NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BINNENLAND. VOOR PLEIZIER. No. 63. Woensdag 10 Augustus 1898. Zeveii-cn-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\ ZATERDAG. FEUILLETON. Amersfoortsc ourant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiëu viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. G-roote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Inhuldiging van II. UI. do Koningin. De opper-ceremoniemeester van H. M. de Koningin en do luitenant-generaal, adjudant- generaal en chef van het Militaire Huis van H. M., hebben de eer mits deze bekend te maken, het ceremonieel, waarmede H. M. de Koningin op den 6den September 1898 in de Nieuwe kerk te Amsterdam plechtig zal worden ingehuldigd, en het programma voor den plechtigen intocht van H. M. de Koningin in de hoofdstad des rijks op 5 September te voren, en voor den plechtigen intocht van H. M. in de Koninklijke residentie op 9 Sep tember daaraanvolgende. Eerste afdeeling. Betreffende het ver trek uit 's-Gravenhage en den plechtigen intocht in de hoofdstad des rijks. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder zal op Maandag den 5den September 1898, te 1 uur en 9 minuten met een extratrein van den Staatsspoorweg van 's Gravenhage naar Amster dam vertrekken, en te 2 uur en 15 minuten aan het Staatsspoor-slation aldaar aankomen. Te Amsterdam zal Hare Majesteit op het perron van het stationsgebouw bij den ingang van de koninklijke ontvangkamer worden ont vangen en gecomplimenteerd door a. den commissaris der Koningin in de provincie Noord-Holland, met de leden van gedeputeerde staten en den griffier; b. den burgemeester van Amsterdam, met de wethouders en den secretaris. Verder zullen zich met gelijk doel in de koninklijke ontvangkamer bevinden c. de leden van den gemeenteraad van Amsterdam; d. de president, de vice-president, de pro cureur-generaal, de advocaten- generaal, de griffier en de substituut-griffiers van het gerechtshof te Amsterdam e. de president, de vice-presidenten, de officier en dc subst.-Officicren van justitie, de griffier en de subst.-griffiers der arrond.- rechtbank te Amsterdam f. de kantonrechters te Amsterdam g. de directeur en commandant der marine in de directie Amsterdam h. de bevelhebber in de 1ste militaire afdeeling; i. de commandant van de lste divisie infan terie, de plaatselijke commandant van Amster dam en de commandant van de schutterij van Amsterdam k. het centraal-comité voor de feesten te Amsterdam. Op het stationsplein zullen zijn opgesteld, links van het stationsgebouw: a. eene compagnie der d.d. schutterij van Amsterdam, als eerewacht, met het vaandel en de muziek; b. eene compagnie van het 7e reg. inf., als eerewacht, met het vaandel en de muziek. De stoet, waarmede H. M. de Koningin het Stationsgebouw zal verlaten, wordt als volgt samengesteld I. Zestien bereden marechaussees. II. Een escadron van het 3de regiment huza ren met den standaard en de muziek. III. Een detachement van het korps rijdende artillerie. IV. Twee bereden officieren: Een ritmeester en een Iste-luitenant van de cavalerie. V. Eene compagnie van het 2de regiment vesting-artillerie. VI. Een detachement van de koloniale reserve. VII. Een detachement mariniers. VIII. Twee bereden officieren: Een kapitein-intendant en een lste luitenant van de vesting-artillerie. IX. De Koninklijke militaire kapel van het Regiment grenadiers en jagers. X. Een detachement matrozen. XI. Eene compagnie van do stedelijke schut terij van Amsterdam. XII. Twee bereden officieren: Een kapitein en een lste-luitenant van de inianterie. XIII. Het lste gedeelte van de eerewacht te paard. XIV. Twee bereden officieren: Een kapitein van den generalen staf en een lste-luitenant van de krijgsschool. XV. Een stalfourier en twee rijknechts te paard. XVDe ceremoniemeester van II. M. ue Ko ningin, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XVII. De dienstdoende kamerheeren, gezeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XVIII. De hoofden der departementen van de Koninklijke Hofhouding, gezeten in twee rijtuigen, elk met twee paarden. XIX. Het 2e gedeelte van de eerewacht te paard. XX. Twee bereden officieren: Een kapitein en een lste-luitenant van het O.