NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
SCHITTER BRITA.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
No. 80.
Zaterdag 8 October 1898.
Zeven-en-twintigste jaargang.
FEUILLETON.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
AD VERTENTIËN:
Van 1-6 regels f 0.40; iedere regel meer 5 pent.
Adverteutiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend*
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Yves Guyot, de hoofdredacteur van
de Siècle, die na zijn bezoek aan de
Rembrandttentoonstelling hier, te Pa
rijs is teruggekeerd, deelt in zijn blad
de indrukken mee, welke bij van de
Hollanders heeft meegenomen. Hij
zegt met zeer veel genoegen de
meesterstukken van Rembrandt te
hebben gezien, doch tevens dat hij
pijnlijk getroffen was te moeten hoo-
ren, wat men in beleefde termen over
Frankrijk zeide naar aanleiding van
de zaak-Dreyfus. [lij verhaalt zijn
lezers dat mannen van hooge positie
als prof. Winkler, prof. A. G. van
Hamel, prof. Treub. dr. Hugenholtz,
Van Marken, dr. Alex. Klein, dr.
Salomonson, dr. J. ten Brink, mr.
Caroli een zeer ongunstig oordeel
over de Franschen vellen, ja hen
medeplichtig noemen aan de misdaad
tegen Dreyfus. En dan vraagt hij
of de Grootkanselier van het Legioen
van Eer soms ook van plan is eenigen
van deze heeren, welke den ruban
rouge bezitten, van de lijst zal
schrappen.
Het devies van Haarlem, Vindt
vim virlus (de deugd overwint de
kracht) »het symbool van de held
haftige geschiedenis van de ontwor
steling der Nederlanden aan de Spaan-
sche onderdrukking," geeft de schrij
ver aanleiding om te besluiten met
den wensch dat ook Frankrijk deze
spreuk zal waar maken door zich te
ontdoen van de generaals die hun
collega's van de Pyreneeën trachten
na te volgen.
De gemeenschappelijke nota der
vier bij Kreta geïnteresseerde mogend
heden (Engeland, Rusland, Frankrijk
en Italië), het ultimatum bevattende
om de Turksche troepen binnen een
maand van het eiland terug te trek
ken, is gister aan den Sultan over
handigd.
Volgens de Daily Chronicle wordt
daarin ook meegedeeld, dat prins
George van Griekenland gouverneur
van Kreta zal worden onder souve-
reiniteit van den Sultan, terwijl er
een autonomie zal worden ingesteld
onder bescherming der mogendheden.
Naar verluidt zal de Sultan op het
ultimatum antwoorden met het ver
zoek, dal ten minste een stad op
Kreta worde aangewezen, waarin hij
Turksch garnizoen mag leggen, waar
uit zijn suzereiniteit zou blijken.
De Koningin van Engeland ont
snapte Dinsdag jl. op een wonderbare
wijze aan een rijtuigongeval, dat zeer
ernstige gevolgen had kunnen hebben.
De Koningin maakte nl. met Kei
zerin Friedrich en met de dochter
van deze laatste, de pinses van
Schaumburg-Lippe een wandelritje in
een opene landauer. Plotseling sloe
gen de paarden op hol en renden in
dolle vaart in een bosch. Gelukkig
geraakten de raderen van het rijtuig
tusschen twee dicht op elkaar staande
boomen onbeweeglijk, waardoor het
rijtuig stand hield. De Koningin, de
Keizerin en hare dochter waren door
den schok alleen hevig geschrikt, doch
konden ongedeerd het rijtuig verlaten.
Het Duitsche Keizerpaar verlaat
Woensdag 12 Oct Berlijn orn de reis
naar het Oosten te aanvaarden; Don
derdag te 5 uur schepen zij zich te
Venetië naar den Bosporus in Maan
dag 17 Oct. worden zij dan 's voor
middags te '11 uur te Konstantinopel
verwacht, waar zij vijf dagen zullen
vertoeven, tot 22 Oct. Den 25en zal
de landing te Haifa plaats hebben,
van waar, deels per reiskoets, deels
te paard de reis naar Jeruzalem
wordt vervolgd, waar 29 Oct. 's mid
dags de feestelijke intocht volgt. Van
de Jallapoort lot de Grafkei k zullen
de Keizer en Keizerin te voet gaan.
