NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. BINNENLAND. EEN RAADSEL. No. 4. Zaterdag 14 Januari 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. FEUILLETON. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Hel Hof van Cassatie heeft kapitein Lauth en den schriftkundige Gribelin verhoord. De Liberie weet thans uit goede bron te melden, dat de enquête van bet Hof reeds zoo goed als geëindigd kan worden beschouwd. Doch feitelijk zal liet onderzoek eerst in bet begin van Februari gesloten worden. Naar het heet, zouden de raadsheeren bijna eenstemmig vóór het toelaten der revisie zijn. Thans is bij het Hof de vraag in bespreking of het resultaat der enquête in zijn geheel of slechts gedeeltelijk zal wor den bekend gemaakt. Het proces van mevrouw Henry tegen Reinaeh, dat 27 dezer zal be ginnen, schijnt wel een poosje te zullen duren, want mevrouw Henry heeft 50 getuigen laten dagvaarden, Reinacli niet minder dan 150. Advo caten voor Reinaeh zijn Labori en Leey-Salles en voor mevrouw Hemy, de Saint-Auban. Het lasterproces van Judet, den hoofd-redacteur van het Pelil Journul tegen Zola. is thans afgeloopen. Ge lijk men weet, had de rechtbank ten gunste van Judet beslist, nadat Zola dezen van valschheid in geschrifte en gebruikmaking daarvan bad aange klaagd wegens het openbaar maken in het Pelil Journal van brie\en van overste Combes over Zola's vader. Daarop klaagde Judet Zola aan wegens laster. En gister werd nu Zola bij verstek veroordeeld tot 100 francs boete en 500 francs schadevergoeding. De romanschrijfster Gyp (gravin Martel) heeft van een onbekenden vereerder, 5000 francs gestuurd ge kregen om de boete te betalen welke haar is opgelegd in het proces- Trarieux. Men herinnert zich, dat prof. Stapfer te Bordeaux indertijd voor zes maan den geschorst was in verband met de Dreyfuszaak. Daar deze tijd nu verstreken is zou hij eergister weer college geven. Een deel van het auditorium maakte echter zoo'r. leven, dat hij genoodzaakt was, onverrichter zake weer te vertrekken De berichten van de Filippijnen worden steeds ernstiger. Uit Manilla wordt thans naar Madrid geseind, dat de toestand van de Amerikanen hoogst moeilijk is. De opstandelingen ver zamelen zich in grooten getale orn Manilla, blijkbaar met liet doel, de stad aan te gijjpen. De Yankees be reiden zich echter op de verdediging voor. De opstandelingen te Ilo-Iio hebben de landing der Amerikanen dit bericht komt ook uit Spaansclie bron niet toegestaan en dreigen op hen te schieten voor 't geval de Yankees toch een poging daartoe mochten wagen. Vooi I opig hebben zij daarom van de landing afgezien, evenals van bet bombardement der stad, aange zien de opstandelingen de buizen der Europeanen met petroleum overgoten hebben, opdat vooral deze verwoest zouden worden. De opstandelingen moeten besloten zijn tol bet uiterste tegenstand te biedende proclamatie van Aquinaldo heeft groote geestdrift onder ben te voorschijn geroepen. Deze toestand op de Filippijnen geeft natuurlijk de anti-expansionis- ten in den Senaat te Washington een welkome aanleiding om de aan neming van liet Spaanseh-Ameri- kaansch vredesverdrag te ontraden en te adviseeren de Filippijnen los te laten. Toch meent men dat voor het verdrag wel een meerderheid te vinden zal zijn ofschoon de oppositie er tegen toeneemt. Nog altijd koestert men in Ame rika achterdocht, dat Duitscbland stookt tussclien Amerika en de. op standelingen. Hoewel de Times zegt te weten dat Duitscbland bet onvoor waardelijk gezag der Yankees over de Filippijnen wenscht te erkennen, verneemt de Daily Chronicle uit Washington, dat niet alle senaatsleden gelooven in Duitscbland's belangeloos heid, aangaande de Filippijnsche quaestie Een voornaam Senaatslid deelde den corespondent van de Daily Chro nicle mede, dat de komende beraad slaging in den Senaat sensatiewek- kende onthullingen zouden brengen nopens Duitscbland's kuiperijen, eerst met Spanje en naderhand met de Filippijners. Engeland beantwoordde liet onbeschofte telegram van den Duitschen Keizer aan president Krugei' met de uitrusting van een vliegend eskader. Amerika vergenoegde zich met Dewey's vloot te versterken, liopend dat die wenk voldoende is. Maar de Amerikaansche regeering weet alles van Duitscbland's dubbel zinnig spel met de Filippijnen, en zal in den Senaat verklaren, dat Duitsch- land de geheele Filippijnsche eilan dengroep zelf zal benaderen, tenzij de Senaat liet vredesverdrag terstond bekrachtigt. Zoo heel veel waarde is er dunkt ons aan de uitlating van dezen senator