GEMENGD MEUWS. In het laatst van April 1899 zal een vergelijkend onderzoek plaais hebben van adspiranten voor de be trekking van klerk der posterijen en telegraphie, om naar mate van de behoefte te worden benoemd. Aan die betrekking is verbonden eene jaarwedde van f 400, welke tot f 1200, resp. f 1500, kan klimmen. Dit laatste alleen voor hen, die bij de examina in de beide dienstvakken blijk geven daarmede voldoend ver trouwd te zijn. In dit geval ge schieden ook de verhoogingen van jaarwedde naar een gunstiger maat staf dan voor hen, die deze examina niet of met onvoldoenden uitslag afleggen. Dr. Louis A. Bahler, predikant te Schiermonnikoog, wil een contra manifestatie in het leven roepen tegenover de beweging van den Ne- derlandschen Vrouwenbond ter Inter nationale Ontwapening. Ter onder teekening is een verklaring van mannen en vrouwen door het geheele land verspreid, gericht aan genoemden Vrouwenbond, luidende: »Ondergeteekenden, betreurende de karakterloosheid, die spreekt uit uw manifest, hetwelk oorlog afkeurt en weerbaarheid aanprijst; van meening, dat diplomatiek geconfereer op den grondslag van nationaal eigenbelang nimmer tot een heilrijk resultaat kan leiden, en dat van de regeeringen omdat zij regeeringen zijn geen radicale uitkomst te verwachten is, overtuigd van de noodzakelijkheid om daartegenover te stellen de uiting van hun absoluten afkeer van alles wat met militairisme defensief en offensief in eenig verband staat; verklaren geen deel te nemen aan iets dat oorlog en krijgsdienst op eenigerlei wijze verdedigt, vergoelijkt of bestendigt." Dinsdag overleed in ruim 72 jarigen ouderdom op het welbekende kasteel „Middachten," b\j de Steeg, mevrouw Caroline Machteld Emma Charlotte Christine Louise Gravin van Waldeck en Pyrmont, Douarière van den in En gelschen dienst geweest zijnden generaal- majoor K. A. F. Bentinck. De overledene was een nicht van H M. de Koningin Moeder en werd te Berg- heira, in Waldeck, geboren. Zy was de laatste weken af en toe lijdende. Ernstig ongesteld was ze slechts een paar dagen. Weinig Gravinnen zijn zeker by een zeer groot deel van ons volk zoo goed bekend als de Gravin Bentinck het was, voornamelijk doordien ze bij herhaling haar schoone bosschen bereidwillig afstond tot het houden van zendingsfeesten en zangersfeesten. Door velen zal haar heengaan worden betreurd. Menigeen vond „onder de vleugelen van „Middachten"" nog al eens een toevlucht en wie geregeld aan dit kasteel verbonden zyn of waren, kunnen niet anders dan de voorkomendheid van de overledene roemen. Onmiddellijk na het overlijden werd de vlag op bet kasteel halfstok geheschen. Het stoffelijk overschot zal te EUecom worden bijgezet. PLAATSELIJKE BERICHTEN. In eene vergadering van het Kies college der Ned. Hervormde gemeente werd, ter voorziening in de vacature- Mansvelt, het volgende zestal opge maakt; ds. R. Jaarsma, te Balk; ds. D. Van Krevelen, te Beekbergen ds. C. J. van Paassen, te Meppel; ds. N. M. de Ligt, te Middelburg; ds. D. P. Brans, te Soesten ds. W. A. Keers te 's Heer-Arendskerke. Hierna werd het drietal gekozen als volgt: ds. Jaarsma, ds. Keers, en Ds. De Ligt. De benoeming geschiedt 17 dezer. In het afgeloopen jaar werden hier uitgereikt 244 arbeidskaaiten. Op ultimo December 1898 waren hier werkzaam in 162 fabrieken of werk plaatsen, 234 jongens en 89 meisjes van 12 tot 16 jaar en 181 vrouwen boven de 16 jaar. Tegen 5 personen werd ter zake van overtreding der Arbeidswet in dat jaar proces-verbaal opgemaakt. Bij het te Utrecht gehouden examen Nuttige handwerken zijn o. a. geslaagd de dames: