogenblikken daarna overleed. De pluk der Kersen van de vier boomgaarden te Nijkerk is in massa verkocht aan E. van den Hoek alhier voor f291. Gladstone was zijn leven lang een groot liefhebber van wandelen. «Hij wandelde," zoo schrijft Sir Wetnyss Reid, «te Londen even regel matig als buiten. Men heeft wel ge zegd, dat li ij meer in de straten wan delde dan in zijn eigen park. «In de drukste tijden van zijn leven, als hij aan liet hoofd der Regeering stond of bezig was met die moeilijkste aller taken, liet vormen van een kabi net, kon hij nog iederen dag tijd vinden voor een lange wandeling, al moest hij er zijn nachtrust voor be korten. «Na een opwindend debat in bet Lagerhuis, na de gewichtigste beraad slagingen, girig hij met haastigen tred liet Paleis uit. om een wandel tocht te ondernemen, sorns tot Hamp- stead lleath, om eerst, laat in den nacht in Downing Street terug te keeren. «Soms maakte hij de zijnen wel ongerust door zijn wandelingen bij alle, zelfs zeer ongunstige weèrsge- steldheid." De tegenwoordige Minister Cham berlain is ook in dit opzicht een heel ander man dan de groote oude. Hij heeft altijd een afkeer gehad van wandelen en in het algemeen van alle lichaamsoefening een af keer even groot als zijn liefhebberij voor orchideeën. De langste wandeling, die hij ooit le Londen deed, was van Prince's Garden naar zijn clubs in Pall Mali of Sl. Jamesstreet. Voorts heeft hij bij zijne neiging voor een zittend leven veel liefhebberij voor het roóken van zware sigaren. Het een bij het ander zou zeer nood lottig kunnen zijn voor iemand van een minder sterk gostel dan de Mi nister schijnt te hebben. Op den duur moet het echter oven slecht op het humeur als op hot rechtvaardig heidsgevoel werken, en verschijnselen daarvan heeft men dan ook wel eens kunnen opmerken. Alcoholisme bij dieren. Zooals bekend is, laten katten, in brouwerijen lovend, wanneer ze een maal smaak in liet bier gevonden hebben, dat ze van de vloeren der kelders oplekken, geen gelegenheid meer voorbij gaan om zich te be drinken. Ook paarden zijn groote liefhebbers van portwijnen en stout en vele Engelsctie veeartsen dienen liet den rossinanten toe als deze kou gevat hebbende paarden in stokerijen versmaden ook geenszins de spoeling, welke nog alcohol bevat terwijl de varkens, die het onderst uit de vaten krijgen, geregeld «dronken zijn?" Van een studie omtrent het alco holisme bij dieren van dr. Walsh in Hippincotl's Magazineis in de Temps een uittreksel verschenen; daaraan ontleenen wij liet volgende De meeste «huogere" dieren, zegt M. Walsh: apen, olifanten, beren, paarden, honden enz. hebben een instiriktrnatigen hartstocht voor ge giste dranken en lijden, juist als menig een onder de menschen, aan liet mis bruik ervan. Reeds leert ons het Boek der Mac- chabeërs dat men in de oudheid de tot den strijd uitgeruste olifanten dronken maakte met nieuwen wijn en dit gebruik is sedert behouden gebleven, met dien verstande echter dat rhum den wijn vervangen heeft. Alle bestuurders van beestenspellen en dierentuinen weten bovendien, dat de aan hun zorgen toevertrouwde olifanten geen gelegenheid laten voorbijgaan om zich aan alcohol te buiten te gaan, er zijn er zelf die veinzen ziek te zijn om een rantsoen whisky le bekomen. De beren en apen drinken bier als Duilsclie studenten, en zijn tot alles in staal om brandewijn machtig te worden.