NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
"buitenland.
i\o. 14.
Zaterdag 18 Februari 1899.
Acht-en-twiutigste jaargang.
verschijnt woensdag m zaterdag.
Een Hui Lear vai kt mm.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Eijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer,5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend-
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aan hel Nederlandsche volk.
De Keizer van Rusland, de Opper
bevelhebber van een der grootste
strijdmachten, heeft, onder inroeping
van Gods hulp, zijn stem voor den
vrede onder de volkeren doen weer
klinken en alle mogendheden opge
roepen om samen te beraadslagen
over eene mogelijke vermindering
van den krijgslast, waaronder alle
natiën, en niet het minst de kleinere
Staten, zooals Nederland, gebukt gaan.
Aan afschaffing van legers en vloten
valt in de naaste toekomst zeker niet
te denken, en het blijft een schoone
en dure plicht zijn leven voor de ver
dediging van vaderland en haardsteden
veil te hebben. Niettemin zouden
vele oorlogen vermeden kunnen wor
den, indien de Staten de beslechting
hunner onderlinge geschillen onder
wierpen aan de uitspraak van een
scheidsgericht in plaats van tot het
moordend staal hun toevlucht te
nemen.
En nu William Stead, Engelands
bekende journalist, ons uit Livadia
de tijding bracht, dat innerlijke over
tuiging Rusland's Keizer tot spreken
drong, en Hij niettegenstaande alle
bezwaren, welke aan zijne plannen in
den weg zouden staan, toch den
hoogen moed gehad heeft om zijn
keizerlijk woord tot alle Regeeringen
te doen uitgaan, en ons dus het voor
uitzicht geopend wordt dat vele mil-
lioenen op de oorlogsbudgetten uit
gespaard en der vermeerdering der
volkswelvaart ten goede kunnen ko
men, is in ons de overtuiging gewekt
dat wij thans niet mogen zwijgen,
maar dat er van uit den boezem der
natie een woord in weerklank op de
roepstem van den edelen monarch be
hoort uit te gaan.
Ook in het buitenland is dit gevoeld
en onder Stead's leiding heeft men
niet stil gezeten, maar aanstonds een
weldoordacht plan gevormd om die
manifestatie der volkeren zoo indruk
wekkend mogelijk te doen zijn.
Afgevaardigden uit Engeland en
Amerika zullen zich te Londen ver
eenigen en vandaar zich naar alle
groote hoofdsteden van Europa be
geven. Mannen en vrouwen uit ver-
j schillende landen zullen zich bij hen
aansluiten en zoo zal deze schare van
strijders voor den vrede naar St. Peters
burg gaan en voor den Czaar ver
schijnen als de tolk der overtuiging
van alle natiën, dat vrede en recht
heerschen moeten.
Zelve ging onze geliefde Vorstin
voor in Hare eerste Troonrede door
een woord van ingenomenheid met
het denkbeeld van den Keizer van
Rusland te doen hooren.
Thans is het aan ons om te bewijzen
dat, evenals altijd, Nederland één is
met Oranje en dat het ook ons ernst
is met den wensch naar vrede.
Welnu, daartoe is het dat wij u de
gelegenheid verschaffen.
Adreslijsten zullen door ons in alle
steden en dorpen ter teekening worden
neergelegd. Een Comité van vrouwen
en mannen van verschillende richting
vormde zich en zal voor Nederland
een woordvoerder aanwijzen, die de
bewijzen uwer instemming met zich
neemt om met de Delegatie uit alle
landen Nederland bij deze vredes-
manifestatie te vertegenwoordigen.
Laat ons dus niet alleen, staan,
maar teekent, het geheele land door,
ons adres in grooten getale of zendt
ons het bewijs uwer adhaesie per brief
kaart of naamkaartje toe. Al werd
als gevolg der conferentie niet anders
verkregen dan dat het denkbeeld der
internationale arbitrage meer en meer
in toepassing werd gebracht, dan ware
toch reeds onnoemelijk veel gewonnen.
Doch we durven meerder hopen.
Het zwaard moge een macht zijn,
aan ons om te toonen de macht van
het woord. Een bede om vrede en
recht uit den boezem aller volkeren,
tot de leiders en staatslieden der be
schaafde staten, kan haar uitwerking
niet missen.
