GEMENGD NIEUWS.
er dan maar op losEen zonderlinge
bestrijdingsmanier 1
Maar nu is er in die schoone ver-
eeniging tweedracht ontstaan door
de Greensvicbtijd. De zwakste broe
ders zeggen nl., dat zij naar den tijd
van Greenwich wenschen te rekenen,
dan winnen" ze 20 minuten.
Neen zeggen de anderen, we hebben
ons te houden aan ons eigen klok.
Geloof maar, dat er van die ver-
eeniging een geweldige kracht uit zal
gaan voor de drankbestrijding.
De Nederlandsche taal in België.
Sedert geruimen tijd bestaat tus-
schen de Waalsche (Fransche) en
Vlaamsche bevolking in België een
strijd om het overwicht, die zich,
evenals in alle landen, waar volken
van verschillend ras en verschillende
taal met elkaar in voortdurende aan
raking komen, voornamelijk uit in
het gebruik van eigen taal. In Oos
tenrijk ziet men hetzelfde gebeuren
tusschen de Slavische Tsjechen en de
Germaansche Duitschers, maar in
België is de taalquaestie reeds uit de
staatkunde gebannen, tengevolge van
bet tot stand komen van een taalwet,
die het gebruik van beide talen in
officieele stukken voorschrijft. Dit
heeft er aanleiding toegegeven, dat
de Vlamingen geen Waalsche woorden
meer in hun taal dulden en zelfs die
vreemde woorden, welke wij in het
Nederlandsch niet met een duidelijk
woord zouden kunnen aanduiden, in
het. Vlaamsch vertalen
Natuurlijk klinken sommige dier
overzettingen in onze ooren potsier
lijk zoo zulllen de Vlaamsche bur
gerwachten voortaan worden gecom
mandeerd in het Vlaamsch en zijn
daarbij termen ingevoerd als: weer
man in plaats van soldaat, bende voor
'oatailjon, burgstad voor garnizoen-
stad, heerman voor officier, krijgers
huis voor kazerne, speerdrager voor
lancier, roerdrager voor karabinier,
prop voor patroon, bouwschaar voor
genie, geweermes voor bajonet.
Men zal dus in het vervolg kunnen
hooren, dat een bende bouwschaar
met geweld geweermes naar het krij
gershuis van de burgstad loopt en
dat een heerman van de roerdragers
zijn weermannen beveelt.
Voor woorden van meer dagelijksch
gebruik lezen wij de volgende vertalin
gen piano wordt notenkist, intervie
wen wordt uitpompen en pantalon
wordt niet broek, maar tweeledige
beenenkoker.
Spoedig zal over de geheele
lijn Apeldoorn-Amslerdam het dubbele
spoor gereed zijn; het laatste traject
tusschen AsseltBarneveld is bijna
gereed. Hierdoor is voorzeker de
veiligheid der lijn beter gewaarborgd
en zal oponthoud door kruising niet
meer voorkomen.
Smokkelaars.
Een gedeelte van de grensbeamb
ten, belast niet het toezicht op den
smokkelhandel ode vliegende brigade"
in den volksmond geheeten, kan zon
der kennis te geven aan superieuren
heentrekken waar ze wdlen, wanneer
ze denken dat er iets te vangen is.
Die vliegende brigade nu had gehoord,
dat er op ode Rechtstraat", een buurt
nabij Saflelaere vier gesmokkelde
beesten stonden. Daar hoen! Wer
kelijk vonden ze er vier stuks. Deze
werden in beslag genomen en mee
genomen. Doch te Saffelaere, geko
men, werden de douanen zoodanig
door smokkelaars enz. omsingeld, dat
ze hun buit moesten afstaan. Een
van hen werd zelfs den revolver ont
nomen. Die brigade heeft dus alles
behalve prettige karweitjes.
Bunschoten. Met de visscherij
gaat het door 't afwisselende weer
niet best, zoodat de haringvangst zeer
gering is.
