NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
BUITENLAND.
No. 2.
Zaterdag 6 Januari 1900.
Negen-en-twintigate jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
AD YERTENTIËN;
Van 16 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het blijkt nu meer en meer dat
de operaties van generaal French in
de omgeving van Colesberg nog alles
behalve tot een overwinning der
Erigelschen geleid hebben. Hij heeft
Colesberg nog niet bezet en de Boeren
hebben bun stellingen behouden. De
positie van French is, aldus wordt
officieel gemeld, onveranderd. In zijn
telegram aan de Engelsche regeering.
voegt de generaal er bij, dat hy met
een kleine versterking wel in staat
hoopt te zijn de Boeren uit Colesberg
te drijven. Het is echter de vraag of
hem dat zal gelukken, want ook de
Boeren krijgen voortdurend verster
king.
De Boerenlezing van den aanval op
Colesberg Zondag en Maandag door
generaal French ondernomen, luidt,
blijkeus een Reufer-telegram uit Pre
toria als volgt:
»De Engelschen hebben Zondag
avond in grooten getale het com
mando van Schoeman aangevallen in
het district Colesberg en getracht de
stellingen stormenderhand te nemen.
Zij hebben den volgenden dag den
aanval herhaald, maar zij werden
gedwongen terug te trekken.
De Boeren behouden hun stellingen.
De verliezen van de Engelschen zijn
onbekend, maar belangrijk."
Hieruit blijkt dus dat de Engel
schen werden afgeslagen en terug
geworpen naar een stelling die zij nu
nog bezetten. Erg veilig schijnt het
daar voor hen niet te zijn. Voor zich
hebben zij de goed gewapende en
goed versterkte Boerenlegermacht en
verder rondom zich de opstandelingen,
want het geheele district Colesberg
is afvallig. Daarbij komt dat French
een heel eind van zijn basis Naauw-
poort is verwijderd zoodat do ver
bindingslijn Colesberg-Naauwpoort
moeilijk voor de approviandeering vrij
te houden zal zijn. Reeds hebben de
Boeren den generaal in dat opzicht
een prachtigen poets gespeeld, die
voor de Engelsche troepen bedenke
lijke gevolgen kan hebben.
Volgens verschuilende telegrammen
in de Londendsche avondbladen is
een trein met levensmiddelen, be
stemd voor de kolonne van generaal
French en opgesteld bij Plowman's
station tusschen Rendsburg en Co
lesberg, in beweging gebracht door
een verrader, zoodat de trein recht
naar de Boerenstelling bij Colesberg-
junction liep.
De Engelsche artillerie, heet het
in de telegrammen verder, moest
den trein met geschut vernielen, om
te beletten dat hij in handen der
Boeren viel.
Reuter seint uit Naauwpoort echter
een eenigszins andere lezing waaruit
blijkt dat hij wel degelijk in handen
der Boeren is gevallen. Zes-en-twin
tig goederenwagens, telegrafeert Reu
ter, beladen met levensmiddelen, die
hij Rendsburgstation waren geplaatst,
kwamen in beweging en liepen de
helling af naar Colesberg-junction.
Zy derailleerden bij den vernielden
duiker tusschen Rendsburg en Coles
berg-junction. De boeren begonnen
daarop de wagens leog te halen, waarna
een tweede trein van Rendsburg werd
afgezonden, met een compagnie van
het Suffolk-regiment en een aantal
Kaapsche inboorlingen om te pogen,
de levensmiddelen terug te krijgen.
De Boeren openden liet vuur op de
Sullolks van Vanderwalk-fontein met
geschut en noodzaakten daardoor deze
troepen een schuilplaats te zoeken in
een nabijgelegen waterbedding.
Het vuur van de Boeren werd toen
gericht op de beide treinen, waardoor
vele inboorlingen weiden gedood Er
werden twintig granaten verschoten.
De trein met troepen keerde toen
naar Rendsburg terug. De verliezen
aan Engelsche zijde zijn nog onbekend.
Een telegram van gister, melding
makende van gevechten rondom Co
lesberg duidt zeker op bovengenoemd
krijgsbedrijf.