En wat hiervan ook zijn moge, het
voegt de natiën in elk geval een woord
van dank tot den Kiezer van Rusland
te richten, die toonde haar druk te
verstaan, en met dien druk deernis te
hebben.
Het Bestuur van den Nederlandschen
Vrouwenbond ter Internationale Ontwapening:
Mevr. B. WASZKLEVVICZ-Van Schilfgaarde,
Presidente.
lonkvr. C. M. VAN IIOGENDORP, Vice-prcs.
Douairière C. DE NEREE TOT BABBERICH-
Van Houten, iste Secretares.
Mej. M. SCHMIDT, 2de Secretaresse
Mej. B. DUDK. VAN HEEL, Penningmeesteres.
Mevr. H. REICH-Stavenow, Adjunct Penningm.
voor Scheveningen.
De tekst van het adres (met eenigs-
zins gewijzigde redactie van die der
eerste 1000 lijsten reeds iD omloop)
luidt aldus:
Aan zijne Majesteit den Keizer van
Rusland.
Sire
Wij ondergeteekenden, Nederland
sche Vrouwen en mannen, nemen vol
eerbied de vrijheid onzen blijden dank
uit te spreken voor uwer Majesteits
edelmoedig optreden ten gunste eener
vermindering van krijgslasten en ter
bevestiging van den vrede.
Tevens veroorloven wij ons den vu-
rigen wensch te uiten dat de door
Uwe Majesteit bijeengeroepen confe
rentie bevorderlijk zal zijn aan de ver
vulling van het verlangen naar vrede
dat, evenals alle andere natiën ook
ons bezielt.
Het adres ligt ter teekening bij de
volgende firma's.
Slothouwer, Langestraat, Amers
foort.
H. G. Burck, Baarn.
Firma P. H. Reijers, Trans 6,
Utrecht.
Scrinerius, Voorstraat, Utrecht.
H. van Tusschenbroek, Wageningen.
Felix Fnure. f
Geheel onverwacht, als een don
derslag uit bellieren hemel komt uit
Parijs ile tijding dat Felix Faure,
sedert 17 Januari 1895 president der
Fransche Republiek, in den ouder
dom van 58 jaar is overleden
Donderdagmorgen had hij nog den
'ministerraad gepresideerd. Eerst des
avonds om half zeven gevoelde hij
zich minder wel, zoodat onmiddellijk
de ministers op het Elysée werden
geroepen en hoewel de doktoren alle
mogelijke zorgen aan den zieke be
steed.len, maakte te tien uur een
beroerte een einde aan zijn leven.
Ofschoon men gisteravond na het
bekend worden van de doodstijding,
welke door de Parijzenaars natuurlijk
met groote ontroering werd ontvan
gen, op het Elysée geen verdere
inlichtingen omtrent 't verscheiden
van den president verschafte, heeft
Reuter vernomen, dat Faure reeds
lang lijdende was aan een hartkwaal,
welke nu zoo plotseling zijn levens
draad heeft afgesneden.
Aan alle ollicieele personen, den
militairen gouverneur van Parijs,
Zuriinden, de prefecten der Seine en
van de politie, de voorzitters van
Senaat en Kamer enz. werd door het
kabinet van het Elysée bericht ge
zonden. welke zich onmiddellijk naar
het paleis van den president begaven,
om met den ministerraad de noodige
maatregelen te treilen.
De minister-president Dupuy zond
daarop aan de prefecten en onder
prefecten het volgende telegram
»lk venul de droevige taak u het
overlijden van den president der
Republiek te berichten. Wilde noodige
maatregelen nemen om het de bevol
king te doen weten. Ik reken op al
uw doortastendheid en ijver."
Felix Faure werd in 1841 te Parijs
geboren, en was de zoon van een
koopman. Voor zijn veertigste jaar
trad hij betrekkelijk weinig op den
voorgrond; in 1881 werd hij, toen
president der kamer van koophandel
te Havre gekozen tot lid der Kamer
van Afgevaardigden. Onder hel Minis
terie van Gambetta werd Faure in
hetzelfde jaar benoemd tot onder
secretaris bij het Ministerie van
Koloniën, maar hij verliet reeds in
1882 dien post, toen het Kabinet tot
aftreden werd genoodzaakt.