De Christelijke Zangvereeniging
alhier, onder directie van den heer
A. van Wijland, hoofd der openbare
school, vierde haar eerste jaarfeest in
de openbare school. De heer Bur
gemeester en de beide Wethouders
vereerden dit feest met hunne tegen
woordigheid.
Na de opening der bijeenkomst
met gebed, het zingen van Ps. 68 10
en het lezen van Psalm 103, sprak
de president een kort woord tot de
aanwezigen en werd verder de feest
avond doorgebracht met het zingen
van vierstemmige psalmen en eenige
liederen uit Neerbosch zangen met
begeleiding van orgelspel door den
president, een en ander afgewisseld
door het houden van voordrachten
en samenspraken. De opgewekte
stemming met de voldaanheid van
de lieeren die het feest bijwoonden,
was wel een bewijs dat men zeer
tevreden was en de leiding der zang
vereeniging in goede handen is.
Moge de zangvereeniging nog meer
in bloei toenemen.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Tc Amsterdam werd heden
ochtend een particulier telegram
uit Kota Radja ontvangen, waarin
werd gemeld dat Toekoe Oemar bij
een jongste treilen met ons dapper
Indisch leger is gesneuveld o!'
althans zwaar verwond.
Ds. J. D. van Arkel, Ned. Her
vormd predikant te Ellecom, heef.
bedankt voor het beroep naar hier.
De door diakenen der Ned.
Hervormde gemeente gehouden 2de
winter-collecte heeft opgebracht
f 502.05
Unze lezers zullen zich herin
neren, dat Commissie van Beheer der
«Amersfoortsche Begrafenis-Veree-
niging" zich verleden jaar per request
wendde tot den Minister van Financiën
om vrijstelling van tolrechten voor
de door de Vereeniging uit te voeren
ter aarde bestellingen op de Nieuwe
algemeene begraafplaats; welk ver
zoek werd gewezen van de hand.
In de Zaterdagmiddag gehouden
Algemeene vergadering werd deze zaak
ter tafel gebracht en de vraag rees
of er werkelijk tolrechten mogen
worden geheven in de kom der
Gemeente, dan wel of -evenals bij
het bekende IJzerenhek op den Sclie-
veningsehen weg in de Gemeente
's-Gravenhage blijken zal, dat die
heffing een onrechtmatige is.
Morgen. Donderdagavond zal in
het lokaal Harmoni alhier Dr. H. Gortei
uit Bussurn in een voor een ieder
toegankelijke bijeenkomst het onder
werp behandelen Wat wil de sociaal
democratische arbeiderspartij.
Bij vonnis van den krijgsraad
in het 3e militaire arrondissement
te Arnhem van den 11 Februari 1899,
is Jan van de Haar, tamboer bij het
5e Regiment infanterie schuldig ver
klaard aan: le het met woorden
dreigen aan zijn meerderen in rang.
en 2e het plegen van een daad van
geweld tegen zijn meerderen in rang
in tijd van vrede en veroordeeld lot
le eene militaire detentie van vier
maanden en 2c eene militaire gevan
genisstraf van vier maanden, alsmede
in de proceskosten.
Door de onderstaande onder-
oflieieren van het 5e Regiment infan
terie, leden van de Schermvereeniging
E M.M.A zijn hij den Scherm wedstrijd
uitgeschreven door den ofliciers-
schermbond en gehouden op 8, 9 en
10 Februari jl. te Amsterdam in het
Bokaal Plaricius, de navolgende prijzen
behaald.
In den Korpswedstrijd op het
geweer 2e prijs Zilveren medaille dooi
de sergeanten de Jong van Rossum
en Drost, de sabel 2e piijs Zilveren
medaille door de sergeanten Pommer
van Rossum en van de Stadt, de degen
3e prijs Zilveren medaille door de
sergeanten de Jong Pommer en van
Rossum.
