NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
No. 86.
Zaterdag 28 October 1899.
Acht-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
IEMAND DIE ZIJN NAAI VERLOOR.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Gevecht bij Elaudslangte.
Een aanhaling uit het verhaal van
het gevecht bij Elandslaagte in de
Times
Nadat over en weer de artillerie
haar uitwerking niet had gemist,
gingen de Engelschen tot den storm
aanval over.
Hier en daar in het nauw gebracht,
teruggedreven rnaar zich weer ver
mannende, en gestadig voortklim-
mende, stormden de troepen, na de
eerste heuvelkruin bereikt te hebben,
voort. Het eerste kopje lag al vol lijken.
Het was geen algemeen gevecht
meer. Alles hing af van de compag
nies- en sectie-commandanten, en de
officieren en onderofficieren hielden
zich dapper. Als de manschappen
aarzelden of dekking zochten, offerden
de officieren zich op om een voorbeeld
te geven. Het is onmogelijk het ge
vecht boven op den rug in bijzon
derheden te beschrijven.
De Boeren stonden in hun stelling
met grimmige, bewonderenswaardige
hardnekkigheid, en hun stand houden
op liet laatste kopje boven hun kamp
was een van de kranigste episodes
uit de oorlogen van de laatste tijden.
In weerwil van den vereenigden aanval
van de stormende regimenten, die
hun geweren a bout portant afschoten,
hielden zij den opmarsch een half
uur lang tegen.
Het was nu zes uur. Het zou nog
maar een half uur licht zijn, en er
lagen verspreide bataljons rondom liet
kopje, waar de Boeren hun laatslen
tegenstand boden.
De Engelsche hoorns bliezen tot
den aanval en de eene trompetter
nam het signaal van den ander over.
In liet schemerlicht glansden opge
stoken bajonetten tusschen de rots
blokken, en de manschappen sprongen
op om te vallen als ratten en muizen.
Nog eens en nog eens klonk het
signaal. Eindelijk hoorde men de
Hooglanders juichen, de pijpers speel
den, het voornaamste kopje was bezet.
Een Hollander aan de voeten van den
correspondent riep om genade. Iemand
riep«Remember Majuba". Beneden
werd nog voortgeschoten. Met «Majnba"
nog op hun lippen, renden de En
gelschen voort om het kamp met de
bajonet te nemen, de officieren hielden
hen terug, en een bevelvoerende stem
zei: «Houd op met vuren." Weer
klonken de hoorns, en een witte zak
doek lladderde aan den loop van een
geweer. De vijand had zich overge
geven, maar liet grootste overschot
rende de heuvels af, waar de Engel
sche cavalerie op hen aanviel.
Het was half zeven. Do correspon
dent liep het kamp door, waar de
grond bestrooid was met dooden en
gewondende Hollandsche en Duitsche
kanonniers waren herkenbaar aan
hun bruine uniform
In het gevecht bij Elandslaagte is
helaas een bekende Nederlander ge
sneuveld, nl. de advocaat dr. H. J.
Coster, terwijl de heer De Wit Hamer
onder de gevangenen behoort. Beiden
waren officieren bij het Nederland
sche vrijwilligerscorps.
Mr. G. Vissering geeft in het Hdbl.
een levensschets van den heer Coster
Hij beschrijft hem als een energieke,
jonge man, die sedert 1890 in Trans
vaal vertoefde, en een tijdlang het
Staatsprocureurschap der Z.-A. Repu
bliek vervulde. Toen hij tot dat ambt
geroepon werd, was bij nog geen 30
jaar. Sedert eenige jaren bad bij
voor dit eervolle ambt bedankt en
oefende bij sedert de rechtspraktijk
uit.
De lieer De Wit Hamer is oud
officier van administratie bij het
Nedeilandsche leger en voor velen
onzer stadgenooten een goede bekende.
De Kleurlingen door de Engelschen
gewapend.
Dr Leyds, buitengewoon gezant
en gevolmachtigd minister der Z. A.
Republik heeft het volgende com
muniqué aan de bladen gezonden
«Het wordt mij bericht dat de
Engelschen gekleurde inboorlingen
wapenen en zich van hen bedienen
om tegen de boeren te vechten. Ik
heb redenen die aan dit bericht niet
doen twijfelen. De regeering der
Republiek kan niet anders dan pro-
testeeien tegen deze snoode en ver
derfelijke handeling waarvan zij zich
harezijds altijd hoeft onthouden in
hare oorlogen tegen blanken en die
in hare consequenties een groot ge
vaar oplevert voor alle blanken in
Zuid-Afrika".
En eergister nog vroeg Dillon in
het Engelsche Lagerhuis of liet waar
was, wat hij vernomen had dat de
wilde Basoeto's door de Engelschen
tegen de Boeren zouden worden los
gelaten, hetgeen de onder-secretaris
van oorlog Wyndham met veront
waardiging tegensprak
Perfide Albion!