G. A. Berendsen, C. J. M. Bergmans en B. R. Buis- manhallen van het Pensonaat der Eerw. Zusters O. L. Vr., hier. Begin Februari 11. werd in een ingezonden stuk in het Algemeen Handelsbladdoor de heer J. R. H. de Jong te Brussel betoogd, dat de vlag, die de Nederlandsche natie thans voert niet de historisch juiste is en wordt door hem aangedrongen het Rood door de Oranjekleur te vervan gen. Na hierop in het kort door zekeren mijnheer B. te zijn beant woord lezen wij in het Handelsblad van 2 Maart j.l. het navolgende inge zonden stuk daaromtrent van den heer S. J. van Duinen, hetwelk wij daar het van de hand van een stad genoot is hier in zijn geheel laten volgen. De Nederlandsche vlag. Onder bovenstaand opschrift komt in het avondblad van het Hdblad. van 19 Februari jl., (2e blad) eene beschouwing voor over de Ne derlandsche vlag in verband met de «Prinsen- vlag", waarbij de geachte inzender niet instemt met de beschouwing van den heer J. R. H. de Jong uit Brussel, voorkomende in het No. dezer courant van 5 Februari jl., 3e blad. In het opstel, geteekend B, komen eenige woorden voor die wel wat meer opvallend ge plaatst hadden mogen worden, omdat 2ij de kern van het betoog vormen en daardoor de stelling van den heer De J., als zouden de kleuren der «Prinsenvlag" historisch oranje, wit en blauw zijn, onhoudbaar wordt. De woorden bovenbedoeld zijn en juist dewijl deze (nl. het rood-wit- blauw; Dies couleurs de Mons le prince d'Orange" warenenz." Hier is de oplossing. De huiskleuren van den Prins van Oranje waren rood, wit en blauw, en deze kleuren vormden de «Prinsenvlag." De studie van den heer Brand, in bedoeld opstel aangehaald, geeft zeer duidelijk hel on derscheid tusschen de Prinsenvlag, de Oranje vlag en de Statenvlag. Of de huiskleuren van Prins Willem I echter ontleend zijn aan de wapenfiguur van Oranje? Zou een, toen reeds zoo oud, zoo bekend en beroemd geslacht als dat der Nassau's, en welks blazoen de prins in zijn geslachtswapen als eerste kwartier voerde, hiervan geheel buiten gesloten zyn? Heel aannemelijk is dit niet, te meer wijl we bij nadere beschouwing van dat wapen de huis kleuren kunnen aanwijzen uit eene vereeniging van de wapens van Oranje en Nassau. Prins Willem I voerde op zijn wapen drie helmen met hunne versierselen (helmteekens en helmkleeden) behoorende bij de wapens van Oranje, Nassau en Katzenelnbogen. 1. De kleur der helmkleeden van Oranje zijn Rood buiten, geel binnen. (De kleuren der velden van het middenschild ch.tlons en oranje). Rood heeft hier den voorrang. De roode baan der vlag. 2. Het helmteeken van de Ottonische linie van de graven van Nassau (waaruit ons Vor stenhuis afstamt) bestaat uit een zwarte vlucht, dragende een zilveren balk, beladen met drie groene lindeblaren. (De oudere tak der Nas sau's, de Walramsche linie, voerde toen en voert nog een zittenden leeuw tusschen twee olifantstrornpen). In den zilveren balk vinden we de witte baan der vlag. 3. De helmkleeden behoorende bij bovenge noemd helmteeken zijn gekleurd: Blauw bui ten, geel binnen. Hier heeft het blauw den voorrang en vinden we dit terug in de 3e vlaggebaan. Zoo hebben we rood-wit-blauw door de ver eeniging der wapens van Oranje en Nassau. Ten slotte nog eene bemerking. Wij Neder landers vlaggen over het algemeen niet goed. De kleur der blauwe baan is haast altijd te donker. Mij is wel eens gezegd, dat Nassausch blauw donker is. Ik geel dit toe, maar daarmee wordt eene tint van eene blauwe kleur aange geven (evenals Parijsch groen, Friesch groen, Spaansch groen, Bremergroen, enz. alleen be paalde tinten in de groene kleur