NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
No. 52.
Zaterdag 1 Juli 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
5)
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Terwijl in de Belgische Kamer be
raadslaagd werd of liever gerede
twist, stond bniten een groote menigte
te wachten en toen de vergadering
geschorst werd verschenen de socia
listische afgevaardigden aan de deur
van het Paleis der Natie, waar zij
door het publiek buiten, luide werden
toegejuicht. Politie en gendarmes
chargeerden en drongen het publiek
gedeeltelijk terug, waarbij ook de
afgevaardigde Destrée een klap met
de sabel opliep, doch een ander deel
slaagde er in zich voor de deur van
de Kamer op te hoopen. Terwijl
Furnémont uit een der ramen een
toespraak hield, wisten de gendar
men de menigte die de politie uit
jouwde en uitfloot ten slotte toch te
verspreiden.
Te zes uur verdrong er zich een
dichte menigte voor de rijen poli
tieagenten en gendarmes te paard en
te voet, welke de Koningstraat had
den afgezet. Zij werden luide door
het publiek uitgejouwd. Terwijl de
gendarmes met getrokken sabel de
menigte trachten te verstrooien, viel
er een huzaar van zijn paard, het
geen het volk deed juichen. Doch
weldra kwamen de socialistische af
gevaardigden uit de Kamer, welke
zich nu aan 't hoofd van de menigte
plaatsten die in optocht, onder het
roepen van »leve de republiek" en
dergelijke uitroepen zich in bewe
ging stelde.
De loop van de trams werd er
door gestremd. Toen de stoet in
het Park kwam ontstond er een
vechtpartij tusschen gendarmes en
publiek, om daarna met liberale en
socialistische leiders aan het hoofd
naar de Groote Markt te trekken,
waar Vandervelde een redevoering
hield. De winkeliers in de straten
welke de stoet doortrok, sloten hun
winkels.
Een ernstige botsing met de politie
had er op de groote Markt plaats
toen er een druk bezochte vergade
ring in het «Volkshuis" uitgang.
Daar de monigte met steenen wierp,
gingen de gendarmes haar met de
blanke sabel te lijf. Er werd van
weerskanten ook geschoten, waarbij
verscheiden gewonden vielen. Ten
slotte wist de politie de straat echter
schoon te vegen.
De burgemeester hart een kennis
geving uitgevaardigd waarbij ver
boden wordt dat meer dan vijf per
sonen op straat samenscholen. Overal
waren politieposten opgesteld, gereed
om uit te rukken.
Ook in de provincie hebben op ver
schillende plaatsen betoogingen plaats
gehad o.a. te Gent en Luik zonder
dat echter ernstige wanordelijkheden
voorkwamen. Te Luik spoorden enke
le sprekers liet volk tot verzet en
plundering aan. Een der sprekers zeide
o.a.
«Vroeger waren de Luikenaars als
het moest, niet bang om te plunde
ren en de paleizen van bisschoppelij
ke hoeren in brand te steken.
Laat ons waardige nakomelingen
zijn
Nader wordt nog gemeld, dat de
ongeregeldheden tot 2 uur in den
morgen hebben geduurd.
Het belangrijke feit van gisteravond
was de aanval op een tramwagen van
de Beurs naar de Place Stephanie.
Het spatbord van den wagen werd
door drie kogels doorboord, de con
ducteur werd tweemaal getrolfen, liet
paard werd in den schouder geraakt.
De wagen werd omgeworpen, het
paard moest wordon afgemaakt.
De Gazette beweert, dat er een
honderdtal gewonden zijn, waaronder
zeven of acht ernstig.
Zooals men weet, is de aanleiding tot
de agitatie het nieuwe kieswetontwerp.
In 1893 kwam de tegenwoordige
kieswet tot stand. Overal in den lande
heerschte toen agitatie voor algemeen
stemrecht hetgeen ook op voorstel
van professor Nyssens werd verleend,
waarbij echter tevens, om den over
wegenden invloed der arbeiders op
de volksvertegenwoordiging te tem
peren het meerstemmig kiesrecht
werd ingevoerd, d.w.z. de vei inogenden
en ontwikkelden kunnen twee of meer
stemmen uitbrengen tegen de arbeider
een stem. Hiermee voorloopig tevreden
staakte men de agitatie.
De clericalen kregen verreweg de
meerderheid in de Kamer, terwijl
daartegenover slechts een betrekkelijk
klein aantal socialisten kwam te staan
en de liberalen zoo goed als geheel
niet vertegenwoordigd waren. De
katholieke partij lioerscbte toen na
tuurlijk geheel in haar eigen geest,
gaf alle vrij wordende posten aan haar
partijgenooten en hield den door de
liberalen dringend verlangden alge-
meenen dienstplicht tegen.
Daar ook andere belangen dei-
minderheden niet werden behartigd,
verbonden zich de liberale, christelijk-
democratische en socialistische partijen
tot een zoogenaamd Kartell, waarbij
men overeen kwam dat aan elke
partij op de gemeenschappelijke lijst
een met haar partijsterkte overeen
komend aantal zetels bij verkiezingen
werd ingeruimd. Indien dat doorging
dan zou de clericals partij vrij zeker
het onderspit hebben moeten delven.
