NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. Juffrouw Kregel. BUITENLAND. No. 54. Zaterdag 7 Juli 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uilgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De jongste berichten uit China wijzen er op, dat de toestand nog steeds verergert en dat het een strijd zal worden lusschen liet gele en het blanke ras. waar van de gevolgen nog niet te overzien zijn. Een oorlog van Europa tegen China schijnt nu onver mijdelijk, waarvoor dekeizerin-weduwe de verantwoordelijkheid werpt op de mogendheden, hetgeen kan blijken uit twee edicten welke zij heeft uit gevaardigd en die in te Kanton ver schijnendedagbladen zijn gepubliceerd, Deze edicten, die voor eenige dagen door Li-Hung-Tsjang zijn ontvangen, behelzen beschouwingen over de be weging der Boxers, den strijd van de vreemdelingen tegen China er. de positie der vreemde autoriteiten. Daarin wordt gezegd, dat een ver zoening met de Christenen, tegen welke het geheele volk, militairen, geleerden, adel en prinsen, zich nu vereenigt, met het doel om ze uit te roeien, geheel is uitgesloten De vreemdelingen, zegt de keizerin, heb ben den oorlog tegen China met hun aanval op de Takoeforten geopend en tengevolge daaivan is de verbittering tegen alle vreemdelingen noggestpgen. De onderdrukking van het volk is gevaarlijk. Daarom schijnt het voor hands raadzaam gebruik te maken van deze tegen de vreemdelingen ge richte beweging. De bedreigde gezantschappen te Peking, verklaart de keizerin echter te willen beschermen, (cic Of de vreemdelingen sterker zullen wezen dan wel China blijft af te wachten. In elk geval moeten alle gouverneurs aanstonds troepen tot verdediging hunner disticten aanwer ven en overeenkomstig de plaatselijke omstandigheden naar eigen goedvinden handelen. Maar voor elk verlies van land worden zij verantwoordelijk ge steld. Hierin leest men tusschen de regels door, dat de Chineesche regeering den strijd tegen de vreemdelingen gaat aanvaarden. En dat de oproep om de wapenen op te vatten niet tevergeefs is gedaan, kan blijken uit het steeds aangroeien van de Chineesche troepen macht hij Tientsin. De internationale troepen zijn bij lange na nog niet in voldoend aantal aanwezig om met hoop op succes naar Peking op te rukken en het blijft de vraag of zij zelfs Tientsin kunnen behouden. De Russische en de Engelsche ad miraals Alexejef en Seymour hebben op 30 Juni over de toestand beraad slaagd en dezen kwamen tot de con clusie dat Peking voorloopig niet was te bereiken zij zouden echter trachten Tientsin te behouden, maar mocht ook dit ondoenlijk blijken, dan zouden zij althans alle krachten inspannen om ook Takoe niet te verliezen. Vol gens koelieberichten lukt een groot Chineesch leger met 70 kanonnen op Tientsin aan, dat feitelijk nog be legerd wordt door groote troepen- afdeelingen, die om de slad heen zwermen. In elk geval blijven de Chi- neezen sterk genoeg oin te beletten dat de vreemdelingen worden wegge voerd. Een poging daartoe zou Zondag reeds gedaan zijn, doch deze was mislukt; massaaschineezen toch ston den langs de beide oevers van de Peiho geschaard en schoten op de booten. Dit zijn bedenkelijke teekenen en doen de laatste hoop dat de vreemde gezanten te Peking nog gered kunnen worden, in rook vervliegen. Intusschen zijn de belichten uit Chineesche bron niet onvoorwaardelijk te gelooven, doch daar zij de eenige zijn, die tot ons komen, dienen wij er toch rekening mee te houden. Een ander telegram, gedagteekend Tientsin 30 Juni, door admiraal Sey mour aan de Engelsche admiraliteit verzonden, luidt gunstiger, doch is ook uit Chineesche bron afkomstig, van boden, die uit Peking te Tientsin zijn aangekomen. Zij brachten be richten, ioopende tot 24 Juni, die gedeeltelijk reeds hekend zijn. Ook deze boodschappers meldden, dat som mige ambassades waren verwoest, de Russische gedeeltelijk, maar dat de Engelsche Fransche en Duitsche ge zantschapsgebouwen nog onbeschadigd waren. De Europeanen bevonden zich in de Engelsche legatie, waar pro viand aanwezig was doch weinig ammunitie. Een der poorten \an Pe king in de nabijheid van de Engel sche ambassade was door de Euro peanen met kanonnen bezet, welke zij op de Chineezen hadden veroverd. Vijf man van de matrozenwacht waren gedood en een officier gewond. Bij