NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Nu. 38.
Zaterdag 12 Mei 1900.
Negen-en-twintigste jaargang.
BINNENLAND.
Over Boord.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden f 1.Franco per post door bet geheele Kijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Yrijdag.
AD VERTENTIËIV:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slecbts driemaal berekend
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De opmarsch van lord Roberts is
weder voor eenigen tijd vertraagd
door liet feit dat de spoorweg tus-
schen Brandfort en Smaldeel als tus-
schen Smaldeel en Winburg grooten-
deels vernield is, terwijl het bouwen
van een noodbrug over de Vetrivier
waarschijnlijk wel een dag of acht
in beslag zal nemen. Tot zoolang,
vermoedt men dat berichten omtrent
verdere oporaties uit zullen blijven.
Het plan van Roberts schijnt dus
toch, blijkens de verkenningen, die
generaal Hutton en generaal Hamilton,
respectievelijk ten Westen en ten
Oosten van Smaldeel naar de Zand-
rivier hebben gedaan, te zijn, om
naar Kroonstad op te rukken. En
het feit, dat Hamilton van Winburg
uit deze verkenning heeft gedaan,
wijst er op dat zijn krijgsmacht be
stemd is om bij voortduring den
rechtervleugel van Roberts' hoofdleger
te vormen en dat hij met zijn bereden
infanterie en de cavalerie van Broad-
wood dezelfde taak heeft te vervullen,
welke op den linkervleugel aan Hutton
is opgedragen.
Op die wijze zal het Roberts steeds
mogelijk zijn, neemt de Köln. Zeil.
al naar gelang van de stelling der
Boeren en den aard van het terrein,
nu eens op den eenen en dan op de
anderen in't gunstigste geval op beide
vleugels een omtrekkende beweging
uit te voeren en de Boeren, die on
mogelijk aan- de tegen hen opruk
kende Engelsche overmacht aan
alle kanten in uitgestrekte liniën
weerstand kunnen bieden uit hun
stellingen te drijven.
Het succes der Eugelschen zal echter
wel in hoofdzaak er van afhangen of
de gesteldheid van het terrein, dat
bij Kroonstad steeds moeielijker wordt,
dergelijke omtrekkende manoeuvres
toelaat.
Reuter deelt op gezag van «geloof
waardige berichten" mee dat de Boeren
de Zandnvier verlaten en op de Vaal
terugtrekken. Luidens andere berichten
bezetten de Boeren stellingen bij
Boschrand, ten Zuiden van Kroonstad.
Een groot aantal Boeren hebben
zich aangemeld bij de Engelsche be
velhebbers en hun Mausers en paarden
ingeleverd. Zij vertellen dat er ernstige
twisten zijn tusschen Vrijstaters, en
dat die twisten waarschijnlijk zullen
leiden tot onmiddellijke onderwerping
van de Vrijstaters
Een ander bericht dat ons geloof
waardiger voorkomt, wordt echter
aan de Standard uit Smaldeel gemeld,
luidende, dat de proclamatie van lord
Roberts weinig uitwerking heeft ge
had, want alle hoeven waren bij de
komst der Engelschen door de man
nen verlaten. De gemakkelijkheid,
voegt de correspondent er bij, waar
mee de Boeren met hun wagens
hebben kunnen ontsnappen, werkt
inderdaad zeer ontstemmend, want
toen de Engelschen te Smaldeel aan
kwamen, hadden de Boeren met hun
wagens nog slechts een voorsprong
van vijf mijlen.
Nu Robert's opmarsch weer ver
traging ondervindt, hebben de Boeren,
mochten zij aan gene zijde der Zand-
rivier hun eersten ernstigen tegen
stand willen bieden, ten minste tijd
om zich in het van nature toch reeds
sterke terrein duchtig te verschansen.
