BUITENLAND. BINNENLAND. Vaststaan moest, dat een vergun ning wordt verleend voor bepaalden tijd, bijv. voor tien jarendat zij overgaat op de echtgenoote in het op bet tijdstip der vergunning bestaand huwelijk, indien deze weduwe wordt (of omgekeerd, als de vergunning staat op den naam eener gehuwde vrouw, op haar weduwnaar), doch niet ver der, op geen erfgenaam dat zij wordt vernieuwd, als de aanvrager steeds aan zijn verplichtingen heeft voldaan en zijn inrichting geen aanleiding heeft gegeven tot zoodanige klachten, dat het openbaar belang de niet- vei lenging gevvenscht doet ooideelen. Zoolang het cijfer der vergunningen in een gemeente niet was gedaald beneden het wettelijk maximum, zou geen nieuwe mogen verleend worden, tenzij er reden bestaat voor de uit zondering. op welke aan het slot van dit artikel wordt gewezen. Is, nu de wetswijziging urgent is geworden, op de fout van 1881 terug te komen Hel schijnt rnij toe van ja. Het zelfde, wat hierboven is aanbevolen, kan nu in de wet worden geschreven. We zouden dan een geheel nieuwe editie van de Drankwet moeten krij gen in plaats van deze herziening. Het gevolg zou dan zijn, dal het aantal drankverkoopplaalsen slechts geleidelijk verminderde, maar dat moe ten we ons liever laten welgevallen dan grove onrechtvaardigheid te be gaan tegen personen die liet niet helpen kunnen dat er gebrekkige wetten worden gemaakt. Alle tappers zouden onmiddellijk na het in werking treden dier nieuwe wet opnieuw ver gunning moeten aanvragenmisschien kon deze gelegenheid ook dienen om haar te weigeren voor zekere inrich tingen die bij de politie in een reuk van beruchtheid staan. De uitzondering, van welke hier boven op twee plaatsen is gesproken, zou deze moeten zijn: Het kan wen- schelijk zijn dat een inrichting, die hij den dood des eigenaars of van zijn weduwe moest worden opgeheven, bleef beslaan, dus dat een ander de vergunning kreeg om er het bedrijf uit te oefenen, al is in de betrokken gemeente het maximum overschreden Alleen voor dit geval zou liet aan beveling verdienen, den nieuwen exploitant toe te laten, mits hij eige naar werd (of reeds was) van minstens twee vergunningen, die alsdan ver vielen. Hij helpt dan mede, om het maximum spoedig te naderen. Voor zulk een overdiacht zou de toestem niing van Burgemeester en Wethou ders noodzakelijk zijn, niet hooger beroep als boven. Ik weet niet of een oplossing der quaestie in de hier geschetste richting goed zou zijnmaar de thans voor gestelde is, meen ik, veel slechter. W.F. Oflicieele berichten omtrent bepaald nieuws uit China zijn er sedert Vrijdag niet aangekomen, heeft de onder minister van buitenlandsche zaken Brodrick gisteren in het Engelsche parlement verklaard. Noch van Tientsin, noch van Peking, noch omtrent admi raal Seymour met zijn 2000 man internationale troepen is iets naders bekend geworden. Wij hebben slechts vernomen, zei Brodriek, dat de poging die op 21 dezer door Amerikanen en Russen gedaan is om de gemeenschap met Tientsin te openen, verijdeld is door den tegenstand van een groote macht Chineezen. Sedert zijn er troe pen uit Hongkong gearriveerd; men veronderstelt dat er nu 3000 Japan ners, 1000 Duitschers en 2000 Fran schen te Takoe zijn aangekomen of weldra zullen aniveeren, maar wij hebben geen berichten van operaties, die sedert misschien zijn ondernomen. Intusschen seinen de correspon denten der Engelsche bladen te Shang hai en Tschifoe zeer onrustbarende berichten. Zoo zegt een telegram dat een troepenmacht van de mogend heden, die met drie kanonnen van Takoe tot ontzet van Tientsin was opgerukt, in een hinderlaag is ge vallen, waarbij vooral de Russen zware verliezen leden; dit ontzetkorps zou in groote verwarring van Takoe zijn teruggekeerd. De Daily Express verneemt uit Shanghai, dat de verliezen, welke de Europeanen te Tientsin hebben ge leden, verschrikkelijk zijn; de toestand van ile overgeblevenen is zeer benard aangezien zij niet langs deliver kun nen ontkomen, wijl de booten niet over de ondiepten