-I. leger. XXI. De hofdames van II. M. de Koningin en de twee adjudanten der Marine van 11. M., gezeten in een rijtuig met twee paarden. XXII. De hofdames van Hare Majesteit de Koningin-Moeder en de kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, particulier secretaris van Ilare Majesteit de Koningin-Moeder, gezeten in een rijtuig met twee paarden. XXIII. De groot-officieren van Hare Majesteit do Koningin, gezeten in een rytuig met vier paarden. XXIV. De dames du palais van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXV. De groot-meesteressen van Hare Ma jesteiten, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXVI. De opper-ceremoniemeester van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met vier paarden. XXVII. Het 3e gedeelte van de eerewacht te paard. XXVIII. Twee stalmeesters i. b. d. van Hare Majesteit de Koningin, te paard. XXIX. De ordonnancen-officieren van Hare Majesteit de Koningin, te paard, rijdende op één gelid. XXX. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, gezeten in een rijtuig met acht paarden, gaande een koetsier naast elk paard. Rechts van het Koninklijk rijtuig: de chef van het Militaire Huis van H. M. de Koningin, adjudant-generaal van II. M., de generaal-raajoor bevelhebber in de lste militaire afdeeling, en de commandant van de eerewacht. Links van het Koninklijk rijtuig: de luitenant- generaal, adjudant-generaal van H. M. de Ko ning, en de onder-commandant van de eere wacht. Achter het Koninklijk rijtuig: et. de adjudanten in gewonen dienst van H. M. de.-Koningin, te paard, rijdende op één gelid. b. Z. II. Jang di Pertoewan besar Sjarif Hasjim Abdoel Djalil Saifoeddin, Sultan van Sink Sri Indrapoera en Onderhoorigheden. Pangeran Ario Mataram, luitenant-kolonel bij den generalen staf, broeder van Z. H. den Soe- soehoenan van Soerakarta. Pangeran Mangkoe Negoro en Pangeran Sosro, zoons van Z. H. den Sultan van Koetci, allen te paard en rijdende op één gelid; c. de adjudanten in buitengewonen dienst van IJ. M. de Koningin, rijdende drie aan drie en naar ouderdom van rang; d. de niet ingedeelde bereden hoofd-othcieren van het garnizoen van Amsterdam, rijdende vier aan vier naar ouderdom van rang. XXXI. Het 4de gedeelte van de eerewacht te paard. XXXII. De aan het station aanwezig geweest zijnde eerewacht van de stedelijke schutterij, met het vaandel en de muziek. XXXIII. De aan het station aanwezig geweest zijnde eerewacht van het 7de regiment infan terie, met het vaandel en de muziek. XXXIV. Een commando cavalerie tot sluiting van den stoet. De stoet zal den volgenden weg nemen Sarphatistraat, Hooge Sluis, Frederiksplein, Utrechtsche straat tot de Heerengracht, Ileercn- gracht noordzijde voorbij het Thorbeckeplein tol de Vijzelstraat, de brug over en langs de Heeren gracht zuidzijde tot de Leidsche straat, Leidsche straat tot de Keizersgracht, Keizersgracht oost zijde tot de Raadhuisstraat, Raadhuisstraat. N. Z. Voorburgwal, Paleisslraat, om het monument op den Dam naar het Koninklijk Paleis. Bij aankomst van H.H. M.M. op den Dam, zal voor den linkervleugel van het Koninklijk Paleis zijn opgesteld eene eerewacht van ma trozen en mariniers, met het stai'muziekkorps van de Koninklijke Nederlandsche