* Dat weten ook somoiige Afrikaansclie volksstammen, en daaruit trekken deze behendig partij om die dieren te vangen. Zij plaatsen tot dit doel b.v. aan den ingang van een boscli een ton netje bierde apen snellen toe, drin ken, worden dronken en verkeeren dan in zoodanigen toestand van ver- dooving, dat ze in de onmogelijkheid verkeeren een neger van een aap te onderscheiden. Wanneer een neger een van hen bij de hand grijpt om hem naar zijn dorp te geleiden, neemt een tweede aap de hand van den eersten, een derde de hand van den tweeden, enz. Dikwijls slaagt een neger er aldus in een geheelen troep dronken apen te vangen. En wij moeten er bijvoegen dat die brave noge.rs nooit nalaten nieuwe rantsoenen hier aan hun ge vangenen toe te dienen, in telkens grootere hoeveelheden, hen zoodoende bijna onmerkbaar aan de gevangen schap gewennend. Doch het merkwaardigste van M. Walsh's studie is dat gedeelte, waar hij de nieuwste vorderingen van al- coholisseri onder de dieren beschrijft. Hij leert ons b. v. dat een groot aantal paarden te New-York zich aan den drank overgeven. De brouwerspaarden in het bijzon der zijn bijna alle ware dronkaards. Met mout gevoed krijgen ze een harts tocht voor bier, dwingen bun meesters liet bun te geven en eindigen dik werf met aanvallen van delirium tremens. Electrisch licht tc Baarii. Het electrisch licht te Baarn zal nog deze week in gebruik worden genomen. Verschillende openbare ge bouwen en villa's zijn verbruikers geworden. Zomermaand 1898. In den maand van 17 op 18dezor heeft het op vele plaatsen in Fries land sterk gevroren; hier en daar hebben de te velde staande gewassen, vooral aardappelen en boontjes, ge ducht geleden. Sommige maaiers ver klaarden, dat liet veld in den vroegen morgen een winterachtig aanzien bad. De talisman in Frankrijk. In Frankrijk heerseht ook onder de meer ontwikkelde bevolking nog in liooge mate het bijgeloof. De talis man of de ponje-bonlieur. zooals de Franschman zegt wij zouden zeg gen: geluksteen speelt in Parijs en ook op het platteland een groote rol. Hij behoort tot het leven van de Franschen, en daar de mode ook in dit opzicht een woordje mee heeft te spreken, wisselen de vorm en de aard der onontbeerlijke porte-bonheur voortdurend af. De in goud gevatte, hoon, de konijnpoot en kalkoenen- klauw, ja zelfs de aan een kettinkje gedragen kleine lovende schildpad, welks pantser met kostbare juweelen geïncrusteerd was, daarmee heeft men reeds lang weer afgedaan. Thans zijn de schildpadden ver vangen doorspinnen. Welis waar laat men het den meesten men schen afschuw inboezemende diertje niet levend over borst of hand kruipen als zijn voorganger, maar toch is liet noodzakelijk dat de persoon, 'die liet als amulet wil dragen, liet eigenhandig levend gevangen en daarna eveneens levend onder liet glas van een elegant gouden sieraad geplaatst heeft, dat aan horlogeketting, armband of broche gehangen wordt. Er dient verder op gelet te worden, dat men dezen talisman steeds bij zich draagt; heeft men dezen talisman slechts een enkeie maal vergeten, dan verliest het insect dadelijk zijn geluk aanbrengende eigenschap en moet door een ander vervangen worden Dames-fietsers dragen zeer dikwijls aan haar gordel een klein bundeltje, dat uit de volgende voorwerpen is samengesteld: een gouden munt met een gat er in, een klein voorwerp van koraal, een miniatuurknots uit ebbenhout met zilver beslagen, een varkentje uit nephrit en een stukje van een strop waaraan een misdadiger is opgehangen. In dit laatste artikel wordt in Frankrijk formeel handel gedrevenmen koopt dezen eigen- aardigen talisman gaarne, maar na tuurlijk slechts van zeer geloofwaar dige personen, die de «echilieid" van hun waar met documenten kunnen bewijzen I Het einde van een prins. Te Lowis aan de Zuidkust van Engel uid is de Aliikaansche prins Said Mohammed Abderhaman Selirn All red Attalla in de gevangenis ge storven. Hij stamde af uit een zijtak van de Egyptische Khediye-dynastie. Zijn vader was generaal in Turkschen dienst. Atalla ontving te Gent en Parijs een voortreffelijke Europeesche opvoeding en if'as in de hoogste krin gen der samenleving zeer gezien. Zijn vader liet hem een vermogen van een miljoen na. Op I9-jarigen leeftijd ver- verloofde de jonge prins zich met een