het afzenden van dit bericht waren er niet veel zieken. Zoo was de toestand op 24 Juni, dus reeds meer dan een week ge leden toen was zij reeds hachelijk. Bij gebrek aan ammunitie zullen zij zich onmogelijk lang meer kunnen vetdcdigen en daar ontzet in den eersten tijd niet te verwachten is, wordt het waarschijnlijk, dat evenals Duitschland, ook de overige mogend heden de afschuwelijke misdaad van gezantenmoord te wreken zullen hebben. De namen der gezanten in Peking zijn: Rusland Von Giers, Japan baron Nishi, Duitschland Von Ketteler, Frankrijk Piehou, Engeland Sir Claude Mac Donald, Nederland Knobel, Ver. Staten Edward Conger, Italië markies Raggi, Oostenrijk baron C. von Walil- boin, Spanje Don Bernado de Cologan, België Joostens. Omtrent den moord op den Duit- schen gezant Von Ketteler weten de Daily Mail en de Express nog nadere bijzonderheden te melden. Von Ket teler zou het slachtoller van een val strik door prins Toean aan de ge zanten gespannen, zijn geworden. Zij waren nl. uitgenoodigd om naar het Tsung-li-Yamen te komen, doch allen, behalve Von Ketteler, doorzagen den toeleg en bleven thuis. Alleen de Duitsche gezant ging, begeleid door een wacht van matrozen: op straat werd hij toen door een groote menigte aangevallen en door vier kogels ge troffen. Volgens de Daily Mail werden een Biitsche officier en eenige ma trozen, die den gezant te hulp kwamen gewond. De Duitsche matrozen, die niet bij machte waren den gezant te redden, staken daarna uit wraak het gebouw van het Yamen in brand. Te hoop geloopen gepeupel liep met de hooiden van gevallen Europeesche soldaten op pieken rond, dreigende alle vreemde duivels eveneens te zullen dooden. En dat dit helaas naar alle waar schijnlijkheid nu reeds geschied is. blijkt uit een Reuier- bericht uit Shanghai daar aangebracht door Chi neesche bedienden die uit Peking zijn gevlucht. Volgens dezen, zouden alle gezantschapsgebouwen verbrand en alle vreemdelingen ongeveer 1000 in getal vermoord zijn. De opperbevelhebber van het Fran sche leger, generaal Jamont, heeft zijn ontslag gevraagd en verkregen. Dit staat in verband met de laatste incidenten wolke bij den generalen staf hebben plaats gehad liet ontslag van den chef van den generalen staf, Delanne en wat daaraan is voorafge gaan. Generaal Jamont heeft nu ook zijn ontslag ingediend en verkregen en in zijn plaats is benoemd Brugère, de militaire gouverneur van Parijs, welke deze functie tevens zal blijven ver vullen. Dit feit het betreft hier voor de nationalisten weer de »eer van het leger" heeft eergister in de Kamer aanleiding geven tot een interpellatie, waai bij liet weer ru moerig toeging. De minister van oorlog, André, zeide in antwoord daarop, dat generaal Jamont in verband met de wijzigingen in het bureau van den generalen staf, zijn aanvraag om ontslag deed, zeg gende dat de instabiliteit in de takken van staatsdienst de leiding van het departement van ooi log onmogelijk maakte, In zulke termen opgesteld, zeide de minister, was het ontslag een protest. Jamont is daarop van zijn funtiën ontheven en ter beschik king gesteld, en vervangen door Bru gère. (Applaus). De oud-minister van oorlog Kranlz, ontzag zich daarop niet een lofrede te houden op Jamont en de houding der regeering te laken. De afgevaardigde Jourde las hem daarover echter de les, door te ver klaren, dat hij zich niet kon begrijpen dat een oud-minister van oorlog een vergrijp legen de discipline in het leger prees. Op deze woorden volgde een oor- verdoovend lawaaiterwijl de oppositie raasde en tierde, applaudisseerde de regeeringspartij. Na een ontstuimig debat werd een door den afgevaardigde Bouzy voor gestelde motie van vertrouwen, waar mede de regeering zich vereenigd had, aangenomen met 307 tegen 258 stemmen. Daardoor toonde de Kamer dus zich te willen blijven verzetten tegen de aanmatigingen van sommige millitaire chefs. Het hof van assisen van Brabant te Brussel heeft bij uitvoerig gemoti veerd vonnis Sipido, die den aanslag op den prins van Wales pleegde, vrijgesproken, zijn invrijheidstelling gelast en hem tot den leeftijd van 21 jaar ter beschikking van de re- geefing gesteld. Deze uitspraak werd met levendig applaus door het publiek ontvangen. De beklaagden Peueliot, Meert en Meire werden eveneens viijgespcokeri. Humoristische Novelle. I. 