aanwijzen) wat nog niet bewijst dat het blauw onzer vlag, hoewel afkomstig van het wapen van Nassau, Nassausch blauw moet zijn. In eene vlag kan alleen sprake wezen van wapenkleuren, en dan moet hier het blauw in kleurenpracht gelijk staan met het rood. De oud-Holland.sche benaming azuur duidt ook eene bepaalde blauwe kleur aan. Met de inhul digingsfeesten hebben we te Amsterdam op de Heerengracht de juiste kleur van het blauw kunnen zien in de banen der banieren en vlag gen die boven het water in keurige orde waren gerangschikt. Ik heb in dit opstel voor de wapenkleuren de namen rood, wit, blauw,geel, enz. gebezigd, voor het gemakkelijker begrip van hen, die met wapenkunde niet bekend zijn. Hoe groot voorstander ik ook ben van 't ver mijden van vreemde woorden, is 't in de heral diek beter ter aanduiding der eigenlijke kleuren te spreken van keel, sabel, azuur en sinopel, omdat daarmede een bepaalde kleurtint wordt aangegeven, nog te meer wijl hel oud-Hollandsche namen zijn. Dank zij den heer Rietstap, kunnen we ons overigens in den wapenkunde van zuiver Nederlandsche namen bedienen. Amersfoort. S. J. VAN DUINEN. Naar wij nader vernemen zal Mr. P. J. Troelstra a.s. Zaterdagavond in de groote zaal van «Amicitia" het onderwerp »De Sociaal Democraten in de 2e Kamer" behandelen. Van 24 tot 27 Juni zullen te Apeldoorn Nationale Kegelwedstrijden worden gehouden, bestaande in Corps-, Personeele-, en Vrije baan-wedstrijden in een speciaal daarvoor ingelicht gebouw met tien nieuw aan te leggen banen. Voor dezen wedstrijd zijn reeds verschillende gouden, verguld zilveren en zilveren medailles door coporaliën en particulieren toegezegd. Uit onze gemeente zal o.a. door de club «Acht om den Koning" worden medegedongen. Bij de Zaterdag in de Concert zaal van liet Café »de Arendge houden ondeilinge schietwedstrijd, uitgeschreven door de plaatselijke afdeeling van den Nederlandschen Schutterij Kaderbond werden in A. Wedstrijd voor de leden prijzen be haald door: le prijs sergeant-majoor G. Muijs, met 332 punten. 2e prijs sergeant majoor J. D. Lammerts van Bueren, 330 punten. 3e prijs serg.-majoor J. W. van Achterbergli, 322 punten. 4e prijs Adjud.-Onderofficier H. van Gelder, 316 punten. 5e prijs Oud Lid S. H. Massa, 310 punten. 6e prijs Oud Lid VV. B. Smit, 306 pun ten. 7e prijs Oud Lid A. 11 Hout zager, 290 punten 8e prijs sergeant Tb. J. Welling, 266 punten 9e prijs Oud Lid Tb. van Hamersveld, 201'/i punten. 10 prijs serg. majoor J. A. Gijsbertsen, 243 punten. 11e prijs sergeant M. D. Reems, 205 punten. 12e prijs Fourier II. Verhei), 136 punten. Rozenprijs sergeant-majoor G. Muys. In B. Wedstrijd voor HH. Officieren en Donateurs: le prijs le luitenant-adjudant J. Busquet, 92 punten 2e prijs kapitein C. H. M. Lüngen, 92 punten. 3e prijs Donateur W. F. A. Groenhuizen, 90 punten. De kunstavond ten bate der Vereeniging «Liefdadigheid" gisteren avond in «Amicitia" gegeven, is wat de uitvoering betreft een beslist succes geweest. Jammer maar dat een niet talrijker publiek de uitvoering bij woonde. I)e verschillende nummers afzonderlijk 'bespreken willen wij niet. Kritiek toch is hier geheel misplaatst, liever brengen wij aan allen, die van hunne goede gaven ons liet beste ie genieten gaven een woord van dank voor hetgeen zij voor «Liefdadigheid" deden en bet genot dat zij ons tege- lijkei tijd boden. Ook de allerliefste (pardon wij zouden niet kritiseeren) bloemenmeisjes, die zeker niet weinig hebben bijgedragen tot stijving dei- kas van de vereeniging mogen wij een wooul van hulde en dank niet onthouden. Teiwijl wij dit schrijven is de netto