Het wordt tegengesproken dat ge
neraal De Galliffet voornemeus zou
zijn ontslag te riemen als minister
van oorlog in Frankrijk.
Zola schijnt bang te zijn dat men
het niet tot zijn nieuw proces zal
laten komen. Dezer dagen schreef
hij aan Reinacli: Als men de ge
rechtigheid heeft het tot onze pro
cessen te laten komen, zal liet ein
delijk stellig overwinning zijn. Ook
Reinacli meent dat men van die
overwinning niet wil weten. Het
tniddel wordt gezocht om het niet
tot de processen to laten komen.
Reinacli twijfelt echter of dit middel
te vinden zal zijn.
Wie zullen overwinnen?
Aan een particulier schrijven van
een spoorwegambtenaar aan de lijn
tusschen Pretoria en Delagoa-baai
ontleent de Zw. Cl. het volgende:
«De Kaffers zijn op 't oogenblik
op de hand van de Boeien, daar ze
gelooven dat deze overwinnen zullen.
Weet u waarom ze dit denken Ze
hebben namelijk 3 koeien levend ge
vild, en wel een roode, een witte en
een zwarte. De roode stelt Engeland
voor, de witte Transvaal en de zwarte
de kafferstammen. Zoodra de 3
koeien gevild waren (dit gebeurde
alle 3 gelijk) liet men ze loopen die
nu het eerst dood viel, verloor en
nu is toevallig het eerst de roode,
daarna de zwarte gevallen, terwijl de
witte nog bijna 5 minuten verder
geloopen is. Nu gelooven ze stellig
dat de Boeren overwinnen zullen.
Een oorlogslied uit de hel.
Wij ontvingen het eigenaardig ge
dicht dat hier volgt van Mevrouw
BoothClibborn, de Maréchale van
het Reddingsleger alhier, die diep
gewond zich gevoelt door «den bitter
onrechtvaardigen, den schandelijken
oorlog" dien de Engelschen den Boe
ren aandoen. Het is goed dat de
Nederlanders onder welke het Red
dingsleger op even practische als
liefdevolle wijze zooveel goed cioêl,
weten hoe het hoofd ervan alhier deelt
in het gevoel dat alle Hollanders
bezielt
Haar echtgenoot maakte dit gedicht,
dat we geheel ongewijzigd opnemen.
«Gedicht om het ABC van alle
«Christelijke" dood aanbrengende
oorlogen uit te drukken, en dat, ten
dienste van allen, die wenschen in te
stemmen met de hel, tot eer van den
dood en den duivel tot welk volk,
natie of tong zij ook behooren.
«Men zegt u aan, gij volken, gij
natiën en tongen" ten tijde als gij
zult hooren liet geluid der geweren,
kanonnen en allerlei soorten van
dynarniet-granaten «zoo zult gij
lieden nedervallen en aanbidden het
gouden beeld van vleeschelijke macht,
hetwelk de koning Nebukadnesar en
diens opvolgers hebben opgericht.
«En wie niet nedervait en aanbidt,
die zal diezelfde ure in het midden
van den oven des brandende vuurs
van de publieke opinie geworpen
worden." (Daniël IH).
Hoe d'orkaan van haat en moordzucht
Over 't mensehdom woedt,
Hoe de dynarniet-granaten
Kleuren d'aard met bloed;
Zie de nieuwste moordmachines
Maaien scharen neer,
Met precies kunstmaat'ge werking
Tot des duivels eer!
Uit den hel stijgt met wreede tlui-
velschen wanklank
Het Koor.
Satan is machtig
Zijn arm is krachtig
Op aard waarachtig
Heerscht hij als Heer
Prijst den duivelBommen barsten,
Bloed vloeit overal,
Hem zij d'eer! de kogels vliegen
Over berg en dal
Zie de zoons en vaders vallen
Door 't vernielend Jouü,
Zie de woew' er, weezenschare
HoB-ïij--wordt vergroot.
Snellend als de Niagara
Stroomt een tranenvloed,
Als een storm de jammerklachten
Stijgen uit 't gemoed
Hoor!Als echo van den afgrond
Komt een helsch geluid,
Waar miilioenen duivels juichen
Over hunne buit.
Duizenden zijn reeds gevallen
Door den strik der hel,
Christenen en Gods soldaten
Dalen geestelijk snel,
Door den wreden oorlogsadem;
Broederliefde sterft,
Bittre hartstocht, volkren scheidend,
't Heilig werk verderft.
Voor opkomende geslachten
't Kwade wordt gezaaid.
Dat door eeuwen van ellende
Wordt met smart gemaaid:
Satans naam wordt hoog verheven
Er. zijn rijk vergroot,
Naar het Engelsch van
H. H. BOYESEN.
12)
Halfdan had toch zijne liefde maar al te
duidelijk verraden, maar Edith kwam nooit
op de gedachte, dat een zoo sterke en tege
lijk zoo deemoedige, een zoo hopelooze en
toch zoo onveranderlijke liefde iets groots en
aandoenlijks was. In het maatschappelijk wet
boek van het Amerikaansche leven geldt het
als onomstootelijk, dat de waarde van een
man door zijn positie wordt bepaald. En
Halfdan was en bleef, in weerwil van zijne
voortreffelijke eigenschappen een buitenlander.