In den personeelen wedstrijd, op de
sabel 2e prijs Zilveren medaille door
de sergeant Pommer, 4e prijs Bronzen
medaille door de sergeant v. Rossum
de degen 5e prijs Bronzen medaille
door de sergeant Pommer.
Voor de personeele wedstrijden
waren ingeschreven.
Op degen 106 deelnemers.
Op sabel 70 idem
Op geweer 87 idem
De minister van Oorlog heeft
bepaald dat de plaatselijke Adjudanten
voortaan na vier uur des namiddags,
in burgerkleeding in het openbaar
mogen verschijnen, doch alleen op
die dagen en in die tijden, dat de
dienst en de omstandigheden m het
garnizoen zulks veroorloven.
Op den straatweg nabij hel
Friesche dorp Bergum werden twee
wielrijders op zeer onbetamelijke wijze
lastig gevallen door drie personen.
Een der wielrijders was de gemeente
veldwachter Zigterna. die zoo onzacht
ter zijde werd geduwd, flat hij in de
boompjes bij de bermsloot neerkwam,
waarop hij, ofschoon ongewapend, de
aanvallers aanviel. Na een langdurige
worsteling gelukte het hem een dei-
onverlaten geboeid naar Bergum te
kunnen overbrengen.
Naar de twee andere aanranders
wordt door de polilie ijverig gezocht.
Verkochte titels.
Inzake de goederen, rechten en
titels, behoorende tot de. Heerlijkheid
Schagen en toebehoorende aan graaf
Duiis d'Oultrernont in Henegouwen,
hebben de volgende overdrachten plaats
gehad.
De hofstede Zaandam, benevens de
heerlijkheidslilel is overgegaan op
vrouwe Van Rappaid nee Du Marehie
Sarvaas le 's-Gravenhage; het jus
patrouatus over de kerken van Schagen,
Barsingenhom, Kolhurn en Haring-
huizen op mr. 11. Boonacker te Schagen;
de landerijen in de Schager en Nie-
dorper Kogge op verschillende eige
naars.
"Een stekert".
Uit Bocholt gaan de jeugdige arbei
ders en arbeidsters, die nog te Aal
ten wonen, des avonds per wagen
huiswaarts. Terwijl zulk een groep
den tocht naar Aal ten aanvaardde,
werd de koetsier opgeschrikt door
het gegil van een arbeidster, die
meende gestoken te zijn. Bij onder
zoek bleek werkelijk, dat men den
linnen kap van den wagen had door
gestoken met een mes en dat een
meisje daardoor verwond werd.
De sstekert" bleef onbekend.
Andrée ontdekt?
Het zal den lezers, die dit bericht
over Andree en het daarna vermelde
telegram gevolgd hebben, wel ietwat
gewaagd zijn voorgekomen, de drie
gevondene lijken zoo maar onmiddellijk
voor Andrée en zijn lotgenooten te
honden. De onderstelling dier identiteit
berust op het volgende van de tele-
graaf-agentuur uit Krasnojarsk ont
vangen telegram.
»De bezitterdergoudmijn Monastyr-
schin ontving een brief inhoudende
dat Toengoesne den 15. Jan. den
politiechef hadden medegedeeld, dat
zij den 7. Jan. tusschen Komo en
Pit in het Jenissei-district, 150 werst
van het Sawinsche grondgebied, een
hut uit stof en touwwerk vermoedelijk
afkomstig van een ballon, gevonden
hadden. Niet ver daar vandaan lagen
drie menschenlijken, een metgebroken
schedel en daar omheen een menigte
hun (den Toengoeren) onbekende
instrumenten. Naar den brief verder
meedeelde, is de politiechefonmiddelijk
derwaarts vertrokken, om de zaak te
onderzoeken. Men vermoedt hier, flat
het Andrée's ballon is."