Zeemacht. De stedelijke schutterij en het garnizoen van Arasterdam zullen op den weg door den stoet te volgen, zijn opgesteld. Bij aankomst in de hoofdstad zal II. M. met 101 kanonschoten worden begroet, het carillon bespeeld en de klokken geluid worden, tot H. M, het Koninklijk Paleis zal zijn ingetreden. De ter reede van Amsterdam liggende oor logsschepen zullen Hoogstderzelver komst mede verkondigen door het lossen van bovengenoemd aantal kanonschoten. Alle leden der Koninklijke hol houding zijn gekleed in gala, dc civiele autoriteiten in ambts gewaad en in gala, de militaire macht in groote tenue. Tweede afdeeling. Ceremonieel der plechtige inhuldiging van H. M. de Koningin. Door een Koninklijk saluut van 101 kanon schoten, het bespelen van het carillon en het gelui der klokken zal de plechtigheid worden aangekondigd. De plechtige beëediging en inhuldiging van H. M. de Koningin zal plaats hebben in de Nieuwe kerk. De Koninklijke kroon, de Koninklijke schep- ter, de R\jks-appel en de Grondwet van het Rijk, liggende op rood fluwéelen kussens, zullen tijdig vóór den aanvang der plechtigheid op een Kredenstafel tegenover den troon worden neder- gelegd. De plechtigheid zal als volgt zijn geregeld I. Des morgens te 10 uur zullen in het Koninklijk Paleis moeten aanwezig zijn alle dames en heeren, aangewezen om ll.H. M.M. en de overige vorstelijke personen naar de Nieuwe kerk te vergezellen. II. De dienstdoende schutterij en het garni zoen van de hoofdstad zullen te 10 uur op den Dam de hun aangewezen plaatsen moeten heb ben ingenomen. III. Te 10 uur zal aan het Koninklijk paleis moeten zijn opgesteld: voor den linkervleugel een eerewacht van een compagnie der dienst doende schutterij van Amsterdam met de muziek, voor den rechtervleugel een eerewacht van den »NederIandschen Studenten Schietbond". Voor den ingang van dc Nieuwe kerk zal te 10 uur moeten zijn opgesteld: rechts een com pagnie grenadiers met de Koninklijke Militair! Kapel van het regiment grenadiers en jagers, en links een compagnie jagers. Te 10 uur zal in de Nieuwe kerk, van af de deur van het kerkgebouw tot den halven afstand naar den troon, zijn opgesteld een enkele rij manschappen van de dienstdoende schutterij van Amsterdam. IV. Van het Koninklijk Paleis af lot aan de Nieuwe kerk zal worden opgesteld een bij on gunstig weder overdekte gang, aan weerszijden waarvan zullen zijn geplaatst adelborsten van de Koninklijke Nederlandsche Marine en kadetten van de Koninklijke Militaire Academie. V. Des ochtends te 10 uur wordt aan de Staten-Generaal met de griffiers en de commie zen-griffiers der beide kamers gelegenheid gege ven desverkiezende in het Koninklijk paleis bij een te kornen, en zich te 10 uur 15geëscorteerd door een commando van het 7deregiment infan teri», van het paleis te begeven naar dc Nieuwe kerk. Aan den ingang zullen zij door twee ceremoniemeesters worden ontvangen en geleid naar hunne zitplaatsen tegenover den troon. Aldaar zullen zij zich in eene openbare en vereenigde zitting constitueeren. VI. De ministère, hoofden van rninisterieele departementen en leden van den Raad van State, zullen te 10 uur 15 in het Koninklijk Paleis bijeenkomen en zich te 10 uur 30 van het Paleis te voet begeven naar de Nieuwe kerk. Aan den ingang zullen zij door twee cere moniemeesters worden ontvangen en geleid naar hunne zitplaatsen. VII. Het corps diplomatique zal worden uit- genoodigd tot het bijwonen der plechtigheid, met verzoek daartoe te 10 uur 30 in de Nieuwe Kerk aanwezig te zijn. Gemeld corps zal door twee ceremoniemeesters worden ontvangen, en naar de voor de diplo matie bestemde tribune worden geleid. VIII. De ministers van Staat, de grootkruizen der Nederlandsche Orden, de Hooge