NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 103. Woensdag 27 December 1899. Acht-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. BUTEMANl). Amersfoortsc Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Op I voor Transvaal. Mijn oproep van 7 dezer, hoewel door sommigen beschouwd als in strijd te zijn met de neutraliteit waartoe ons land verplicht is, mocht allerwege in alle rangen en standen van Nederlanders weerklank vinden. En niet alleen van binnen de grenzen doch ook van daar buiten, uit ver schillende streken van Europa, ont ving ik bewijzen van sympathie en geldelijlcen steun als het Fonds tot daadwerkelijke!! steun tot stand komt. Heerlijk komt het gevoel van fier heid uit in vele brieven, die tot mij kwamen, daarmede bewijzende dat liet Nederlandsche volk nog niet ontaard is tot een natie louter uit woekeraars en schacheraars bestaande, zooals wel wordt beweerd. Honderde brieven, waarvan vele met tientallen handteekeningen, ge werden mij, doch uit slechts enkele wenseh ik een brokstuk weer te geven, om aan te toonen, hoe Nederland thans denkt, hoe Nederland thans voelt! Een student aan een onzer univer siteiten schrijft: «Eindelijk is dan toch gekomen de oproeping die ik zoolang verwachtte het eenige protest dat in kracht gelijk stond met de verfoeielijkheid van den Chamberlain-oorlog. Ik heb het gevoeld en velen met mij voor zeker dat het geven van geld ter leniging der nooden na den oorlog niet bevredigtmin of meer wrevelig maakt zelfs over eigen onmacht. "Wie iemand in het water ziet liggen, zal die niet een soort van zelfverwijt gevoelen als 't eenige wat hij doet is... droge kleeren halen voor den dren keling, als deze er zich uitgewerkt zal hebben? «Het is mijn heilige overtuiging, dat de eenige manier, waarop het Nederlandsche volk zijn schuld aan de menschheid in 't algemeen en aan de stam- en taalverwante republie ken in 't hijzonder, kan afdoen, is, door gehoor te geven aan dezen op roep. Al het andere moge goed zijn, maar eerlijk beoordeeld is het toch maar belachelijk armzalig droge kleeren halen voor een verdrinkende. Ik ben student, 21 jaar oud, wel is waar onbekend met den wapenhan del, maar dit kan geen bezwaar wezen. Ten eerste laat zich alles leeren en bovendien, welken dienst kunnen we de Boeren niet bewijzen door 't bewaken van gevangenen, politiewacht houden of als ordonnan- cen. Dan kunnen er meer onover troffen scherpschutters naar het front." Fragment uit een brief van een werkman «Met innerlijke tevredenheid heb ik heden uw ingezonden stuk ge lezen, en daarmede zou ik beginnen te hopen dat mijne wensehen om onze broeders in Zuid-Afrika met de daad te kunnen helpen, in vervulling zouden kunnen komen." «Menigen slapeloozen nacht heb ik Op aanvrage zjjn exemplaren voor belang stellenden verkrijgbaar. doorgebracht en mijn hoofd gepijnigd met het idee: hoe zou ik in Trans vaal kunnen komen, om aan de zijde van onze dappere broeders te mogen vechten en desnoods te mogen sneven"... «Dit schrijf ik nu niet orndat ik broodeloos ben, verre van dat, want ik ben werkzaam aan en verdien een tamelijk goed loon, maar het is om mijn krachten en desnoods mijn leven te geven voor de goede zaak onzer broeders." «Mijnheer ik geloof dat ik gek zou worden, indien mijn wensch biet vervuld werd. Ik pijnig mijn hoofd maar steeds met de gedachte hoe zou ik er toch kunnen komen en daarom, mijnheer, smeek ik U, help mij toch." Een onzer Hollandsche hoogleeraren schrijft -«-Naar aanleiding van Uw inge zonden stuk heb ik de eer U mede te deelen dat ik gaarne «voor daadwerkelijken steun" de som van duizend gulden beschikbaar stel, indien kan worden aangetoond, dat de uit te zenden personen werkelijk de Transvaal kunnen bereiken en Een schrijven van een hoofdamb tenaar «In las ik uw «Op voor Transvaal." Dat is nu het eerste verstandige voorstel, dat ik hoor. Per postwissel zend ik U eene bij drage." Van een godsdienstonderwijzer «Ons Nederlandsche volk betuigt zijn sympathie door verschillende kleine en groote gaven, die de Zuid-Afr. Vereeniging en het Roode Kruis ontvangt; en deze zijn geluk kig niet gering." Van godsdienstige zijde worden door bijna alle kerkgenootschappen en christelijke vereenigingen bidston den georganiseerd en de menschen opgeroepen er aan deel te nemen; en deze oproeping vindt gehoor. «Ook ik heb in mijne gemeente zulk een bidstond gehouden en tevens voor de ambulance gecollecteerd. Nog meer andere dingen worden