En om dat te voorkomen werkte de
tegenwoordige regeering een wets
ontwerp uit, hetwelk in die provincies,
waar de clericalen zeker van hun
meerderheid zijn, het huidige kies
recht behoudt, doch dat in de overige,
waar de andere partijen de meerder
heid hebben, op liet meerstemmig
kiesrecht de evenredige vertegenwoor
diging toepast, zoodat in elk geval
ook daar aan de clericale minderhe
den een aantal zetels moet worden
ingeruimd.
De tegenwoordige Kamermeerder
heid zou door deze wet wel wat
worden ingekrompen, doch de heer
schappij der clericalen zou dan on
getwijfeld voor 30 jaar verzekerd
zijn, gelijk de Belgische bladen zeggen.
De stormloop tegen zulk een pariij-
truc is dus begrijpelijk, daar Leopold
I reeds den grondregel heeft vastge
steld, dat geen maatregel door mag
gaan, welke de heerschappij van een
partij langdurig zou verzekeren. En
deze grondregel heeft het Belgische
volk geheel in zich opgenomen, zegt
de Köln. Zeit. Wee hem, wie zich
daaraan niet houdt.
Na alles wat er reeds voorgevallen
is, zou het zeker wenschelijk zijn dat
het ministerie aftrad Dit is de eenige
weg, die er over blijft. Want Van-
denpeereboom wil de wet niet in
trekken en de socialisten zijn voor
nemens de beraadslagingen onmogelijk
te maken. Ook de geweldige opge
wondenheid in het land maakt dit
noodzakelijk.
De Indép. Beige is dan ook van
meening dat het ministerie Vanden-
peereboom reeds geoordeeld is en
dat een nieuw Kabinet met de Lants-
heere ais premier de beste oplossing
der crisis zou zijn.
Met het oog op den ernstigen toe
stand te Brussel is koning Leopold
onverwacht uit Ostende in de Belgi
sche residentie aangekomen. Ook de
voorzitter der Kamer, Beernaert, die
afgevaardigde ter vredesconferentie
is, is te Brussel gearriveerd om zelf
de zittingen te leiden. Hij werd
gisteravond door den Koning ont
vangen, en had een langdurig onder
houd met Z. M.
De minister-president Vandenpeere-
boom, bracht eveneens in den loop
van den avond een langdurig bezoek
bij den Koning.
Het gerucht loopt, dat er gister
avond een zitting van den minister
raad gehouden is, onder leiding van
den Koning.
In Engeland wordt men voortdurend
ongeduldiger met betrekking tot de
hervormingen in Transvaal. Zoo heeft
gister in het Lagerhuis een der leden
gevraagd of Kruger nu nog al geen
andere voorstellen dan die welke hij
te Bloemfontein had gedaan, aan
Milner had voorgesteld. Chamberlain
antwoordde daarop, dat aan Milner
inderdaad nog niets naders was
meegedeeld.
Milner zal nu trouwens ook wel
niet verder in de zaak gemoeid worden.
Naar uit Londen gemeld wordt
heeft het bestuur van den soc. denro-
cratischen bond besloten, tegen een
oorlog met Transvaal te protesteeren,
ofschoon liet betreurt dat aan de
Uitlanders niet meer burgerrechten
worden verschaft.
Zondag 2 Juli wordt te Londen op
liet Trafalgar-plein een protest-verga
dering gehouden tegen een oorlog
met Transvaal.
Een groote vergadering van Johan-
nesburgsche Israëlieten, eergister ge
houden, beeft een motie aangenomen
tegen de voorgenomen uitsluiting van
het kiesrecht van hen die niet bewij
zen kunnen dat zij Irun volle bur
gerschapsrechten uitoefenden in het
land vanwaar zij komen; door deze
bepaling toch worden de belangen
benadeeld van Russische, Rumeensche
en andere joden. Een beroep tot
wegneming van die bepaling wordt
gedaan op den President, den uit
voerenden Raad en den Volksraad.
Woensdagavond te zeven uur is
mevrouw Dreyfus te Rennes aange
komen en zii begaf zich te voet naar
de ongeveer 300 M. van liet station
gelegen woning van mevr. Gedard,
welke haar bereidwillig door deze
weduwe tot verblijf is afgestaan. De
ontvangst aan het station was vrij
hartelijk. Honderden nieuwsgierigen
groetten de zwaar beproefde vrouw,
die nog slechts 28 jaar oud is, eer
biedig. Het huis van de weduwe
Godard wordt bestormd met bezoe
kers, die mevrouw Dreyfus willen
spreken en haar hun deelneming be
tuigen zij heeft bekend laten maken
dat zij zich daarvoor zeer dankbaar
gevoelt doch niemand kan ontvangen,
zij wenscht zich geheel op den achter-
Naar het Engelseli
VAN
DAYRELL TRELAWNEY.
Snel het trottoir verlatende, sprong ik op
de trede van het achterbankj e van den koetsier.
«Als je me het adres van je rit wilt meê-
deelen, -krijg je een halven souverein van me,»
zeide ik.