Den 5en Nov. verlaten zij Jeruzalem
weder
In den staat Minnesota (Ver. Sta
ten) zijn de Indianen in opstand ge
komen legen de militairen. Generaal
Bacon is volgens een telegram van
de World op dertig mijl afstand van
Walker met zijn troepenmacht groot
100 man door de Indianen vermoord.
Een verzoek om 5000 man verster
kingstroepen is naar Washington ge
seind.
De Koninginnen zullen heden een
kort bezoek brengen aan het lustslot
Sóestdijk.
De Koningin-Moeder zal bij die ge
legenheid een huldebetuiging in ont
vangst nemen van het gezameiijk
personeel van alle paleizen bestaande
uit oen fraaie bloemenvaas, geplaatst
in het park achter het paleis.
De Koninginnen, die te drie uur
aankomen, zullen slechts kotten op
Sóestdijk vertoeven on daarna weer
naar Het Loo terugkeeren.
Door de Tweede Kamer is een
commissie van voorbereiding benoemd
voor de wetsontwerpen omtrent de
Ouderlijke Macht en Voogdij, het
Vaderschap en Strafrecht van jeug
dige personen, bestaande uit de hee
ren Pijnappel, Hartogh, Veegens, Lu-
cassen en LoelT.
Personcelc Belasting.
In een ingezonden stuk in de Haarl.
Ct. leest men:
Wanneer men, verhuisd zijnde, en
bezwaar hebbende, tegen het bedrag
van zijn aanslagbiljet der boveng.
belasting, wil reclameeren, dan moet
zulks, zooals achter het biljet ver
meld staat «binnen 6 weken na de
vei huizing geschieden bij de directeur
der dir. belasting enz. Nu ben ik in
het volgende geval en velen zeker
met mij
«Ik verhuisde 1 Mei j.l. Zooals op
het biljet vermeld staat is het kohier
dier belasting afgekondigd 20 Juni.
d. i. 7 weken na mijne verhuizing.
(Ik ontving mijn biljet in Augustus.)
Op mijn verzoek om ontheffing ont
ving ik weigerend antwoord, «omdat
het ni6t binnen 6 weken na heiver-
laten van het perceel wordt ingediend!"
Al ben ik nu verplicht de wet te
kennen en zulks dus te weten, hoe
kan ik voor hel ontvangen van mijn
aanslagbiljet weten, hoe hoog het
bedrag zal zijn en of ik daartegen
geen bezwaar heb in te brengen?!"
Door eenige hotel- en pension
houders in de omstreken van Wage-
ningen is naar aanleiding van het
feit dan het kon. landgoed «Oranje
Nassau-oord" door H. M. de Koningin
Weduwe bestemd is geworden tot
Sanatorium voor long- en borstlijders,
tot de Hooge schenkster het verzoek
gericht, het landgoed eene andere be
stemming te geven.
Behalve dat adressanten de aan
wezigheid van zoovele lijders aan be
smettelijke ziekten van nadeeligen
invloed achten op het bezoek van
vreemdelingen aan de schoone en bij
uitstek gezonde Veluwe zoom, geloo-
ven zij zich ook door de vestiging dezer
inrichting in hun eigen bestaan be
dreigd.
Gewezen wordt op Honnef, dat nu,
kuroord voor longlijders, door tou-
risten gemeden wordt.
Men meent dat de Hooge Veluwe
met zijne tallooze denirenbosschen
gelegenheid te over biedt, om met
goede kansen op slagen elders een
Sanatorium te bouwen
Door de zuivelfabrieken in Fries
land en zij zijn als paddenstoelen
uit den grond verrezen, terwijl nog
steeds haar getal vermeerdert
profiteeren nu de Friesche boeren,
welke zelf nog «karen."
