NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. BUITENLAND. No. 27. Woensdag 4 April 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Van tijd en gelegenheid. Over Boord. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Pir maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. AD VERTENTIËN: Van I6 regels 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend- Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Er zijn een groot aantal dingen te doen, die ongedaan blijven, omdat men de gelegenheid, waarbij ZÜ verricht kon den worden, niet weet te benuttigen. Men liet, zooals de teekenachtige volks uitdrukking luidt, den vogel over het touw glippen, den vogel, die gevan had kunnen zijn, doch naar welken, nu hij de gevaarlijke plek is ontvloden, de begeerige het nakijken heeft. Ieder, jong of oud, raadplege slechts z|jn herinneringen, en h|j zal menig oo- genblik terugvinden, waarin eene kost bare gelegenheid werd veronachtzaamd. Hoe dat zoo is gekomen Ik houd het er voor, doordien w(j niet scherp genoeg waarnemen, niet met juistheid oordeelen, en dus de gelegenheid, als z|j er is, niet terstond als zoodanig herkennen Dan ijlt z|j weg, net als de vogel. Menigeen heelt zyn welslagen in de wereld hieraan te danken, dat hij pre cies heeft gehandeld op het oogenblik, waarin de kans het best stond. Dat moe- we vooruit kunnen zieneen nauw keurige kennis van omstandigheden en feiten is onmisbaar, om ze tot ons voor deel aan te wenden. Omgekeerd zyn ook tal van onderne mingen, waarvan goede verwachtingen werden gekoesterd, leel|jk mislukt, niet omdat z|j op zichzelf geen goede waar borgen aanbieden, maar dewijl beterde geschikte tijd niet voor was. Wie een bontwerk te gelde wil maken, moet dit niet in de Meimaand aanbieden, want dan hebben de menschen er niet aan. Zelfs al zoudt gü ze voor een prikje te koop stellen, en den lieden netjes vertellen, dat er toch, na het voorjaar en den zo mer, een tijd komt waarin een verwar mend hulsel goede diensten kan bewy zen men laat er u eenvoudig mee slaan. Hoe, nu een mantel met vossevel Het gezicht alleen zou je doen smelten 1 Noem dit nu onverstandig van die menschen, vertel hun dat zij heel niet denken aan de toekomst, 't helpt niets. De beste redeneeringen zijn machteloos, als het gevoel niet meepraat. Geen waarheid vindt ingang, als er niet zekere behoefte aan bestaat; als er niet, in onderscheiden richtingen mis schien, naar gezocht wordt, want behoefte schept belangstelling. Geen vereeniging van krachten voor hetzelfde deel is be reikbaar, als niet, ik weet niet door welke overwegingen, het besef levendig is ge worden, dat het aan een eisch van nood zakelijkheid voldoet. Het terrein, waar we dit het best gewaar worden, is dat der politieke werkzaamheid. Ik neem het woord „poli tiek" hier in zijn gunstige beteekenis. en bedoel er mede, wat binnen de grenzen van de huishouding eens volks kan gedaan worden, om een zoo groot mogelijk aantal dergenen, die van dat volk deel uitmaken te doen vooruitgaan in zedelijk en stof felijk welzijn, om dus het gemiddeld peil van het volksgeluk te doen reizen. Daar toe kunnen een groot aantal middelen dienenhet nationaal gemeenschapsleven is zoo rijk in verscheidenheid van vormen, dat men bijna niet weet waar te beginnen om in die vormen de noodigste wijzigin gen te brengen. Omtrent hetgeen het meest dringend is, heeft ieder zijn eigen opvatting. Een alcohol vijand zal zpggen Verbied door strenge en stipt gehand haafde wetten de vervaardiging en den invoer van geestrijke dranken. Een onder wyzer verklaart: Verbreid kennis, en het overige zal volgen. Een godsdienst leeraar oordeelt: Tracht de opwekking van het godsdienstig leven te bevorderen, dat is het ééne noodige. Een hygiënist beweert: Verbetering van woningtoe standen is de grondslag en het uitgangs punt van elke sociale hervorming. Ande ren weer zien die in verhooging van alle loonen voor elke soort van arbeid of in verbeterde armenzorg of in een betere behartiging van de belangen der verwaarloosde jeugd, terwijl n>et we' nigen de meening verkondigen, dat geen duurzame verbeteringen kunnen verwacht worden, wanneer niet aan alle Neder- landsche mannen en vrouwen het kies recht wordt toegekend. En die allen hebben óf een weinig, óf heel veel gelijk. Kon men, met één slag, al die wenschen in verruiling doen komen, al die verlangers bevredigen, het zou aanbeveling vedienen, daartoe over te gaan, op gevaar at dat de verande ringen, op eik gebied tot stand gebracht, tegenover eenige voldoening, ook wel wat teleurstelling zouden baren. Maar dat doet er niet toe, volmaakte toestan den krijgen we nooit, zijn ondenkbaar en zelfs niet wenschelyk, daar het stre ven naar hetgeen nog ontbreekt de ee nige prikkel tot werkzaanheid en alzoo ook de eenige voorwaarde van waarlijk leven mag genoemd worden. We weten echter, veel tegelijk bekomen is niet mo gelijk, de vooruitgang geschiedt by schre den, somtijds bij zeer langzame, en ook dat is een noodzakelijkheid, dewyl alleen levensvatbaarheid heelt wat zich op na tuuriyke wijze uit het bestaande ont wikkelt. Er zal dus, wil liet gemeenschappelijk streven naar hervorming werkelijk vrucht dragend zyn, wil het tot eenig resultaat leiden, een keus gedaan moeten worden van het een na het ander. Wie is het nu, die deze keus bepaalt, wie is bevoegd aan te wyzen, wat het eerst en wat daarna moet geschieden Men kan daarover geen volksstemming houden. Aan den anderen kant hebben wy niet een allesbeheerschende, centrale macht, bekleed met genoegzaam gezag om haar wil overal en in alles te doen eerbiedigen Maar wij hebben een openbare mee ning. Hoe zy ontstaat, vanwaar zy haar invloed ontleent, hoe zy komt tot haar uitspraken, is moeielijk te zeggen. Pro duct van het jongst verleden, overscha duwt zy met haar autoriteit het tegen woordige en bereidt zy het toekomstige voor. Haar besluiten worden getemperd door de partijen, dat wil zeggenook daar, waar zy in een bepaalde richting heenwyst, laat zy toch nog belangrijke afwijkingen toe, door het verschil dat bestaat in de onderscheiden groepen en kringen, waar het onderwerp van haar tijdelijke belangstelling in behandeling wordt genomen Is evenwel dat onder werp aangegeven, dan is het ook noodig, het aan de orde te stellen; er is in dat geval een „vraagstuk van den dag", welks oplossing ernstig beproefd behoort te worden. Daarmede is tevens uitgemaakt de quaestie van de tijdigheid. De gelegen heid is daar, en wijsheid van den eersten rang is het, haar goed te gebruiken. In dien zin ook wordt het duidelijk, wat de aanbeveling beteekent: Let op de teekenen der tyden Wie zyn deel wil hebben aan den invloed, dien de persoonlijke arbeid uitoefent op het lot der gemeenschap met andere woor den, wie op waardige wyze, en zoo, dat hy iets wezenlijks helpt tot stand brengen, het algemeen belang wenscht te dienen, moet zyn oog op schildwacht zetten, zijn oor te luisteren leggen. Hy moet zien wat er omgaat in de kringen van zyn volk, hooran wat de slotsom is van het gezamenlijk verlangen. Dat niet alleen: hy behoort ook te weten, op welke medewerking te rekenen valt en tot welke hoogte het daarmee te brengen is, om geen gevaar te loopen van, bij het streven naar het onbereikbare, dat gene mis te grijpen wat bereikt zou kunnen worden. In théorie moeten wy zyn idealisten, in de practyk opportunisten. Dit wordt vaak vergeten, en vandaar zooveel mislukkingen. Men let niet vol doende op de tijden en overschat de gelegenheden. Idealisten dat behooren wy steeds te