»Top,» antwoordde de man met een wenk,
welke mijn bloed aan het kooken bracht. Ik
overhandigde hem het geld.
«Longford's Hotel, Ridgway Street. Pas op,
ga van de trede!»
Ik knikte, liet mij op het plaveisel zakken,
en binnen vijf minuten kon ik kiezen uit drie
ledige hansoms, vóór één waarvan ik tien
minuten geleden hoogst dankbaar zou zijn
geweest. In minder dan een kwartier vroeg ik
aan Longford's Hotel naar Miss. Alexander.
Zij verwezen mij naar een particuliere zit
kamer, en toen ik, na geklopt te hebben,
binnentrad stond Miss. Alexander zelf op om
mij te begroeten; zij was nog in haarwandel-
costuum en hield het zakje in de hand.
Gij vertrokt niet naar Kent?» vroeg ik.
»Ik dacht, dat gij zoo ongerust waart.»
Zij was in het minst niet bedremmeld.
»Ik veranderde van plan, daar het zoo laat
was,» zeide ze eenvoudig.
Zij bleek daarop te verwachten, dat ik haar
de reden van mijn bezoek zou mededeelen.
Ik begon mij verlegen te gevoelen.
»Gij wenschtet mij te spreken?» vroeg zij.
Ik vermande mij tot het doen van een
laatste poging, en sprak:
«Miss Alexander, waarom verliet gij Howard
Park zoo haastig onder voorwendsel, dat gij
naar huis gingt, enkel en alleen om naar
Londen te komen en een bank-van-leening te
bezoeken?
Miss. Alexander sloeg hare oogen op en
vestigde ze op mij. Het was de eerste keer,
dat zij mij regelrecht in het gelaat keek, en
ik dacht toen, zooals ik nog denk, dat het
het verwonderlijkste paar oogen was, dat ik
ooit had gezien. Er was iets zoo wegsleepends
en zoo betooverends in hun helderen, vasten
blik, dat ik schier onwillekeurig zeide:
»Ik wensch niet hard te zijn tegen een
vrouw.
Op deze woorden vertoonde er zich een
zonderling, geheimzinnig glimlachje op het
gelaat, dat op mij gevestigd was. Een wezen
lijke glimlach, met een zweem van medelijden
er in. Daarop sprak zij.
»Gij denkt, dat ik Lady Howard's diamant
gestolen heb? Dat spijt mij. Hoe kan ik u
overtuigen, dat zulks niet het geval is?»
Er was geen zweem van gramschap in haar
stem. Het was alsof zij de bezwaren van een
kind uit den weg wilde ruimen. Haar toon
ergerde mij.
»Door mij te laten zien wat gij in dat zakje
hebt,» zeide ik barsch.
De uitdrukking van Miss. Alexander's gelaat
veranderde.
»Dat kan ik niet doen," antwoordde zij.
Ik stond op.
«Tenzij gij mij den inhoud van dat zakje
wilt laten zien, Miss Alexander, moet ik, na
alles wat ik van daag heb gezien, in deze zaak
mijn plicht doen.»
En dat is, volgens uw oordeel
»U aan te klagen onder verdenking, de
juweelen van Lady Howard gestoleu te hebben.»
Miss. Alexander's bleek gelaat kreeg thans
een lijkkleur. Zij wierp een blik op mij, welke
flikkerde als het staal van een rapier in de
zonnestralen. Vervolgens stond zij op en liep
in de kamer op en neder. Terwijl zij dat deed,
verbaasde ik er mij over, dat ik haar ooit
alledaagsch had gevonden. Elke barer bewe
gingen was lenig en elegant, terwijl de
vrijmoedigheid van haar houding, toen zij
eindelijk tegenover mij bleef stilstaan, eene
waardigheid bezat, welke de vrucht is van het
bewustzijn van kracht. Toen zij dóór zoo vóór
mij stond, zag ik dat het zakje, dat zij in de
hand hield, met een sterken stalen ketting
aan haar gordelriem bevestigd was.
Een minuut lang staarde zij mij aan met
een zoo scherpen, doordringenden blik, dat hij
tot in de diepste schuilhoeken van mijn hart
scheen door te dringen. Ik bewoog mij onaan
genaam, heen en weder, maar de blik begaf
mij geen oogenblik. Eensklaps kwam er ver
andering in.
Het vragende, streng onderzoekende, ver
dween, het heldere, verstandige behield hij.
Het werd mij duidelijk, dat Miss. Alexander,
zonder een spier van het gelaat te bewegen,
een besluit had genomen.
«Mr. Forbes,» zeide zij, »ik ben besloten u
te vertrouwendeels omdat gij, door mij aan
te klagen, mij ernstig in mijne bewegingen
zoudt belemmeren, en deels omdat ik geloof,
dat gij rechtschapen zijt. Gij wenscht den dief
te ontdekken, die den rose diamant heeft ge
stolen? Dat wensch ook ik. En om reden dat
ik dat wensch, moet gij mij de handen niet
binden door de politie er bij te roepen. Eén
dag vertraging zou alles bederven.
(Wordt vervolgd