in de Peiho been kunnen. De Chineezen zouden met den moed der wanhoop vechten. Volgens koelie-berichten zou een kleine colonne blanken op 04 K M. ten Westen van Tientsin dagen lang tegen een ontzaglijke Chineesche over macht hebben gevochten totdat zij tenlaatste bezweken was. Naar men vermoedt zou dit wel het kleine Duit- sclie corps kunnen zijn dat zich van de colonne Seymour heeft afgescheiden om op eigen gelegenheid naar Peking te rukken. Wat de ontzetcolonne van Seymour aangaat, men vreest dat ook deze geheel vernietigd is, daar er volgens de Daily Express-corres pondent thans 80,000 welgeoefende Chineezen goed van kanonnen voor zien te velde staan, ongerekend nog de 270,000 ongeregelde troepen en de Boxers. Er wordt dan ook geloofd dat deze troepen zullen trachten de forten van Takoe te hernemen. Wij deelen hier deze bel ichten mee, zooals wij ze vinden, doch staan niet voor de juistheid er van in. Wat de houding der verschillende mogendheden betreft, wordt aan de Times van 24 dezer uit Yokohama bericht, dat Japan in de Chineesche crisis een gereserveer de houding schijnt aan te nemen. Met bepaalt er zich toe het concert der mogendheden en het evenwicht bij hun optreden te bewaren. Japan was echter oogen- schijnlijk bereid zijn volle sterkte in een krachtig samenwerken met elke macht te doen gelden, die dezelfde belangen heeft en een besliste politiek volgt, welke ten doel heeft den vrede te herstellen en pogingen van de een of andere mogendheid, die zich een overwicht zou trachten te verschaflen, tegen te werken. Ook de Vereenigde Staten hebben erkend dat de toestand te ernstig is om zich met politieke haarkloverijen bezig te houden. Mr. Kinley wil door het zonden van een gr oot aantal troe pen, blijkbaar een woordje meespre ken. De New York Herald deelt n.l. mee dat de Amerikaansehe macht in China weldra zal bestaan uit 4500 man, waaronder een batterij onder generaal Hall van de Filippijnen en 16 oorlogsschepen. Van meer beteekenis dan de houding van Amerika is het besluit van Rus land om de troepen van zijn aan China grenzend gebied mobiel te maken. De Tsaar heelt toch het volgende bevel uitgevaardigd: «Daar wij het noodig oordeelen de troepen van het militaire district Amoer op voet van oorlog te brengen, bevelen wij den minister van oorlog de noo- dige maatregelen te nemen. Tegelij kertijd bevelen wij de noodige militaire reserve uit de Siberische en Amoer- districten voor den actieven dienst op te roepen. Overziet men den toestand, zegt de Köln. Zt. en brengt men het feit, dat aan de Peiho en bij Tientsin de vreemde mogendheden niet legen de Boxers maar tegen net Chineesche leger strijden, in verhand met 't uit blijven van berichten uit Peking en het zich hardnekkig handhavend ge rucht dat prins Toean, de vader van den troonopvolger aan het hoofd der Chineesche troepen staat en ook de keizerin zelf last heeft gegeven alle vreemdolingen uit te roeien, dan moet rnen de Daily Telegraph gelijk geven, die zegt dat er voor deze dingen «zelfs in het diplomatieke woordenboek van politieke enphemismen" geen ander woord te vinden is dan «oorlog". Alleen betreurt het Keulsche blad het, dat de mogendheden tegen den tegenwoordigen toestand geen vol doende maatregelen hebben genomen, daar zij van verschillende kanten waren gewaarschuwd dat er langen tijd reeds iets broeide. Den 17en April kwam er reeds bericht dat er een opstand voorbereid werd en den 16 Mei bevatte de North China Herald een waarschuwing van een met de Europeanen bevrienden Chinees die als volgt luidt: «Ikschrijf u om u te waarschuwen, dat er een groot geheim plan bestaat alle vreem delingen uit te roeien en alle aan de mogendheden «verpachte" havens te heroveren. De hoofdleiders van den opstand zijn: de keizerin-weduwe, prins Tsjing, prins Toean, Kang-Yi, Tsjao Tju-Asjiao en Li Ping Heng. Met Mantsjoelroepen zal dit doel wor den bereikt; ook rekent men op de hulp der Boxeis in den grooten strijd, die nader aanstaande is dan de vreemdelingen in China