Omtrent het succesje van kolonel
Pilcher bij Sunnyside behaald en de
bezetting door de Engelschen van
Douglas in West Griqualand wordt
nog gemeld, dat het door kolonel
Pilcher verslagen Boerencommando
grootendeels uit opstandelingen be
stond. De Landdrost van Douglas
vluchtte daarop met de bereden op
standelingen. De niet-bereden opstan
delingen hebben zich, naar gemeld
wordt versterkt in een positie nabij
de stad.
De aan Engeland trouw gebleven
inwoners van Douglas bescben de
Union Jack nog vóór de aankomst
der kolonne van kolonel Pilcher, en
haalden de Viijstaatsche vlag neder
De troepen werden met groote geest
drift ontvangen, voornamelijk toen
bekend werd, dat bij de kolonne aan
wezig waren de Australische en Ca-
nadeesche troepen.
De door lord Methuen uitgezonden
cavalerie-brigade onder generaal Ba-
bington, die in samenwerking met
kolonel Pilcher's kolonne was uitge
trokken, is nu toch terecht. Zij heeft
zich bij de Koodoesdrift aan de Mod -
derivier, Westwaarts van de stellingen
van lord Methuen opgesteld, waar
schijnlijk met het doel een omtrek
kende beweging van verdere Boeren-
commando's te voorkomen. De cor
respondent van de Times te Modder
rivier heeft groote verwachtingen van
deze operaties in West-Griqualand en
voorziet nu ook weldra het ontzet
van het door de Boeren belegerde
Kuruman.
Nu generaal Bulier in Natal zeer
veel versterkingen heeft ontvangen
in den laatsten tijd hij heeft nu
een 30,000 man onder zijn bevelen
en ook de belegeringstrein, waarvan
de stukken in positie zijn gesteld, is
gearriveerd verwacht men spoedig
een nieuwen aanval op de Boeren-
stellingen aan de Toegela rivier. Deze
slag zal allicht beslissend zijn voor
den oorlog. Met spanning zien wij
den uitslag van dezen ongetwijfeld
bloedigen strijd tegemoet.
Omtrent Ladysmith deelt de cor
respondent der Westminster Gazette
mee, dat het bombardement der
Boeren in de laatste acht dagen weer
in hevigheid is toegenomen. Het vuur
der Boeren veroorzaakt groote ver
liezen, doch wij hebben hoop, voegt
hij er aan toe, het te kunnen uit
houden tot aan de aankomst van liet
ontzettingsleger. De sterfte ten ge
volge van typheuse koorts en dysen
terie neemt niet toe.
Dit laatste is in strijd met het
officieele bericht van generaal White.
Volgens diens opgaaf waren er op
Januari 71 ernstige gevallen van
typhus en dysenterie in behandeling.
Naar aanleiding van de berichten
in Engelsche bladen omtrent de schen
ding der neutraliteit door Portugal
zijn in het Portugeesche Hoogerhuis
eenige interpellaties gehouden. In
antwoord daarop zeide de minister
van buitenlandsche zaken, dat het
standpunt, door Portugal ingenomen,
was om toe te zien, dat geen der
oorlogvoerende partijen te Lourenzo
Marques hulp of steun zou vinden.
De minister zeide geen mededeelingen
te hebben ontvangen van den door
voer van manschappen of ooilogs-
materieel, terwijl elke overtreding van
regeeringsbevelen door ambtenaren
naar behooren zou worden gestraft.
De Minister voegde er aan toe, dat
hij geen reden had te twijfelen aan
de loyaliteit en de correcte houding
van Engeland.
Op een andere vraag antwoordende,
vei klaarde de Minister lo. dat er bij
het tegenwoordige gewapende conflict
slechts sprake kon zijn van twee
partijen en wel van die, welke er
aan deelnemen er, van die, welke
er niet aan deelnemen2o Portugal
nam er geen deel aan en er waren
precedenten om niet uitdrukkelijk
zich neutraal te verklaren; 3o. het
Engelsch-Duitsch verdrag was een
overeenkomst, gesloten tusschen twee
vreemde natiën en Portugal had van
twee natiën, zooals reeds in de Cortes
was medegedeeld, de meest stellige
verklaring ontvangen, dat zijn sou-
vereiniteit zou worden geëerbiedigd
4o. Portugal kon geen verdragen
sluiten zonder voorkennis van de
Cortes
Het Hooggerechtshof te Parijs ver
oordeelde Guérin tot tien jaren op
sluiting binnen een versterkte plaats,
Lur en Saluces bij verstek tot tien
jaren verbanning. BulTet en Déroulède
eveneens tot tien jaar verbanning.