niet te hechten. Het komt ons voor slechts een manoeuvre te zijn van een imperialist om de aanneming van het vredesverdrag te bespoedigen op dat de oppositie niet te groot wordt en misschien de aanneming er van nog belet. Een bekend Deensch reiziger, kapi tein Daniel Brunn, heeft besloten, tegen den aanstaanden zomer een expeditie uit te rusten om in den omtrek van de Oostkust van Groen land naar Andrée te zoeken. De expeditie zou van IJsland uitgaan. Uit Johannesburg komt de tijding dat de veldkornet daar, die onlangs op liet verzoek van den Engelscben vertegenwoordiger te Pretoria ge schorst was wegens de wreedheid die bij aan den dag heette te hebben gelegd jegens inboorlingen uit de Kaapkolonie, door de commissie welke ingesteld was orn de aanklachten te onderzoeken, onschuldig is ver klaard en in zijn waardigheid her steld. Volgens den correspondent van de Dailij Mail te Kaapstad zou daar gister een volksvergadering gehouden worden, die motiën zou aannemen waarin de gedragslijn, door de Boeren ton opziciite van de uitlanders ge volgd, afgekeurd, en verklaard zou worden dat een goede verstand houding met Transvaal onmogelijk zal blijven, zoo lang de politiek van de Transvaal niet verandert. Een motie in denzelfden geest zou even eens gister door den gemeenteraad van Kaapstad behandeld worden. Daarin wordt de houding van de Boeren tegenover de uitlanders een dreigend gevaar voor den vrede in Zuid-Afrjka genoemd. Fr heerst in het Oosten der Ver- eenigde Staten en in Canada een geweldige koude. De Niagara is ge heel bevroren. Tussclien den Ameri- kaanschen en Canadeesclien oever is een brug van ijs gevormd. Op den löeii Jan. a s. wordt bij de verschillende korpsen en onder- deeien van liet leger een begin gemaakt met de uitbetaling van het te goed op de uitrusting en reserve-rekening der vrijwillig dienende onder-officieren en minderen, welke uitbetalingen op den laatsten dag van Jan. moeten zijn afgeloopen. - Door een aantal leden van den A. N. W. B. is een algemeene ver gadering aangevraagd ter behandeling van een voorstel om in te trekken het besluit der vorige algemeene ver gadering waarbij de bemoeiingen van den Bond met het renwezen zijn op geheven. Rijkspostspaarbank. Men schrijft aan de Nieuwe Rolt Cl. uit Amsterdam Een der groote zalen van het Paleis voor Volksvlijt is sedert eenige dagen een tooneel van vlijtigen arbeid. Van 's ochtends half negen tot 's avonds half elf wurdt er door bij de honderd man, meest onderofficie ren van infanterie, artillerie, marine en mariniers, gecijferd. Het omvangrijk werk is de bijschrij ving der rentebedragen op de reke ningen-courant der inleggers van de Rijkspostspaarbank. Deze rekeningen courant hebben den vorm van losse cartons, en zijn feitelijk duplicaten der spaarbankboekjes in omloop, met dit verschil, dat men op de kartons een afzonderlijke kolom vindt, waarin een ren te-getalverschijnt, verband houdende met de gedurende het jaar plaats gevonden operatiën, en waaruit het bedrag der gekweekte rente door eene kleine rekensom is op te maken. Het bedrag der rente wordt aan het saldo tegoed van den inlegger toege voegd en dus terstond gekapitaliseerd, wat weer de opneming van een nieuw «rentegetak bij aanvang van het nieuwe jaar vereischt. In het Paleis voor Volksvlijt gaan bij ile zeven honderd-duizend van die cartons onder de pennen der sergeants door. De vlugsten onder hen behan delen 1200 kartons per dag. Zij ont vangen een vaste toelage, en buiten dien eene bepaalde som voor bet aantal door hen bewerkte kartons. Om te voorkomen, dat deze premie tot te snel en daardoor tot slordig werken zou leiden, is op het maken van fouten boete gesteld. Op 31 December 1898 bedroeg het saldo tegoed der 700,000 inleggers, zonder de rente, ongeveer 70 millioen gulden. Het gemiddeld te goed per hoofd was dus niet hooger dan honderd gulden, waaruit valt te concludeeren, dal de Rijkspostspaarbank beantwoordt aan het doel, dat de wetgever heeft willen bereikendat zij waarlijk is eene spaargelegenheid voor den «kleinen man". Wel wordt zij door enkelen nog gezocht als een depositobank Naar het Engelsch VAN WALTER BESANT. 