opbrengst der uitvoering nog niet bekend Wij hopen die in ons volgend nummer te kunnen inededeelen. Gisterenmiddag had liet 7-jarige zoontje van W. in de Krommestraat, bet ongeluk al spelende met een bal. in bet Havik te vallen. De letterzetter EL van Mourik, het ongeval ziende mocht liet gelukken het knaapje op het drooge te brengen, zoodat het met den schrik en een nat pak vrij kwam. Bij de gisteren gehouden aan besteding van eene stoomwasscheiij voor de Mej. Wed. Kerkholï onder helleer van den aicbitect II. Ph. Eys- vogel werd ingeschreven door J. E. Haanappel uit Nijmegen voor f0140, Ph. li. Jansen uit Rumpt voor f 6150. G. J. Kiintz voor f 6460, en G. Wassink voor f 0548. Het grondweik en schilderen is onder deze aannemingsom niet be grepen. Na lal van mislukte proef nemingen om het teirein te midden der infanterie Kazernes voldoende met gras begroeid te krijgen, ten einde als exercitie-terrein te kunnen worden gebruikt, is nu eindelijk door liet ministerie van Oorlog besloten, liet le doen afgraven en na het opbrengen van zwarte aarde, onder toepassing van Kunstmest, nogmaals te bezaaien Bij de gisteren hiervoor gehouden aanbesteding was de heer Eysvogel uit Rumpt de minste inschrijver voor f 3557. Voorts werd nog ingeschreven door: Cras te Utrecht voor f4125. J. v. d. Rerg Amersfoort 4010. Kortbeek 3950. W. Luipen Weesp 3948. T. W. Bonte Amersfoort 3865. Hoe sommige artikelen ontstaan. Het is liaast ongelooflijk, dat een horloge, voor een gedeelte in Zwit serland en voor een ander gedeelte in Duitschland gemaakt, in Engeland veel goedkooper is dan in de beide andere landen. Dit is werkelijk het geval met een aan de overzijde van liet kanaal zeer gewild wekkeruurwerk, dat in plaats van bet verschrikkelijk geraas, dat de meeste voortbrengen, evenals een speeldoos een aardige melodie laat Iiooren, die zoolang voortduurt tot men opstaat en liet uurwerk wegzet. De Brit koopt zulk een uurwerk voor 7 shilling 6 pence (f4,50), terwijl de Duitschei er 10 mark 50 pf. (f0,30) voor betaalt en de Zwitser het daar nog niet eens voor krijgt, hoewel zijn land de be langrijkste binnendeelen daarvoor levert In Amerika zijn de muzikale wekkers zelfs nog veel duurder dan in China, waar duizenden exemplaren gebruikt worden. De tegenwoordig veel in de mode ge komen dames-portemonnaie's van le der met zilveren ornamenten, hebben meestal veel meer van de wereld ge zien dan hare bezitsteis. Het zilver voor de versieringen komt grooten- deels uit Amerika en wordt in Duitsch land verwerkt. Van hier gaat het naar Engeland waar het met het zoogenaamde «hallmark", den stem pel van het goudsmidsgildo voorzien wordt. Nu worden de sierlijke figu ren weer naar Duitschland terugge zonden en op de in Frankrijk ot Nederland gemaakte portemonnaie's, waarvan het materiaal weer uit Bra zilië of Argentinië komt, vastgehecht. Eerst dan worden zij naar alle wind streken verzonden, om eindelijk in den handel te komen. Merkwaardig is het te vernemen, op welk een eigenaardige wijze de koopers dikwijls bedrogen worden. Verreweg het grootste aantal der met allerlei schoone namen aangeduide uit China, Indië, en Japan «geïmpor teerde" zijden stoflen, zijn niets dan een heel goedkoop Duitsch fabukaat, dat over Engeland naar Indië gezon den wordt, waar het met phantasti- sche figuren bedrukt en dan terstond naar Londen teruggestuurd wordt. Vandaar wordt het weer in Duitsch land als «echt" Oostersch produkt (hoewel veel te duur) verkocht. Nog eigenaardiger is de handelwijze van een fabrikant in edelsteenen te Birmingham. Deze goede man moet een oneindig aantal «robijnen" uit