Men ziet, de onderstelling is toch
niet zoo heel gewaagd. Dit bericht
onderscheidt zich althans van de andere
daardoor, dat het niet om «Kundge
bungen" van menschen, maar om hen
zelf handelt. Ook de eigenaardige
bedekking der hut sluit de betrekking
tot Andrée en zijne makkers niet
geheel uit. Daar evenwel de vindplaats
iler lijken in het gebied der Siberische
goudbergwerken ligt, zoo is wellicht
de mogelijkheid ook niet uitgesloten,
tlat de drie lijken afkomstig zijn van
naar Siberië gedeporteerde misdadi
gers, die van hun werkplaatsen in de
goudmijnen gevlucht, daar hun woon
plaats opgeslagen hebben, en der
felle koude en den honger ten offer
zijn gevallen. Welkom is het bericht,
dat de Russische regeering reeds aan
stallen gemaakt heeft, de zaak ter
plaatse te doen onderzoeken. Wij
w illen maar hopen, dat de lijken niet
van Andrée en zijne lotgenooten
Strindberg afkomstig zijn, niet alleen
ter wille dor koene reizigers, maar
ook ter wille van de wetenschap.
De Berl. Lok. Anz. ontving uit
Londen het volgende telegram
Volgens een uit Punta Delgada
(Azoren) hier ontvangen dépêche, heeft
de daar binnengeloopene Britsche
stoomboot sWeehawken" 25 vrouwen
en kinderen van de van Hamburg op
Amerika varendestoombootBulgaria"
aan boord. De Bulgaria drijft hulpeloos
rond, 800 zeemijlen van de Azoren.
De overige 65 passagiers en de beman
ning zijn wegens den storm niet opge
nomen kunnen worden. De Bulgaria
vertrok den 28. Januari van New-York
naar Hamburg.
Een nader telegram verluidt:
Er zijn reeds uitgebreide maatre
gelen genomen om der «Bulgaria"
assistentie te verleenen. Veel reden
tot ongerustheid bestaat er niet, want
de kapitein der Bulgaria, Schmidt
genaamd, die bekend staat als een
der bekwaamste scheepvoerders der
HamburgAmerika lijn, had hetafge
wezen, zijn boot op sleeptouw te doen
nemen.
Diefstal met inbraak.
Te Halfweg is Zondagnacht door
het opschuiven van een raam inge
broken in de pastorie van de Ned.
herv. kerk. In alle kamers zijn de
dieven aan het snnllelen geweest,
maar hebben zich tevreden moeten
stellen met eenige zilveren lepeltjes
het geld was op eene veilige plaats
geborgen. Van de pastorie zijn tie
dieven ook door een raam op te
schuiven de consistoriekamer binnen
gedrongen. Daar stonden twee zware
ijzeren kisten met geldswaardige pa
pieren, welke zij meegenomen hebben.
Door grootte en zwaarte van die kis
ten is het waarschijnlijk, dat ze door
de voordeur van het kerkgebouw (op
een 25 meter afstands der woning
van den veldwachter) zijn uitgedragen.
In een van die kisten bevinden zich
5 certificaten Ned. Werk Schuld, één
van f1000 en 4 van f100.
In het Belgische gehucht Couturelle
bij Pleurus stierf een vrouw plotseling
von vreugde. Een harer zoons van wien
zij zeer veel hield, moest loten, cn ver
trok daarvoor naar Fleurus. Hg trok
een zeer hoog nummer en zondt nu
oogenblikkelijk een bode naar zgn moe
der, dat hij vrg was Deze was juist
bezig kofti- te zetten. Toen zg het
bigde nieuws vernam, viel ze dood neer.
De dol geworden koe van V. G.,
te Zutphen, welke een paar dagen in de
bosschen van Gorsel en Harfsen rond
gezworven heeft en oorzaak was dat
kleine kinderen niet naar school durfden
gaan is door een boshwachter van den
Heer J Canters doodgeschoten.
Te Leeuwarden is vrijdagnacht de
de stroocarton fabriek met al de daarbg
behoorende gebouwen afgebrand.