Vroeger maakte ieder boer in Fries
land kaas, doch ook dit werk nam
de zuivelfabiiek hem uit de handen.
Thans maken weinige boeren nog
«kaas", maar zij zouden nu allen wel
wenschen dit te doen.
De prijs der Friesche boerenkaas
is thans zoo buitengewoon hoog, dat
de «kazende" boeren beste zaken
maken.
Deze kaas wordt thans betaald met
f34 het schippond, dat is 150 KG.,
terwijl de beste Edammer en Stolksche
kaas verkocht wordt tegen f 26 a
f27. Er is plotseling meer vraag
naar deze kaas gekomende productie
is gering en dus stijgen de prijzen.
Een lastig geval.
Ten bewijze hoe moeilijk het dik
wijls is om met Inlandsche Vorsten
om te springen, deelt de schrijver
der Indische brieven in het N. v. d D.
het volgende mede, dat dezer dagen
met een dier heeren gebeurde.
De sultan van Pontianak had zijn
verlangen te kennen gegeven ons
oorlogschip De Ruyler te zien.
Den Commandant van dien ooilogs-
bodem werd daarvan officieel kennis
gegeven en alles tot de ontvangst
van den Sultan in gereedheid ge
bracht. Toen Z. H. die door den
Resident van Batavia begeleid zou
worden op 't punt stond in zijn
rijtuig te stappen tot den voorge
nomen tocht, vroeg de Sulan den
Resident of er, hem ter eere, geen
saluutschoten gelost zouden worden.
«Neen," zei de resident, «dat eer
bewijs komt u niet toe
«Dan ga ik niet," antwoordde de
Sultan en maakte zich gereed zijn
huis weer binnen te stappen.
Maar onze resident, ook niet mis
en van oordeel dat rnen dergelijke
heeren flink moet aanpakken, zei
«Mijnheer de Sultan, als u niet gaat
zal ik onmiddellijk den Grooten Heer,
de Gouverneur-Generaal die macht
heeft over al deze landen, kennis
geven, dat u den heer commandant
van De Ruyler beleedigd hebt, door
hem belet te vragen en hem daarna
voor niets te laten wachten."
De Sultan krabde zich eens achter
het oor, bedacht zich een oogenblik
en zei toen, dat hij toch maar gaan
zou. Hij wist wel, dat er met den
Naar het Engelsch
H. H. BOYFSEN.
2)
Dus zette hij, toen de winter kwam,
de deuren wijd open voor de jongelui
van het kerspel, en gaf groote partijen
met bier en meê op de gastvrije manier
van den goeden ouden tijd. Hij knoopte
zelfs met de jongelui menigmaal een
gesprek aan, en wekte hen op, wakker
te drinken en flink deel te nemen aan
den dans. En Brita lachte en danste,
dat de lange vlechten haar om het
hoofd slingerden, en de zilveren haken
aan haar boezem klonken.
Maar als de partij was afgeloopen
en een van de jongelingen achter
bleef, om haar een huwelijksvoorstel
te doen, dan werd zij eensklaps ernstig,
zeide dat zij nog te jong was, dat zij
haar hort nog niet geraadpleegd en
geen tijd gehad had, om over een'
zoo gewichtige zaak na te denken.
Op deze wijze ging de winter voorbij
en de zomer stond voor de deur.
In het midden van Juni ging Brita
met het vee naar den Saeter; haar
zuster Grimhild bleef beneden voor
de huishouding. Brita hield van
het leven op de bergen; de diepe
eenzaamheid stemde haar wel dikwijls
droefgeestig, maar die droefgeestig
heid was niet zwaar, het was veeleer
een tot kalmte komen van hare al te
levendige aandoeningen. Daarboven
in het hart van het maagdelijke woud
was het haar, alsof haar gansche
wezen opging in de harmonie der
welluidende tonen, welke rondom haar
ademden en ruisehten. En de stilte
en de eenzaamheid deden haar de
beteekenis der oude sprookjes, eu de
geheimen der natuur, welker kind zij
zich voelde, veel, veel beter verstaan,
dan op eenige andere plaats.
