BUITENLAND. BINNENLAND. In den toestand van koning Oscar van Zweden komt steeds meer ver betering; de doktoren zijn echter van meening dat de koning voor eenigen tijd rust moet nemen. Met het oog daarop zal de kroonprins voorloopig als regent met de waarneming der regeering worden belast. Naar ver luidt zal de koning zich naar de bad plaats Saltsjorbaden begeven. De hertog van Devonshire heeft aan een feestbanket van de Kamer van Koophandel te Birmingham een toe spraak gehouden waarin hij o.a. zeide dat Engeland, door de flinke wijze waarop het in den laatsten tijd zijn rechten gehandhaafd en zijn macht getoond heeft, in nadere betrekking gekomen was met Duitschland, Italië, ja zelfs met Rusland. Ten aanzien van Frankrijk ben ik van meening, sprak hij verder, dat de korte crisis, welke nu gelukkig geëindigd is, meer waarschijnlijk wei dan niet de lucht zal zuiveren. Chamberlain verklaarde met deze gevoelen van harte in te stemmen. In Griekenland, in den Pelopon nesus, heeft een hevige aardbeving gewoed, waardoor hel dorp Philiatra en de omgeving veel schade hebben geleden, Philiatra werd door de be woners verlaten. liet aantal slachtoffers, enkele zijn gedood, bedraagt ongeveer vijftig. Het Engelsche stoomschip Labuan heeft te Sandahan het bericht ge bracht. dat inboorlingen van Palawan, een der Filippijnsche eilanden den Spaanschen gouverneur en de offi cieren vermoord hebben. Zij namen de vrouwen en kinderen gevangen, maar lieten later toe dat deze aan boord van een Engelsche stoomboot naar Sadahan werden ge bracht. H. M. de Koningin-Moeder ont ving Zaterdagmiddag te vier uur den president en den secretaris der alge- roeene synodale commissie derNeder- landsche Hervormde Kerk tot aan bieding van een adres van hulde namens de algemeene synode, ver tegenwoordigende de Nederlandsche Hervormde Kerk bij II. M's neder- legging van het regentschap. De inneming van den Kraton. 24 Januari 1874. Het was in de eerste helft van het jaar 1874, na de eerste mislukte ex peditie legen Atjeh, waar de held haftige Kohier den heldendood stierf, dat den sedert 1866 gepen sioneerden luitenant-generaal van het Nederlandseh-Indische leger, den be kwamen leider van de tweede expeditie tegen Boni, J. van Swieten, door de Nederlandsche regeering het verzoek werd gedaan, de beraamde tweede expeditie legen de trouwelouze vijanden te loiden. Tot veler verbazing werd de gene raal-majoor J. M. Verspijck gepasseerd, en aangewezen orn als plaatsvervan gend opper-bevelhebber op te treden. Van Swieten bedacht zich niet lang en zoo vinden wij hem reeds den dat dit hem niet terstond uit den brand zou.helpen. Ook bezat hij geen ver beeldingskracht. Hij kwam toen op het idee om naar het Britsch museum te gaan, zocht oude tijdschriften van dertig jaar geleden op, vooral Ameri- kaansche, die in dien tijd in Engeland nog niet gelezen werden en copieerde daaruit verhalen met verandering van de namen. Toen hij het eerste klaar had zond hij het met den volgenden brief naar den uitgever van een bekend tijdschrift. "Hierbij zend ik u een verhaal, dat goed is. Ik heb nog geen naam gemaakt op letterkundig gebied, daarom laat ik de regeling van het honorarium geheel aan u over. Gij zult u niet beklagen als gij het gelezen hebt. Ik sluit geen postzegels voor retourport in, omdat ik er van over tuigd ben, dat gij het niet zult terug zenden behalve in proef." Hij teekende zich Paul Ilifife. Een zeer goede brief ter begeleiding van een goed verhaal, geen goede brief ter begeleiding van nonsens. Hij ont ving de proef en geld. En de uitgever vroeg om een tweede, een derde, enz. Even gelukkig was hij bij twee andere uitgevers. De naam van Paul Ilifife begon bekend te worden. Hij verdiende 24en Augustus van bet genoemde jaar in Batavia. Ondertusschen had men in Indië een, naar verhouding groote krijgs macht bijeengebracht, bestaande uit 7500 manschappen, aangevoerd door een kleine 300 officieren, w.o. de toenmalige