NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. BUITENLAND. No. 80. Zaterdag 7 October 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Huisvlijtschool. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzondert ij ke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENT1ËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal bereken Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Naar aanleiding van achterstaande advertentie betreffende de hier be staande inrichting voor Handenarbeid, (slöjd) beter bekend onder de oude benaming van Huisvlijtschool, is het misschien niet overbodig er op te wijzen, dat deze zoo hoogst nuttige instelling, blijkbaar, meegaande op den weg van vooruitgang, eene aan merkelijke uitbreiding heeft ondergaan. Een vak van handenarbeid o a., voor Amersfoort betrekkelijk nog geheel nieuw, de Houtslöjd, zal nu mede een der leervakken voor jongens uitmaken. De kinderen komen nu ook in de gelegenheid aan een schaafbank te leeren werken, en maken alzoo kennis metzaag, kruishout, boor, prietn, mes, winkelhaak, hamer, nijptang, schaaf enz. Zes keurige schaaf banken, voor een werkman om te benijden, staan in een der lokalen gereed. Een enkel woord tet nadere uitleg ging voor den oningewijde, wat onder Houtslöjd verstaan moet worden, en welk doel en nut het voor den leethng kan hebben, is zeker niet misplaatst. Houtslöjd beteekent gewoon: hout bewerking. flet maakt de kinderen bekend met de voornaamste timmer mans- en schrijnwerkersgereedschap pen, maar tevens met de eigenschappen der grondstof: het hout, door de ver vaardiging van allerlei voorwerpen. O, zegt er één, nu begrijp ik 't. Daar leeren ze het timmeren? Neen, dui zendmaal neen; wel kan er de a.s. timmerman veel leeren, wat straks nader zal blijken, maar opleiden tot een bepaald vak, dat is de bedoeling van den Houtslöjd niet, daarom wordt hij niet beoefend. Bij de houtbewerking heeft men meer op 't oog de oefening zelf, (zagen, schaven, snijden, vijlen, enz.) minder hetgeen men voortbrengt, de beoe fenaar van den Slöjd zoekt den arbeid, hij werkt omdat hij werken wil, hij arbeidt niet, om het produkt van den arbeid. Geen vak van handenarbeid is er, door welker beoefening de lichamelijke wel stand vari den knaap beter wordt bevor derd. De houtbewerking eischt spier kracht en beweging van het lichaam, hij kan slechts staande met goed gevolg worden beoefend, een correctief tegen het vele stilzitten op de schoolbanken. In dit opzicht treedt de houtarbeid als in bondgenootschap met de gym nastiek en de bewegingsspelen onzer kinderen, daar ook op de houding van het lichaam nauwlettend wordt toe gezien. De vele moeielijkheden, die bij den houtarbeid te overwinnen zijn, leveren uitmuntend de gelegenheid tot oefe ning van den wil. Zoo de oefeningen geleidelijk op elkander volgen en ze dus niet boven de krachten der kin deren gaan, is geen vak beter in staat den lust tot den arbeid, de opgewekt heid levendig te houden, dan juist de houtbewerking. En daar 't produkt iets reëels, iets stevigs in der kinderoog steeds bruik baar kan zijn, vormt deze omstandig heid reeds een prikkel om te vol harden. Dat oog eu hand worden geoefend, het kind leeit gewennen aan net zuiver arbeiden, allerlei eigen schappen, die het bij het reken- en vormleeronderwijs heeft leeren kennen, hier leert toepassen, heeft hij rnet den kaï tonarbeid en het houtsnijden ge meen. De vormen der voorwerpen, der modellen mogen in den eersten tijd meer eenvoudig dan fraai zijn, temeer daar de leerling alles zelf moet tee kenen, eerst op papier en daarna