miEUws
Ni euws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
INVITATIE-CONCERT
"buitenland.
BINNENLAND.
HET STUK BROOD.
i\o. 52.
Zaterdag 2 Juli 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VËRSCIIIJ.M WOENSDAG ëi\ ZATERDAG.
FEUILLETON.
Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per
3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aan onze lezers.
Nog slechts een klein getal kaar
ten voor het
hebben wij over. Men haaste zich
dus zich daarvan te voorzien, daar
in geen geval meer kaarten worden
uitgereikt dau de beschikbare plaats
ruimte gedoogt.
In antwoord op van enkele zijden
tot ons gerichte vraag diene, dat
de toegangskaarten niet persoonlijk
zijn.
DE UITGEVER.
Het Spaansche reserve eskader van
admiraal Camara, waaromtrent Reuter
meedeelde, dat het zonder kolen te
hebben ingenomen was opgestoomd,
schijnt nog rustig to Poit-Saïd te
liggen. Eerst heete het dat de Egyp
tische regeering, na zich overtuigd
te hebben, dat admiraal Camara nog
voorzien was Yan 9000 ton kolen,
hem weigerde toe te staan om nog
meer voorraad in te nemen Nu weer
seint Reuter, is de Egyptische regeering
bereid aan het eskader zooveel kolen
te verschaffen als noodig zou zijn om
naar de naaste Spaansche haven terug
te stoomen, of anders zou zijergeen
bezwaar in zien dat de Spanjaarden
zich van kolen voorzagen door over
scheping uit hun eigen kolenschepen
waarmee dan ook reeds een aanvang
zou zijn gemaakt De Isla de Luzon
is te Port- Said aangekomen met kolen
terwijl er nog twee andere schepen
uit Spanje worden verwacht.
De Egyp'ische regeering schijnt
echter niet recht te weten hoe zij
met de zaak aan moet want nog
nauwelijks heeft zij den Spanjaarden
bovengenoemde concessie gedaan, of
er komt reeds weer tegenbevel. De
Spaansche oorlogsschepen waren reeds
begonnen met kolen uit hun trans
portbooten over te nemen toen de
Khedive bericht zond, dat hij derge
lijke handelwijze niet kon toelaten.
Het innemen van kolen moest on-
middelijk worden gestaakt terwijl hij
er op wees dat het eskader Port-Said
moest verlaten daar het reeds veel
langer dan vier-en-twintig uur daar
had vertoefd. De Spanjaarden ver
klaarden daarop, dot de schepen her
stelling behoefden, waarna zij kolen
en ander materiaal begonnen te ont
schepen om in herstelling te gaan.
De tocht naar de Filippijnen zal er
dus wel bij inschieten.
Zooals wij gister reeds opmerkten
is de Duilsche peis van oordeel, dat
Engeland in deze op de Egyptische
regeering inlluenceert en wel met het
doel om Amerika welgevallig te zijn,
waarmee Engeland gaarne een ver
bond zou aangaan, wat trouwens nog
onlangs door Chamberlain in het La
gerhuis openlijk is verklaard. Dit zou
Duitschland natuurlijk ongaarne zien
omdat het door beide verbonden rijken
in Oost-Azië op haar pogen om zijn
invloedssfeer uit te breiden, zou wor
den gedwarsboomd. Er. dat zij de
Duitschers iets in het schild voeren
wordt door de Ameiikanen bijna als
zeker beschouwd. De groote macht,
welke zij voor Manilla hebben samen
getrokken, doet liet vermoeden, of
schoon verschillende bladen blijven
volhouden, dat liet samentrekken van
oorlogsschepen slechts dient om de
belangen der Duitschers, die in groo-
ten getale op de Filippijnen wonen,
gewaarborgd te zien.