In het volgend jaar kreeg Félix
Faure dezelfde functie aan het minis
terie van Koloniën, toen Ferry tot de
regeering werd geroepenzoodra
echter het kabinet-Ferry, na de be
kende nederlaag in Tonkin in 1885,
moest aftreden, ging ook Faure weer
in het ambteloos leven terug.
Bij de verkiezingen van 1885 werd
Felix Faure door de kiezers van het
departement der Beneden-Seine tot
afgevaardigde gekozen.
In het algemeen sloot hij zich in
de Kamer aan bij de gomatigde
Republikeinen. Vooral in de koloniale
aangelegenheden werd hij als een
specialiteit beschouwd.
In bet tweede ministerie-Dupuy
(Mei 1894Januari 1895) was hij
minister van marine, terwijl hij den
17 Januari 1895 tot president der
Fransche republiek werd verkozen.
Bij eerste stemming kreeg Brisson
338 stemmen, Faure 244 en de wel
bekende senator Waldeck-Rousseau
184. Doch toen de laatste zich ten
gunste van Faure lerugtrbk werd
Brisson geslagen en Faure met 430
stemmen terwijl Brisson er 361 kreeg,
tot president van de Fransche repu
bliek geproclameerd.
Vier jaren heeft Faure deze hooge
positie bekleed en hoewel bij niet
zoo geliefd was als zijn door moor
denaarshand om het leven gebrachten
voorganger Sadi Carnot, mocht hij
zich toch in de achting van en een
vrij groote mate van populariteit bij
het Fransche voik verheugen, het
geen hij mede voor een deel te dan
ken had aan het bezoek in 1896 van
den Tsaar aan Parijs en het tegen
bezoek dat Faure den Tsaar later te
Petersburg bracht.
Gelijk wij boven meedeelen was
Felix Faure de zoon van een koopman
en vóór hij aan de Staatkunde deed,
wijdde hij zich aan den lederhandel;
het handwerk zelf, het leerlooien,
leerde hij in een groote looierij te
Amboise. Ofschoon zijn vader hem
een vrij groot vermogen had nagelalen
2) Naar bet Engelseb.
Wij namen plaats en ik liet wijn brengen.
Hij laebte goedkeurend, klopte zijn pijp uit,
duwde zijn muts nog meer naar achter, en
begon daarop in zuiver Ierscb de geschiedenis
van den ouden Jobn, meê te deelen, welke ik
zoo getrouw mogelijk zal meêgeven.
«Ik ben Rob Wilson, kapitein van de «Elize,»
en kruis sinds 30 jaren op bet Micbigan-meer.
Gezaagd bout, sir niets dan gezaagd bout sinds,
30 jaren; daar komt daarboven geen eind
aan. Half Chicago beb ik op m'n «Elize»
bierheen gebracht, 't Is een kranig schip, maar
op het oogenblik ligt het als een zieke zeehond
op de werf, en ik beb een paar weken vrijaf.
Het meer, ja! De zeelui te New-York zien
er met minachting op neêr, doch laten ze er
de proef maar eens van nemen, als de Noord
wester opspeelt, maar 't is waar, je wensebt
bet een en ander omtrent John, en niet omtrent
mezelf te vernemen.
«John dan ik ken hem reeds even lang
als bet meer is een oud pioneer, strikken-
zetter en jager; één van die lui, van wiemen
niet weet, waar ze eigenlijk vandaan gekomen
zijn, of wie hunne ouders waren. Hij woonde
reeds in de streek ten tijde dat bet bier nog
een moeras was. In den grooten oorlog vocht
bij onder Sheridan, werd gewond, en kwam
eenigen tijd later bier weêr boven water. Aan
werken bad hij een broertje dood. De jacht
en de oorlog op de grenzen tegen de rood
huiden gaven hem, gelijk zoovelen, in den
aanvang brood. Maar toen deze stad zich schier
bij den dag uitbreidde, de jacht daardoor
gaandeweg minder werd, en de oorlog met het
roode gespuis ophield, zat m'n goeie John
zonder brood. Wat zou hij beginnen? Dieper
het Westen intrekken? Wat zou het baten?