luitenant-kolonels Van der Ileyden en Pel, de majoor Itoms- winckel en kapitein Van Daalen. De eerste expeditie, die, hoewel er veel roemrijke daden van zijn te vermelden, in het vorigen jaar mislukt was, telde slechts ongeveer 3000 man met 170 officieren. Het was een heele vloot, die het leger naar het verre Oosterstrand overbracht en men had vóór de landing met vele onheilen, o.a. ziekte te kampen, daar het goede weer maar aldoor op zich liet wachten. Eindelijk, in het begin van December, kwam de droge moesson en had de ontscheping plaats. De opdracht, die generaal Van Swieten op zich had genomen, was ons gezag in Atjeh een vast punt te verschaflen, waarvan het zich kon doen gelden en zijn sfeer van invloed kon uitbreiden. Tot vast punt was ge kozen de monding van de Atjeh rivier, waar de groote keizerlijke tempel 'MissigitJ gelegen was, benevens de z g. Kraton, het verblijf van den sultan, dien men toen nog als den hoofd aanstoker van het verzet beschouwde. Als men eenmaal maar den Kraton in handen had, dacht men, zou alles van een leien dakje gaan. Van den Kraton wist men ongeveer alleen, dat hij bestond. Spionnen hadden bericht dat hij ongeveer een uur gaans van zee lag en geducht was versterkt. Merkwaardig is het, dat men ge durende de eerste expeditie voor den Kraton heeft gestaan zonder zulks te weten, en dat hij slechts ongeveer 206 schreden van de Missigitdie reeds door Kohier ingenomen was, lag verwijderd. Zwaar geboomte om ringde het verblijf van den sultan, dat met eenige duizenden Atjehers was bezet. De sterkte was dooreen 10 M. dikken aarden wal en twee breede grachten omgeven. Voor de Nederlandsche troepen evenwel den Kraton bereikten, viel menig dappere door het vijandelijke vuur, hetzij komend uiteen hinderlaag hetzij in een open kamp, want ook dezen durfden de Atjehers aan. De vijand had zijn hoofdplan van ver dediging gebouwd op een reeks van versterkingen, die den Kraton omga ven. en die achtereenvolgens, meerendeels na taaien strijd moesten worden inge nomen. Van zee af tot den Kraton lagen een serie kampongs, die alle moesten worden bemachtigd. Den lOen December trokken de troepen op; het eerste gevecht van werkelijke beteekenis werd den 14en December bij Titi Pandjing geleverd, de Nederlanders behaalden een vol komen overwinning. Toen de troepen hun positie aldus hadden versterkt, kwam het generaal Van Swieten wen- schelijk voor te trachten met den jongen sultan te onderhandelen, maar een inlander, die met twee brieven werd gezonden, keeide niet terug. Zooals later werd vernomen werd hij op een allerafschuwelijkste wijze ter dood gebracht. Toen werd de tocht voortgezet en op den 25 December, op Kerstdag, het gevecht bij Lemboe geleverd, de Missigit, die de Atjeheis weer geducht hadden versterkt, werd genomen en toen stond men voor den Kraton. er wel niet veel mee, maar hij kon leven. Het was een uitmuntende manier om geld te verdienen en bij dacht er niet over na hoelang het spelletje zou kunnen duren. Het duurde acht weken. Hij was nog bezig aan twaalf geschiedenissen. Hoe het uitkwam, doet er niet toe, maar het kwam uit. Hij las in een courant, dat de verhalen, geschreven door Paul Ilifife, nageschreven waren uit een Amerikaansch tijdschrift en oogenblikkelijk veranderde hij van woning en van naam. Hij was van plan met het spelletje voort te gaan onder een ander pseudoniem en zich voortaan tot andere uitgevers te wenden. Diezelfde courant deelde mede, dat Paul Ilifife en Paul Leighan een en dezelfde persoon waren. "Die schurkriep de bisschop uit. Maggie las het artikel. En dat was de man dien zij liefhad Paul zond nu zijne verhalen naar een anderen uitgever. Deze schreef, dat ze goed waren, maar dat er den laatsten tijd op dat gebied geknoeid was eD hij dus eerst moest weten, wat de schrijver voor iemand was. Bij een paar anderen hetzelfde liedje. Dat Om het broenest van het verzet het gemakkelijkst in te nemen was het wenschelijk zich eerst