geverfd glas maken, die dan naar Ceylon worden gebracht, waar zij door inboorlingen in liet zand worden be graven, om ze bij de eerste de beste gelegenheid voor de oogen van den niets kwaad vermoedenden opzichter weder te voorschijn te brengen. Sabhathsrust. In liet Duitsche Vorstendom SchwarzburgSondersliausen geldt nog altijd een «Sabbatli-besluit" van 1742, waarin wordt bepaald: «Alle kegel-, dobbelsteen-, kaart- en andere dergelijke spelen, schijfschieten, ge zellige gelagen in herbergen en drank huizen zijn op Zon- en feestdagen geheel verboden. Op die dagen mogen ook geen bruiloften en bij 't doopen van kinderen geen maaltijden gehouden wordenaan de peetouders mogen, op plaatsen waar tot dusver maal tijden gebruikelijk waren, enkel een stuk koek en een dronk totopvroolijking worden voorgezet en zij beliooren zich bijtijds weer huiswaarts te be geven, al les op een boete van 2 florijnen." Er is thans in 't landje een adres beweging tot afschaffing van dit voor vaderlijk besluit op touw gezet. Wederom heeft een ernstige scheepsramp plaats gevonden en wederom was liet de kapitein van een Duitsch schip, der stoomboot «Viking", die daarbij heldendaden verrichte, terwijl hij met gevaar van zijn eigen vaartuig, de passagiers van het vreemde, door den ondergang bedreigde, op het zijne redde, schrijft een Duitsch blad. Het handelde zich hier om de stoomboot «Labrador" der Dorninion-lijn, van Halifax naar Liverpool onderweg en die tengevolge van den dikken nevel op de Mc Kensie rotsen vier mijlen van den Skeiry- inore-lichttoren was gestooten. Het was Donderdagmorgen 7 uur toen de meeste passagiers nog te bed lagen, toen liet ongeluk gebeurde. Een vreeselijke paniek brak onderdo vrouwen en kinderen uit, en slechts aan het bewonderingswaaidig kalm optreden van kapitein Ersknie en zijne manschappen is bet toe te schrijven, dat ernstiger ongelukken voorkomen werden. Het mocht gelukken acht booten vlot te maken en allen ver lieten het ten ondergang gedoemde schip. De post, zoowel als de lading en de pakkage der passagiers, rnoest aan de golven overgelaten worden, daar het schip verrassend snel zonk. Na een drie uren lang ronddrijven ontmoetten de booten het Duitsche schip «Viking", naar Noorwegen onderweg Aan den moed en de vol harding van den dapperen kapitein en zijne matrozen, mocht liet gelukken de inzittenden van zeven booten, ondanks de hooge zee, welbeliouden aan boord te brengen. De achtste boot met 12 inzittenden bereikte gelukkig den lichttoren van Skerry- more. De door de Viking opgenomenen werden in Tobermory aan land gezet. Onder de geredden bevond zich ook ile door de Philippinos naar Amerika gezondene gedelegeerde Agonzilio, die bij het uitbreken der vijandelijkheden tusschen Aguinaldo en de Amerikanen naar Kanada vlood. Een Engelsche reiziger, de lieer K. Pfeifler, werd onlang bij een butsing op den Great Western Railway ver wond. Volgens geruchten, werd liern deswege eene schadevergoeding van f 30.000 toegekend Dit is een zeer aardig sommetje. De ongeluksmensch was echter in liet jaar '92 op de Midland Railway ook het slachtoffer oener spoorweg-katastrophe, die hem een schadevergoeding van f21000 opbracht; f30.000 plus f 21.000 maakt te samen f51 000 in zeven jaren, wat een jaarlijks inkomen van meer dan f 7200 verschaft. Men moet maar ongelukkig zijn! Een «Luiertje. De Homo Market-Club te Roston zal eerstdaags den president der Verecnigde Staten Mc. Kinley een dineetje van niet minder dan 2004 couverts aanbieden. Bij die gelegen heid zullen 250 kellners bedienen. Twintig personen zijn geëngageerd om de wijnllesschen