op hout, van lieverlede werkt men langs schooner lijnen. Daar bij dezen arbeid hetkindgewend raakt, aan nelheid en nauwkeurigheid, en door het telkens voorkomen van moeielijkheden leert inzien, dat een ambacht, een handwerk zoo gemak kelijk niet is, moet dit tengevolge hebben dat het achting voor den liohamelijken arbeid krijgt, iets wat in onze dagen zeer zeker wel noodig is. (Vergelijk nu b. v. maar eens een kantoorklerk en een kundig ambachts man in de oogen van 't publiek.) Het zou niet moeielijk zijn bij deze paedago- gische voordeelen, nog andere te voegen. Uit een 'praktisch oogpunt beschouwd, levert de houtbewerking vooral het voordeel op, dat het kind door de ervaring, die hij heeft opge daan, beter kijk op vele dingen krijgt, die anders zijne oplettendheid weinig boeien; hij leert vertrouwd worden met de behandeling van vele gereed schappen zijn aigemeene handvaar digheid wordt bevorderdin den huiselijken kring kan hem te paskomen, wat op de slöjdles is geleerd. Moet hij handwerkman worden, de aigemeene beginselen van handen arbeid, die hem zijn aangebracht, hebben hem meer geschikt gemaakt voor de uitoefening van elk beroep Het kan niet anders of het handwerk zal er door winnen, als de houtbe werking vooral meer algemeen door al onze knapen wordt beoefend. Daar moet het heen. Transvaal. De crisis duurt wel lang; dagen, weken, ja maanden leven wij reeds in de grootste spanning en nog is de beslissing niet gevallen. Zal het in derdaad op oorlog uitloopen of zal de vrede bewaard blijven? Van dag tot dag hebben wij ons deze vragen te stellen en telkens is het onmogelijk öf op de eene óf op de andere een positief antwoord te geven. Ook thans weer worden wij heen en weer geslingerd tusschen hoop en vrees tengevolge van de tegenstrijdige telegrammen, die ons bereiken. Uit Brussel seint Reuter van zeer bevoegde zijde vernomen te hebben dat dr. Leyds een telegram van zijn regeering te Pretoria heeft ontvangen, behelzende de mededeeling dat Kru- ger aan lord Salisbury een ultimatum heeft gezonden om binnen tweemaal vier-en-twintig uur de Engelsche troe pen van de Transvaalsche grenzen terug te trekken. Maandag zou dit ultimatum reeds aan den Engelschen zaakgelastigde te Pretoria, Conyng- ham Greene zijn overhandigd, zoodat, indien vóór Woensdagavond daarop geen toestemmend antwoord was ont vangen, de vijandelijkheden reeds zou den begonnen zijn. Dit bericht is echter nog niet ambtelijk bevestigd en in hoog oiïicieele kringen te Londen zegt men van dit ultimatum niets af to weten. In goed ingelichte kringen te Parijs twijfelt men evenwel niet aan de juistheid er van. Ook de Temps vindt geen reden om er niet aan te ge- looven; integendeel zegt het blad, er zijn sterke redenen die zij intus- schen niet meedeelt om het bericht voor waar te houden. Onwaarschijnlijk zou het zeker niet zijn dat de Trans vaal een einde maakte aan den on- houdbaren toestand. Ook wijst daarop een telegram van Dalziel uit Pretoria, behelzende dat het antwoord van Transvaal op de eventueele positieve eischen van Engeland, die nu in 't laatst dezer week zullen woi'dengesteld, reeds gereed ligt. En in dit antwoord zou staan, dat de Transvaalsche re geering de toenemende opeenhooping van Engelsche troepen aan zijn grenzen als een casus belli beschouwt. Wij vermoeden echter, dat Transvaal de kans van vrede of oorlog nog afban kelijk wil maken van de eischen van Engeland, die het nog altijd moet formuleeren. Mochten deze dan wat zeer waarschijnlijk is onaan nemelijk zijn, dan zal hel ultimatum en met recht gesteld worden. Dit