NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
i\o. 54.
Zaterdag 9 Juli 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Aan onze lezers!
als: „Premie voor het Kroraisjaar",
BINNENLAND.
FEUILLETON.
De wetenschap iaat steeds vooruit
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Van een in de lithographische
ateliers der firma Jos. Vas Dias Co.
te Amsterdam bewerkte
CHROMO LITHOGRAFIE
VAN HARE MAJESTEIT
KONINGIN WILHELMINA,
waren wij in de gelegenheid gesteld
inzage te nemen.
Bij dit aantrekkelijk plaatwerk werd
de aanvallige figuur van Hare Majesteit
in gala gewaad en staande in eene
rijk gestoffeerde omgeving voorgesteld.
De lieftalligheid van gelaatsuitdruk
king, orize jeugdige vorstin kenschet
send, is bij dit Portret uitnemend
weergegeven.
De firma mocht zich met de onder
scheiding vereerd zien, dat eene hier
van aan H. M. de Koningin-Regentes
aangeboden proefdruk, door Hare
Majesteit met welwillendheid gaarne
werd aangenomen en mocht de be
tuiging ontvangen, dat dit Chromo-
Lithografische portret van Hare
Majesteit de Koningin, benevens de
in portefeuille vereenigde stadiën van
uitvoering van, en de technische toe
lichting der bewerking eener Chromo-
Lithografie, met veel belangstelling
door Hunne Majesteiten werd ont
vangen.
Dit in veertien kleuren op zwaar
plaatpapier gedrukt Chromo beeld,
vervat in sierlijke passe-partout ter
afmeting van 48 X 64 Centimeters
getuigd van groote zorgvuldigheid
aan de arlistique uitvoering besteed.
De vervaardigers beoogen zich een
ruime kring van koopers te verzeke
ren, zullen dit plaatwerk op geene
andere wijze verkrijgbaar stellen, dan
op Dag- en Nieuwsbladen, opdat de
aankoopprijs voor het publiek niet
worde bezwaard door aanzienlijke
colportage loonen.
Met de wetenschap hiervan en de
overeenkomst waarbij wij voor Amers
foort en omstreken ons het uitsluitend
recht tot verspreiding mochten ver
zekeren, meenden wij aan onze ge
achte lezers aangenaam te zijn, daar
dit premiewerk van nationaal karak
ter voor hen verkrijgbaar te stellen
tot de zeer geringe prijs van
O,75
De Uitgever.
De New-York Herald, het steeds
zoo goed en zoo vlug omtrent den
oorlog ingelichte blad heeft admiraal
Cervera doen interviewen door een
zijner oorlogsreporters, die zich bevond
aan boord van de vloot van admiraal
Sampson, waar de Spaansche. admiraal
zich op dit oogenblik als gevangene
bevindt.
Volgens dezen berichtgever heeft
admiraal Cervera zijn bewondering
uilgesproken over de edelmoedige
behandeling, die hij en zijn mannen
van de Amerikanen had ondervonden.
De admiiaal, die op het oogenblik
liever geen verklaringen wilde afleg
gen, zei eenvoudig, dat hij tweemaal
het bevel had gekregen uit Madrid
om Santiago te verlaten en naar
Havanna te gaan. Hij maakte zich
echter volstiekt geen illusies van zijn
onderneming, waarvan hij de moei
lijkheden zeer goed inzag, maar de
eer van de Spaansche marine maakte
het noodzakelijk, de poging te wagen,
waarom hij de vloot het bevel gaf
met volle kracht de baai uit te stoo-
men, al was hij ook bijna zeker, dat
hij zijn ondergang tegemoet ging.
Luitenant Juan Arbor, derde officier
van het vlaggenschip In/anla Maria
Teresa zei het volgende tot den Herald
correspondent
»Toen we uit de haven vertrokken,
was onze eenige kans, aan de waak
zaamheid van het Amerikaansche
eskader te ontsnappen. We hebben
dat geluk echter niet gehad. Onze
vloot bestaat niet langer en de zee
macht vanBpanje is vernietigd. Onder
deze omstandigheden kan Spanje den
oorlog niet met eenige kans op succes
blijven voortzetten. Het heeft zijn
best gedaan, maar het is door een
sterkere macht overwonnen.