Do verhouding tusschen Duitschland
en Amerika is door een en ander,
zooal niet gespannen, dan toch niet
zóó als liet wel gewenscht zou zijn,
hetgeen zich natuurlijk in de pers
uit. Een staaltje daarvan geeft de
Köln. Zeit. Aan de Evening Post
wordt n.l. geseind dat er een volkomen
overeenstemming tusschen den Ame
rikaanschen Staatssecretaris van Bui-
tenlandsche Zaken te Washington en
den Duitschen gezant is verkregen
en dat het den bevelhebber van het
Duitsche eskader voor Manilla, vice-
admiraal von Diedericlis, toegestaan
zou worden, alle maatregelen ter
bescherming van de Duitsche belan
gen op de Filippijnen te treilen, welke
hem dienstig schenen slechts mochten
Duitsche schepen of troepen niet
anders dan slechts lijdelijk in de
wateren van de Filippijnen of op
Luzon of een ander deel van die
eilandengroep vertoeven.
Over dit bericht toont de Köln
Zeit. zich zóó gevoelig, dat zij op
hoogen toon uitroeptAdmiraal von
Diedericlis behoeft zicli omtrent zijn
doen en laten voor Manilla geen
aanwijzingen uit Washington te laten
geven. Zoolang hij zich niet in de
zaken der beide krijgvoerende mogend
heden mengt, kan noch admiraal
Dewey, noch de staatssecretaris
Sherman hem voorschriften geven,
welke dan ook, evenmin als de
Duitsche regeering zich erom bekom
meren zal, welke stappen Spanje en
Amerika zullen doen ter besehei ming
van hun belangen op de Filippijnen.
Van het eigenlijke oorlogsterrein
zoo goed als geen nieuws. Generaal
Shafter zet de toebereidselen tot den
aanval op Santiago voort'terwijl de
opstandelingen onder Gorcia rnet
3000 man en de Amerikanen onder
generaal Rabi met '2000 man zullen
trachten den Spaanschen generaal
Pando met zijn versterkingsleger
voor Santiago bestemd, legen te
houden.
Blijkens een telegram uit Kingston
(Jamaica) ontving de Spaansche con
sul daar een telegram uit Santiago,
meldende dat de Ameiikaansche krui
ser Brooklyndoor een Spaansche
granaat getroffen, gezonken is. Admi
raal Schley en 24 man wei den gedood.
Eveneens wordt gemeld, dat een
uitgebreid mijnstelsel in gereedheid
is gebracht, waardoor het halve Ame
Irikaansclie leger in de lucht zal vlie-
gen, als het Santiago binnentrekt.
Officieel wordt ecliter uit Washing
ton liet bericht van liet ongeval met
de Brooklyn tegengesproken.
De Fransche gezant te Konstanti-
nopel heeft aan de Porte een nota
gezonden, waarin hij dreigt beslag te
leggen op den laatslen termijn van
ie Grieksche oorlogsschatting, indien
Turkije niet vóór 10 Juli de schade
loosstelling betaald heeft, aan Fran
sche onderdanen toe te kennen in
verband met de onlusten tegen de
Armeniërs te Konstantinopel. De
Raliaansche gezant heeft een derge-
lijken eisch ingesteld. Frankrijk ver
langt 1,050,000 frs., Italië 400,000 lire
schadeloosstelling.
Keizer Wilhelm II heeft den groot
hertog van Saksen-Weimar op diens
Bösten geboortedag een telegram van
geluk wensching gezonden waarin mede
een zinsnede voorkwam welke betrek
king had op prinses Sophie der Ne
derlanden, in leven 's Groothertogs
echtgenoote. Deze zinsnede luidde:
Ik hoop u genoegen te doen met
de mededeeling dat ik last heb gege
ven, van de kostbare Goethe-hand
schriften, die in de Berlijnsche biblio
theek berusten, fotografien te laten
maken, en ze voor het Goethe- en
Schiller-Archive als aandenken aan
zijn doorluchtige stichtster te uwer
beschikking te stellen.
H. M. de Koningin heeft den
Groothertog van Saksen, oom der
Koningin en echtgenoot van wijlen
prinses Sophie der Nederlanden met
prins zu Wied doen uitnoodigen ge
durende de feestdagen te Amsterdam,
bij gelegenheid der plechtige inhul
diging der Koningin, de gasten te
willen zijn van H. M. in liet koninklijk
paleis op den Dam. Deze uitnoodi-
ging werd door de hooge genoodig-
den aangenomen.
