NIEUWE
'^Èf Nieuws- en Advertentieblad IÉT
hn voor de Provincie Utrecht. 111
FEUILLETON.
No. 46.
Zaterdag 10 Juni 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
VEREINIGP,
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden sleclits driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
In het Engelsclie Lagerhuis heeft
Chamberlain gister eenige mededee-
lingen gedaan omtrent de conferentie
tussehen sir Alfred Mdner en Paul
Kruger en tot zijn spijt, verklaarde
de minister, was de bijeenkomst te
Bloemfontein geheel mislukt, zoodat
er een nieuwe toestand was geboren.
Kruger had de voorstellen van Milner
van de hand gewezen en wat deze
daarvoor in de plaats had gesteld,
werd door Milner als onvoldoende
beschouwd, hetgeen de regeering
moest beamen. Vooral de kiesrecht-
voorstellen van Kruger konden niet
worden aanvaard en evenmin de
voorwaarde van Kruger, dat alle
geschillen met Transvaal zouden
moeten worden onderworpen aan de
scheidsrechterlijke uitspraak van een
vreemde mogendheid. Slechts had Mil
ner aan Kruger meegedeeld, dat de
Zuid-Afrikaansche Maatschappij, hoe
wel protesteerende tegen het bedrag
der vordering, als volstrekt onredelijk,
er in toestemde het bedrag der
schadevergoeding voor de stollelijke
schade, geleden door den strooptocht
van Jameson, te onderwerpen aan
een scheidsrechterlijke uitspraak.
Dc minister begaf zich niet in een
kritiek, doch deelde mee dat thans
het antwoord van de Engelsche regee
ring op het veel besproken verzoek
schrift der Uitlanders, aan koningin
Victoiia gericht, aan de Transvaal-
sche regeering zou worden meegedeeld
en gepubliceerd zoodat het te Pretoria
zou zijn ontvangen.
Tot zoolang zullen we dus waar
schijnlijk moeten wachten welke maat
regelen de Engelsche regeering tegen
Transvaal meent te moeten nemen.
De Engelsche pers over de geheele
linie is van meening dat de conferen
tie mislukt, is doch sommige bladen
wanhopen evenmin als Balfour daarom
nog niet geheel aan het tot stand
komen van een vergelijk. In elk geval
denken zij niet dat er oogenblikkeiijk
gevaar voor een oorlog bestaat.
De Westminster Gazette zegt o. a.
•lat Engeland met de Kaapsche Hol
landers alles doch zonder dezen niets
kan uitrichten. Engeland mag den
vrede in Zuid-Afnka niet in gevaar
brengen ter wille van de rechten van
Uitlanders in Transvaal, maar presi
dent Kruger zou onverstandig handelen
door van een dergelijken staat van
zaken, die niet eeuwig door kan
duren, al te veel partij te trekken,
want door alle redelijke vergelijken
te verwerpen zou hij wel eens hel
geduld van een sterke partij in
Engeland kunnen uitputten, een pari ij
die zijn vriend en beschermer wil zijn.
De Daily Graphic, het min ol meer
oflicieuse orgaan der Engelsche regee
ring beschouwt het mislukken dei-
onderhandelingen we) als ernstig, doch
niet als hijzonder onheilspellend daar
de houding door Kruger aangenomen,
strenge maatregelen van de Suzereine
Macht niet zou rechtvaardigen. Dit is
ook, zegt het blad, en wij zien het
met genoegen, de opinie van de En
gelsche regeering, blijkende uit de
redo door Balfour eergister gehouden.
De politiek die Engeland moet voe
ren. mag niet zijn een van dwang,
maar van geduld. Geduld en het uit
oefenen van diplomatieke pressie heb
ben reeds heel wat uitgewerkt. De
voorstellen van president Kruger zijn
op zich zelf reeds een bijdrage tot
de magische kracht van Britsch ge
duld. Zij zijn weliswaar verre van
voldoende maar zij gaan in de richting
van den weg waarlangs voldoening
moet worden verkregen.
