NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. VEREENISD, Mo. 42. Zaterdag 27 Mei 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG Ei\ ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Vredescoufcrciitic. Een vertegenwoordiger van Reuter's bureau in den Haag seint aan de Kö/n. Zeilungdat hij door den Amerikaanschen hoofdgedelegeenle White gemachtigd is de volgende verklaring te publiceeren. White zeide hem liet volgende: De toestand is goed. De eerste arbeid van de conferentie, de organi satie, is goed in elkaar gezet. Ik heb gegronde hoop dat een praktisch resultaat zal bereikt worden. De twijfelzucht der eerste dagen moet nu wel plaats maken voor ernstige verwachtingen, zonder dat men daar bij behoeft te overdiijven. De woor den van den Duitschen keizer hebben tot verbetering van den toestand bij gedragen. Ik geloof dat wij tot een zeker resultaat zullen komen wat aangaat arbitrage en scheidsgerecht. Zonder twijfel zal het niet mogelijk zijn de besluiten bindend te doen zijn, doch op zijn minst genomen toch wel facultatief, Ik geloof dat de mogendheden na het sluiten van de conferentie zullen zien, dat zij ter regeling van haar oneenigheden een ander middel hebben dan den oorlog. En dat is een geweldige stap voor waarts. Tevens vertrouw ik dat de oorlogswelten en oorlogsgebruiken belangrijke verbeteringen kunnen ondergaan, teneinde den oorlog men- schelijker te voeren, nl. door de be palingen op de conventie van Genève in 1864 voor den oorlog te land vastgesteld, ook van toepassing te verklaren op den zeeoorlog en door betere bescherming van den privaat eigendom in den zeeoorlog. Met betrekking tot de quaestie der ver mindering van oorlogstoerustingen, waarmee de le commissie zich zal bezig houden, kan ik niets zeggen Voorloopig kunnen wij slechts van alle aan de oide gestelde punten het beste hopen, daar de werkzaam heden nog niet zijn begonnen. De hooi'dgedelegeerde van een ande re groote mogendheid, die in zijn land een hooge positie bekleedt, welk land tengevolge van nog onlangs plaats gehad hebbende gebeurtenissen veel belang heeft hij de resultaten van de conferentie, liet zich als volgt uit: De gedelegeerden worden be- heerscht door een gevoel van zeer groote verantwoordelijkheid, die zij tegenover hun regeeringen en de openbare meening in alle landen op zich genomen hebben en die liet onmogelijk schijnt te maken, dat de conferentie uiteengaat zonder iets gedaan te liebben Wal ik sedert mijn aankomst in den Haag zag, be- bewijst mij dat elke gedelegeerde van deze verantwoordelijkheid ten diepste doordrongen is. De mensche- lijkheid, liet belang der volken en de openbaie meening maken het ons tot een gebiedende plicht voor den vrede te werken en zoo aan de socia listische beweging een geducht wapen te ontnemen. Eenstemming zijn alle gedelegeerden van meening dat er veel gedaan kan worden om den oor log menschelijker te doen voeren en door de arbitrage algemeener te maken, hem zeldzamer te doen zijn. Het schijnt echter moeilijk te wezen tot een practiscli besluit te komen aangaande het verminderen deroorlogs toerustingen men is dan ook alge meen van oordeel, dat dit punt ver achter zal staan bij de beide andere, arbitrage en scheidsgerecht, zonder dat de conferentie nu juist ten op zichte van dat punt vooringenomen is, want haar werkelijk doel is een middel te vinden om de internationale verwikkelingen zonder oorlog tot een goed eind te brengen. Een derde gedelegeerde uitte zich in denzelfden geest. Deze zeide De op de ontwapening betrekking hebbende vragen kunnen in onze oogen geen groote practische betee- kenis hebben, zelfs al ware dat ver minderen der toerustingen ook een der hoofddoeleinden van de conferen tie. De ontwapening kan niet direct door een Areopagus van Europeeselie gedelegeerden geregeld worden. De trapsgewijze, langzame ontwapening moet vari zelf komen als het natuur lijke gevolg van den vei beterden al- gerneenen toestand, van de steeds zeldzame wordende oorlogen, van het aanwenden van bruikbare, vreedza- nien middelen tot oplossing van alle moeilijkheden tussclien de mogend heden. Zoo kan dus de conferentie slechts indirect door liet verbeteren van den algemeenen toestand er toe leiden om de zaak van het langzamerhand verminderen der oorlogstoerustingen te bevorderen. De correspondent tan Reuter voegt er nog aan toe, dat deze