Woensdag reeds besloot de admiraal
Santiago te vei laten, tengevolge van
bevelen uit Madrid ontvangen, om
naar Havanna te gaan en daar te
elpen aan de verdediging der stad.
De vloot nam kolen en levensmiddelen
in en de manschappen die zich aan
wal bevonden kregen bevel zich weer
aan boord te begeven. Allen gevoelden
het, dat het een tarten van het nood
lot was, om de Amerikaansche vloot
het hoofd te bieden, maar toch werden
Ie bevelen van den admiraal blinde
lings gehoorzaamd en verschillende
lannen voor een vertrek besproken.
Het eskader verliet de haven onder
volle stoom, kort voor nege.n uur
Zondagmorgen. De Cristobal Colon
ging voorop en werd gevolgd door
de Viscaye, de Infanta Maria Teresa.
Je Almirante Oguendo, de torpedo
jagers Pluto en Furor en een kanon
neerboot.
üfschoom onze minderheid grooter
was dan we verwachten, vochten onze
mannen dapper, maar ze konden het
niet houden tegen het vuur der Ameri
kanen.
Tien minuten na het begin van
den strijd waren de kanonnen van de
Infanta Maria Teresa zoo heet ge
worden, dat ze niet meer te hanteeren
waren en al spoedig werd dan ook
de toestand wanhopig. Alles was
verloren, behalve de eer en de be
wondering van een edelmoedigen
vijand."
Luitenant Arbor voegde er nog
aan toe, dat senor Bastamente, de
chef van admiraal Cervera's staf, en
de uitvinder van de naar hem ge
noemde torpedo's, waarmee de Cu-
baansche havens worden verdedigd,
ernstig gewond werd in het landge
vecht bij San Juan. Hij schat de
verliezen der Spanjaarden van Vrijdag
en Zaterdag op 2000, dooden en
gewonden.
Admiraal Sampson heeft admiraal
Ceivera toestemming gegeven om
aan de Spaansche regeering te seinen.
Men beweert, dat hij deze den raad
heeft gegeven vrede to sluiten, daar
de Amerikaansche strijdmacht sterker
is, dan eerst gedacht was en daar
Spanje's eer werkelijk voldoening
heeft gehad.
Daaruit komt dan ook waarschijnlijk
voort, dat ondanks de tegenspraak
van olficieele zijde, de Spaansche
bladen verzekeren, dat de regeering
de heeren Almodovar en Gamazo
heeft belast met het onderzoek naar
de mogelijkheid om directe vredes
onderhandelingen aan te knoopen
met de Vereenigde Staten.
Men gelooft niet, dat de Paus als
bemiddelaar zal tusschenbeide kornen;
daarentegen meldt echtereen telegram
uit Rome aan do Imparcial, dat de
keizer van Oostenrijk verklaard heeft,
met medewerking zijner bondge-
nooten al het mogelijke te doen, om
voor Spanje een eervollen vrede te
bedingen.
Rij wielenbelastiiig I
Blijkens het Voorloopig Verslag dei-
Eerste Kamer ontmoette de overweging
van dit wetsontwerp bij een aantal
leden bezwaren,die voor velen hunner
overwegend waren. Enkele leden zou
den alleen daarom hun stem aan de
voordracht geven, omdat volgens
de uitdrukkelijke verklaring van den
min. van financiën het ontwerp als
een proef te beschouwen. Een lid
hoewel bezwaar hebbende tegen in
voering van elke nieuwe belasting
verklaarde toch vóór het ontwerp
te zullen stemmen, omdat zijn ideaal
stelsel, te weten een »impöt unique",
in de naaste toekomst wel niet zou
worden aangenomen.
Vele leden hadden de voorkeur ge
geven aan de heffing van een invoer
recht en van een accijns, in plaats
van de rijwielbelasting, die vastgehecht
is aan het personeel. En enkelen
wenschten den min. van financiën te
vragen of hij, bij verwerping bereid
zou zijn eene voordracht tot eene af
zonderlijke heffing op rijwielen in te
dienen. Zoo ja, dan zouden zij met
te meer vrijmoedigheid het tegenwoor
dig ontwerp verwerpen.