Wij mogen er zeker van zijn, flat
deze concessies niet uitsluitend het
gevolg zijn van den vvensch van
president Kruger om een quasi-er-
kenning van de politieke gelijkheid
van Transvaal met Engeland te ver
krijgen door de bijvoeging van «het
principe van arbitrage in alle geschil
len tussehen beide landen." Neen,
hij heeft ze gedaan in de steeds ster
ker wordende overtuiging dat derge
lijke concessies onvermijdelijk zijn
geworden. Onder deze omstandig
heden mogen wij gerust een afwach
tende houding aannemen. De ge
legenheid om onzen slag te slaan,
dus eindigt de Daily Graphic, kan
ons nooit ontgaan, want Transvaal
is aan onzo genade overgeleverd en
de Boeren kunnen zich in dit opzicht
niet lang meer zelf misleiden.
Dat Engeland Transvaal in de
macht heeft daarvan schijnt ook de
Daily Chronicle overtuigd te zijn.
En Chamberlain zou wel eens op de
al'wijzjng van Milner's rischen kun
nen antwoorden, niet met een oor
logsverklaring doch met de open
baarmaking van het Engelsch-Portu-
geesch tractaat, waarbij de Delugoa-
haai aan Engeland wordt uitgeleverd
en waardoor Transvaal voor altijd van
de zee is afgesloten. Een oorlog met
Transvaal door Engeland begonnen,
zou, meent het blad, schandelijk zijn.
Hertog Philip van Oi leans is in
Parijs, zoo bericht ten minste de
socialistische Petite République. Se
dert Zaterdag, zegt zij, verbergt hij
zich bij don graaf d'Ilatcourt in do
Elyséewijk hij gaat slechts 's nachts
en dan vermomd uit. Hij zou zich
voor een staatsgreep van de hulp
van verscheidene generaals vei zekei d
hebben, die direct of indirect in de
Dreyfus-zaak betrokken waren. Het
blad beweert, dat de regeering van
alles kennis lieefl.
Mevr. Dreyfus heeft van haar echt
genoot ild. 5 Juni het volgende tele
gram ontvangen In mijn gedachten
bij u en hij u allen, vertrek ik Vrij
dag en verwacht met vreugde het
oogenblik van geluk, waarop ik u in
mijn armen kan sluiten."
Dc gezondheid van Dreyfus is goed,
doch hij is zeer verzwakt-
HH. MM. de Koningin en de
Koningin-Moeder bezochten gisteren
Rotterdam.
Op de toespraak van den burge
meester, die ook namens den gemeen
teraad, aan het dejeuner ten raad-
huize, gehouden werd, antwoordde
11. M. de Koningin zeer getroffen te
zijn door de hartelijke en geestdrift
volle ontvangst, Haar en Haar Moe
der bereid en verklaarde hoogst dank
baar te zijn voor al de liefde, zoowel
heden als bij Haar vroeger bezoek
aan Rotterdam en bij Haar inhuldi
ging van Rotterdam's zijde ontvangen.
Zij verzekerde dat de arbeidzame
Rotterdarnsche bevolking op Haar be
langstelling en liefde in alle omstan
digheden kan rekenen en achtte zich
gelukkig getuige te zijn van den voor
uitgang van Nederland's tweede koop
stad en hoopte dat haar handel,
scheepvaart en nijverheid onder Haar
regeering voordurend in bloei moch
ten toenemen. Ten slotte wijdde zij
een dronk aan den voorspoed en het
geluk van Rotterdam.
Dc techniek van dcu oorlog.
Prof. von Bloch hield in «Diligen-
tia" te 's Gravenhage zijn tweede
voordracht. Vele gedelegeerden ter
Vredesconferentie waren aanwezig. De
spreker behandelde de techniek van
den oorlog, opgehelderd door een lange
reeks lichtbeelden.