De prov. Geld. en Nijm. Courant
beschrijft het kostuum, dat de sultan
van Siak bij gelegenheid van de audiën
tie van H.H. M.M. te Soestdijk,
droeg, als volgt:
»De sultan was voor deze gelegen
heid gekleed in een schitterend gala-
costuum, in het snit eenigszins ge
lijkend op het groot tenue van de
marineofficieren. Z. H. droeg een
geheel met goud geborduurde gesloten
jas, met opstaanden gouden kraag
en gouden epauletten, waarvan de
bladen geheel met diamanten waren
bezet.
Daarover en écharpe een breeden
massief gouden band met diamanten,
alsmede een gouden buikgordel met
schitterend diamanten slot, waaraan
een kostbare gouden sleepsabel met
diamanten heft bevestigd was. De
pantalon was van dezelfde stof als
de gala-rok en van een gouden galon
voorzien. Het hoofddeksel bestond
uit een zwarte muts met gele staande
pluim, omgeven door diamanten, aan
de voorzijde een prachtige diamanten
figuur. Om den hals, aan de boord
bevestigd, droeg de Sultan verder
nog een kostbaar diamanten versiersel.
Het geheel maakte een zeer rijken
dochtevenszeergedistingeerden indruk,
waartoe ook het sympathieke uiterlijk
van den Indischen vorst, die zich
met veel gemak in dit gala-gewaad
bewoog meewerkte.
Prinses Pauline Van Wurtem-
burg wordt Maandagavond voor eenige
dagen te Soestdijk verwacht.
In verband met liet feit, dat de
Tweede Kamer op voorstel van den
Minister van Binnenlandsche Zaken,
een som van f I0,U00 beschikbaar
gesteld heeft ter bestrijding van het
misbruik van sterken drank, wendde
de Socialistische Geheel-Onthouders
Propaganda-club zich in haar hoeda
nigheid van geheel-onthouders werk-
lieden-vereeniging tot den Minister
met het verzoek haar ten behoeve
van de propaganda een zeker bedrag
Naar bet Fransch
VAN
FR. COPPÊE.
2)
Op betzelfde oogenblik trad een
infanterist uit de berberg, bukte naar
bet brood, raapte bet op, veegde er
met zijn mouw bet slijk af en beet
er gretig in.
Henri de Hardimont schaamde zicb
reeds over zijne handelwijze en be
schouwde den armen duivel, die toonde
zulk een goeden eetlust te hebben,
met medelijdende blik. De betrok
kene, een boogopgeschoten jongmenscb
met koortsachtig schitterende oogen
en een in bet hospitaal gegroeiden,
verwilderde baard, was zoo mager,
dat zijne schouderbladen zicb onder
den afgedragen soldatenrok scherp
afteekenden.
ir Je hebt zeker ergen honger kame
raad?" vroeg de Hertog, terwijl bij
op den soldaat toetrad.
«Zooals ie ziet," antwoordde deze,
met vollen mond kauwende.
«Neem 't me niet kwalijk. Had ik
vermoed, dat je aan 'tbrood wat ge
legen was dat zou ik 't niet wegge
worpen hebben."
«Mijn God, dat hindert niets
merkte de soldaat op. "Ik ben niet
zoo kieskeurig."
«In elk geval, wat ik gedaan heb,
is niet goed geweest, en ik verwijt
bet mezelf. Ik wil niet, dat je eene
slechte meening omtrent me blijft
koesteren ik heb ouden cognac in
mijn veldflesch Weetje wat, laten
we dien samen opdrinken."
De soldaat bad opgehouden te eten.
Hij en de Hertog namen ieder een
slok cognac, en de kennis tusschen
ben beiden was gemaakt.
«Hoe heet je vroeg de infanterist.
«Hardimont," antwoordde de Her
tog, zijn titel verzwijgende.