van de omgelegen versterkingen meester te maken en hiermede ging dan ook de eerste helft van Januari heen Vele dier kleine vestingen verden dooi de Atjehers bij het naderen der Neder landers verlaten, enkele andere moest en met verliezen worden genomen. Tegen den 21sten was de Kraton door een ceintuur van Nederlandsche troeperi- afdeelingen omringd; de verschillende posten werden nog voortdurend krachtig uit den Kraton beschoten tot in den nacht van 23 op 24 Januari Vreemd vond de opperbevelhebber het, dat dit vuren 's morgens geheel werd gestaakt en hij zond ecu compagnie infanterie op verkenning. De Kraton was 's nachts verlatende laatste verdedigers de sultan was reeds voor eenige dagen vertrokken hadden ingezien, dat zij niet tegen de Nederlanders waren opgewassen. Zoo viel de Kraton dus in de handen der troepen het was wel geen eigen lijke verovering, maar als men in aanmerking neemt, hoe ontzettend veel moeite de tocht in het binnen land had medegebracht, en hoeveel gevechten en gevechtjes zijn geleverd om den Kraton te bereiken, dan is de verovering van den Kraton één lang gevecht geweest, beginnende bij de ontscheping der troepen op 9 De cember en eindigend den 24 Januari. Uit dezen termijn blijkt voldoende hoeveel zwarigheden het terrein vooral aan de troepen bereidde. Den dag na de inneming gisteren 25 jaar geleden, werd, terwijl de muziek de volksliederen speelde, de Neder landsche driekleur geheschen in den hoogsten boom, en veraf begroetten de oorlogsschepen op de reede dit heugelijke teeken met saluutschoten Het hoofddoel der tweede expeditie, het neerhalen van de vlag met het witte kiuis op het roode veld inden Kraton was bereikt. Aan »de Nederlandsche Industriëelen en Handelslieden. 't Zal U wel niet onbekend zijn gebleven, dat er in den laatsten tijd ernstige pogingen zijn aangewend om samenwerking te verkrijgen tusschen alle Nederlandsche Industriëeleu en Handelslieden, en getracht is een' Bond te vormen, die «de rechten zijner leden zal beschermen, en de belangen van Handel en Nijverheid behartigen." De ondervinding toch heeft tallooze malen geleerd, dat «samenwerking" in zeer vele gevallen niet alleen ge- wenscht, doch hóógst noodzakelijk is. Immers, waar persoonlijk optre den vaak te kort schiet, kan door de kracht vaD samenwerking een macht geboren wor den, waarmede wel dege lijk rekening moet gehouden worden, en waardoor zèèr veel is te verkrijgen of tot stand te brengen. 't Is vrij wel onmogelijk hier eene opsomming te geven van de vele ge vallen, waarin samenwerking ge- wenscht of noodig is Trouwens, ieder handelsman of industrieel weet ook genoegzaam bij ondervinding, en, mocht bij enkelen de ervaiing met zoo ver strekkend zijn geweest, dan kunnen wij, op grond onzer onder vinding, wel de verzekering geven, dat in korteren of langeren tijd door hen het nut van samenwerking wel zal worden ingezien. Een onzer voornaamste indrustriëe- len zegt dan ook in verband daar- spelletje was dus uit. Wat nu? Hij had een goede stem, tenor. Hij werd eerste tenor in een rondtrekkend negerkoor. Het koor behaalde niet veel succes en misschien was het daardoor, dat Paul begon te drinken. Zoo iemand als Paul wordt geen gewone dronkaard, hij proeft, terwijl de dronkaard zuipt: maar het resultaat is hetzelfde, verslapping van zenuwen en zedelijke achteruitgang. Misschien was er geen zedelijke achter uitgang mogelijk, maar er was hoop op vooruitgang en die ging nu geheel verloren. De negertroep werd ontbonden, want de impressario giug met de kas aan den haal. Paul keerde naar Londen terug. Hij was dagelijks in aanraking geweest met menschen van het neger- soort een was er onder lien die hem acteeren leerde; waarom zou hij niet aan het tooneel gaan? Om dezelfde reden waarom hij geen romans kon schrijven, hij bezat geen verbeeldings kracht. Maar hij was nog jong, hij was nog schoon als Apollo; zijn stem was nog frisch, ondanks zijne onmatig heid, zijne oogen