1) 't Was bloot toeval, dat juffrouw Kregel, "juffrouw Kregel» heette. Haar papa-zaliger had h&fr, en een onge- huwden broeder dezen naam, in gezelschap van legio «negatieve bezittingen» nagelaten; en haar geboorte-acte dateerde vanueen geen onbescheidenheid; juffrouw Kregel, be weerde achtentwintig Lente's te tellen, behalve een zeker aantal Lente's Zomer's, Herfsten en Winter's, die zij naar alle waarschijnlijkheid niét teldeDoch haar geboorte-acte vermeldde duidelijk: Johanna Adriana Helena Kregel! t Was bloot toeval, maar al had men er zÜn geheele leven over nagedacht, men had haar zeer bezwaarlijk een meer gepasten bij naam kunnen geven, dan haar werkelijken geslachts-naam Of haar humeur dan zoo onaangenaam was? Och, vraag het haar broedermet hem woont zij nu al sedert den dood haar's vaders samen en dat is ongeveer acht j aarHij haar broer Gerard - in de wandeling Gerrit ge naamd, doch bij gelegenheid van snibbigheid door zijn zuster weder met den naam Gerard aangesproken, oefende het eerzame bedrijf van piano-stemmer uithij was de kostwinner voor hun beiden, doch daarmee was dan ook allés gezegd; Johanna of liever Antje, gelijk ze genoemd werd was feitelijk de baas! Gerrit moest het niet wagen 's avonds na tienen thuis te komen; lieve hemel, dhn zat er wat voor hem op Yan z'n inkomen mocht hij twee gulden zakgeld houden vroeger was het een daalder, doch sedert zijn dertigsten jaar heeft hij twee kwartjes opslag gekregen. De rest moest hij Antje in bewaring geven, die dan weder- keerig hem van boven- en onderkleeren voorzag Éénmaal in de maand gingen broer en zuster naar een Café-chantantdat was het eenige »uitgaan» van Antje; haar broer «ja, die verkwistte wat een geldvolgens haar beweren (hoewel het nog een zeer moeielijke vraag is, hoe men van twee gulden zakgeld 's weeks een verkwister kan zijn Voor het overige was de omgang met juf frouw Kregel haast even onmogelijk, als van een schutter een geoefend soldaat temaken!» Het spreekt van zelf, dat ze moeielijk dienst meisjes kon houden; ongeveer om de veertien dagen veranderde ze dan ook van dat «nood zakelijk kwaad» zooals ze 't noemde. Ze hadden ook een getrouwde zuster, wier kinderen doodsbang waren voor tante Antje; die zuster had nog een ongehuwden zwager en die was welhaast de eenige uitzondering met betrekking tot den omgang met Juffrouw Kregel! Jan Komerszoo heette hij kon 'tnog al met haar vinden en misschien was er uit die twee nog «vel eens een jong paartje (Jan was diep in de veertigontstaan, als niet het wreede noodlot of liever het mêe- doogenlooze toeval er een schotje voor ge stoken had II. 't Is de 3e December, dus eenige dagen voor het echt Hollandsch St. Nicolaasfeest; en het moet gezegd worden juffrouw Kregel bedacht haar nichtjes en neefjes altijd goed met Sin terklaas; ook Gerrit kreeg dan wat van haar, waarbij hij echter weinig garen won, daar hij haar altijd iets teruggaf van minstens de dub bele waarde alleen om des vrede's wille Op dien avond dan gingen Juffrouw Kregel en haar broer de noodige inkoopen doen. «Neeltje» zoo zei ze bij het weggaan »we gaan even een paar boodschappenzorg dat de koffie gereed is als we terug komen,» en daarna tot haar broer: »Kom Gerrit, ben je haast klaar?» Nauwelijks hadden zij de deur achter zich gesloten, of er werd gescheld, en toen Neeltje opengedaan had klonk yr een stem van be neden «Ik ben 't Neeltje; ik zag juist de juffrouw en haar broer uitgaan, en nu wilde ik je eens wat vragen. 'tWas Jan Komers, die onder het uitspre ken van deze woorden reeds boven aan dén trap stond. «O Is Uwe't zei Neeltje bibberend »ik schrok er warendig van »Ja, zie jeik wilde gaarne eens de garde-robe van je juffrouw nazien Neeltje keek hem vragend aan. »Ja ik bedoel haar kleeren-kast «Maar dat durf ik niet te doen, meheer,» opperde Neeltje. «Kijk eens hier, Neeltje» en Komers gaf haar een gulden, w'tis met het oog op St. Nicolaas maar geen woord zeggen dat ik hier ben geweest, hoor!» Op 't zien van dien gulden werd Neeltje plotseling toegevend gestemd, en bracht Komers volgens zijn verlangen naar de garde-robe van juffrouw Kregel; doch voor hij zijn doel bereikt had, werd de huisdeur geopend, hoorde men iemand de trap opkomen, zei Neeltje verbleekend Wordt vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1