Op zekeren avond, toen de zon
reeds laag stond, en een blauwach
tige, purperkleurige damp als een
dunne sluier over de toppen van het
woud hing, had Brita haar breiwerk
genomen en was op een grooten, met
mos begroeiden steen van de berghel
ling gaan zitten. Hare blikken dwaal
den, gelijk zoo menigmaal, over het
dal, dat zich dóór in de diepte aan
hare voeten uitstrekte; zij kon het
dak van de hoeve haars vaderB onder
scheiden, zooals het dddr rosachtig
tegen het donkergroen der denneboo-
men afstak. Wat deden zij op dit
oogenblik daar beneden? Was Grim
hild klaar met het melken? Was
vader terug van het wed, waarheen
hij omstreeks dezen tijd zelf met de
knechts de paarden pleegde te leiden
Terwijl zij aldus peinsde, kraakte
het in de dorre takken naast haar.
Zij sloeg de oogen op en aanschouwde
een lang, eenigszins plomp gebouwd
jongmensch, die juist uit het kreupel
hout te voorschijn trad. BHj had een
breed, maar laag voorhoofd; zijn vlas
haar hing boven een paar weinig
schrandere oogen, welke Brita ter
stond aan de oogen harer koeien
deden denken; zijn groote, half ge
opende mond liet twee rijen sterke,
hagelwitte tanden zien. De roode
puntmuts hing achterover op zijn nek,
en niettegenstaande het zomer was,
had hij het dikke, gewatteerde vest
tot den hals dichtgeknoopt; over den
rechter arm hing zijn wambuis, en in
de hand droeg hij een paardentoom.
«Goeien avond!"
n't Is om de roodbruine merrie,"
hernam hij op half verontschuldigen
den toon, en schudde ter nadere ver
klaring den toom.
«O, is er een paard zoek?" vroeg
het meisj e, en kon daarbij een glimlach
over zijne onbeholpenheid en verlegen
heid niet onderdrukken.
«Ja, de roodbruine," antwoordde hij
op dezelfde schroomvallige wijze; en
vervolgens, door haar glimlach aange
moedigd, richtte hij zich een weinig
op, en ging ietwat vlotter voort: «zij
was niet goed in den kop, sinds de
wolven haar op de hielen zaten; en
nu wij haar het veulen afgenomen
hebben, heeft zij last van de melk."
«Ik heb ze hier nergens gezien,"
zeide Brita; «je kunt nog heel wat
loopen, vóór je ze op het spoor komt."
«Ja, dat zal wel zoo wezen." ant
woordde hij, «en ik ben reeds zoo
moê."
«Wil je niet wat gaan zitten en
uitrusten
Hij nam voorzichtig op het gras
plaats, en kreeg allengs zooveel moed,
dat hij haar vlak in het gezicht keek.
Ten laatste bleven zijne doffe oogen
aan haar hangen, en zij zag wel, hoe
vol verbazing en bewondering die
oogen waren. Gaandeweg plooide
zich zijn mond tot een glimlach, maar
ook die glimlach was somber.
Brita had van het eerste oogenblik
af de zonderlinge gewaarwording ge
had dat zij hem in bescherming moest
nemen, als een meisj e of een man, die
haars gelijke niet was. Hij maakte
dan ook, in weerwil van zijn forschen
lichaamsbouw, volstrekt niet den in
druk van sterkte op haar: maar het
opene eu goedige, dat uit zijn som
beren glimlach en zijne groote eerlijke
oogen sprak, stonden haar wel aan.
Daarbij kwam, dat die oogen haar ge
durig meer koeoogen toeschenen.
«Zóó zaten zij geruimen tijd, en
spraken over het wêer, het vee en de
vooruitzichten van den oogst.
«Hoe heet je?" vroeg zij eindelijk.
«Halverd Hedison Ullern," klonk
zijn antwoord.
Bij het vernemen van dezen naam
ontstelde zij, en het volgende oogen
blik gloeiden hare wangen.
«En mijn naam," zeide zij langzaam,