De twee jaren gevangenisstraf, waar
toe Déroulède reeds veroordeeld is,
zijn in deze straf begrepen.
Het gerucht gaat, dat Buffet naar
België zou gaan, Déroulède naar St.
Sebastiaan en dat Guérin zijn straf
zal ondergaan in een vesting op het
vasteland.
Ooiu Paul's afkomst.
De gevierde president van Transvaal
is, volgens J. F. v. Oordt, de afstam
meling van een Berlijnsch geslacht.
Zijn stamvader is een Jakob Krüger,
die in 1686 te Berlijn werd geboren,
als zoon van Frans Krüger en Elisa
beth Hartwigs.
Deze Jacob KrOger trad in dienst
van de O.-I. Compagnie, kwam in
1713 naaar het Kaapland en vestigde
zich daar. Uit zijn huwelijk met
Johanna Kemp had hij acht kinderen,
van wie Hendrik Kiügerhet zesde
geboren werd op 8 April 1725.
Hendiik had een zoon Gert, die op
21 Mei 1750 werd gedoopt, op 12
Nov. 1776 trouwde met Susanna
Lacija Buys en woonde te Graaf-
Reinet. Hier werd hun een zoon
geboren, Steplianus Johanes, die op
15 Maart 1778 werd gedoopt. Dit
was de grootvader van oom Paul.
Stephanus Johannus Krüger trad op
28 Jannuari 1798 in den echt met
Margaretha Steenkamp.
Een zijner zes kinderen, Kaspar
Jan Hendiik werd geboren in lb04,
huwde Elsi Francina Steijn uit Bul-
hoek bij Colesberg en vestigde zich
daar metterwoon. Op 10 October
1825 werd hun daar een zoon gebo
ren, die de namen Sephanus Johan
nes Paulus ontving. Dit is de tegen
woordige president van Transvaal
Een andere lezing omtrent Oorn
Paul's afkomst doet echter de ronde
in het Anhaltsciie. Volgens deze zou
zijn geslacht uit Samlersleben stam
men, waar zijn grootvader schoen
maker was en woonde in het huis
no. 6 in de Schloszstrasse, welk huis
nog bestaat
Zijn zoon leidde hij op voor koop
man, docli deze hield niet van kruk en
toonbank en vertrok eerst naar de
Aaltmark, dan naar Zuid-Afrika, van
waaruit hij zijn ouders een bezoek is
komen brengen.
Verschillende familieleden van Oom
Paul zijn natuurlijk nog in leven o. a.
Frau Albert RichterKrüger en Frau
GerhardtKrüger, beiden in San-
dersleben.
Aan de mededeeling van den heer
J. F. v. Oordt komt naar onze meening
de voorkeur toedie uil Sanderslehen
heeft veel van een echt kleine-stads-
praatje.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
Dat de raadszitting op jl. Woens
dag eene bijzondere was, getuigden niet
enkel de loopers in vestibule en op de
trappen, noch de uitgebreide maatregelen
van orde, maar bleek vooral uit het over-
groote aantal belangstellenden die de door
gaans, buiten de pers, ledige tribune vul
den en de aanwezigheid van alle gemeente
ambtenaren in de raadszaal zelve, waar wij
ook Mevrouw Van Asch van Wijck, de
heer W. A. Crooekewit (oud-wethouder)
en de heer E. L. H. van Lanschot Hubrecht
(oud-raadslid) opmerkten. Het goldtdanook
niet minder dan de installatie van den
opnieuw tot burgemeester onzer gemeente
benoemden heer Jhr. Mr. T. A J. van
Asch van Wijck, die velen met ons nu
8 jaren geleden, bij zijne benoeming tot
gouverneur van Suriname, slechts noode
zagen vertrekken en voor wiens herbe
noeming een groot aantal ingezetenen
van elke richting en kleur hadden ge
ijverd.
Te kwart over twee opende de als
oudste wethouder in jaren, waarnemend
burgemeester de heer E. L. Visser, de
vergadering, met een korten heilwensch
bij de intrede van het nieuwe kalender
jaar. Daarop werden de notulen der vorige
vergadering door den secretaris gelezen,
onveranderd z. h. st. goedgekeurd.