vermoeden. De strijdleuze van de Boxers is«Be schermt de Keizerlijke dynastie en drijft de vreemde duivels in zee". De mogendheden sloegen deze waarschuwingen echter in den wind en staan nu voor feiten waarvan de ernstige gevolgen nog niet zijn te overzien. Uit de gister ontvangen Transvaal- sclie bladen blijkt in tal van inge zonden stukken, waarin den Burgers moed wordt ingesproken, waarin zij worden aangespoord om toch niet te versagen en vol te houden, dat vele Boeren na het bezetten van Kroon stad door de Engelschen, zijn gaan wanhopen aan de eindelijke overwin ning en dat zij bijna niet meer te bewegen waren om stand te houden In deze ingezonden stukken en ook door de ïedactie van De Volksslem zelf wij haalden er een artikel uit aan wordt er op gewezen, dat nog alles niet verloren is en dat, wil men vrije mannen blijven, in de eerste plaats de energie niet mag verflauwen. Zoo schrijft een burger in De Volks stem een open brief aan zijn mede burgers, waarin hij o. a. zegt: Wat is de reden, dat gij zoo twij felmoedig zijl; waarom keert gij den vijand den rug toewaarom onttrekt gij u aan den strijd? Waar is thans uw geloof; waar is nu het volk vol heldenmoedwaar is de geest dei- Voortrekkers? Waarom laat gij toe dat de vijand reeds spottend durft zeggen «Waar is nu hun God?" Kan het zijn dat de kinderen der kloeke Voortrekkers, die jarenlang onversaagd tegen eindelooze moeilijk heden en tallooze vijanden geworsteld hebben, reeds na zeven maanden den strijd opgeven? Hebt gij dan geen geloof meer? Meent gij in den weg Gods te zijn, wanneer gij in dezen strijd, dien gij niet zelf gezocht hebt, maar die li opgedrongen is, het niet bloed en lianen gedrenkte erfdeel uwer vaderen aan den aartsvijand van uw geslacht overgeeft zonder eerst alle krachten tot behoud daarvan te hebben ingespannen? Is dat uw dank baarheid jegens uwe ouders en groot ouders, die zooveel en zoolang voor u geleden hebben om u een eigen erve, een vrijen slaat te bezorgen? En vreest gij niet den vloek uwer kinderen en van uw nageslacht, wan neer zij eenmaal zich bewust zullen worden, dat zij door uwe schuld, door uwe lafhartigheid of onverschilligheid of ook verkeerd begrepen zelfzucht, die heeilijke en duurgekochte erve der vaderen verloren hebben en, in plaats van bazen en vrijen, slaven en huurlingen geworden zijn in hun eigen vaderland? Medeburgers, er moet ver andering komen en dat onmiddellijk. Anders gaat ons land verloren en is het voor altijd uit met uwe vrijheid. Weet gij niet wat er reeds in de zuid west-districten van den Oranje-Vrijstaat gebeurd is en in Bechuanaland? Weet gij niet dat volgens oflicieele rapporten van ge neraals Christiaan de Wet en Frone- man het onderworpen gedeelte van den Vrijstaat totaal geruïneerd is, niettegenstaande de fraaie proclama tie van Roberts? Weet gij niet welke gruwelen er de vorige week in Be chuanaland hebben plaats gevonden, hoe vrouwen en kinderen en zieken uit hun woningen verdreven, huizen verbrand, en zelfs reeds begraven lijken uit hun graven gehaald en op het veld geworpen zijn? Is het u bekend dat volgens oflicieele bei ich ten de Engelsche soldaten te Boshof naakt over de straten loopen en schandelijkheden met kaffermeiden plegen Is het u bekend dat te Bloem fontein, die gruwelijke en walgelijke ziekte (de vuilziekte), waaraan naar Engelsche statistieken 58 pCt. van het Engelsche leger lijdt, nu reeds onder do arme blanken zoowel als onder de kaffers is uitgebroken? En wanneer dat in den Vrijstaat geschiedt, dat steeds met Engeland bevriend is ge weest, wat, denkt gij, zal dan aan de gehate Transvaal, die doorn in Engelands oog, geschieden? Nadat hij daarna geschetst heeft dat zij zoo goed als slaven behandeld zullen worden indien Transvaal bij Engeland ingelijfd wordt, geeft hij den burgers in overweging nog eens rijpelijk er over na te denken dat het hun hoogste belang is de wapenen weer op te vatten en naar liet front te gaan. Doet gij dat niet, zegt hij, dan zijt gij medeplichtig aan den dood van uwe