Enkele leden wezen op het voordeel,
dat door deze rijksbelasting de heffing
zoowel van een provinciale als van
een gemeentelijke belasting zal zijn
uitgesloten. Anderen daarentegen had
den het billijker gevonden indien de
gemeente op wie de zorg voor de
bruikbaarheid van vele wegen rust,
rechten mocht heffen want door op
centen wordt daartoe weinig bijgedra
gen Tegenover eenige leden die deze
belasting betreurden, stonden een aan
tal anderen, die in beginsel voorstan
ders waren. Voor velen was de ge
ringe opbrengst een bezwaar, te meer
daar de perceptiekosten betrekkelijk
hoog zullen zijn. Men deed verschil
lende vragen omtrent die kosten.
Onbillijk vonden eenige leden ,t dat
automobiles buiten den grondslag der
belasting vielen, en men vroeg of de
opvatting van anderen, dat automobiles
onder den grondslag meubilair, vallen
juist is.
Eenigen betreurden 't dat bij de
regeling geen rekening is gehouden
met het platteland en zijn arbeiders,
en dat de huurwaarde als maatstaf
geldt.
Herziening der Drankwet.
De Commissie, bestaande uit de h.b.
Mr. F. W. J G. Snijder van Wisse-
kerke. Prof Dr. V. A. Julius en mr.
R. J. Patijn door het Hoofdbestuur
van den Volksbond, Vereeniging tegen
Drankmisbruik benoemd om de vraag
te onderzoeken, of ingrijpende her
ziening van de Drankwet wenschelijk
is heeft haar Rapport uitgebracht,
hetwelk dezer dagen in druk ver
scheen.
dook
ISOLINE.
1)
Prof. Lombroso heeft eene brochure
(meen ik) geschreven, waarin lifl be
weert, neen, waarop hij op weten
schappelijke gronden aantoont, dat
vrouwen, die tot nog toe voor zwak
ker, teerder en gevoeliger gehouden
werden dan mannen, in werkelijkheid
veel minder gevoel hebben dan deze,
daardoor ook sterker zijn en meer pijn
kunne verdragen. Hij heeft dit vooral
waargenomen bij operaties en andere
pijnlijke ziektegevallen, want zij houden
zich dan meestal veel bedaarder en
uiten soms geen enkele kreet van pijn,
terwijl mannen zich dan soms aan
stellen als bezetenen en niet te re-
geeren zijn. Ik moet zeggen, dat ik
de opinie van prof. Lombroso deel en
hem gelijk geef. Uit het volgende
men opmaken hoe ik tot die
kan
overtuiging gekomen ben. Eerst moet
men nog weten, dat ik pas een half
jaar geleden gehuwd ben met mijn
lieve Henri, mijn echtgenoot, die hier
advokaat is. Nu zegt mijn broer wel:
Baeen advokaat zonder praktijk
maar Henri zegt altijd, dat zal wel
komen, men komt er niet zoo op eens
in, men wordt niet op eens beroemd
doch dat hij zich dat somtijds wel
aantrekt, o, dat kan ik best merken,
want toen wij geëngageerd waren was
hij altijd even opgeruimd en vroolijk,
nu kan hij soms avonden tegenover
mij zitten zonder een enkel woord te
spreken, en stoor ik hem dan in zijne
overdenkingen, dan krijg ik een barsch
antwoord. Hij doet dat in afgetrok
kenheid zooals hij mij dat dan later
uitlegt, als hij ziet dat het mij hindert.
Nu, dat is nu iets waarvan ik juist
gelezen heb, dat heel geleerde menschen
wel meer last hebben; zij doen de
dwaaste dingen in afgetrokkenheid.