De brand ontstond omstreeks 9 uur
in het magazijn, waarin vele brandstoffen
geborgen waren. Aangewakkerd door
den feilen wind, verspreidden de vlammen
zich weldra over het geheele uitgestrekte
terrein. Aan blusschen viel niet te denken.
Het magazijn, de kantoren, het machine-
gebouw, de pakhuizen, alsmede een groote
voorraad stroo, papier en steenkolen,
werden een prooi der vlammen.
„Uren ver was de brand zichtbaar De
laatste trein van Groningen kon slechts
met moeite het nabijgelegen station be
reiken, en inoest daartoe met groote
vaart langs de vuurmassa en door den
regen van vonken stoomen.
Persoonlijke ongelukken zgn niet voor
gevallen.
De schade is, naar de Leeuw Crt.
meldt, zeer groot. Twee groote papier
machines, die pas voor een paar jaar
waren aangeschaft en een waarde hadden
van dr f 100,000, zgn totaal vernield.
De derde machine is door het krachtig
optreden van de Huizumer brandweer
behouden gebleven. De gebouwen, ma
chinerieën enz. zjjn voor ongeveer vier
vijfde der waarde op beurspolis verze
kerd.
De brand is voor de gemeente
Leeuwarden een leelgk postje op de
begrooting. Reeds nu worden de on
kosten geraamd op p m. f 2000.
Maar voor wie de ramp vooral nood
lottig is, dat zgn de werklieden en de
werklieden-gezinnen, die door het vuur
berooid worden van hun werk en bij
gevolg van hun levensonderhoud. Aan
de fabriek werkten ongeveer 270 per
sonen, in dag-en nachtploegde meesten
hunner waren gehuwd.
Tot dusverre is de oorzaak nog on
bekend.
Zaterdag is een 26jarig man, werk
zaam aan het gesticht St.-Johannes de
Deo, te Haarlem van het dale van dat
gebouw gevallen; bijna onmiddellijk was
de man dood.
"Laat den "ouden heer" zijn gang maar
gaan, en drink liever nog een glas met me.
't Is toch alles maar tooneelvertooningGe
loof me, als men, zooals ik, zulk een gek en
zijne drie dochters in werkelijkheid kent
een koning is de oude John wel niet dan
maakt een tooneelfiguur, al wordt die ook
door een Booth voorgesteld, geen indruk meer.
Ik kan je verzekeren, 't is volmaakt dezelfde
geschiedenis hij hoe heet hij ook weêr
moet den ouden John bepaald gekend hebben."
«Shakespeareviel ik hem in de rede.
"Ja, juist Shakespeare. Die Booth mag
zoo goed spelen als hij wil, ik zie altijd den
ouden John met z'n witten baard, vloekende
en razende, en ten slotte dat was je me
een tooneel het gansche gebroed in vuur
en rook verstikkende 1"
Hij stootte zijn vol glas tegen het mijne, en
dronk het vervolgens, als om zich af te koelen,
in één teug leeg. "Het mooiste is," ging
hij voort, "dat één der dochters, die die
Goneril, dat beest, met haar man, den viscli-
handelaar Cace uit de Fultonstraat, de voor
stelling bewoont. Ze zal zich wel niet erg op
d'r gemak gevoelen, 't Is een' verdoemde ge
schiedenis!" Weder dronk hij zijn glas leeg
en schudde het breede hoofd.
»Je maakt me werkelijk nieuwsgierig," zeide ik.
"Naar John?"
"Naar John en z'n geschiedenis," antwoord
de ik."
«Je kunt met beiden kennis makenmet de
geschiedenis op 't oogenblik en met John, mor
gen hij woont niet ver van hier."