vaderen en uw medebur gers, die in den strijd voor lecht en vrijheid gevallen zijn. Dan zijt gij ondankbaar jegens God, die u zal doen hooi en «Ik heb u tot een groot volk willen maken, maar gij hebt niet gewild In den zelfden geest spreken ook de talrijke andere ingezonden stukken, hetgeen bewijst dat er in elk geval nog een groote pailij was om den strijd lot het uiterste vol te houden. Dat dit werkelijk het geval is, is uit de latere gevechten om en bij Johannesburg en Pretoria, uit de herhaalde gevechten in den Vrijstaat en het verbreken van Roberts' ver bindingslijn gebleken. En ook thans komt er weer bericht van lord Roberts, dat de Boeren het hem èn in den Vrijstaat èn in Transvaal weer lastig maken. Door de distillateurs, in verschil lende gemeenten gevestigd, wordt aan de Tweede Kamer een adres gezonden waarin zij hun bezwaren tegen het ontwerp tot wijziging der drankwet ontvouwen en verzoeken het niet aan te nemen, op grond, dat uit het ge- heele ontwerp blijkt dat zij. die in de eerste plaats omtrent dit belang hadden moeten zijn gekend, nl allen die bij den verkoop of vervaardiging van sterken drank belang hebben, niet zijn gehoord, hetgeen het tot stand komen van juiste en doeltreffende bepalingen niet in de hand werkt. Staatsloterij. Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging en aanvulling van art. 2 der wet van 23 Juli 1885 tot regeling der Staatsloterij. Meermalen is het voorgekomen, dat gedeelten van loten, waarop prijzen waren getrokken, öl verloren waren gegaan, óf waren vernietigd, in do meening dat daarop geen prijzen waren gevallen. Volgens art. 12, laatste lid, kon dan geen uilbetaling volgen en enkele malen vervielen op deze wijze vrij aanzienlijke bedragen aan den Staat. Daar de door belanghebbenden als vermist opgegeven loten binnen den bij art. 12 bepaalden verjaringstermijn van drie jaren niet ter betaling zijn aangeboden en ook niemand anders beweerd heeft eigenaar van de ver miste loten te zijn, mag men aan nemen dat die loten werkelijk toebe hoorden aan hen die de betaling vroegen. Het komt den minister van financiën wenschelijk voor dat voor dergelijke gevallen een weg worde geopend en de hardheid der slotbepaling van art. 12 zooveel mogelijk weg te nemen. Bij de bestaande wettelijke bepa lingen, nu niet meer de collecteur, maar de Staat schuldenaar is van den op liet vermiste Int gevallen prijs, moet elke uitbetaling worden gewei gerd, ook in gevallen waaun die vroeger meestal plaats had en waarin de billijkheid die thans eveneens zou eischen. De voorgedragen wijziging der wet van 1885 strekt om aan deze eischen van billijkheid te voldoen door eene bepaling, waarbij de Kroon zich voor behoudt om, nadat de verjaring zal zijn ingetreden, de uitbetaling te bevelen van prijzen of premiën, ge vallen op vernietigde of vermiste loten of gedeelten van loten, wanneer de uitbetaling dier prijzen of premiën gevraagd is voor het intreden der verjaring en de belanghebbenden het waarschijnlijk hebben gemaakt dat zij de daarop rechthebbenden zouden geweest zijn. Verder wordt voorgesteld aan den maatregel terugwerkende kracht te geven tot 1 Januari 1886. Deze bepa ling zal meer dan waarschijnlijk eene uitgave vereischen van hoogstens f 16,000 a f 12,000. Aardbeien. De oogst van de aardbeien zal dit jaar niet meevallen. Op de booge zand gronden heeft men het meest te duchten en wel bijzonder met over jarige beplantingen, liet is op som mige plaatsen zoo erg, dat tuinders, die in vorige jaren een opbrengst van f 500 hadden, thans blijde zullen zijn als zo met f20 thuis komen. liet kwaad zit er waarschijnlijk in tengevolge van de droogte van het vorige jaar, die heel wat heeft laten wegvallen, waarvan men hoopte dat terecht komen zou met het milde voorjaarsweer Dat is echter niet zoo geweest. Bovendien richt de gevreesde rijp (rupsenplaag) kolossale verwoes tingen aan. Op de lage en gemengde gronden is het beter, al zal ook daar van grooten overvloed geen sprake zijn. De tuinders slaagden dit jaar