NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. m 11 FEUILLETON- BUITENLAND. No. 31. Woensdag 19 April 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BINNENLAND. HET (iËIIEU VAN HE ROME KM. Amersfoortsche Courant 1 L.-.'vi T ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENT1ËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Een brief van Dreyfus. De Eclair bevat nu ook het rapport van den heer Deniel, opper-cipier op het Duivelseiland, uitgebracht aan den minister van koloniën. Daarin is ook afgedrukt een brief van Dreyfus, den 25 Nov j.l. gericht aan den gou verneur van Cayenne waarin een geheel nieuwe zaak wordt opgeworpen. De brief luidt als volgt «Mijnheer de gouverneur. Bij den eersten krijgsraad had ik den heer Casimir Perier, president der Repu bliek, verzocht om openbaarheid van het debat. Nadat hij mij mijn woord had doen geven dat ik mij aan zekere hoogst natuurlijke en hoogst wettige voorwaarden zou onderwerpen, liet de president der Bepubliek mij door tusschenkomst van mr. Demange welen, dat hij vertrouwen stelde in mijn woord, en dat hij de openbaar heid van het debat vroeg. Zij werd echter niet toegestaan. Om welke reden Ik weet het niet. Het woord dat ik gegeven heb aan den heer Casimir Perier heb ik gehouden. Bovendien, had ik het niet gegeven, dan zou nog mijn geweten als een eerlijk soldaat en trouw aan mijn vaderland, mij op dezelfde wijze mijn gedrag stipt hebben voorgeschreven. Niet alleen heb ik gezwegen na en sedert mijne veroordeeling, maar ik heb elke mededeeling van mijn dos sier geweigerd, in handen van mr. Demange alle elementen van verde diging die ik zeer volledig en zeer nauwkeurig had samengesteld, achter latend; dit alles was slechts mijn absolute plicht. Alfred Dreyfus 1" Wat beteekent die brief? Er is een eenvoudige oplossing, meent de Parijsche correspondent van het Hdbl. nl. dat Dreyfus zich verbonden had bij het verhoor in het openbaar, en bij het pleidooi, noch de namen der militaire attachés, noch die van het land aan hetwelk hij verraden zou hebben, te noemen, zoodat geen diplo matiek incident uit liet openbaar noemen van Duitschland zou kunnen voortvloeien. Geheel wordt echter de brief daardoor niet opgehelderd, be paaldelijk niet hoe Casimir Perier in dezen tussehenbeide is gekomen. De tijdingen van de Filippijnen vloeien tegenwoordig schaarsch. Om trent gevechten tusschen Amerikanen en Filippinos verneemt men niets. Daarentegen wordt uit Madrid ge seind, dat generaal Rios bij den com mandant van de Filippinos nog eens aangedrongen heeft op vrijlating van de Spaansche krijgsgevangenen. Hij stelt hem voor, die gevangenen uit te wisselen tegen 1000 Filippinos die zich in Amerikaansche krijgsge vangenschap bevinden, en door Otis ter beschikking van Rios gesteld zijn. Weigert de Filippijnsche comman dant, dan verzoekt Rios, die beslis sing openbaar te maken, opdat de beschaafde wereld over de houding van de Filippinos oordeele. Do correspondent der New York Herald seint uit Manilla aan zijn blad, dat de Amerikanen alle op de Filippijnen veroverde steden weer moeten verlaten, daar een bezetting te \eel troepen zou eischen. Veel hebben de Yankees dus nog niet gewonnen. Z. M. Willem III was bescherm heer van het Kon. Mil. Invalidenhuis Bronbeek te Arnhem. H. M. de Koningin heeft zich bereid verklaard, als beschermvrouw van Bronbeek op te treden. H. M. heeft dit den luit.- generaal K. van der Heijden, kom- mandant der stichting, op de audiëntie van 13 dezer, meegedeeld. H. M. de Koningin heeft verder aanvaard het besehermvrouwschap van de Kon. Vereeniging van gepen- sionneerde officieren van het Neder- landsche leger en van de vereeniging Nationaal Fonds tot ondersteuning van de nagelaten betrekkingen van in Ned.-Indië gevallen militairen. Te Zeist is dezer dagen opgericht de Naamlooze Vennootschap «Zeister Machinefabriek" ten doel hebbende de vervaardiging van alle soorten stoom- en electrische werktuigen en meer speciaal de fabricage van een nieuw systeem roteerende Stoommachine, patent Bruynis Van Ginkel, waarvan iiet eigendomsrecht bereids sedert eenige maanden in de verschillende Staten van Europa en Amerika ver zekert is. De fabriek die voor deze tak van Industrie reeds is geïnstalleerd met de nieuwste en beste werktuigen voor metaalbeweiking, ligt in de onmid- delijke nabijheid van het Station Zeist- Driebergen en komt met eenige dagen in bedrijf. De nieuwe Stoommachine, die «Ideaal" is gedoopt, waarvan