Intusschen wordt uit Kaapstad gemeld,
dat generaal Buller zich gereed maakt
om een belangrijke beweging uit te
voeren. Zondag heeft hij reeds een
verkenning gedaan naar de Van Ree-
nen's pas. Het is dus aan te nemen
dat hij dezen pas, die door de Boeren
bezet is, zal trachten te forceeren om
zoo aan een deel van Robert's strijd
macht, die waarschijnlijk van het
Westen via Bethlehem-Harrismith zal
oprukken, de hand te reiken.
Omtrent de bewegingen tol ontzet
van Mafeking is er heden geen ver
der nieuws. Wel zegt een bericht
aan de 2'imes van 24 April, dat de
nood in de stad hoog is gestegen
Het garnizoen, wordt daarin gezegd,
kan het nog ongeveer tot den 18 Mei
uithouden, doch de toestand was toen
reeds zeer ernstig.
Een bericht van den commandant
Baden-Powell dd. 27 April, den dag
waarop het beleg 200 dagen had ge
duurd, aan lord Roberts, zegt, dat
de geest onder de troepen goed was.
Van den hoog gestegen nood spreekt
Baden-Powell niet; enkel maakt hij
melding van het feit, dat allen zich
zoo goed mogelijk in den toestand
schikken.
Landweer en opheffing van Schut
terijen.
Thans is door de Ministers van
Oorlog en van Binnenlandsche Za
ken ingediend de wetsvoordracht
tot nadere regeling van de ophef
fing van de schutterijen en de ver
vanging van die wapenmacht door
eene landweer.
Bij de samenstelling van dit ont
werp is uitgegaan van het beginsel
dat de dienst bij de landweer, zoo
wel voor hen, die daarbij na vol
brachten diensttijd bij de militie
worden in dienst gesteld, eene voort
zetting van dienst zij, met gemakke
lijker te vervullen verplichtingen in
vredestijd.
Aangenomen is, dat de schutterijen
zullen worden opgeheven vijf jaren
na het in werking treden van de
wet, en dat in dien tusschentijd, de
schutterijen telken jare met eene
lichting zullen verminderen, omdat
na het in werking treden van de wet
tot opheffing geen inlijving bij de
schutterij meer zal plaats hebben.
Het Rijk wordt verdeeld gelijk
reeds bekend is in 36 landweer-
districten. nl. Noord-Holland 7, Zuid-
Holland 7. Zeeland 1, Noord-Brabant
4, Limburg 2, Utrecht 2, Gelderland
4, Overijsel 3, Drenthe 1, Groningen
2. Friesland 3, met een totaalaantal
mannen van 28 tot35jaarvan 199,025.
Men verzekert, dat de wijziging
van de Kieswet nog in dit bijeenzijn
der Tweede-Kamer zal worden inge
diend, en het plan bestaat het ontwerp
in de afdeelingen te onderzoeken nog
vóór het zomerreces, dat echter niet,
zooals in een der dagbladen staat,
reeds 2 Juni a.s. zal aanvangen, maar,
behoudens onvoorziene omstandighe
den, in het laatst van Juni, overeen
komstig 's Voorzitters mededeeling
vóór Paschen, dat hij dacht de Kamer
tot Juli te doen bijeen blijven.
Het uiteengaan op 2 Juni d. i.
de Vrijdag vóór Pinksteren zal
slechts gevolgd worden door een korte
vacantie.
In de te Arnhem onder Voor
zitterschap van Jhr. Dr. L. de Geer
uit Velp gehouden algemeene verga
dering van de Vereeniging tot Chris
telijke Verpleging van bedelaars en
landloopers is tot nieuw bestuurslid
gekozen de Heer M Sanders te
Oosterbeek. Uit het verslag bleek,
dat de Vereeniging in bloeienden
toestand verkeert.
Op »Hoogeland" bevinden zich
thans 46 verpleegden. Sedert de ope
ning zijn 570 personen opgenomen,
van wie meer dan 40 procent, op
gevoed. in de maatschappij geplaatst,
goed geslaagd zijn en met eere hun
brood verdienen. De aanvragen tot
opneming zijn zeer talrijk en worden
steeds grooter; honderden moeten
worden afgewezen wegens gebrek
aan plaats en middelen. Een tweede
inrichting is dringend noodig, doch
daartoe wordt meer geld vereischt
dan waarover de Vereeniging be
schikt.