Allereerst zette, naar de N. R. Cl.
meldt, de heer Bloch uiteen, dat een
bemiddelend optreden zoo moeilijk
wordt gemaakt door het snel strijd-
vaaidig zijn van de elkaar beoorlo
gende partijen. Nauwelijks is de
oorlog verklaard of de cavallerie doet
binnen weinige uren een inval 0|
het vijandelijk gebied. Slechts 36
uren zijn noodig om 200 kilometers
terrein te verwoesten. Toch achtte
spreker 't een uitnemend middel om
den oorlog te vermijden, wanneer
een hof van arbitrage van beide zij
den gelijktijdig werken zal. Spreker
meende, dat Duitschland het best op
den oorlog voorbereid is, maar toch
loopt Duitschland gevaar, want de
vernietiging van zijn leger zal even
goed geschieden als die van andere
mogendheden. Spreker lichtte dit toe
met cijfers en tabellen.
De batterijen artillerie zullen, vol
gens de berekeningen van verschil
lende generaals, reeds in het begin
van het gevecht vernietigd worden
of wel zij zullen de massa's infanterie
op zulk een afstand weten te houden,
dat de strijd onmogelijk wordt, want
zij kunnen contingenten vernietigen
ettelijke malen sterker dan in het
veld gebrachte troepen. Niet door
artillerie ondersteunde infanterie kan
onmogelijk eon verschansten tegen
stander uit zijn versterkingen jagen,
zelfs al is zg zes maal sterker. Spre
ker citeerde de uitspraak van Hoenig,
door verschillende generaals bevestigd,
dat de aanvaller, onmachtig een be
slissende overwinning te behalen, den
vijand in zijn positie zal opsluiten
door zelf verschansingen op te wer
pen, waarna bij uitvallen zal doen
om de approviandeering der beleger
den te beletten en ze door den honger
te dwingen. Generaal Van der Goltz
zegt, dat de toekomstige oorlog het
raadsel van de Sfinx is, tot dusver
nog door niemand opgelost. Als dit
zoo is, dan is de oorlog ook een
hersenschim.
Vervolgens ontvouwde spreker de
plans de campagne van den toekom-
stigen oorlog en zoekt daarbij steun
voor zijne bewering, dat de gevolgen
daarvan verschrikkelijk zullen zijn. De
oorlogen zullen niet anders kunnen
eindigen dan door volmaakte vernieti
ging van den een of algeheele uit
putting van den ander der oorlog
voerenden.
Prof. Bloch eindigde met te her
inneren aan de roepstem van den
machtigsten Vorst ter wereld, die van
oordeel is dat de wedloop der bewa-
eene vertelling
VAN
6 PIERRE RULKENS.
Ook in het kamp in welks nabijheid wij ons
bij de eerste schoten bevonden, kwam beweging.
De ruiters weken voor de colonne, die uit
de tenten in de richting van den bezetten weg
aanrukte.
Nauwelijks had de helft der vijandelijke
afdeeling haar nachtkwartier verlaten of Woude
nam haar onder vuur.
En nu hoorde men rechts en links, aan alle
zijden geweerschoten. De verkenningspatrouilles
trachten den vijand tot staan te brengen.
Oogenblikkeiijk nam deze de verspreide orde
aan en antwoordde met een hevig snelvuur.
Daarna bestormde zijne voorste afdeelingen
de heuvelenrij.
Wuude moest met zijne patrouille retireeren.
En terwijl hij, nu en dan zijn braven halt
deed houden om terug te schieten, werd het
op eenmaal zwart, akelig zwart, voor zijne
oogen. Dan een hevige snerpende pijn in de
borst. Een geweldigde schok door al zijne
beenderen, een zware zucht ontsnapte hem en
toentoen werd het hem zoo licht
en zoo vrij.
Het zwarte voor zijne oogen was verdwenen
en had plaats gemaakt voor het heerlijkste
hemelblauw. Hij zag geen heide, geene soldaten,
hoorde niet meer het geknal van het moordend
wapen, hij zweefde.
