NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
No. 41.
Woensdag 23 Mei 1900.
Neg en-en-twintigste jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Over Boord.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent.
Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend-
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Gelijk te verwachten was, heeft de
Boerendeputatie, Fischer-Wolmarans-
Wessels, ook in Amerika bot gevan
gen. Ze zijn door Mc. Kinley niet
eens ontvangen, uiaar werden door
den staatssecretaris voor buitenland-
sche zaken Hay in de diplomaten-
kamer van het departement van bui-
tenlandsche zaken gerecipieerd, doch
ook al weer niet-officiëel. Het onder
houd duurde een uur.
De heer Hay deelde den heereg
o.a. mede dat president Mc. Kinley
zich verplicht achtte onder de tegen
woordige omstandigheden te volhar
den in z\jn staatkunde van neutraliteit
tusselien Engeland en de Boeren
republieken.
Nadat de Boeren-gezanten het
departement van buitenlandsche zaken
hadden verlaten, begaf Hay zich naar
het Witte Huis, en na met Mc. Kinley
geraadpleegd te hebben, vaardigde
Ilay een lange verklaring uit. waarin
het onderhoud beschreven en de hou
ding van Mc. Kinley ten opzichte
van de oorlogvoerende partijen in
Zuid-Afrika wordt toegelicht.
Hay zegt daarin o. m. der deputatie
te hebben meegedeeld, dat de artikelen
III en V van de Haagsche Conventie
eenige verdere actie door de Ver.
Staten onder de bestaande omstan
digheden onraadzaam maken.
L)e verklaring van Hay eindigt dan
aldus
De stappen door den president ge
daan in zijn ernstigen wensch om
den oorlog te zien eindigen, mogen
reeds gezegd worden te gaan tot de
uiterste grens die hem veroorloofd is.
Zijn vollen plicht gedaan hebbende
om zijn neutrale positie strikt in acht
te nemen, en de eerste gelegenheid
die zicli voordeed aangegrepen heb
bende voor liet aanbieden zijner goede
diensten in liet belang van den vrede,
beseft Mc. Kinley, dat bem in de
tegenwoordige omstandigheden geen
andere weg openstaat dan te vol
harden in zijn politiek van strikte
neutraliteit. Daarvan af te wijken,
zou in strijd zijn metal onze traditiën
en nationale belangen, en zou leiden
tot gevolgen, welke nocii de president,
nocli het volk der Ver. Staten gaarne
zouden zien.
Ook in den Senaat is een meerder
heid, die zich tegen inmenging van
den kant der Yereenigde Stalen ver
klaart. Daar is zelfs besioten om liet
driemanschap uit de vergaderzaal te
weren, wijl de deputatie van plan is
het land af te reizen met het doel
het volk over te halen op de regeering
pressie uit te oefenen. Niettegen
staande een krachtige redevoering
van Webster Davis, om de deputatie
de zittingen te laten bijwonen, werd
dit voorstel met 3G tegen '21 stemmen
verworpen.
Volgens den correspondent van de
Times zal dit voorstel in liet Huis
van Afgevaardigden opnieuw worden
ingediend, maar of de meerderheid
daar vóór de Boeren zal zijn, blijft
de vraag, vooral nu de verklaring van
Mc. Kinley aan duidelijkheid niets te
wenschen overlaat.
Er is nu eindelijk officieel bericht
van het ontzet van Mafëking. Sir
Alfred Milner. de lrooge commissaris
te Kaapstad seinde gister dat hij van
generaal Barton een telegram uit
Taungs heeft ontvangen, meldend dat
het ontzet op den 17en Mei was ge
schied.
De ontzettingscolonne stond, blijkt
nu, onder bevel van kolonel Mahon,
die zich onder lord Kitchener in Soedan
onderscheiden heeft. Kolonel Mahon
seinde aan lord Roberts, dat hij zich
den 15en Mei met kolonel Plurner's
strijdmacht bij Jammissibi ten Westen
van Mafeking heeft vereenigd. Den
13en Mei was de colonne door de
Boeren aangevallen, waarbij de Engel-
schen 5 dooden en 24 gewonden kregen.