beproefd, zooals tooneelvoorstellingen, concer ten, zanguitvoeringen enz. enz, om het welzijn der Boeren te bevorderen en al deze dingen zijn goed en nuttig." «Toch vraag ik mijzelven af: is dit nn wel de voldoende steun, dien we hun geven kunnen, ja moeten we niet meer doen?" «Zouden we niet nog beter doen, wanneer we onzen steun verleenen door zelf te gaan en wanneer we zulks, om welke reden dan ook, niet konden, dan hen die wel kunnen en willen en geschiktheid bezitten, door financieelen steun daartoe in staat te stellen." «We zijn nog wel wat eenzijdig. Het spreekwoord: «bid en werk", wordt nog te veel van eene zijde be hartigd; vooral in de Christenwereld. Het werken wordt te veel vergeten en vooral als het opoffering van eigen persoon moet kosten." «Toch zal dit, mijns inziens, de beste hulp zijn, die we de Boeren kunnen geven, door zelf tot hen te gaan. Wat mijzelf betreft, hen ik dan ook nog volkomen bereid te gaan. Dan kon ik mogelijk nuttig zijn als schrijver of reporter, of bode, of on derwijzer, of in andere dingen die mij niet bekend zijn, maar er zeker zijn en waarvoor personen moeten wezen." Van eene Hollandsche vrouw, in het buitenland wonende: «Hulde aan de flinke Hollandsche jongens die de Boeren willen helpen." «Zijn er geen rijke landgenooten, die elk één overtocht zouden willen betalen Zijn er geen jonge militairen, die nu eens willen gaan vechten «Zoodra ik inzie dat er een fonds is, wil ik gaarne een bij drage zenden." Slechts enkele brieven ci.vecn indruk te geven hoe thans als liet ware alles wat Nederlander is zich genoopt gevoelt, hetzij persoonlijk, hetzij financieel mede te werken om daad werkelijken steun te verleenen. Dat men hierbij van vele zijden alleen gedacht heeft aan gewapenden steun, (ten getuige waarvan de vele aanbiedingen van militairen en oud- militairen) ligt voor de hand, alhoewel ik in mijn vorigen oproep hiervan geen gewag heb gemaakt. De drie brieven daarin opgenomen waren voor mij liet bewijs dat men allerwege bereid was de Boers te helpen, persoonlijk en daadwer kelijk te steunen in algemeenen z i n, terwijl sommige genieend hebben dat ik slechts het oog had op de engere beteekenisgewapend ter hulp snellen. Het is mij niet onaangenaam dat mijn artikel tweeledig is opgevat, omdat ik daardoor twee partijen tot elkander zal kunnen brengen die beide hetzelfde heoogen, doch slechts in de uitvoering van hun voornemen van elkander wijken. Ik moet hier derhalve mijn plan nader omlijnd uiteen zetten, waarbij ik doe opmerken dat liet, na rijpe overweging, gegrond is op inlichtin gen, mededeelingen en adviezen van ter zake kundige personen. In de eerste plaats zij dan gezegd, dat ik het volkomen eens ben met hen die beweren dat het vormen van een comité of fonds, ten doel heb bende soldaten voor de legers der Boers te werven, een vijandig karakter tegenover Engeland zou kunnen dra gen en onze Regeering aanleiding zou kunnen geven te trachten tusschen heide te treden. Ik zou liet trouwens niet in het belang der Boers nog in dat der uittrekkende Nederlanders oordeelen dat laatstgenoemde onmiddellijk naar liet oorlogsveld zouden vertrekken, daar zij, niet gewend aan het klimaat vermoedelijk spoedig ziek zouden worden en daardoor den Boers meer last dan gemak zouden veroorzaken. Daarbij zouden infanteristen van weinig nut kunnen zijn. Cavaleristen, artilleristen en genisten zouden alleen onmiddellijk dienst kunnen doen. De daadwerkelijke hu lp die volgens mijne meening door /linke mannen, bruikbare mannen, moet worden verleend, bestaat in het verrichten van die werkzaamheden, welke in de beide Republieken noodzakelijk moeten geschieden en thans door het uittrekken der Burgers stil liggen. Dit zijn vele en van allerlei aard, aangezien de uitgetrokken Burgers uit eiken stand en uit elk vak afkom stig zijn. Iieze plaatsen tijdelijk te laten bezetten heeft een dubbel voor deel. In de eerste plaats worden de Nederlanders op die wijze geacclima tiseerd en in de tweede plaats zullen zij, na afloop van den oorlog, in staat zijn de opeDgekomen plaatsen der in den strijd gevallen Boers gemakkelijk in te vullen. Hiervoor is echter meer noodig. De Boers zijn uitstekende ruiters en schutters en dit is, het blijkt nu -weër, een der grootste krachten der Oud- Hollandsche Republieken. Oni nu die kracht later niet te verminderen (ik reken hierbij natuurlijk dat de Boers er in zullen slagen hunne onafhan kelijkheid te behouden) is het noodig