wezen om goed de richting te houden, in welke wy ons voortbewegen Het hoogste dat wy ons kunnen voorstellen als einddoel, moet ons steeds voor de oogen staan Maar om dat hoogste te naderen, heb ben wy ook zorgvuldig te bepalen waar het hoogere is, dat voor de thans te zet ten schrede toegankelijk is. Dat alleen heeft waarde voor de practische werk zaamheid. En vervolgens, is het ook noodza kelyk het een6 te zyn omtrent het ter rein, waar die stap zal worden gezet. Een samenloop van omstandigheden- een schijnbaar onuitwarbaar net van lynen heeft, welnu daarheen dar. koers gezet, met vast vertronwen dat we daar iets goeds zullen kunnen doen. Dit juist te onderkennen, en dan tevens te weten welke gevaren te vermijden zyn by het voortgaan in die richtiug, dat is staats manswysheid. Deze behoort het eigendom te zijn van de Regeering, aan wier handen de teugels der rossen, die den politieken wagen trekken, zyn toevertrouwd. Een van die gevaren wordt te voorschijn geroepen door het willekeurig ingrijpen van partijleiders, die somtijds, hun per soonlijke opinie voor de publieke opinie houdende, den geregelden voortgang be lemmeren door ontijdig een anderen koers aan te geven. Op het oogeublik ligt het zwaartepunt van onze binnenlandsche politiek in de behandeling van het kind. voor zoover re de ontoereikende ouderzorg tnsschen- konist van den wetgever noodzakelijk maakt. Eerst de leerplicht, dan de ver dere maatregelen tegen verwaarloozing. Een stuk sociale wetgeving van tiooge waarde voor de allernaaste toekomst van ons volk. W. F. Eert telegram van lord Roberts dd. Bloemfontein 1 April, zegt, dal kolonel Broadwood zeven kanonnen verloor, benevens zijn geheelen tros Broad wood zelf schatte zijn verliezen op ongevepr 350 man, onder wie meer dan 200 vermisten, die natuurlijk door de Boeren zijn iniepikt. Lord Roberts zegt verder in zijn telegram dat kolonel Broadwood hem rapporteerde, dat de Boeren Thaba Noliu in twee afdeelingen naderden, van het noorden en van het oosten. Broadwood seinde toen, dat hij op de waterwerken wilde terugtrekken, zeventien mijl dichter bij Bloemfontein waarop lord Roberts antwoordde dat de negende divisie hij het aanbreken van den dag zou oprukken otn hem te steunen. Broadwood trok 's nachts naar de waterwerken en bivakkeerde daar. Den 31 en Maart bij het aan breken van den dag werd hij daar van drie kanten aangevallen. Hij zond zijn batterijen en tros in de richting van Bloemfontein en liot ze door cavalerie dekken. Op twee mijl al- stands van de waterwerken loopt de weg door een diepe rivierbedding (Mieliesspruit) waarin de Boeren zich 's nachts zoo goed hadden vei borgen, dat de Engelsche verkenners daar voorbij reden zonder ze te ontdekken. De Boeren openden, het vuur toen de wagens en de kanonnen de drift overtrokken; een aantal drijvers en paarden werden op korton afstand neergeschoten, zeven kanonnen wer den bemachtigd en wat overbleef galoppeerde weg. De verkenners vonden later de drift door den vijand onbezet, waarop de EWALD AUG. KöNIG. 2) In bet hotel aangekomen, trok ieder zich in de hem aangewezen kamer terug; na ver loop van een uur zouden zij elkander in de eetzaal weder ontmoeten. Den Baron moest de koortsachtige ontroering van zijn reisge noot opvallenzij aten te zamen aan een klein tafeltje; daardoor had hij gelegenheid te over hem gade te slaan. Schneider dronk haastig, zijne wangen werden voordurend hooger gekleurd, en zoo dikwijls hij den blik op de deur vestigde, sprak inwendige angst uit zijne trekken. "Het zou me heel wat waard zijn, indien ik niet bij het ongeval tegenwoordig was geweest," zeide hij, nadat de kellner een nieuwe flesch had gebracht, het zwijgen ver brekende. «In het volgende oogenblik was ik ontegenzeggelijk niet meer alleen