niet in het verkoopen van aardbeien op contract, van achteren blijkt het, dat dit nu maar goed is Er zullen voor de gewone consump tie aardbeien genopg komen, doch de groote productie, die ontstaan is dooi de voortdurende en uitgebreide aan plant en waarmee geregeld op het buitenland gewerkt werd, is verloren. Daarom zal nu de toeleg moeten zijn om door oordeelkundig handelen, de binnenlandsche maikt niet te be derven en wat naar het buitenland gaat niet tegen te lagen prijs af te leveren. PLAATSELIJKE BERICHTEN. Bij het 5e Regiment infanterie zal aan het examen tot toelating voor het 1e studiejaar van den cursus, hetwelk op 3 Juli a s een aanvang neemt, worden deelgenomen door 33 adspiranten t.vv. 2 sergeanten, 17 sergeanten-titulair en 14 korporaals, terwijl aan het examen tot toelating voor het 2e studiejaar van voormelde inrichting door 1 adspirant wordt deelgenomen, allen behoorende tot genoemd korps. -Bij het 5e Regiment infanterie zijn door den heer Kolonel Regiments commandant bevorderd tot reserve sergeant de reserve-korporaals J. de Kroes, P. N. van der Stole en II. de Bie; en tot reserve-korporaal de adspiranl-vaandrig A. Goekoop. De afdeeling Amersfoort is een gewichtige factor geworden in de Maatschappij tot Bevordering derToon- kunst. Voor het tijdvak van driejaren toch kan zij een vertegenwoordiger zenden naar het Hoofdbestuur te Amsterdam, terwijl zij voor dit jaar een lid aanwijst in de Commissie tot nazien der Rekening en Verantwoor ding over het jaar lt>99/1900. Voor deze betrekking zijn aangewezen res pectievelijk de HH. Jos. M. C. Haak secretaris en I. M. J. Hoog penning meester der afdeeling. Tot opzichter bij den locomo tief- en treindienst bij de H. IJ S. M. is, in de plaats van den heer P. M. den llertogh, die 1 Juni den dienst met pensioen verliet, benoemd de heer J. Wapstra, opzichter-machinist aan het Centraal-station te Amsterdam. Ten behoeve van de hier in Augustus te houden schietwedstrijden van den «Ned. Bond van oud-onder officieren" is bij het plaatselijk afdee- lingsbestuur alsnog ontvangen een verguld zilveren medaille van onzen stadgenoot den heer G. L. Müller. - De kapitein voor speciale diensten, L. J Kuijck. van het le regiment veld-artiIlerie te Utrecht, wordt 9 Juli gedetacheerd bij de 11de afdeeling van het korps te Amersfoort. Luitenant J. C J Kempees, van het le regiment veld-artillei ie, wordt 1 September voor den tijd van éen jaar gedetacheerd bij de Geschutgie terij te 's-Gravenhage. Zaterdagavond werd in «het Valkje' alhier, door notaris Van Bla- ricum, ten verzoeke van de kerk L V. Hemelvaart publiek verkocht de door de erven Goidevvijk aan die kerk vermaakte goederen, zijnde een heerenhuis en schuur, staande aan den Kleinen Koppel alhier. Zij werden in massa verkocht voor f 5300. De N. Arnh. Cl. verneemt van bevoegde zijde dat de voorgestelde wijziging in de Drankwet doordeafdee- lingeii der Tweede Kamer zeer ongun stig ontvangen is. Onderstaand programma zal hedenavond door het Stafmuziekkorps van het 5e Reg. Inf. in Amicitia worden uitgevoerd: 1. FeestklankenM. \V. Petri. 2. Ouverture /fricoche und Cacolet Von Suppé. 3. >Alesia-Walzer," a.d. operette nLa PoupéeAudran. 4. Fantasie de l'opéra »Les Peeheurs" de Perles"Bizet. 5. Ouverture zur oper «Das Goldene Kreuz"Ion. Brüll. 6. a »Cavatine"Raff. b. »La Sérénade" Valse Espagnole MéTRA. 7. '2. Ungarische tanze Brahms. 8. »Meyerbeeriana"' Grosses Pot pourri Arth. Sejdel. Muziekuitvoering te geven door de muziekvereeniging «Caecilia" op а.s. Donderdag 's avonds ten half 8 ure op den Hof onder leiding van den Heer M. J. Iloupst. Programma. 1Sangersgruss, rnarsch L. Jaeger. 2. Ouverture L'amazonc C. M. von Weber, 3. Mein KöniginG. Feremahs. 4 Fantasie Hollandsch bloed L. EllkgiErs. 5. Hochzeitsmarsch Mendelssohn. Ouverture Marie HenrietteL. Moxtagne. 7. La Madonne, raarche de processionD. Snoek. 8. Potpourri populaire No. VI. G. Renaud. 9. The Washington Post, raarsch Kratzl.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 2