verklarin- den algemeenen stand der opvattin gen en inzichten weergeven der ge delegeerden op het oogenhlik dat de werkzaamheden der conferentie fei telijk beginnen. Ten slotte zegt de correspondent, dat de meeste gedelegeerden over tuigd zijn dat zij bij de werkzaam heden in de verschillende commissies op talrijke moeilijkheden bij de details zullen stuiten en dat de conferentie van langen duur zal zijn. Onder reserve deelt het Vad. mee. dat het uiteengaan der conferentie tegen 20 Juni waarschijnlijk wordt geacht. De gedelegeerden zouden dan tegen een nader te bepalen da tum opnieuw worden bijeengeroepen en inmiddels in de gelegenheid zijn hun respectieve Regeeringen te raad plegen. De Haagsclie correspondent van de Times oppert twijfel aan het slagen der conferentie. Hij zegt dat zij Ne derland teleurstelt omdat de Zuid- Afrikaansehe republieken en de Paus niet uitgenoodigd zijn, en dat België niet veel voor de conferentie voelt. Ook zouden enkelen te s'Gravenliage ineenen dat de commissies te talrijk zijn om goed te kunnen werken. Een gedelegeerde moet reeds het voorstel hebben gedaan, na een maand arbeid tot 1900 uileen te gaan. Middeler wijl zou een internationale commissie aanblijven en zekere voorstellen uit werken, ten einde ze in 1900 aan de De behandeling der revisie-proce- dure-Dreyfus op Maandag 20 Mei treft samen met een aantal andere voor de Franschen belangrijke zaken, die wel aanleiding geven tot eenige bezorgdheid. In de eerste plaats begint op denzelfden dag het proces van Déroulède en Habert, die wegens hun «staatsgreep" terecht zullen staan, bij welke gelegenheid de antisemieten en de nationalisten zeker niet na zullen laten in grooten getale te manifesteeren en te trachten onge regeldheden te verwokken. Dan is gisteren generaal Gallieni, de militaire gouverneur van Mada gascar in Frankrijk teruggekeerd en te Marseille aangekomen, waar hij met geestdrift werd begroet en ten slotte en dit feit wordt met groote spanning en belangstelling verwacht arriveert majoor Marchand, de beid van Fashoda, die geheel Afrika dooi kruiste «van den Atlantischen Oceaan tot de Roode Zee" den len Juni te Parijs, waar hem een jubelende oril vangst wacht. Toebereidselen daartoe zijn reeds lang te voren gemaakt. De legercommissie uit de Kamer heeft o.a. een wetsvoorstel ingediend en gister zien aannemen, om aan al de civiele en militaire deelnemers aan de expeditie-Marchand de koloniale medalje uit te reiken met een gouden handje, waarop de woorden «Van den Atlantischen Oce aan naar de Roode Zee", terwijl de vrouwen van alle standen in Parijs zoowel als in de provincie aan Marchand bij zijn terugkeer te Parijs een gouden boek met de namen dei- schenksters zullen aanbieden. Het tijdstip is dus weder gunstig voor het Fransche volk om bij den terugkeer van deze «helden" aan zijn zucht tot legervereering uiting te ge ven en nu dit samenvalt met de behandeling van twee processen, die de hartstochten van de Franschen in hooge mate hebben opgewekt is men niet geheel gerust voor de gevolgen welke daaruit kunnen voortvloeien. De Temps doet reeds een ernstige waarschuwing hooren tegen de po gingen van de nationalisten en mon archisten om van generaal Gallieni of majoor Marchand een tweeden Boulanger te maken. Het is hun voldoende, zegtdc ThmpsdatMarchand majoor en Gallieni generaal is om zulks een poging te wagen. Zij mee- nen, dat ieder, die de uniform draagt, bereid is een coup d'état te doen zoodra de gelegenheid zich maar voor dost en men hem de middelen ver schaft. Het blad hoopt echter dat deze heide dapperen in dat opzicht even weinig succes zullen hebben als des tijds generaal Dodds, de held van Dahomey met wien de nationalisten hetzelfde voor hadden. Wij helpen dit het blad hopen. Doch vrij zeker kunnen wij ons voorbereid houden op het feit, dat het de volgende week te Parijs woelig zal zijn. Ter eere van den 80 jarigen ge boortedag van koningin Victoria is op pauselijk bevel een dienst gehou den in alle kerken te Rome. Koningin Victoria is, volgens Truth, lijdende aan achteruitgang van het gezichtsvermogen. Prof. Pagenstecker uit Wiesbaden op Windsor ontboden, heeft een spoedige operatie aange raden. De koningin wil er echter niet licht toe overgaan, doch de operatie schijnt onvermijdelijk. Te Dover kwam Woensdag een Duitsch eskader van negen kruisers aan De schepen pavoiseerden ter eere