De goede tijden, dat er op ver
borgen plaatsen schatten gevonden
werden, schijnen toch niet heelemaal
voorbij te zijn.
De timmerman L. J. Veen, Von
Zesenstraat 50, te Amsterdam, was
bezig met eenige werkzaamheden bij
de verbouwing van perceel Hoogte
Kadijk 8, aldaar. Wie beschrijft des
sloopers verwondering, toen hij achter
een plank boven de bedstede, in den
muur verborgen, een holte ontdekte,
waaruit twee zakjes met geldstukken
te voorschijn kwamen.
Het bleken zilveren Nederlandsche
munten te zijn uit de 17e eeuw, te
zamen ongeveer 9 K.G. wegende. De
vinder stelde de vondst onmiddellijk
aan den eigenaar van het huis ter
hand, die twee der munten aan den
eerlijken vinder gaf. Voor dezen laatste
is de vondst echter nog grooter bui
tenkansje: art. 642 van het Burgerlijk
Wetboek toch bepaalt, dat de vinder
de eene helft, de eigenaar de andere
helft van de gevonden schat krijgt.
De achtste Zondagsschool-con
ferentie zal Woensdag 20 Juni ge
houden worden te Zeist in de kerk
der Broedergemeente aldaar. Des
namiddags bij gunstig weder in het
Bosch.
De openingsrede zal door ds. J.
Moulijn van Nijmegen en de slotrede
door ds. J. J. van Noort van Amster
dam gehouden worden.
De conferentie is voor allen die
aan de Zondagsscholen werkzaam zijn
toegankelijk.
Een weerbaar volk.
Te Ermeloo, op de Veluwe, waar
onlangs eene afdeeling van «Volks-
weerheid" werd opgericht welke
op dat kleine plaatsje reeds meer dan
honderd leden telt is thans ook
nog eene onderafdeeling opgericht,
welke zich in het bijzonder het oefe
nen in het schieten ten doel stelt.
Men heeft daarbij grooten steun onder
vonden van een geacht ingezetene,
aan wien men thans den eeretitel van
«Vechtgeneraal" heeft aangeboden.
PLAATSELIJKE BERICHTEN.
De uitvoering van Haydn's
Jahreszeiten, door de gecombineerde
Zangvereenigingen te dezer stede onder
directie van den heer W. M. Petri
op Woensdagavond j.l. mag volkomen
VAN
EWALD AUG. KiiMG.
13)
«Ada Beinach stond wel is waaralleen,maar
haar aanzienlijk vermogen verzekerde haar een
aangenaam leven, en dat vermogen was zoo goed
en zeker belegd, dat het zonder de geringste
moeite beheerd kon wordeu. Zij had een oude
dame tot juffrouw van gezelschap geëngageerd
en onder begeleiding van deze dame kon zij
niet alleen schouwburgen en concerten bezoeken,
maar ook aan elke uitspanning welke zich op
deed deelnemen.
Onder deze omstandigheden had zij zeker
geen reden, om aan de wenschen van Herbert
uit persoonlijke overwegingen tegemoet te ko
men, en zoover Marie haar vriendin kende,
hield zij zich overtuigd, dat Ada alleen den
man, wien haar hart toebehoorde^ haar hand
zou schenken.
En Herbert was die man niet, zóó meende
ten minste Marie. In gedrukte stemming sloeg
zij den weg naar de woning dier vriendin in;
zij vond het onaangenaam, aan het verzoek haars
broeders te moeten voldoen, maar hij had zoo
lang bij haar aangehouden, tot zij eindelijk
haar woord gaf. Ada had haar reeds verwacht;
in het smaakvol ingerichte boudoir stond het
koffiegoed reeds op de tafel.
Zoolang de juffrouw van gezelschap aanwe
zig was, keuvelden de beide meisjes over dingen
van den dag, over nieuwe verschijnselen in de
litteratuur en de muziek en andere zaken, welke
ook voor de oude dame van belang waren en
haar insgelijks gelegenheid schonken aan het
gesprek deel te nemen. Later verliet zij de ka
mer en de meisjes bleven alleen.