De Boeren, wier verliezen grooter
waren, werden blijkbaar afgeslagen,
zoodat Malton zijn marsch kon voort
zetten. Na zich met Plumer vereenigd
te hebben, werd toen tegen de bele
gerde stad opgerukt. Of de gpheele
Boerenstrijdmacht die Mafeking inge
sloten hield, inderdaad met kanonnen
en al in handen der Engelschen is ge
vallen, zooals de Daily News het voor
stelt, is nog niet bevestigd. Wat er
tegen pleit is het feit dat een Bóeren-
telegram heeft gemeld dat de bele
geraars in Oostelijke richting waren
afgetrokken. Ernstige twijfel is hier
dus gewettigd.
Een ander telegram van Engelsche
zijde geseind, dat kapitein Elofi en
een aantal Boerenstrijders bij de laatste
poging om de stad te nemen,gevangen
genomen zijn, is intussclien maar al
te waar gebleken.
Kolonel Baden-Poweii meldt n.l.
van 13 Mei aan lord Roberts dat een
afdeeling van 230 Boeren onder com
mandant Eloll Mafeking aanvielen en
het kamp binnendrongen, doch om
singeld werden. De terugtochtsweg
werd den Boeren afgesneden. Den
geheelen dag werd er gevochtentegen
het vallen van den avond gaf een
deel der Boeren zicli over, terwijl de
overigen door een hevig vuur werden
teruggedreven. De Boeren lieten 10
dooden, 19 gewonden en 108 gevan
genen achter, onder wie commondant
Eloll, 9 officieren, 17 Franschen en
vele Duitschers. De Engelschen ver
loren 6 dooden en elf gewonden.
Uit het geringe aantal Boeren, die
aan de bestorming deelnemen, zijn
twee conclusies te trekken. En wel
ten eerste dat liet plan moest mis
lukken met 250 man toch bestormt
men geen stad, die door een dappe
ren en bekwamen commandant in
uitstekenden staat van tegenweer is
gebracht, al is dan de bezetting door
het maandenlange beleg ook verzwakt.
Zijn er inderdaad maar 250 man ge
weest die het waagstuk ondernamen,
dan verdienen deze dapperen hulde,
al was hun pogen ook dolzinnig. Maar
ten tweede is het vermoeden gewet
tigd dat de aanval met een veel groo-
tere macht is geschied, doch dat het
dappere troepje van Eloff na deKaf-
ferwijk bezet te hebben en daarna
omsingeld te zijn, door de overigen
is in den steek gelaten. En dat zou
een bedenkelijk teeken zijn. Wachten
wij echter nadere berichten at alvo
rens een positief oordeel uit te spreken.
Hoe de verdere verdedigingstactiek
der Boeren zal zijn, nu het grond
gebied van Transvaal bedreigd wordt,
wordt volgens den correspondent van
do Times te Lourenzo Marques strikt
geheim gehouden. Volgens dezen
heerschte er hieromtrent echter groote
verdeeldheid onder de Transvalers en
hun buitenlandsche bondgenooten-
medesli ijders. De vreemdelingen zou
den de regeering met nadruk op de
noodzakelijkheid gewezen hebben,
Pretoria te verdedigen, terwijl de
burgers die eigendommen in de stad
en omgeving hebben, zonder uitzon
dering voor ontruiming zijn. Vermoe
delijk is er nu, volgens den corres
pondent, besloten, dat de vreemde
lingen belast zullen worden met de
verdediging der forten, terwijl de
hoofdmacht der Boeren zal terugtrek
ken naar Lijdetiburg, werwaarts de
regeering spoedig haar zetel zal over
brengen.