het fabrieksmerk aan het bureau van de industrieele eigendom is gedeponeerd, is inderdaad het ultimatum van een voud. Zij is geen turbine doch werkt als andere Stoommachines door de expansie der stoom, en wordt com pound triple-compound en quadruple- compound gebouwd met eene dooi den regulateur, automatisch werkende expansie inrichting, eveneens van een geheel nieuwe constructie, en kan met of zonder condensatie werken. De machine «Ideaal" is cilinder vormig waarin eene as wentelt die buiten hare beide cilinderdekseis uil- steekt aan de eene zijde op den regu lateur werkende .en aan den andere zijde eene koppeling dragende, voor aankoppehng van riemschijf of tandrad, voor overbrenging barer kracht op andere werktuigen. Daar aan de machine, die c.a. 10Ü0 omwentelingen per minuut maakt, geen krukas of vliegwiel is, geen zuiger- en connector stangen, geen stoomschuiven, geen exentrieken, geen exentriekstangen en geen ven- tilen zitten, is ook alle toezicht on- noodig. Zij loopt ongeëvenaard regel matig en is bizonder zuinig in stoomverbruik. Eene compleete compound stoom machine «Ideaal", die bij een stoom druk van 8 Atm. '12 elf, paarde- kracht ontwikkeld, weegt compleet c.a. 125 K.G. De machine die van iedere capa citeit vervaardigd en door hare een voud geen bizondere slijtage heeft, zal circa de halve prijs kosten van andere goede stoommachines van gelijken kracht. De oudste Nederlander? Te Groessen is een der oudste, zoo niet de oudste inwoner van Nederland, de heer A. Aleven, op ruim 102- jarigen leeftijd overleden. Tot op het laatste oogcnblik bleef hij in het bezit van al zijn vermogens. Ter gewone driemaandelijksche vergadering van de leden der Utrecht- sclie Provinciale Vereeniging van bur gemeesters en gemeentesecretarissen, te houden Donderdag 20 April voorm. 10'/, uur, in het Haagsche koffiehuis te Utrecht, zijn o. a. aan de orde gesteld de volgende onderwerpen Benoeming van een lid van het bestuur wegens periodieke aftreding van mr. E J. W. Loten van Doelen Grothe. Rekening en verantwoording over 1898. Is met het oog op artikel 70 der gemeentewet de burgemeester in het algemeen verantwoordelijk wat de uitvoering betreft, en is hij verplicht tot alleen uitvoering, ingeval de wet houders niet willen medewerken tot uitvoering van een raadsbesluit? Hoogwater. Het water in de Maas staat van dijk tot dijk, zoodat het vee, dat in de Uiterwaarden graasde, weer op stal gebracht moest worden. In de omstreken van 's-Hertogen- bosch is het water zoo hoog dat alle polders ondergeloopen zijn. Een Brug is door het water ondermijnd ingestort. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Gisterenmiddag vergaderde de gemeenteraad onder voorzitting van den burgemeester Mr. F. D. Graaf Schimmelpenninck. De heer Mr. Hey- ligers was volgens kennisgeving wegens ongesteldheid afwezig. Onmiddelijk na de opening verhief de voorzitter zich van zijn zetel en deelde den Raad mede, dat was ingekomen een schrijven van mevrouw de wed. Van der Want de kennis geving behelzende van het plotseling overlijden van haren echtgenoot. Na voorgesteld te hebben dit schrijven met een adres van rouwbeklag te beantwoorden, wijdde de voorzitter nog enkele waardeerende woorden aan de nagedachtenis van het ont slapen raadslid, die waar het gold de belangen der gemeente te behar tigen immer trouw op zijn post was geweest. Hierop werden de notulen dei- vorige vergadering door den Secre taris gelezen en onveranderd goed gekeurd. Als eerste punt der agenda was nu aan de drde het ontwerp-eontract betreffende verbindingssporen met de gaslabriek. Naar aanleiding van een bij het Dagl. Best. ingekomen schrijven stelt de voorzitter namens B. en W. voor dezo zaak te verdagen .tot de volgende raadsvergadering. Daarop komt aan de orde de ontwerp-verordening regelende het pensionneeren der gemeenteambte naren en bedienden. De heer Gerritsen zegt B. en W. dank voor de indiening van dit uit stekend gedacht en ineengezet stuk waardoor de toekomst vari hen die gedurende jaren hunne beste krachten aan de gemeente wijdden is verzekerd. De heer Kleber kan zich met het ontwerp niet vereenigen. De ambte- Naar het Engelsch 1) L. F. MEADE EN R. EUSTACE. Op zekeren dag in het laatst van September ontving ik den volgenden brief van mijn ad- vokaat "Mijn waarde BellHet zou mij hoogst aangenaam zijn, zoo gij het kondt schikken, dat gij morgen ochtend tegen tien uur bij mij kwaamt, om u over een geheime zaak te spreken." Op