Raad der Nederlanden, de Algemeene Rekenkamer, de commissarissen der Koningin in de provinciën, het Hoog Militair Gerechtshof, de Hooge Raad van Adel, de leden van andere collegiën en de verdere Staatsambtenaren voor welke plaatsen zijn aangewezen, alsmede alle andere personen die zuilen worden toegelaten, zullen zich in de Nieuwe Kerk vereenigen op het uur, vermeld op het aan hen uitgereikt bewijs van toegang. De Indische voreten, welke de plechtige in huldiging van II. M. de Koningin zullen bijwo nen, worden uitgenoodigd zich te 10 uur 45 te bevinden aan de Nieuwe Kerk, alwaar zij door twee ceremoniemeesters zullen worden ontvangen, en geleid naar den troon; zij zullen rechts en links aan den voet van den troon H. M. af wachten. XI. De aan het Koninklijk Huis aanverwante Vorsten en Vorstinnen, die de plechtigheid zul len bijwonen, worden uitgenoodigd zich te 10 uur 40 >an het Koninklijk Paleis te begeven naar de Nieuwe Kerk, gezeten in eene koets met zes paarden, rijdende door dc Paleisstraat en den N. Z. Voorburgwal. De Vorstelijke per sonen zullen worden ontvangen door twee cere moniemeesters en zullen worden geleid naar de voor Hoogstdezelven bestemde loge ter rechter zijde van den troon. X. II. M. de Koningin-Moeder zal zich te 10 uur 50 naar de Nieuwe Kerk begeven, ge zeten in eene koets bespannen met acht paarden. IJ. M. zal voorrijden aan de deur van de kerk N. Z. Voorburgwal. De stoet welke II. M. zal begeleiden is als volgt samengesteld a. Een escorte cavalerie. b. De ceremoniemeester van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in een rijtuig met twee paarden. c. Zes kamerheeren van Hare Majesteit de Koningin, gezeten in twee rijtuigen met twee paarden. Hare Majesteit de Koningin-Moeder. d. De grootmeesteres van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, Hoogstderzelver hofdame van dienst en de kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, particulier secretaris.van Itare Majes teit de Koningin-Moeder, gezeten in een rijtuig inct twee paarden. e. Dc hofdames van Hare Majesteiten de Koningin en de Koningin-Moeder, de kamerheer van Hare Majesteit de Koningin, thesaurier van Hare Majesteit do Koningin-Moeder cn de inten- Jonkheer Heidenrijk, een dertig jarige, hoffelijke Hagenaar, ging op een mooien dag het geldersche in, om nroode wangen" te krijgen, waarvan hij door 't bureau-leven, met bij komende bittertjes, nachtpartijen enz., stiefmoederlijk was verstoken. Scheve- ningen is eentonig op den duur. Hij besloot de familie te Ede op te zoeken, en hield zich daar zeer korten tijd op, want verveling maakte hem dit kleine Ede tot geen paradijs. Vervolgens bezocht hij verwanten te Arnhem, en vervolgens bekenden te Kleef. Zoover strekte het pleizierreisj e zich uitwat in de oogen van sommige onbereisde Hollanders zéér ver is; volgen9 hen ligt Kleef in het hartje van Duitsch- land. Hoewel dit ontegezeglijk een aardrijkskundige dwaling is, kan Kleve toch als een germanisme worden aan gemerkt, en kan men, vandaar 't huis komende, in gemoede verzekeren in Duitsehland te zijn geweest. De Klevenaars, waarbij uitgeweken Hollanders, ja Hagenaars, waren voor ons heerschap bijzonder "gemütlich, vriendelijk, voorkomend en gastvrij, zoodat hij geen raad wist met de over stelpende minzaamheid. Ook scheen er gebrek te zijn aan vrijers, en de moeders van ongetrouwde dochters waren polypeus waarmede niet wordt gezegd dat die matrones vleeseh- uitwassen hadden, maar dat ze legio waren en eindeloos in voorkomendheid. De overleveringen van een schatrijken Lord die er verliefd werd op een schoone Klevenaarster of een kleefsche schoone, en haar een, twee drie trouwde, maakt er nog heden ten dage iederen vreemdeling tot een allerbe