dat de mannen die van hier vertrek ken vertrouwd zijn met het geweer en zoo mogelijk met het paardrijden. Mijn doel met het vormen van een Fonds tot daadwerkelijken steun is derhalve om gezonde flinke mannen, die aan bovengenoemde eischen vol doen, financieel in staat te stellen naar de Zuid-Afrikaansche Republie ken te emigreeren. Aanvankelijk zullen zij aldaar in functiën, die niet als oorlogscontra bande beschouwd kunnen worden, werkzaam zijn en aldus de afwezige Boers vervangen. Inmiddels gewennen zij aan het klimaat, oefenen zich in paardrijden en schieten er. vormen zoodoende eene waardevolle reserve voor de toekomst. De band tusschen Nederland en de Oud-Hollandsche Republieken in Zuid- Afrika wordt hierdoor nauwer en vele plaatsen zullen nu door Nederlanders worden ingenomen en hen daardoor een ruim bestaan verschaffen in de toekomst, die anders weder in handen van personen van anderen landaard zullen vallen. Want, men vergete het niet, dat terwijl men hier kalm afwacht wat er zal komen, in andere landen de handen uit de mouwen worden ge stoken. Uit Frankrijk, Rusland en Duitschland vertrekken nu reeds ettelijke joDge mannen naar Trans vaal, naar mij van goedingelichte en betrouwbare zijde verzekerd is. Waar om kan zulks van hieruit niet even zoo goed geschieden En op de vraag of ze welkom zullen zijn, kan ik antwoorden, dat ik er zeker van ben, dat de beide Republieken deze zoo belangloos te verschaffen hulp gaarne en dankbaar zullen aanvaarden. Komt dus Nederlanders van Noord en Zuid; Op! voor Transvaal! zij de leus waaronder ge U vereenigt om onzen stambroeders aan gene zijde van den aardbol daadwerkelijken steun te bieden langs vredelievenden weg. De opgave van hen die zich bij mij aansloten zal binnen enkele dagen worden gepubliceerd ;jaten vele, vooral invloedrijke, personen dit voorbeeld volgen, opdat de aanvragen om finan cieelen steun een gunstig resultaat mogen hebben. Want geld, veel geld is er noodig om mijn plan te verwezenlijken tot liet stichten van een werkelijk krachtig Fonds tot daadwerkelijken steun. Tot nog toe bedroegen de toezeg gingen eenige duizende guldenslaten die vertiendubbelen en zendt uwe voorloopige toezegging der bedragen die ge bereid zijt te storten bij het comité dat thans gevormd wordt, aan W. P. NOËLSVAN YVAGKN1NGEN, Directeur-President van De Bataafsciie Bank. Amsterdam, 20 Dec. 1899. De schoonste wijding zou zeker het Cln istènfëest gekregen hebben, als de moorddadige krijg in Zuid Afrika nog vóór de klokken den heiligen avond inluidden, geëindigd ware. Doch dat heeft niet zoo mogen zijn, en het Iaat zich aanzien dat er nog een zee van bloed moet vloeien alvorens er van vrede sprake zal zijn. Engeland •iaat steeds vooit meer troepen naar Z.-Afrika te zenden, terwijl de nieuwe bevelhebber, generaal Roberts en lord Kitchener reeds op weg zijn naar het terrein van den oorlog. Lord Kitchener, de held van Khar toem, kwam Maandag reeds van Alexandrië te Malta aan, en is dadelijk doorgestoomd naar Gibraltar. De nieuwe opperbevelhebber veldmaar schalk Roberts, vertrok Zaterdag naar Southampton om zich daaraan boord van de Dunollar Castle te begeven, bet schip, dat hem naar Kaapstad zal ovei brengen. Op het Waterloo- station te Londen, hadden zich de prins van Wales, de hertog van Con- nauglit, de hertog van Cambridge, de generaal lord Wolsely en sir Donald Stewart, de ministers van oorlog, lord Lansdowne en Balfour en andere hooggeplaatste personen verzameld. Een enorme menschenmassa was mede samengestroomd en bracht lord Roberts een geestdriftige afscheids- ovalie. Lord Roberts zal een andere takliek volgen dan de totnutoe geslagen gene raals Bulier, Methuen en Gatacre hebben gedaan Naar liet heet zou zijn eerste daad na zijn benoeming geweest zijn, de generaals tegelasten te retireeren en niet weer aanvallend op te treden dan nadat er verster kingen zouden zijn aangekomen en Roberts zelf op bet terrein van den oorlog aanwezig was. Volgens parti culiere telegrammen uit Londen aan Bei lijnsche bladen is of wordt aan dat bevel, om een achterwaar tsclie concentratie te bewerkstelligen, reeds gevolg gegeven. Generaal Buller gaat naar Estcourt terug, lord Methuen moet zich zoo i mogelijk door den vijand een weg j banen naar Oranje-rivier en generaal i Gatacre terugtrekken naar Queens- town, totdat aanzienlijke vorsterkin- Igen oen algemeenen oprnarsch moge-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1899 | | pagina 1