Binnen een paar jaren zou het dddr weer
dezelfde geschiedenis zijngeen wildernis be
schutte meer tegen de landverhuizing
«Nood leert biddenZwermen van eenden
trekken 's avonds over de stad. Haar luid ge
kwek was toen ter tijd de eenige muziek, welke
in Chicago werd gehoord; het vleesch was er
hoog in prijs; het wild werd voortdurend
schaarscher. Op zekeren dag nam John z'n
geweer en ging naar het moeras. Hij heeft
me later dikwijls verteld, hoe hij, als oud
pionier en jager, zich in den aanvang schaamde,
dat hij zich met dat eendengebroed, waarom
hij zich z'n leven lang nooit bekommerd had,
moest afgeven. Maar hij maakte er goeie zaken
meêde waar was gewild en werd op de markt
rijk betaald; drie tot vier dollars daags kon
hij gemakkelijk verdienen. En, wat vooral den
doorslag gaf, het moeras is ook een wildernis
een water en rietwildernis, welke elke land
verhuizing trotseert. Het beviel hem er goed
jn. Hij leerde het dagelijks beter kennen, de
gevaren en voordeelen ervan. De concurrentie
was geringmen had in de stad wel wat beters
te doen. In de prairie en in het woud is de
jager zonder paard een hulpeloos kind. John
zag spoedig in, dat het in het moeras volmaakt
hetzelfde is. Het moeraspaard kon evenwel
niets anders zijn, dan een schip, en wel een
zeer bijzonder schip, gelijk de prairie een bij
zonder paard vereischtgedwee en gemakkelijk
te sturen een Indiaansehe canot, dat was het
ware.
«Nu leerde hij eerst recht het moeras kennen,
zijne ontelbare zich verward kruisende water
wegen, zijne meertjes, zijne ondoordringbare
rietwouden met hunnen rijkdom van waterwild.
Hij kreeg het voordurend meer lief, en kon
er ten slotte niet meer van scheiden. «Bouwt
maar toe! Woedt de gansche prairie om,
dit hier is mijn jachtgebied; dit zal mij niemand
betwisten, het voedt zijn meester!" Dikwijls
keerde hij 's avonds niet huiswaartsmaar de
nachten zijn vochtig en koud op het water.
Een woning in het moeras, dat zou eerst het
ware zijn. Een vaartuig, dat uit de liooger
gelegen meeren kwam, leed haverij en moest
onttakeld worden. De eigenaar gebruikte den
romp als kolenmagazijn. John onderhandelde
met hem en werd kooper. Men boegseerde
het schip, over het meer, langs de Calumet
rivier naar het moeras, wddr John er reeds
een geschikt plaatsje voor had uitgezocht. De
romp was ruim en nog altijd waterdicht, en
schonk hem zoo, toen hij was schoongemaakt
en uitgerookt, een geschikte woning. Men
noemde hem John's hulk. Toen er wat al te
veel nieuwsgierigen naar het vaartuig kwamen
roeien, om den zonderling te zien, lichtte hij
op zekeren dag het anker en verhaalde zijn
woning naar een hem alleen bekenden plas
diep in het moeras, en niemand zag haar meer.
Alleen het knallen van zijn buks hoorde men
eiken morgen en eiken avond, en tweemaal
per week kwam hij met zijn wild op de markt,
en kocht dan voor de opbrengst ervan ammu
nitie en levensmiddelen voor de volgende dagen.
Het was en bleef een zeer winstgevende zaak,
maar het loven en bieden op de markt beviel
hem niet, evenmin als het spotten met zijn
woning in het moeras. Bovendien was het hem
op den duur veel te eenzaam op de hulkom
kort te gaan, hij keek uit naar een vrouw, en
weldra vond hij er een, die, trots alle gelach,
met hem naar het moeras trok; en wel een
jonge, knappe vrouw, een mesties haar
moeder stamde af van een opperhoofd der
Irokeezen, en haar vader was soldaat.
Wordt vervolgd.)