langrijkst voorwerp. De «lieve atten ties» namen voor Heidenrijk geen einde, en zijn, oorspronkelijk op acht dagen bepaald verblijf, werd verlengd met zes er bij. Ten laatste zou hij «bepaald» (een in Holland misbruikt woord, en passant ja bepaald den volgenden dag vertrekken, maakte afscheidsbezoeken hij Pontius en Pi- latus pakte zijn bagage en zei het minlijke stadje in gedachten reeds Ik krijg geen brief uit Holland waarin dit woord niet driemaal voorkomt. vaarwel, te gelijker tijd zijn, bij een watertochtje opgedane verkoudheid verwenschend, toen er geklopt werd. «Binnen!» riep hij, of eigenlijk «Herein!» en er trad een knecht in de kamer met een ronde houten doos, die hij overhandigde met de woorden «Compliment van mevrouw Muller, en of u niet zoo vriendelijk zou willen zijn, dit voor mevrouw haar zuster in den Haag mee te nemen.» Waarom niet? dacht H., »ze is zoo vriendelijk voor me geweest, dat het al heel leelijk zou zijn te zeggen, neen, ik ben zoo vriendelijk niet.» «Compliment aan mevrouw,» sprak hij, «en dat ik 't met genoegen zal uitrichten,» Waarop de gr o o m strijk- voette en de kamerdeur open liet voor een allerliefst dienstmeisje met een groot karton in de handen. «Compliment van Mevrouw Meier,» zei ze met een knikje, »en of u niet zoo vriendelijk zon willen wezen, dit mee naar den Haag te nemen voor een modiste, juffrouw Van Zon, 't adres staat er op. 't Zijn een paar kapsels die mevrouw had laten komen, maar haar niet bevallen, en die dus weer terugstuurt. Maar 't karton mag niet worden gedrukt.» Nu, die mevrouw Meier was een vrouw om verliefd op te worden, en derhalve weifelde hij geen oogenblik haar wensch te vervullen en draalde geen seconde met het antwoord. «Compliment aan mevrouw, mijn lieve kind,» zei hij en kneep het meisje in haar frissche roode wangen, »en dat ik met plezier 't karton zal mee nemen, al was 't nog eens zoo groot, omdat het voor haar is.» Met een knikje weder vertrok het meisje, en Heidenrijk wreef zich de handen van tevredenheid over de mooi aangebrachte galanterie, toen er alweer werd geklopt. Op zijn «Herein!» ver scheen de Oberkellner en over handigde hem niet minder dan zes aan hem geadresseerde brieven, die be neden waren afgegeven, waarop die Kellner der Kellners zich weder even gracieus als hij was gekomen, verwij derde. De jonkheer brak de brieven en alle zes I achtereenvolgens open, hielden 't verzoek in, of hij wel zoo goed zou willen zijn, een inliggenden brief aan 't respectieve adres in den Haag te bezorgen. Daar een dier brieven bestemd was voor een familie die hij zeer gaarne zou »frequenteeren» (natuurlijk een dochter in 't spel), gaf hem deze gelegenheid zooveel blijd schap, dat hij zonder morren ook de andere in zijn brieftaschje stak. Maar daar hoorde hij alweder kloppen, en binnen trad de heer Koekoek van Royen, die hem bij al die Klevenaars had voorgesteld en ingeleid, en waar aan hij dus veel verplichting had. Deze heer had zijn zesjarig zoontje aan de hand. Heidenrijk verzocht hem plaats te nemen, en de heer van Royen deelde hem nu mee, dat een gehuwde, maar kinderlooze broeder van hem in de residentie, meermaals den wensch had geuit, een zijner kin deren een tijdlang te logeeren te hebben, doch dat zich nog geen ge legenheid hiertoe had voorgedaan. Maar nu, daar hij zich tot Heidem-ijk's vrienden mocht rekenen, was de ge legenheid «prachtig,» als deze zoo goed zou willen zijn, gedurende de reis op zijn lieven Julius, die een zoet kind was, te passen en in den Haag aan diens oom af te leveren. Heidenrijk ont stelde eeniger mate van deze opdracht; maar wat moest hij doen? Hij had te veel verplichting aan den heer K.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1898 | | pagina 1