Dat is mij dus een bewijs van zijne
groote geleerdheid. Doch aan de
buitenwereld laat hij er niets van
blijken, dat het hem zoo hindert, dat
hij nog geen praktijk heeft, want als
wij uit zijn is hij heel geestig; hij
kan zoo aangenaam en onderhoudend
praten, hij is letterlijk de ziel van het
gezelschap, zooals mevrouw van Steeden
dat laatst uitdrukte.
Nu waren wij, Henri en ik, laatst
bij haar op een soupertje gevraagd,
hij kreeg de eereplaats naast de gast
vrouw, terwijl ik tegenover haar ge
plaatst werd. Zij gaat door voor
eene zeer ontwikkelde, zelfs eenigszins
geleerde vrouw en toevallig kwam
het gesprek, op hetgeen prof. Lombroso
geschreven had over de meer of min
dere gevoeligheid van pijn bij vrouwen.
Zij begon met mijn echtgenoots opinie
te vragen over prof. Lombroso's bro
chure. Hij beweerde die niet gelezen
te hebben. Dat vond ik heel galant
en beleefd van hem, want ik wist
dat hij haar gelezen had en de opinie
van den grooten geleerde deelde. Me
vrouw van Steeden begon nu aan
mijn echtgenoot alles van die brochure
te vertellen en had vreeselijk veel aan
te merken op het karakter, het leelijke
karakter, hoorde ik haar zeggen, van
dien man (ik luisterde aandachtig, zoo
dat ik mij n buurman,een oud kolonel, die
mij juist onderhield over de methode
van pastoor Kneipp en het nuttige
van het barrevoets loopen op natte
steenen als men verkouden is, wel
zeer lomp moet hebben toegeschenen), je gehoord hoe zij heeft zitten zani-
Zij beweerde verder dat prof. Lombroso ken
er niets van wistdat vrouwen beter j Als verstomd staarde ik hem aan.
pijn kunnen verdragen, ja, dat was «Wat zeg je, en gij gaaft haar in
waar, maar dat kwam niet doordat alles gelijk!"
ze het minder gevoelen, maar doordat «Gelijk? Nu ja," zeide hij geeuwend,
ze meer zelfbeheersching hebben dan «men kan toch niet met een vrouw
mannen (ze sprak ook van moreel over- gaan redetwisten, als die nog boven-
wicht en zelfbewustzijn), ook doordat dien je gastvrouw is."
ze van hare jeugd meer gewend aan I Teleurgesteld keek ik hem aan, ik
lijden, en als het ware daarvoor be- j had hem zoo bewonderd, toen hij haar
stemdzij beweerde verder dat mannen, zoo lief aanhoorde en zoo in alles gelijk
als zij ziek zijn, niets kunnen ver-1 gaf. Maar nu begreep ik het. Hij
dragen, dat ze bij de minste pijn een had dat uit goedheid uit medelijden
plaag zijn voor alle huisgenooten, niet gedaan. Hoe lief van hemIk praatte
het minst voor hunne vrouwenenfin,er dus niet verder over.
hunne kleinzeerigheid was belachelijk.Den volgende morgen, toen ik op-
Aeh, hoe bewonderde ik mijn manstond, was ik zeer schor, o, wat had
Hoe geduldig hoorde hij haar aan. ik een keelpijn, maar ik moest op,
Wat gaf hij haar lachend in alles ge- 1 wij houden slechts eene dagmeid, wij
lijk. Ik zag dan ook duidelijk dat zijn jongelui die pas beginnen, boven-
mevrouw van Steeden zeer met mijn dien zijn wij niet gefortuneerd. Henri
echtgenoot ingenomen was. Ik betrapte vindt het ook beter dat ik zelve de
mij zelfs op een greintje jaloezie. handen uitsteek; dat is gezond, zegt
Maar aan alles komt een eind ook hij, dat moesten de tegenwoordige
aan een gezellig soupeetje. j vrouwtjes wat meer doen.
Het was over éénen toen wij 't huis Om half acht werd er gescheld, het
kwamen. Het eerste wat Henri tegen was nog niet eens licht toen ik de
mij zeide, toen wij op onze kamer deur voor ons dienstmeisje openmaakte,
waren, was: «dat malle schepselHeb 1 (Wordt vervolgd).