van den verjaardag der Konin gin. eene vertelling VAN 2 PIERRE RULKENS. Tot nog voor weinige weken had het rneer- endeel der vreedzame bewoners zelf geen flauw besef van wat hen thans wachtte. Alleen de meer ontwikkelden hadden wel be grepen dat het niet pluis was aan den hemel der politiek. AVie in die dagen met aandacht de bladen volgde, zag maar al te duidelijk dat het den machtigen nabuur om dit klein doch voor zijn mr ht belangrijk, land te doen was. Meer malen reeds waren er tusschen de regeeringen 4er heide staten onaangenaam heden voorge vallen, kwesties gerezen, die dan meestal ten ëu£ste van den forschen reus waren bijgelegd. Hij, die met helderen blik de toeleg tot en e opkomst der incidenten wist na te gaan en dieper doordrong dan tot de oppervlakte er feiten, zou hebben gezien dat men aan de an ^er Srenzen °°k de kunst verstond geschillen te scheppen wanneer deze somwijlen niet de vrucht der omstandigheden mochten zijn. Duidelijk was dit te zien in den laatsten twistappel, waarover nu de gemoederen en nog meer de pennen in beweging waren. De diplomaten hadden geene overeenkomst kunnen verkrijgen. De geest van het machtige volk ademde oorlog. Men wilde strijd. Het reeds lang beoogde doel was nu bereikt. Het nijvre vreedzame volk zou bukken voor de macht van het geweld. Telegrammen hadden de landzaten wakker geschud, berichten hadden met de snelheid des bliksems den lande gemeld dat er reeds vij andelijke Legers de grenzen naderden. In dezen nacht ontving men de oorlogs verklaring. En de zonen des lands vlogen te wapen. In alle garnizoenen verzamelde men de op geroepen soldaten. Op enkele gewichtige pun ten trok men groote afdeelingen samen. Zelf in het kleinste dorpje gevoelde men de voorteekenen van den storm, die boven de hoofden der kinderen van het eigen gezin zoude losbarsten. Yoor de karzerne, waarheen onze Willem zich spoedde, stond een peloton van honderd soldaten, geheel marschvaardig met de geweren aan den schouder. Nadat hij de manschappen had geïnspecteerd en de troep aan den Luitenant had gepresen teerd ging het in versnelden gang naar het station. Slechts een half uur duurde de tocht met den spoortrein. Toen men te R de wagens had verlaten zou het detachement verder te voet naar het doel der reis marcheeren. Men had n. 1. in opdracht de groote brug over de L rivier te bezetten. Deze brug kon omtrent drie kwartier gaans van het laat ste station verwijderd zijn. De Luitenant moest zoolang de brug vasthouden en des noods verdedigen tot dat later te zenden ver sterking zou zijn aangekomen. Vóór men oprukte verdeelde de officier den troep in tweeën. De voorste onder den Serge ant vormde de «Spits", de tweede onder den Luitenant was hoofdtroep. Eerst stapte men langs een smallen zande- rigen weg en was het terrein vlak en effen, dan liep hij tusschen bosschen en kreupelhout en werd hij makkelijker begaanbaar. In gedachten verdiept begaf zich de voorste man der «Spits" vooruit en betrad het eerst van allen het, zich door geen enkel schoon panorama onderscheidend, landschap, waar zoo straks de rust der van vrede sprekende natuur wreed zal moeten ruimen voor het knetteren van het geweer en het fluiten en sissen der doodende kogels. Staarde hij met weemoed naar die effen weiden, kan dat kabbelend beekje door 't kleine woud, omdat dit tafereel hem een ander ook zoo vredig plekje voor den geest riep, dat hij zoo onverwacht, en wie weet, misschien wel voor immer had verlaten? Of dacht hij aan de hebzucht aan de harts tochten der menschen die bruischende kolken, welke nu zij in opstand gekomen waren, hem uit den gelukkigen kring der zijnen hadden gerukt en zijn leven, anders zoo ongestoord daar henen vlietend, gelijkt machten aan dit beekje, nu zoo teeder murmelend en straks voortgejaagd door de orkanen; gelijk aan die teedre stammen straks door de stormen ont worteld aan dat heerlijk blauw des hemels zoo dikwerf bezoedeld met de wolken der rouwe Hoe het zij, plotseling schenen zijne gedach ten wending te nemen want hij bleef staan om met de hand boven de oogen, in de rich ting der in de verte opdoemende brug te blijven staren. De Sergeant, Commandant der Spits, die zich hij zijne manschappen bevond, was ver wonderd over het staken van den marsch en spoedde zich naar den soldaat, dien hij voor uit gezonden had. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1