Fransche gravin. Maar dat werd zijn ongeluk. De juweelen voor zijn aanstaande kocht hij te Londen doch ongelukkiger wijze kwam hij daar in aanraking met hartstochtelijke spelers. Bij de wed rennen verspeelde hij in eenige weken bijna zijn geheele vermogen. Do ver loving werd verbroken en nogmaals ging de prins daarop naar Londen. Van zijn vermogen was hem nog slechts 72000 gulden overgebleven en ook deze waren weldra verspeeld. In Juli van liet vorige jaar had hij bij een juwelier voor 6000 gulden aan jnweelen besteld. Op den morgen van den dag toen de bediende van den juwelier zich bij den prins liet aandienen had deze juist al zijn geld verspeeld. Toen hij de juweelen en andere kleinoodiën te waarde van ongeveer 24000 gulden voor zich zag, wierp hij zich op den bediende en bracht dezen met een dolk een wonde toe, waarvan de man nog niet her steld is. Wegens deze poging tot moord werd prins Attalla tot zeven jaren gevangenisstraf veroordeeld en ver leden week stierf de prinsenzoon van het zonnige Egypte in den kerker van het nevelig Albion tengevolge van tering. Geachte Eedactie, Hoewel wij van meening zijn, dat de zaak die wij voorstaan: „Het verbeteren van de „volkshuisvesting in onze stad" niet of weinig gebaat zal worden door de bespreking in de plaatselijke bladen, zoo worden wij wel genoodzaakt dit zelf te doen door het protest van den heer Heldring geplaatst, o. a. in de Nieuwe Amersfoortsche Courant van 18 dezer en in de Oude Amersfoortsche Courant van Maandag j.l. Indien wij dit nalieten zou toch menig een vermeenen, dat wij het antwoord daarop moesten schuldig blijven. En dit is geenszins het geval. We zullen ter bekorting alleen op de hoofdzaak ingaan en wenschen dus alleen te behandelen de vraag: Is het, om verbetering te brengen in de volkshuisvesting, voldoende, slechte wo ningen aan te koopen en te vernieuwen of na amotie te herbouwen, dan wel moet men èn sloopen en herbouwen in de oude stad èn nieuwe woningen bouwen op vrij terrein De heer Heldring maakt het ons ge makkelijk door als gezaghebbend ten deze het meer geciteerde Nutsrapport van 1896 aan te halen. Wij zullen dan ook, ter beantwoording van de gestelde vraag, het woord geven aan de heeren, die bedoeld rapport samen stelden. Op blz. 168—170 van dat rapport wordt in een 7-tal stellingen de hoofdzaak van het geheele betoog samengetrokken. Met de stellingen 4—7 hebben wij echter niet te maken, deze bespreken de taak der overheid. De stellingen 1 3 luiden in hun geheel als volgt: „lo. Bijna overal in ons land, ten platte „lande zoowel als in de steden, treft men, „ten aanzien der volkshuisvesting, onbe vredigende toestanden aan. Niet alleen „vindt men een groot aantal ongezonde „en gebrekkige woningen, maar ook wordt „in de bestaande behoefte niet genoegzaam door aanbouw van goedkoope, gezonde „woningen voorzien." „2o. De bemoeiingen van bijzondere „personen en vereenigingen, van Gemeente „en Staat tot verbetering in dezen toe stand, moeten zich derhalve zooveel „mogelijk gelijktijdig in twee richtingen „bewegen: afbraak en herbouw der oude buurten en aanbouw van nieuwe wo elingen op vrij terrein. „3o. Bijzondere personen en vereeni- „gingen kunnen reeds onder de bestaande „wetgeving in beide deze richtingen zeer „veel tot stand brengen, zonder dat hun „optreden een zuiver philantropisch karak ter behoeft te dragen". Verder nog enkele citaten: Op bi. 30, ook door den heer Heldring aangegeven, „lezen wij: „doch men kan hiertoe (n. 1. „sloopen) niet overgaan, indien niet tevens „voor de huisvesting der verdreven be- „volking gezorgd wordt door aanbouw van nieuwe arbeiderswoningen, zoowel in „de buitenwijken als op het terrein, waar „vroeger de sloppen bestonden Bi. 35 en 36„Wanneer men zich een „beeld voor den geest brengt van de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 2