te ontkurken en 40 vrouwen om de vaten te wasscben. De tafellakens zullen gezamenlijk een lengte van achthonderd yards hebben en de tafels, zoo ze in een i ij werden opgesteld, zouden een lengte hebben van een halve mijl. De prijs per couvert bedraagt niet meer dan 3 dollars. Uit Amsterdam schrijft men Het is nog niet algemeen bekend, dat liet herkenningsteeken der Dreylusards een voorwerpje van Nederlandscli maak sel is. De dochters van den heer Yves Guyot ontdekten tijdens haar verblijf te Amster dam, eenige maanden geleden, bij een der goudsmids in de Kalverstraat een klein gouden medaillon, bestemd om aan horlogeketting of armband gedragen te worden, met de woorden „J'accuse" buitenop en een miniatuur-portret van Emile Zola bevattend. Het kleinood beviel zóó, dat de lieer Guyot er een aan mevrouw Zola ten geschenke wilde zenden, welke eer echter de Amsterdamsclie goudsmid voor zicli- zelven behield. Mevrouw Zola was ten hoogste ingenomen met liet sieraadje en wilde er aanstonds méér hebben om aan hare vrienden en vriendinnen, die haar in de moeilijke dagen ter zijde gestaan hadden, ter herinnering te geven Sedert is liet medaillon te Parijs het herken ningsteeken der Dreylusards geworden. De goudsmid hpett al aan honderden aanvragen moeten voldoen. Mevrouw Zola noemt het in een barer vriendelijke brieven „le signe de rallieraent des Dreyfusards." Niettegenstaande de ontzaglijke kosten, die aan den invoer van vee in België verhonden zijn, hlfiven de Bel gische veehandelaars het Hollandsclie vee toch hegeeren. Men kan gerust rekenen, dat ieder stuk vee, h v. op de Noord- Ilollandsclie of Friesche markt gekocht, den eigenaar op 75 gulden extra komt, alvorens hy het vee op zijn bestemming heeft Het wordt hieruit duidelijk, dat de Belgen het Hollandsclie vee niet kun nen missen, want als men de kosten van vervoer, inkomende rpchten en quaran taine, om nog niet te spreken van risico, kosten van reizen en logeeren van den koopman hij eikaar neeint, vraagt men zicli af, hoe kan men dien moeilijken handel nog blijven volhouden -Bij hot en rechtbank te 's Herto- genhosch zijn op dit oogenhlik niet min der dan tien gevallen van moord of mishandeling met doodelyken afloop aan- hangig. De Asser Ct. deelt de volgende schandelijke feiten mede, die er toe geleid hebben, dat een G8 jarig arbeider, wonen de in een der gemeenten in het midden dpr provincie Drenthe, een einde aan zijn leven maakte. De oude man stond algemeen bekend als een vlijtig en trouw arbeider. Nage noeg acht-en-dertig jaren lang is hy onatgebroken in dienst geweest by een geacht ingezetene aldaar, tot hy eindelijk te oud werd en bij een stokje moest loopen. Toen begon zijn ljjden, mag men wel zeggen, want zyne vrouw, zyn zoon en diens echtgenoote, met wie hy dage lijks moest verkeeren, verstootten hem op allerschandelijkste wijze. Hem werd als 't ware geen plaatsje meer gegund in den kuiseljjken kring, ja, ternauwer nood verstrekten zy hem het noodigein zyn levensonderhoud. De man was er over en dat wist hy wel. Menigmaal had hy dan ook aan buren en vrienden te kennen gegeven, dat hy naar den dood verlangde. Maandagmiddag ging hy van huis, zeggende niet terug te zullen komen en hy kwam niet meer terug. Op een wal, in de nabijheid van zyne woning, maakte hy, door zich op te hangen aan een denneboompje, een einde aan zyn welbesteed, arbeidzaam leven. Naamloos lijden, hem aangedaan door zyn naaste bloedverwanten, wier trouwe kostwinner hij al zyn leven is geweest, bracht hem er toe de handen aan zichzelt te slaan.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 2