"Mag ik je uitnoodigen, na afloop der voor
stelling een' flesch wijn met me te drinken
het bierhuis was reeds bijna leêggeloopen
"dan zon ik dol gaarne de geschiedenis van
John van je vernemen; maar zeg me nu reeds
met een paar woorden: wie is toch die John
"Een oude eendenjager in het moeras van
de Calumet-rivier," klonk zijn antwoord, «meer
niets. Je wilt dus toch naar den overkant?
all right, sir. Zie het stuk maar uit. Ik heb
Mr. Booth reeds dikwijls in die rol gezien, ik
houd veel van het tooneel en als je dan
niet vindt, dat Shakespeare de heele geschie
denis van den ouden John weêrgift, moge me
de duivel halenik wacht u hier."
Hij drukte me stevig de hand. Ik zocht
mijn' plaats in den schouwburg weêr op, maar
kwam in spijt van alle kunst, niet weêr in de
rechte stemming Lear stak voor het oog
van mijn geest in hooge waterlaarzen, en
zwierf rond met een lang jachtgeweer op schou
der. De werkelijkheid, het leven, waren mij
steeds de hoogste poëzie.
Mijne oogen doorliepen alle rangen, of ik
Goneral ook ontdekken kon. Daar zit zij,
dacht ik, die vrouw met dunne lippen en een
blik, koud als ijs, die met goud is omhangen
als een afgodsbeeld neen, daar of ginds
och, ik vind in die menigte nimmer de rechte!
Ik begon ongeduldig te worden: als die pek
broek eens geen woord hield! Mijn nieuws
gierigheid klom tot een vurig verlangen naar
kennismaking met den ouden John, den Lear
van het moeras, en zoo ik den zeeman niet
terugvond, dan was het spoor van den onge
lukkige reddeloos voor mij verloren
De troep was door en door slecht, zelfs voor
Amerika, wéér men aan de middelmatige kun
stenaars, waarmede de "sterren", als een Booth,
zich liefst omringen, gewoon is. Cordelia
belette door haar schreeuweu en huilen, dat
er bij de toeschouwers iets, dat naar aandoe
ning zweemde, werd gewekt; ik hoopte
ginds, aan de Calumet-rivier, een meer wave
te vinden. Eerst toen Booth, als Lear met zijn
vermoorde dochter in de armen, verscheen,
werkte de betoovering weder en deed hij mij
alles de slechte acteurs, den ouden John,
Goneril - vergeten.
"Wel leed hier d'oudste het meest;
ons, die nog jong zijn, beidt een
korter leven, maar ook minder treu
righeid!" brouwde Albanië ten slotte in
slecht Engelsch, en het scherm viel.
«Wat weet die kerel," zoo dacht ik, van
den ouden John aan de Calumet-rivier«Het
gansche broed in vuur en rook ver
stikkende!" Dat moet een ander slot ge
weest zijn!" Ik stond op en werkte mij, zon
der op iets of iemand te letten, met geweld
door de menigte heen, zoodat mij menige vloek
en scheldwoord achterna gezonden werd
ik maakte mij ongerust over den pekbroek
Mijn vrees bleek evenwel volkomen overbodig.
De oude had gewacht, en zat of stond veeleer
bij de toonbank, met de zwarte, dampende pijp
in den mond, de puntige roode muts ietwat
naar achter geduwd op het hoofd, zoodat zijn
dik, wit haar zichtbaar was, en een glas
whisky véér zich: het geheel volmaakt een
beeld van Ostade
Toen ik hem déér z66 zag" staan, maakte ik
mij ongerust, dat hij niet meer in staat zou
zijn, of wellicht geen lust meer zou hebben,
mij het toegezegde verhaal te doen; doch het
tegendeel was het geval. Nauwelijks werd hij
mij gewaar, of hij kwam naar mij toe en
reikte mij de hand.
"Ga meê achter in de zaal, déér aan die
tafel," zeide hijdéér zitten we rustiger dan
hier en ik zal je, volgens belofte, de geschie
denis van den ouden John zoo uitvoerig mo
gelijk vertellen."
Wordt vervolgt.)