lijkt ons logisch en dus aannemelijk. In dat geval zou de oorlog eerst de vol- genke week op zijn vroegst uitbarsten, tenzij natuurlijk door een grensinci dent of door andere complicatiën de strijd eerder ontbrandt waartoe de mogelijkheid bestaat. In Transvaal heeft men overigens zoo goed als geen hoop meer. Bij het sluiten van de Volksraden heeft Kruger een sluitingsrede gehouden, waarin hij aan het behoud van den vrede twijfelde, doch zeide hij verder, het losbreken van den krijg zou te wijten zijn aan den leugengeest die er in andere landen gevaren is, maar tevens aan het verlangen der Boeren om zelfstandig te blijven. Hij verklaarde echter onbevreesd te zijn, al kwamen ook duizenden en nog eens duizenden de Z.-A. Republiek aanvallen, want God zou ten slotte beslissen. De kogels, die Jameson bij zijn rooftocht mee bracht, hadden geen burgers gedeerd, doch van den vijand sneuvelden er wel honderd. Dat bewees dat God de kogels richtte, gelijk hij het Heelal bestuurt. De voorzitter van den Volksraad, de heer Meyer, verklaarde dat er geen andere uitweg meer was dan oorlog en het betrof slechts een quaestie van roof door Engeland, maar liever dan zijn land verliezen, wilde hij sterven, doch God zou wellicht thans bepalen, dat het uur van bevrijding voor de Boeren zou slaan. Wolmarans zeide Engeland heeft alles geweigerd, zelfs de scheidsrechte- lijke uitspraak. Nu zal God oordeelen. En zoo, sterk in het geloof van hun goed recht en in hun vertrouwen op God, zullen de Boeren tot het uiterste strijden voor de onafhankelijk heid van hun land Intusschen slaat de deur, die den vrede reeds scheen te hebben buiten gesloten weer op een heel klein kiertje. Men herinnert zich dat het Transvaal- comité te Londen de rede van den hei tog van Devonshire, waaruit de ernstige begeerte van de Engelsche rogeering sprak om alsnog tot een vredelievende oplossing te geraken, naar Pretoria heeft geseind. Het comité had de Transvaalsche regeering daarbij tevens de vraag gesteld of zij naar aanleiding an 's hertog's rede geen eigen voorstellen kon doen De Transvaalsche regeering heeft daarop nu geantwoord en verklaard, dat zij na de wijze waarop Engeland haar vijfjaarskiesrecht heeft verworpen na de intrekking door de Engelsche regeering van het voorstel betreffende de gemengde commissie van onder zoek en vooral na de jongste telegram men van de Engelsche regeering, waarin zij verklaarde zelf nieuwe voorstellen te formuleeren dat zij na dit alles niet meer met voorstellen zou komen. Wil hetEngelsche kabinet echter oprecht een vredelievende oplos sing der geschillen, vervolgt de re geering der Z.-A. Republiek, dan dient het zijn eigen voorstel tot het instellen van een gemengde commissie te herhalen, hetgeen dan de grond slag zou worden lot verdere regeling der geschillen en een eervolle uitweg uit do crisis. Ziedaar dus officieus nog een laatste poging gedaan door Transvaal. Ook Hofmeyr, de bekende Kaapsche Afri kaander, is weer naar Pretoria ver trokken om nog pogingen te doen tot het voorkomen van den krijg. Niet onwaarschijnlijk zelfs is het dat Kruger op aanraden van Hofmeyr officieus bovengenoemde laatste con cessie heeft gedaan. In Engeland wor den volgens de Daily Chronicle de pogingen van Hofmeyr ondersteund en wel onder de leiding en hulp van een hooggeplaatst, doorluchtig per soon (de hertog van Devonshire?). Ook in de Jingopers is, evenals bij enkele ministers een kentering waar te nemen; zij beginnen den langdu- rigen veldtocht, die in Engeland door de op wraak beluste oorlogspartij met het vermomde oogmerk de beide republieken in Z.