bezaten nog hunne toovermacht over vrouwen van een mede: «Volgaarne juich ik iedere poging toe, die wordt aangewend om eene nauwere aaneensluiting van han- delaien te verkrijgen. Aan een Na tionaal Verbond bestaat dringend behoefte: men denke bijvoorbeeld aan ons ellendig georganiseerd consulaat wezen, dn slechte regeling der inter communale telephoon-gemeenschap, en tal van andere zaken." Ja, nog tal van andere zaken zijn er, welke dringend verbetering eischen. Of, zijn de vele klachten omtrent het vervoer van goederen, of de behan deling van deze tijdens het vervoer, ongegrond? Is het gemis aan samen werking niet mede de oorzaak, dat de onedele concurrentie blijft voort bestaan, dat Nederland op de buiten- landsche markten mi estai zoo slecht is vertegenwoordig; dat klachten van allerlei aard met nietszeggende argu menten worden afgewezen, dat, in 't algemeen, de Nederlandsche handel en nijverheid geen hooger vlucht heeft kunnen nemen? Wij twijfelen niet of ieder zal moeten getuigen, dat een goed geor ganiseerde Bond zèi r veel in deze kan doen. Bovendien: juist doordat alle Nederlandsche Industriëelen en Handelslieden in èèn Bond vereenigd zijn, loeren zij elkander persoonlijk en beter kennen, 't Is dan ook onze vaste overtuiging dat dóór den Bond de Buitenlandsche relatiën enorm zullen worden uitgebreid. Een en ander in aanmeiking ne mende heeft dan ook het voorloopig Bestuur van den Bond, ingevolge zijne Vergadering op 12 dezer te Utrecht gehouden, besloten alle Ne derlandsche Industriëelen en Handels lieden, en verder allen, die zioh be wegen op het gebied van Handel of Nijverheid, uit te noodigeu tot bij woning eener algemeene Vergadering, welke gehouden zal worden te Rot terdam op 8 Februari a.s. 't Geldt hier een zaak zoowel van peisoonlijk als van algemeen belang, zoodat het voor). Bestuur hoopt dat velen aan deze uitnoodiging gevolg zullen geven, of althans een bewijs van instem ming zullen geven. De voorloopige Statuten en bewij zen van toegang lot de Vergadering te Rotterdam, zijn gratis vet krijgbaar bij den Secretaris van het voorloopig Bestuur. Allen dus als één man opgekomen I liet voort. Bestuur A. MOLLINK, Bergen op Zoom, Voorz. LOUIS v. EMBDEN, Schiedam, Vice-Voorz. JOH. H. SCHOENMAKERS, Geertruidenberg, Secr. Leden A. H. J. C. M. ALLARD, Jr. Geeitruidenberg. J. P. NORD THOMSON, Amsterdam. HENRI FREER1CKS, Bodegraven. H. v. d. FOORN, Schiedam. PLAATSELIJKE BERICHTEN. De gemeenteraad hield gisteren middag eene kortstondige vergadering ter behandeling van een incident dat zich bij het koopen der voor de uit breiding der H. B. School henoodigde perceelen had voorgedaan. Terw ijl nl. de gemachtigde van het Dagelijks Bestuur meende eenige per ceelen voor f 4000 te hebben gekocht, beweerde de verkooper daarvoor f 5000 te hebben bedongen. Burg en Weth. stellen daarom voor het tot aankoop der perceelen gevoteerde bedrag van f9400 met f 1000 te verhoogen en dus te brengen op f 10.400 De heer Prikken vind het apocrief, dat deze en dergelijke vergissingen altijd uit vallen in het nadeel der gemeente, liet niet juist verstaan van het bedrag komt hem ook vreemd voor. Men sluit een zoodanige overeenkomst toch zeker soort. Hij ging dus aan het tooneel. De fortuin was hem gunstig, maar het was zoo goed als voor het laatst. Men gaf hem een ondergeschikte rol, die van een geestelijke de tooneel- geestelijkealles wat hij te doen had, was zich te geven zooals hij in de werkelijkheid was. Hij trad ver scheidene avonden in die rol op, be haalde succes, ontving salaris en men was zoo over hem tevreden, dat men hem in een ander stuk een hoofdrol gaf. Het stuk viel helaas door zijn slecht spel. Men was niet meer van hem gediend en hij 9tond weer op straat. Wordt vervolgd.) maar niet in eens, doch na lang loven en bieden. Voorts zegt spreker het te beken nen, dat naar dezelfde perceelen eenige maanden geleden in publieke veiling f 930 en f 650 hebben opge bracht. deze