De correspondent van de Times te
Kroonstad zegt dat bij zijn oordeel
over de stemming der Vrijstaters
tot nu toe heeft opgeschort, om zijn
mond niet voorbij te praten, doch
thans is hij er vast van overtuigd
dat de Vrijstaters zoo goed als allen
den oorlog moede zijn terwijl zij
grootelijks verbitterd zijn tegen de
Transvalers, welke zij betichten hen
te hebben misleid.
Zooals altijd, moeten wij met het
aanvaarden van deze berichten voor
zichtig zijn. Het feit, dat de Boeren
bij Lindley een Engelsch convooi
hebben aangevallen en dat groote
Boerencommando's sterke stellingen
hebben ingenomen bij Ficksburg en
Bethlehem, pleit niet voor zulk een
algemeene moedeloosheid; Ook beeft
de commandant-generaal Louis Botha
het blijkt nu dat niet hij. maar
Philip Botha door de Engelschen ge
vangen genomen is bekend ge
maakt, dat van alle zijden de burgers
naar zijn kamp stroomen.
Naar de Times verneemt zal lord
Roberts niet eerder oprukken voor
hij weer van voldoende proviand is
voorzien en op zijn rechterflank goed
gedekt is.
Reuier seint uit Berlijn
Uit Thüringen wordt aan de Nat.
Ztg. geschreven, dat daar met groote
beslistheid opnieuw het bericht op
duikt van de verloving van II. M.
Koningin Wilhelmina met prins Ber
nard Heinrich, den kleinzoon van den
groothertog van Saksen-Weimar-Eise-
nach.
Renter's bureau voegt er bij dat
het de juistheid van dit bericht niet
heeft kunnen controleeren.
Bij de Maandag gehouden her
stemming voor een lid der Tweede
Kamer in het kiesdistrict Haarlem
zijn uitgebracht 3438 stemmen, van
onwaarde 79, geldig dus 3359 stem
men.
Gekozen werd jhr. mr. F. W. van
Stirum (lib.) met 1852 stemmen, ter
wijl op jhr. mr. T. A. J. van Asch
van Wijck (antir.) 1507 stemmen
waren uitgebracht.
Naar het Centrum meedeelt was
Dr. Schaepman, die zich te Rome bij
de Nederlandsche pelgrims had aan
gesloten, ook tegenwoordig bij de
Pauselijke audiëntie. De Paus moet
den doctor geprezen hebben als een
zijner getrouwste zonen en hem hebben
aangemoedigd om op den ingeslagen
weg voort te gaan en de katholieke
zaak te blijven verdedigen als tot
dusverre.
VAN
EWALD AUG. KöNIG.
16)
De blik van den advocaat rustte in koorts
achtige spanning op hetgezieht vanLiehtenstein.
«Hebt gij dat later mijn zwager niet gezegd,
om zijne beweringen te weerleggen vroeg
hij opgewonden.
«Neen, wat zou ik ook daarmee gewonnen
hebben Hij zou het ook niet erkend hebben, en
ik voelde me ook niet geroepen, als aanklager
tegen hem op te treden. Het ongeluk was een
maal gebeurd, er waren geene geloofwaardige
getuigen aanwezig, en zonder bewijzen kan men
geen aanklacht doen.»
»Gij doet het ook thans nog niet?»
"Zeker niet, Doctor! Het gerecht in Londen
heelt het voorval onderzocht en niets ontdekt»
»Het wist de getuigenis niet, welke gij op
dit oogenblik heb afgelegd.
»En al had het ze geweten, een bewijs van
schuld kon het daar niet uit afleiden. Schneider
zon die woordenwisseling geloochend hebben,
en ik laadde wellicht het verwijt van laster op
me. Misschen had ik beter gedaan, me niet
verder om de zaak te bekommeren en ook
tegenover u deze mededeelingen voor me te
houden, maar ik kon dat met mijn geweten
niet overeenbrengen. Ik heb er lang over nage
dacht, ik schrikte terug voor de gedachte, dat
mijne mededeelingen den vrede uwer familie
zouden kunnen verstoren, nogthaus achtte ik
me verplicht, ten minste met u er rond en open
over te spreken en dan het verdere aan u over
te laten."