«En jij
Jean-YictorIk ben pas bij
de compagnie geplaatstIk was
tot biertoe in bet hospitaal. Ik ben
bij Chatillon gewondO, men
wordt daar in bet hospitaal goed ver
pleegd men krijgt uitstekende paarden
bouillonMaar ik had slechts
eene onbeduidende schramde stafarts
overhandigde me mijn bewijs van ont
slag, en nu begint bet hongerlijden
weêrJe moogt bet gelooven of
niet, maar zooals je me bier ziet, heb
ik mijn levenlang honger geleden.
Het was een ontzettend woord, dat
de arme jongen daar uitsprak, tegen
over een bon-vivant, die er zicb even
te voren nog op betrapt bad, dat hij
zich smachtend de keuken van bet
Café Anglais herinnerd bad. De
Hertog de Hardimont keek met schier
ontstelden, verbaasden blik tegen den
soldaat op. Jean-Victor's mond plooide
zicb tot een pijnlijke glimlach, zoodat
lange tanden zichtbaar werden, de
tanden van een uitgehongerde, welke
zoo wit afstaken bij bet vaalgrauwe
gezicht, en alsof bij gevoeld had, dat
eenige mededeeling welkom zou zijn,
begon bij«Laten we wat op en neer
loopen, om onze voeten te verwarmen."
Hij sprak den kameraad niet langer
aan met «jij" en «jou", daar hij be
slist den rijke en door het geluk be-
gustige in hem vermoede. «Ik zal n
dingen verteBen, waarvan gij zeker
nog nooit hebt geboord. Ik beet
Jean-Victox-, kortaf Jean-Victor, want
ik ben een vondeling, en de eenige
scboone berinnering, welke ik heb, is
die aan mijn eerste jeugd in bet armen-
gesticht. Het linnengoed van onze
kleine bedden was rein en wit, we
mochten in een tuin met groote boomen
spelenik was de lieveling der Zuster
van Barmhartigheid, een jong, bleek
ding dat door uittering wegkwijnde.
Aan een wandeling met baar gaf ik
de voorkeur boven alle kinderspelen,
want zij liefkoosde me met bare
magere, heete bandSinds mijn
twaalfde jaar evenwel, na de confir
matie, weet ik alleen nog van ellende.
De regenten van bet weesbuis deden
me bij een stoelenmatter in de leer.
Dat is evenwel geen ambacht, weet
gij, dat een behoorlijk bestaan oplevert,
daarom kon de baas als leerling ook
alleen de arme jongens uit bet von
delingenhuis gebruiken. Déér heb ik
eerst honger geleden. De baas en zijn
vrouw, die uit Limousin afkomstig
waren en later zijn vermoord, waren
vreeselijk gierig. Het brood, waarvan
zij bij eiken maaltijd een dun stukje
afsneden, bleef den ganscben dag
achter slot. En bij bet avondeten
bad gij eens moeten zien, boe de
meesteres, met haar zwarten muts,
voor ons de soep opschepte, en bij
eiken lepel een zucht slaakte. De
beide andere leerlingen waren er niet
beter aan toe, dan ik, maar zij merkten
de verwijtende blikken niet op, waar
mede bet booze, oude wijf me aankeek,
als zij me bet bord soep overreikte.
Mijn hoofdongeluk was toenmaals
reeds, dat ik aan een bijzonder goeden
eetlust leed. Kan ik dat helpen?
Zóó heb ik mijn driejarigen leertijd
in een voortdurenden honger doorge
bracht. Drie jaren! Het handwerk
leert men in eene maand. De regenten
van bet weeshuis kuunen toch niet
alles weten, en vermoeden in de verste
verte niet, hoe men de kinderen ex
ploiteert Gij verbaasdet u, toen
gij mij brood uit bet slijk zaagt op
rapen. Mijn goeie God Daaraan ben
ik gewoon; hoeveel korsten heb ik
niet uit bet vuilnis gezocht en als ze
bard waren, weekte ik ze 's nachts in
mijn waskom. Half afgeknabbelde
stukken brood van schoolkinderen, die
bet overschot van bun ontbijt weg-