op het dek. Gij kwaamt toch onmiddellijk «Neem mij niet kwalijk," viel de Baron hem in de rede, «toen ik kwam, waren de booten reeds uitgezet, om den verongelukte te redden." «Het kan zijn, ik herinner me dat niet meer zoo precies." «En ik begrijp thans nog niet, hoe het ongeval heeft kunnen plaats grijpen.» «In het eerste oogenblik begreep ik het ook niet,» hernam Schneider, terwijl hij met be vende hand de glazen vulde, «maar daarna is het mij duidelijk geworden. Mijn compagnon «Was hij werkelijk uw compagnon?» «Jawel, Firma: Schneider en Fuhrmann, Exportzaak en gros in B. Gij zult deze firma wellicht niet kennen?» «Zeker, zeker, ik herinner me thans, de beide namen reeds gelezen te hebben; ik kom dik wijls in B.« «Voor zaken, vroeg Schneider, er lag iets loerends in den blik, welke bij deze vraag op het gelaat van den Baron gevestigd was. »Ik reis voor mijn genoegen,» hernam de Baron kalm, «heden ben ik hier, morgen ddar, binnen enkele weken zal ik weder in B. zijn. «Dan verzoek ik om de eer van uw bezoek.» Lichtenstein neigde toestemmend. «Rudolf Fuhrman was niet alleen mijn com pagnon,1 maar ook mijn stiefbroeder,» ging Schneider na een korte pauze voort: «ik moet u dat uit elkander zetten, opdat gij den stand van zaken juist zult kunnen beoordeelen. Onze goede moeder leeft nog; ik zie op tegen het oogenblik, waarop ik aan de oude, eer waardige matrone de vreeselijke tijding moet mededeelen. Mijn moeder heeft, als men het zoo noemen wil, het zeldzame geluk gehad, drie mannen te bezitten; haar eerste echtgenoot was mijn vaderzij verloor hem kort na mijne geboorte daarop trouwde zij met een koopman Fuhrmann, met wien zij tien jaren in een gelukkigen echt leefde. Dit huwelijk was met vijf kinderen gezegend, waarvan er slechts één, de thans verongelukte zoon, in leven bleef. Mijn mama is thans nog een deftige dame, zij moet in hare jongere jaren een schoone vrouw ge weest zijn. Spoedig na den dood van haar tweeden echtgenoot, trad zij in het huwelijk met een Mijnheer Holdau, die insgelijks weduw naar was en een klein dochtertje mede ten huwelijk bracht. Ook hij stierf en de kleine Marie is thans een bloeiende maagdkinderen ontsproten uit dezen echt niet. Holdau was een strenge, zelfzuchtige manhij tiranniseerde zijne stiefzonen en dreef hen uit het huis. Wij hadden beiden de koopmansloopbaau ge kozen, en na den dood van den stiefvader richten wij, steunende op onze kennis, een exportzaak op, welke spoedig tot bloei kwam. Ik maakte de noodige reizen en mijn broeder hield thuis de boeken. Dit jaar moest mijn broeder een zeebad bezoeken, om van langen, inspannenden arbeid weêr op zijn verhaal te komen. Hij koos het eiland Sylt; van dikir uit wilde hij naar Koppenhagen, waar wij handelsbetrekkingen hebben. Een zaak, welke spoedig afgedaan moest worden, riep mij ins gelijks naar Koppenhagenmijn broeder kon ze niet in orde brengen, daar hij van den stand der zaak niet voldoende op de hoogte was. Ik reisde er heen en ontmoette hem dddr. De zaak was spoediger geregeld, dan ik verwachtte, er daar mijn compagnon nu over Londen huiswaarts wenschte te keeren, en wij hier insgelijks met eenige firma's in handelsbetrekking staan, besloot ik hem te vergezellen. Wij hadden ons zooveel aange naams van de terugreis voorgesteld," ging Schneider zwaar zuchtende voort; «Rudolfhad nieuwe krachten verzameld, ondernemingen, welke groote winsten beloofden af te werpen, moesten onmiddellijk na onze thuiskomst op touw gezet worden, en nu is alles anders uitgevallen.» Hij zweeg, liet het roodblonde hoofd op den arm rusten en zijne lippen schenen van krampachtige smart saam te trekken. De Baron nam zijn glas en dronk het lang zaam uit. Wordl vervolyd.l

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1