Drie jaren waren verloopen, zonder dat deze
verandering in den toestand hadden gebracht.
Halfdan gaf nog altijd muzieklessen en ver
telde sprookjes aan de kinderen. Hij had
thans veel meer leerlingen, dan vóór drie
jaren, niettegenstaande hij volstrekt niet om
protectie gebedeld of met zijn talent te koop
geloopen had. Men had lïem wel van ver
schillende zijden bij herhaling opgewekt, zich
in het openbaar te doen hooren, maar hij had
steeds geweigerd daaraan te voldoen. Had
Edith dit gedaan, wie weet?
Eindelijk wekte ook zij hem op. Zij had
namelijk met Olson, Halfdan's vriend, die in
hooge gunst bij haar stond, een complot ge
maakt, en dezen werkten uit de vriendelijkste
beweegredenen elkander in de hand.
«Als gij toch maar besluiten kondt,» zeide
zij op haar innemenden toon op zekeren dag
na het einde der les, »u eens in het publiek
te laten hoorenwij zouden ons allen zoo
gelukkig gevoelenEn zoo trotsch, als gij
succes hadt! En gij moet succes hebben; er
bestaat op het gebied van muziek niets, wat
gij niet bereiken kunt, zoo gij maar wilt.»
«Gelooft gij dat werkelijk?" riep hij, en
zijne oogen werden groot en schitterden.
"Zeer zeker!" antwoordde Edith met nadi-uk.
"En als ik als ik goed speelde, dan zou
u dat genoegen doen?"
"Natuurlijk!» riep Edith lachend; "hoe kunt
gij toch zoo'n gekke vraag doen?»
«Omdat ik het nauwelijks waag te gelooven.»
«Hoor mij nu eens bedaard aan," zeide de
jonge dame, terwijl zij zich in haar stoel
voorover boog en haar schoon gelaat van
vuur en vriendschap straalde; «thans moet
gij bij uitzondering eens verstandig zijn en
doen, wat ik u gelast. Ik zal nimmer weder
goed op u zijn, als gij u dezen keer weder-
spannig betoontik heb mij wat in het hoofd
gezet. Gij moet mij vooraf beloven, geen
tegenwerpingen te maken. Hoort gij
Als Edith dezen toon tegen hem aansloeg,
zou zij hem evengoed hebben kunnen bevelen
wonderen te doen. Dat zij door haar gene
genheid wellicht verwachtingen in het hart
van den ongelukkige kon opwekken, welke
nimmer vervuld zouden worden lieve He
mel, zij had niets vóór oogen dan haar doel.
En was het dan niet een goed, welgemeend
voor hem?»
«Gij belooft het dus?» riep zij, toen hij
draalde een antwoord te geven.
"Ja, ik beloof het.»
»Nu moet gij niet schrikkenMama en ik
hebben met Mr. S afgesproken, dat gij
op een concert, dat heden over acht dagen
plaats heeft, onder zijn bescherming zult op
treden. Al onze vrienden gaan er heen; wij
nemen allen plaats op de eerste rijen, de
heeren van onze kennis verspreiden zich, op
mijne aanwijzing, door de geheele zaal, en
zoo zij nog eenigszins prijs op mijn gunst
stellen, zult gij eens hooren hoe men ap-
plaudiseert
Halfdan werd rood tot achter de ooren en
draaide zenuwachtig aan zijn horlogeketting.
»Gij moet al zeer weinig vertrouwen in
mijne capaciteiten stellen, waar gij tot zulke
maatregelen uw toevlucht neemt,» mompelde
hij.
"Maar mijn beste Mr. Berk,» riep Edith,»
die de onhandigheid, welke zij begaan had,
snel inzag; »'t is niet aardig van u, iets der
gelijks van mij te onderstellen. Zeer zeker,
indien een New-Yorksch publiek op de hoogte
van uwe muzikale ontwikkeling stond, waren
waren mijne voorzorgsmaatregelen vol
komen overbodig. Maar de couranten laten
zich, zooals gij weet, door het publiek in-
fluenceeren, en daarom moeten wij ons door
onze kleine onschuldige kunstgrepen van de
lui verzekeren.»
Het was onmogelijk er aan te twijfelen, of
alles, wat Edith deed wel goed en schoon
was. Zij zag er in haar ijver voor zijn welzijn
zoo verrukkelijk uit het zou onmogelijk
geweest zijn haar te weerstreven. Hij boog
derhalve deemoedig het hoofd en begon met
haar het programma voor het concert te ont
werpen.
Wordt vervolgd.)