De Voorzitter deelde vervolgens mede
dat ingekomen wareneene missieve van
Gedeput. Staten in zake de inkomsten
belasting, de goedkeuring door hetzelfde
college van de pensioensregeling van Ce
heer J. M. Thiel leeraar aan de Burger
Avondschool, beiden ter secretarie gede
poneerd ter inzage voor de leden; een
concessie aanvraag van de heeren Bos c.s.
tot het aanleggen eener electrische tram
van Zeist langs Amersfoort naar Hilver
sum, waaromtrent na de indiening der
teekeningen zal worden besloten.
Nog waren ingekomen: van de Com
missaris der Koningin in deze Provincie
een afschrift van het Kon. besluit der
benoeming van Jhr. Mr. T. A. J. van
Asch van Wijck tot Burgemeester van
Amersfoort, en een bericht nopens de
eeds-aflegging, welke beide missives door
den Secretaris werden voorgelezen.
De Voorzitter verzocht daarop de heeren
Mr. van Zijst, M. van Beek en Mr. Hey-
ligers om den nieuwbenoemden burge
meester binnen te leiden.
Bij diens binnentreden verhieven allen
zich van hun zitplaats en sprak de heer
Visser den burgemeester toe als volgt:
Als oudste wethouder rust op mij de
aangename taak u op deze plaats wel
kom te heeten.
Voor acht jaar verliet u deze plaats,
om, vereerd door het vertrouwen van
H. M. onze geëerbiedigde koningin, het.
bestuur te gaan aanvaarden over een
onzer koloniën; nimmer evenwel hebt u
opgehouden belang te stellen in en op
de hoogte te blijven van Amersfoort.
Alle belangrijke besluiten, sedert Uw
vertrek genomen, op te sommen gaat
niet aan, ik wil slechts wijzen op die
betrekkende de inkomstenbelasting en de
gemeentegasfabriek.
De Gemeente is sedert uw vertrek niet
alleen naar het uiterlijke aanzienlijk verbe
terd, maar ook in het openbare leven is
in uw afwezigheid veel veranderd; maar
wat niet veranderd is, is de eendracht
welke in dezen Baad heerscht, waar niet
voorzitten persoonlijke antipathieën en
sympathieën, doch het algemeen belang
wordt voorgestaan ook bij verschil van
inzicht.
Aan iemand van uw kunde, uw werk
kracht, uw ervaring behoef ik er niet
op te wijzen, dat het Burgemeesterschap
vooral in deze Gemeente geen sinecure
isdok niet, dat in deze Gemeente vooral
de geldmiddelen groote omzichtigheid
eischen. Het vorig Bestuur stond dikwijls
voor het geval dat gematigdheid in het
beheer der financiën veel niet deed uit
voeren wat het toch zoo gaarne aanstonds
reeds had ter hand genomen.
Ik durf u verzekeren dat zoowel de
Baad ais de Wethouders ook u gaarne
hun medewerking en hun steun zullen
geven. Ook zult u leeren waardeeren den
steun van den Secretaris. Onder de overige
ambtenaren eindelijk vindt u terug een
aantal oude, beproefde krachten.
Moge het u gegeven zijn, Amersfoort
tot verderen bloei te brengen; moge
Hooger zegen rusten op uw leven en
uw werk.
Ik overreik u het teeken uwer waar
digheid, verklaar u geïnstalleerd en ver
zoek u uw zetel in te willen nemen.
Mr. Van Zijst nam vervolgens het woord
en zeide:
Mijnheer de Burgemeester! Als oudst
verkozen lid van deze vergadering zij het
mij vergund, u namens mijne medeleden
hartelijk geluk te wenschen met uwe
benoeming- Indien ooit, dan is op u van
toepassing: „On revient toujours ii ses
premiers amours." Acht jaren geleden
hebt gij ons verlaten en nu komt gij tot
ons als Burgemeester terug.
Of uwe herbenoeming aan de geheele
burgerij aangenaam geweest is, durf ik
niet te bevestigen, maar een groot deel
althans van de ingezetenen heeft haar
met ingenomenheid begroet, gedachtig
aan uw activiteit en uw wilskracht en
aan de zorg, waarmede gij vroeger de
belangen der Gemeente behartigd hebt.
Wat dezen Baad betreft, gij zult hier
veel veranderd vinden, maar wel magik
u verzekeren, dat, waar wij onder uwen