3) De secretaris van den bisschop heeft mij verteld, dat hij in het geheel geen brief aan hem geschreven heeft. Ook heeft er geen opheldering plaats gehad. Het geheele verhaal was een leugen, ik wed om jou geld af te zetten. Wat? heb ik gelijk? Kreeg hij geld van je? Dat dacht ik wel. Nu hij heeft afgedaan. Hij heeft zich onmogelijk gemaakt. Ik dacht het wel, toen hij die frases ten beste gaf over onver diend lijden en vroeger bedreven zonden. OhPaul Phoebus Apollo Samuel Cannington Canning Leighan Paul de dichter Paul de hulp prediker wat een aartsbedrieger ben je!» Een meisje zat voor hare piano in het salon van een étagewoning in Londen. Het was reeds laat in den middag een namiddag in Mei, het was nog koud en het vuur brandde even vroolijk als in Januari. De kamer was smaakvol gemeubileerd, veel boeken ook in de eetkamer daarnaast. Margreet Cholmeley was een meisje met een aardig fortuin. Zij had geen ouders meer, hare broers waren getrouwd, zij genoot van haar algeheele vrijheid, eeD oude en een jonge dienstbode hielden hare zeven vertrekken in orde. Zij wist zich goed bezig te houden als zij alleen was, zij had veel vrienden, zij leidde een ideaal leven. En bovendien had zij genoeg om over te denken. Zij was een ernstig meisje, degelijk en verstandig. Zij had een regelmatig gelaat en kalme grijze oogen. Een meisj e, dat enkele mannen mooi zouden noemen en de meeste mannen koud; een meisj e, waarvan de vrouwen zouden zeggen: «zij is niet mooi, maar ziet er goed uit;» zij was niet wat men noemde een meisje, dat algemeen in den smaak van de heeren viel, evenmin in den smaak van do vrouwen. Op dit oogenblik scheen zij zich in groote verlegenheid te bevinden. Zij verfrom melde in haar hand een briefje, waarin niets anders stond dan»Ik kom mor gen, Paul.» Biet briefje was van den man, die haar leven had verwoest, ofschoon niemand behalve zijzelve dat wist, van den man, dien zij liefhad, van den man aan wien zij onophoudelijk dacht, van den man, dien zij langzamerhand als het tegendeel had leeren kennen van hetgeen waarvoor zij hem gehouden had, zij had hem zoo bijzonder hoog gesteld en zij had hem trede voor trede zien dalen. En zij was de geheimzinnige dame, die den aartsdeken het briefje had I overgereikt. Ja, zij had dat gedaan. Zij had hem openlijk aan de schande overgeleverd. j »Ik wil hem niet zien,» mompelde zij. »Het is een beleediging, dat hij zelfs een pogiug zou wagen om mij te bezoeken. Hij is openlijk aan de kaak 1 gesteld en dat wel door mij. Hij kan j zijn hoofd niet meer vrijmoedig op heffen en ik hen er de schuld van ik, die zijn beschermengel had moeten zijn. Hij zal denken, dat ik het uit j aloezie heb gedaanAlsof ik daar niet boven verheven wasMaar om hier te durven komen hier na hetgeen hij misdaan heeftHet is ongelooflijkHoe veracht ik mijzelve, dat ik ooit zulk een man heb liefgehad Ik zal Esther waarschuwen zij moet hem belet geven hij zal niet meer hier komen, nooit, nooit» en zij wilde op den schelknop drukken, toen er juist aan de voordeur gescheld werd. Zij werd doodsbleek en viel neer op een stoel. Zij hoorde, dat Esther de voordeur opende en een man het salon naderde. »Het is voor het laatst,» zeide zij, »het moet voor het laatst zijn. Paul Leighan kwam binnen, niet als een geestelijke gekleed; hij nam zwijgend tegenover haar plaats en keek haar aan met een glimlach niet de weemoedige glimlach van een berouw hebbende, maar een gelukkige glim lach. Hij drukte een kus op hare hand. «Hoe durft gij hier te komen vroeg zij opspringend en met haar voet op den grond stampend. «Hoe durft gij «Dat hebt ge me al zoo dikwijls ge vraagd, Maggie, en toch hebt ge me telkens weer vergeven.» »Ge hebt dit en nog zooveel meer op uw geweten, gij zijt overladen met schande, u naam is onteerd in alle couranten, ge kunt er nooit meer bovenop komen en ge durft hier te komen, alsof er niets gebeurd was «Wees bedaard, Maggie. Vergeet niet, dat ik al zoo dikwijls in moeilijk heden heb verkeerd en dat ik er altijd zonder veel moeite uitkwam. Dezen keer ziet het er weliswaar een beetje don kerder uit. Geduld slechts. De wolken zullen voorbij-, de mist zal optrekken. Toch had ik verwacht. Maggie, toen ik u daar op dat slecht gekozen tijd stip op den aartsdeken zag afgaan, dat Nemesis in een andere gedaante zou gekomen zijn. Maar ik moet bekennen, dat het effect maakte. «Slecht gekozen tijdstip herhaalde zij. "Vijf minuten later en gij zoudt tot priester gewijd zijn en dan met zoo iets achter den rug.» «Mijn beste Maggie, het doet er niets toe, wat een mensch achter zijn rug heeft. Ik heb nog wel meer achter den rug. Enkele dingen weet ge, de meesten weet ge niet. Maar vertel me nu eens, Maggie, mijn vriendin Maggie» zij voelde, dat zij weer onder de bekoring van zijn stem kwam, zij durfde hem niet aankijken om niet onder den invloed van zijn oogen te geraken «waarom gij gij mijn

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1