«We spraken onlangs over den plotselingen
dood van mijn broeder, over Herbert en mama,"
nam Marie thaus het woord; «mag ik je rond
uit een vraag doen
«Dat klink zeer geheimzinnig," schertste Ada,
de donkere oogen vol verwachting op haar
vestigende: «doch hoe zij luiden moge, ik zal
ze even rondborstig beantwoorden."
«Hoe denk je over Herbert?"
«Dat is zeker een zonderlinge vraag, mijn
lieve Marie. «Heeft zij een bepaalde bedoeling?"
«Je hebt het geraden, Ada!" zeide Marie
snel. «Herbert heeft me verzocht, je die vraag
te doen. Hij bemint je, hij koestert de hoop,
dat je zijn liefde beantwoordt, en indien die
hoop hem niet bedriegt, dan
«Genoeg 1" antwoordde Ada en een smarte
lijke trek gleed over haar gelaat. «Ik zou het
aangenamer gevonden hebben, zoo je me niet
verzocht had die vraag te beantwoordendoch
nu zij eenmaal is gedaan, mag ik ook niet
weigeren er een antwoord op te geven."
«Arme Herbert!" zeide Marie, onwillekeurig
zuchtende.
«Ik acht hem," ging Ada voort, «van mijn
vriendschap kan hij zich verzekerd houden,
maar beminnen kan ik hem niet. En wie mijn
hand begeert, die moet mijn hart bezitten. Ik
wil volkomen openhartig zijn, mijn geliefde vrien
din; ik wil je mijn hartsgeheim toevertrouwen,
dat nimmer over mijne lippen zou gekomen zijn,
zoo j e vraag me daartoe geen aanleiding gaf. Ik
heb je broeder Budolf bemind van het oogenblik
af, waarop ik hem voor de eerste maal ont
moette, ik bemin hem ook thans nog, en ik
geloof niet, dat het ooit een man zal gelukken
zijn beeld uit mijn hart te verdringen."
«Ik vermoedde het, maar hij klaagde, dat
je Herbert voortrok."
Dan martelde hij zichzelf met twijfelingen
en vermoedens, welke alle grond missen. Ik
wachtte eenvoudig op het beslissende woord;
indien hij het gesproken had, dan zou wellicht
veel anders zijn uitgevallen. Wie kan het weten
kleine oorzaken hebben dikwijls toch groote
gevolgen Het woord bleef ongesproken, en de
dood heeft den band verscheurd, maar het is me
onmogelijk den geliefde te vergeten en een
anderen man mijn hand te rijken. Ik kan het
niet, tenminste nu nog niet, en ik geloof dat ik
het nimmer zal kunnen,"
Marie keek peinzend vódr zich uit, zij knikte
toestemmend.
«Ik zou het ook niet kunnen, als Hendrik
mij plotseling ontrukt mocht worden," zeide
zij. «Herbert had met die vraag nog eenigen
tijd geduld moeten oefenen, maar hij is zon
derling op dat punt; wat hij zich eenmaal in
het hoofd heeft gezet, moet ook onmiddellijk ge
schieden. Mag ik hem zeggen, dat je over de
zaak wenscht na te denken
«AVaartoe dat? Waartoe vooruitzichten te
wekken, welke niet verwezenlijkt kunnen worden
Al was ik ook niet met Budolf verloofd, al
zijn er ook tusschen ons geen liefdesverkla
ringen gewisseld, zoo heb ik me toch steeds
als zijn bruid beschouwd, en de trouw van een
minnende bruid zal ik bewaren."
«Dus mag Herbert geen hoop koesteren?"
«Het zou dwaasheid zijn zoo hij het deed."
Daarmede was dit thema uitgeput. Marie
zag in, dat het vruchteloos zou wezen, deze
vraag uog verder te behandelenbovendien
drong haar ook de vallende avond, den terug
tocht te aanvaarden.
Wordt vervolgd.