»En ik dank u daarvoor,» antwoordde de
advocaat, die behoefte gevoelde op en neêr te
wandelen, om zijn opgewondenheid meester te
worden, »'t Is onzettend te moeten denken,
dat wij hier voor een duistere misdaad staan
dat niet een ongelukkig toeval, maar een moord
met voorbedachten rade
»Dat heb ik niet gezegd!» viel de Baron
hem snel in de rede. »Dat ongelukkig toeval
behoort toch altijd tot de mogelijkheden.
Waarom zouden wij er ook verder niet aan
gelooven
"Omdat wij het niet kunnen, Mijnheer de
BaronNiet ik alleen, ook mijne bruid vatte
terstond achterdocht op, toen wij de Jobstijding
ontvingen, en hoeveel moeite wij ons ook
gaven, om die verdenking te onderdrukken,
kwamen er toch oogenblikken, waaarin ze zich
eensklaps weder deed gelden. We zullen mis
schien nimmer zekerheid erlangentot een
openlijke bekentenis kunnen wij hem niet dwin
gen en voor een onderzoek van het duistere
voorval ontbreekt ons elk steunpunt.»
»Dus zou het beter zijn geweest, dat ik had
gezwegen,» zeide de Baron. »Het vermoeden
zou in den loop des tijds zijn ingesluimerd en
in uw familie ware de vrede bewaard geble
ven.»
»Wat het laatste betreft verontrust u daar
over niet; ik zal uwe mededeelingen als een
geheim beschouwen, dat gij mij onder het zegel
der geheimhouding hebt toevertrouwd. Als
Advocaat moet ik zoo menig geheim bewaren,
derhalve zal ik ook dit wel onder mij kunnen
houden. Mijn arme vriend was een degelijk en
eerlijk koopman; daarom moest het me des te
meer bevreemden, dat Herbert Schneider hem
verweet, dat hij achteloos boekgehouden en de
zaak aan den rand van den afgrond gebracht had.
Het was me onmogelijk te gelooven, dat dit ver
wijt recht van bestaan zou hebben, en uwe mede
deelingen leveren me het bewijs, dat mijn twijfel
gegrond is. Noemde Herbert zijn compagnon
schurk, dan zal hij zijne redenen daarvoor
gehad hebben; hij beschuldigde nooit iemand
lichtzinnig; hij was in alles, wat hij zeide,
ernstig en kalm.»
«Zóó heb ik hem ook leeren kennen,» zeide
de Heer von Lichtenstein, toestemmend knik
kende; «alleen als hij van zijn compagnon sprak
drukten zijne gelaatstrekken een diepe ontroe
ring uit. Dat alles herinnerde ik me later na
de onzettende catastrophe zeer duidelijk, doch
ik achtte het niet raadzaam met uwen zwager
daarover te spreken, hem te verraden, dat ik
de omstandigheden dieper doorzag, dan hij
vermoedde.»
"Gij vreesdet zijn haat?»
»Dat niet, maar, zooals ik reeds opmerkte
voelde ik me niet geroepen, als aanklager tegen
hem op te treden.»
Doctor Hackert was vóór zijn schriftafel
blij ven staan hij staarde in gedachten verzonken
op de akte, in welker onderzoek hij zoo plot
seling was gestoord geworden. »Hij heeft zich
op uw getuigenis beroepen,» zeide hij na een
wijle, «daarin ligt voor u een gegrond voor
wendsel, hem een bezoek te brengen. Zoudt
gij met me willen gaan, als ik u dat ver
zocht
«Naar hem?»
»Ja, en wel terstond,» antwoordde de advocaat
op beslisten toon. »Ik vermoed, dat gij niets
hebt te verzuimen, en ik zou er gaarne bij
tegenwoordig zijn, als hij u zoo onverwachts
weder ontmoet.»
Wordt vervolgd.