Als door een onzichtbre macht gedragen, ge
voelde hij, dat hij omhoog steeg.
Naar boven, steeds booger en kooger, snel
en licht.
En zijn oor werd bekoord door een ver, zéér
ver, verwijderd lied.
Heerlijker welfde zich boven hem bet azuur.
Duidelijker en schooner werd dat gezang.
Hoe hemels, boe vol, hoe melodieus klonken
die tonen.
't Was hem als hoorde hij duizenden engelen-
stemmen in één enkel machtig koor.
En hooger, hooger, immer steeg hij.
Welke roerende aangrijpende woorden klon
ken hem tegen.
Van onuitsprekelijke teederheid werd hij
verruld.
Nog steeds zweefde hij, steeg hij omhoog.
Plotseling zag hij een grootsch, een maje
stueus stralend licht. Een licht brekende door
helderwitte wolken, zoo schoon als hij nimmer
op aarde had aanschouwd.
Hoe nader hij kwam des te schooner werd
het. En uit die opening galmden die verheffende
klanken, ruischten die heerlijke woorden, zéé
teeder, zoo vol poësie, als hij nimmer had kun
nen droomen, in een taal zoo zielverheffend
als hij nooit had gehoord en toch meende hij
de beteekenis te begrijpen.
«Welkom,» «Welkom» klonk het hem tegen
en toen wandelde zijn voet op een weg als van
wolken, zacht en lieflijk.
Hij hoorde eene teêre liefderijke stem
"Treed binnen, mijn kind, in het huis uws
Vaders en wees eeuwig met blijdschap vervuld.»
Hij zag op. Een schoon verheven wezen blikte
op hem neder. In een lang kleed, als sneeuw
zoo wit, gebuid, met een stralen krans omgeven
trad het op hem toe.
Toen herkende hij dat edel, dat goddelijk
gelaat, dien zachten blik, waaruit alleen liefde
groote oneindige liefde straalde.
En in aanbidding zonk bij op de knieën.
Doch liefdevol richtte de Heiland hem op
en drukte een kus, den scboonen zaalgen broe
derkus des hemels, op zijne lippen. Een heerlijke
niet te beschrijven vreugde overweldigde hem.
Duizenden hemelbewoners schoon en lieflijk,
in witte gewaden, allen met den krans der
zaligheid om bet onschuldig hoofd en met een
palmtak in de smetlooze rechterband, zweefden
naar hem toe en omhelsden hem.
«Ziedaar een broeder, die viel in den strijd,
als wij.» En weder ruischten die heerlijke
tonen, die schoone liederen begeleid door harpen
en snaren.
Zijn mond opende zich en in vervoering
stemde hij met allen samen in het lied en als
vanzelf ontsnapten aan zijne lippen die schoone
bezielende woorden.
't Was hem of hij allen hier kende of hij
hier reeds jaren toefde. En geen oogenblik
week het geluk, het teedre uit zijne ziel.
Hier bestond geen zorg, geen lijden geen
strijd. Hier klonk het eeuwige overwinningslied.
Boven zijn hoofd zweefden engelen en sera-
phijnen, die tot hem lachten en knikten met
hemelschen lach.
Alles ademde hier in een blijde en toch heilige
stemming. Eu welk een oord welk een heerlijk
verblijf was nu voor eeuwig 't zijne.
Hier was alles eeuwig rein, eeuwig schoon.
Hier zou het oog steeds opnieuw zich ver
lustigen in het azuur blauw gewelf, dat door
schijnend was en met ontelbare gouden sterren
bezaaid, of kwamen rusten op de heerlijkste
palmen, welke als tussehen de teederst ge
kleurde wolken, die de voet, licht als een veder
betreden kon, oprezen of op de orchideeën, de
leliën van dit Eden der hemelen.
(Wordt vervolgd.)