den gemeente nu f1250 en f 1150 moeten kosten. De heer Hamers zegt, in verband met de loopende geruchten, den verkooper als eerlijk man te kennen, die zijne perceelen niet onder de f 5000 heeft willen verkoopen, zoodat aan de uit gestrooide praatjes geen waarde moet worden gehecht. De heer Van Esveld is door de lezing der op deze zaak betrekking hebbende stukken slechts gedeeltelijk bevredigd en kan zich niet voorstel len hoe eene vergissing als is voor gekomen mogelijk is, daar toch niet op losse praatjes wordt gehandeld. De Raad staat nu voor een feit, wordt het voorstel aangenomen, dan lijd de gemeente groote schade. De heer Gerritsen wenscht van het Dagel. Bestuur wel eens te weten waarom de zaak niet weder in haar geheel wordt behandeld. De heer Van Kal ken wil aannemen dat de vergissing te goeder trouw is geschied, doch dergelijke vergissingen mogen niet voorkomen en de verkooper moet door eene schriftelijke overeenkomst aan banden worden gelegd. Voorts zag hij gaarne dat dergelijke voor stellen als deze aankoop in het ver volg niet op het uiterste oogenblik ter kennis der raadsleden werden gebracht en als spoedeischend be handeld De heer Van Eek vraagt of de aankoop der overige perceelen even- we) is doorgegaan. De Voorzitter de verschillende spre kers beantwoordend, zegt het te be treuren dat deze vergissing heeft plaats gehad. Zij had niet behooren of be hoeven te geschieden, doch schriftelijk bewijs was tot zijn leedwezen niet gevorderd. Hij betwijfelt of de nu te besteden som wel zooveel te hoog zoude zijn, daar moclite er eventueel andere woningen op worden gebouwd of het bedrag op andere wijze zijn belegd de rente-opbrengst dezelfde zoude zijn. De Raad staat voorts volstrekt niet voor een feit. Wordt dit voorstel verworpen dan zal het in de voorgaande vergadering genomen raadsbesluit worden gehandhaafd en uitgevoerd en de verkooper op andere wijze worden schadeloos gesteld. Dit en dergelijke voorstellen dienen altijd spoedeischend te worden behandeld, daar wanneer den gewonen weg werd gevolgd en daardoor eenieder de lucht er van kreeg, zulks zeer zeker in het nadeel der gemeente zou zijn. De heer Van Kalken zegt door den voorzitter niet begrepen te zijn en bedoelt te hebben dat bij een derge- lijken aankoop men liever het bod een veertiental dagen in handen moest houden, waarop de voorzitter ant woord dat zulks ook is geschied. Het is de heer Gerritsen niet dui delijk waarom het Dagel. Best. na het bekend worden der vergissing toch gekocht beeft, hij vermeent dat B. en W. met een geheel nieuw voorstel daaromtrent hadden moeten komen te ineer omdat er overvloedig tijd toe was, daar er nog een drietal jaren zullen verloopen alvorens deze perceelen in gebruik worden genomen. De heer Celosse verklaart dat B. en W. niet meer terugkenden, daal de raad in zijn vorige vergadering de bereidverklaring van den verkoo per heeft aangenomen en aldus eene overeenkomst bestond, van welke verklaring de heer Gerritsen dank baar ach neemt en zegt nu voor het voorstel te zullen stemmen. De heer Prikken vraagt nog waarom den afgeloopen zomer toen de per ceelen publiek zijn geveild, geen voorste! tot aankoop is gedaan, waarop hij van den voorzitter ten antwoord ontvangt dat de gedachtengang van hel Dag. Best. omtrent deze zaak destijds eene andere is geweest, doch sedert werd gewijzigd. Het voorstel van het Dag. Best. daarop in stem ming gebracht wordt daarop met 13 tegen 4 stemmen aangenomen, ter wijl op voorstel van den voorzitter het geireele besluit tot aankoop aldus gewijzigd z. h. st. wordt vastgesteld. Eveneens wordt z. h. st. goedgekeurd de opname van kasgeld door het Dagel. Best. tot een bedrag van f 11000.in plaats van de f 10000. in de vorige vergadering reeds toe- geslaan. De voorzitter deelt daarop mede dat ingekomen zijnde rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel, die naar de alsnog vast

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 2