het bepaalde uur werd ik in Mr. Edg- combe's kabinet geleid. Ik bad hein sinds jaren gekend wij waren feitelijk oude vrien den, en ik schrikte thans van de uitdrukking van kwelling, om niet te zeggen van angst, welke zijn anders kalm gelaat droeg. "Jij bent juist de man, dien ik hebben moet," riep bij. "Ga zitten; ik heb je heel wat te vertellen. Er bestaat een geheim van zeer ernstigen aard, dat ik hoop dat jij voor me zult ontsluijeren. Het staat in betrekking met een buis, waarin men zegt dat bet spookt." Hij vestigde onder bet spreken zijn oogen op mijn gelaat. Ik bewaarde bet stilzwijgen, en wachtte dat bij zou voortgaan. "In de eerste plaats," hernam hij, «moet ik je verzoeken de zaak als van vertrouwelijken aard te beschouwen." "Zeker," antwoordde ik. "Je weet," ging bij voort, "dat ik dikwijls heb gelachen om je eigenaardige liefhebberij, maar bet viel me gisteren in dat de ervaringen, welke je hebt opgedaan, je wellicht in staat zouden stellen, me in deze moeielijkbeid je gewaardeerde hulp te verleenen." »Ik zal voor je doen, wat in mijn vermogen is, Edgeombe", hernam ik. Hij lag achterover, met de banden gevouwen, in zijn stoel geleund. «Het geval is in 'tkort als volgt," begon hij. "Het staat in betrekking tot de familie der Wentwortbs. De eenige zoon, Archibald, de artist is pas onder de meest buitengewone omstandigheden gestorven. Hij was, zooals je waarschijnlijk weet, één der meestbelovende aquarelschilders van de jongere school, en zijne schilderstukken droegen in de Academie van dit jaar de algemeene goedkeuring weg. Hij was de erfgenaam van de Wentworth-be- zittingen, en zijn dood heeft een complicatie van aanspraken van een lid eener zijtak der familie in het leven geroepen, die als de tegen woordige jonkheer sterft, recht beeft op bet geld. Deze man beeft bet grootste ge deelte van zijn leven in Australië doorgebracht, is er slecht aan toe, en maakt blijkbaar deel uit van een troep twistzoekers. Hij is me twee of driemaal komen bezoeken, en ik moet ronduit zeggen, dat zijn uiterlijk me niet bevalt." "Heeft bij met den dood iets uit te staan," viel ik hem in de rede. "Volstrekt niets, zooals je spoedig zult be merken. Wentworth is gewoon geweest alleen uitstapjes naar verschillende deelen van bet land te doen om schetsen te maken. Hij beeft te voet rondgereisd kleine, afgelegen boeken bezocht om onderwerpen voor zijn schilder stukken te zoeken. Hij nam nooit veel geld meê, en reisde altijd als een schijnbaar behoeftig man. Een maand geleden vertrok bij alleen op een van die toertjes. Hij bad een aardige bestelling gekregen van Barlow Co. bande laars in schilderijen in bet Strand. Hij moest zekere gedeelten van de rivier Merran schil deren, en ofschoon bij zeer zeker geen behoefte aan geld bad, scheen bij blijde een doel voor een flink toertje te voet te hebben. Hij ver liet zijne familie in goede gezondheid en op gewekt van geest, en schreef baar van tijd tot tijd, doch een week geleden kreeg zij bet bericht, dat bij plotseling was gestorven in een herberg aan de Merran. Er werd natuurlijk een onder zoek ingesteld en lijkschouwing gedaan. Dr. Miles Gorden, de practiseerende geneesheer der Wentworths werd per telegraaf ontboden en was bij de lijkschouwing tegenwoordig. Hij is bepaald verlegen met bet opgeven van de oorzaak van den dood. Het geneeskundig onder zoek bewees, dat Wentworth op dat tijdstip blijkbaar volmaakt gezond was. Er viel geen beleediging te ontdekken, op grond waarvan men tot iets anders kon besluiten, daar al de organen in goeden staat verkeerden. Evenmin viel er eenig spoor van vergift of van geweld te constateeren. De uitspraak van den coroner (gezworen lijkschouwer) was dan ook, dat Went worth stierf aan een hartkwaal, wat, zooals gij misschien weet, eensluidend is met "oorzaak onbekend." De herberg, waarin bij stierf, is zeer eenzaam gelegen en heeft den naam, dat bet er in spookt. De herbergier schijnt iemand van een slecht karakter te zijn, ofschoon er nooit iets geconstateerd is geworden, dat tegen hem getuigde. Maar een jong meisje, dat in de herberg woont, legde een getuigenis af, dat aanvankelijk iedereen onaangenaam verraste. Zij zeide bij de schouwing, dat zij Wentworth ernstig bad gewaarschuwd, in de kamer, waarin bet spookte niet te gaan slapen. Nauwelijks bad zij den coroner dit medegedeeld, of zij kreeg een epileptisch toeval en viel op den grond. Wordt vervolgd.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1