-Afrika te vernietigen en bij Engeland in to lijven, te ver loochenen. De mogelijkheid op een schikking te elfder ure, hoe gering ook, blijft dus nog bestaan. In elk geval kan de beslissing nu niet lang meer uitblijven. Ter kenschetsing van den geest, die in Transvaal thans heerscht, kan het volgende schrijven dienen, dat met de laatste mail uit Zuid-Afrika hier te lande is ontvangen. Johannesburg, 11 Sept. '99. En zoo staan we aan den voor avond van gewichtige gebeurtenissen. We hebben voor drie maanden voed sel ingeslagen en is het in die tus- schentijd niet beslist, dan tiekken wij naar het koude Noorden. Maar ik geloof niet in oorlog, om de een voudige reden, dat het schreeuwerige Albion niet durft. Ziehier in korle trekken, waarom niet. Afrika's zie len groeien met der, dag aan. W ren er in '81 slechts 6000 strijdba mannen in Transvaal, thans zijn ruim 30,000. Chamberlain liet zit te Manchester onvoorzichtig uit doi te zeggen «Transvaal is een stinkeni pestbuil", m. a. w. het is de kanki aan de Engelsche macht in Zuid-Afi ka, die langzaam maar zeker voor vreet, zonder dat pijnlijke insnijdii gen helpen. En dit is de zuive waarheid. Langzaam maar zek wordt de bevolking krachtiger do ontwikkeling en vermeerdering v: zielental. De Hollandsche taal wi rneer en meer veld en strijdt harden strijd met het Engelsch. H wordt nu tijd, redeneert Engelan om Transvaal te vernietigen, wil! wij geheel Zuid-Afrika niet verlieze want straks zijn ze ons te macht en is het te laat. Het land is rf aan mineralen en met behulp d kapitalisten, die op hun beurt zek dachten te zyn van alle employés die in het land zelf konden agiteere zou het Engeland thans wein moeite en strijd kosten de Transvt te nemen of er in schijn een vr kolonie van te maken. Alles werk daar toe mee. In de Kaapkolonie, N tal en andere kolonies was men o niet genegen. Engeland dacht dl het is mijn lijd om mijn slag te slaa daar ik alleen met de Transvaalse Boeren te doen heb. Maar, jawi daar bekent de machtige Afrikan Bond kleur en kiest openlijk metra en daad de partij van Transvaal. I boeren in Natal weigeren, ofscho Britsche onderdanen, den eed v getrouwheid af te leggen, en da ontdekt Engeland, dat alle Boeren zijn eigen kolonies van het be: schietgeweer zijn voorzien. Trar vaalsche agenten hadden hiervoor f zorgd. Niet 30,000. maar ruim 70,0 scherpschutters, gewoon aan het k maat, verhard in de Kalïeroorloge zonder behoeften, om het even we water zij drinken, vragen niet a ders voor dekking dan een Mombae (soort wollen deken) en tevreden ir een stuk droge beschuit, hebben dappere Engelschen te bestrijde flier in 't veld neemt iedere Boer roodbaatjes voor zijn rekening. Wa denk niet, dat hun tactiek de Eur peesche is. Er zijn nooit meer d 300 bij elkaar, die nog verspri liggen. Dat heeft me nu maandenlang dreigd met Dum-Dum-kogelsenande vreeselijke moordtuigen en nu kunn ze of liever durven ze niet. Het woi een strugle for life, er op of er ondi en wanneer de Boeren het verlieze waar ik geen oogenblik in geloof, d blijft het een broeinest van socialisn anarchisme en meer isme's. Met het gevolg dat de Britten hi een enorm leger moeten houden. En toch moeten ze vechten, zou denken, want verlies van Transvi beteekent verlies van geheel Zu Afrika. En voor het prestige in andere kolonies moet Engeland en I kan niet. Zoo zullen Bismarck's woi den bewaarheid worden, nam.Afri is het graf voor Engeland. Verliezen de Engelschen het, d helpt er geen onze lieve Heertje a;

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1