NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. T EXTRA PREMIE 1.1 Koningin Vlelmina lerlog Hendrik v. Mecklenburg. FEUILLETON. No. 89. Woensdag 7 November 1900. Negen-en-twintigste jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. voor onze Abonnés 60 CENTS HELIOGRAVURE BUITENLAND. Nieuwe Dmzenfl-en-ééii-Naclit-Verlialen. DE ZELF-MOORD-CLUB. Amersfoortsche Courant v-:'- ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden f 1.Franco per post door het geheele Rijk. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in tezenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER, Amersfoort. ADVERTENTIËN: Van 16 regels f 0.40; iedere regel meer 5 Cent. Advertentiën viermaal geplaatst worden slechts driemaal berekend. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. stellen wij tegen betaling van slechts verkrijgbaar eene fraaie met de PORTRETTEN van EN Men haaste zich deze fraaie plaat te doen afhalen daar de voorraad gering is en zij dus spoedig uitver kocht zal zijn. De Uitgever. Ondergeteekende wenscht te ontvangen een heliogravure met de portretten van H. M. de Koningin en H. D. verloofde, waarvoor hierbij 60 cents. WoonplaatsHandleekening De berichten van liet oorlogslerrein zijn in de laatste dagen weer bijzonder schaarsch. Zij gewagen slechts van kleine schermutselingen bier en van buit maken van vee door Boeren zoo wel als door Engelschen daar. Het laatste telegram van lord Roberts is gedateerd van Johannesburg 2 Novem ber en luidt aldus: «Generaal Kitchener, die te Lijden burg het bevel voert, heeft een nachte lijken marsch gedaan en Sehoeman's lager in Steenkampsberg met liet aan breken van den dag verrast, en is vervolgens voortgerukt naar Schalk Burger's lager te Rooikrans. Het moeilijke terrein verhinderde hem de Boeren na te zettendezen trokken in noordelijke richting. Onze verliezen waren vier gewonden, een zwaar; de vijand liet vijf dooden op het veld en had verscheidene gewonden. Een burger werd gevangen en acht geweren en veel krijgsvoorraad werden buit gemaakt. Rundie bericht dat luitenant Caven dish Brown, van de Wilts yeomanry, den 23en October in een gevecht gedood is en den 25en een gewoon soldaat, beiden door ontplofbare ko gels. Bij zijn aankomst te Potchef- stroom op 29 October vond Barton daar verscheidene gewonde Boeren in het hospitaalzij vertelden hem dat hun verliezen in het gevecht op 25 October (bij Frederikstad) 140 dooden, gewonden en vermisten hadden be dragen. Clements meldt dat den 29en Octo ber aan den Witwatersberg een groot aantal dieren, veel ammunitie en zes gevangenen zijn genomen. Wij hadden geen verliezen. Kelly-Kenny's kleine colonnes onder White en Barker hebben in de laatste dagen in het zuidelijke gedeelte van de Oranje-rivierkolonie lichte scher mutselingen gehad met afdeelingen Boeren. Drie man van do yeomanry werden den 28en October bij een van die gevechten gewond. Paget, wiens colonne naar Rusten burg was opgerukt, op liet bericht dat de vijand van plan was naar de Vaal te trekken en zich met De Wet te vereenigen, heeft eergisteren ten Z. W. van de Magatspas een gevecht geleverd. Plumer's bereden troepen dreven de Boeren uit twee sterke stellingen over moeielijk terrein. De yeomanry uit Yorkshire en War wickshire nam een stelling stormen derhand; het 3do regiment imperial woudloopers trok een andere stelling om, zoodat de vijand genoodzaakt was inderhaast af Ie trekken. Wij hebben in den laatsten tijd veel regen gehad, en door den slechten toestand van de wegen kwamen de infanterie en zware kanonnen te laat aan om deel te nemen aan het gevecht. Onze ver liezen warentwee man gesneuveld en een gewond. Wij namen zes ge vangenen en eenig vee." Verder wordt nog gemeld, dat ge neraal De Wet thans in de nabijheid van Frankfort is en in de nabijheid van die plaats 800 stuks vee heeft buit gemaakt; dat ten Zuiden van Kroonstad door de Boeren een com pagnie vrijwilligers is gevangen ge nomen en een mailtrein aangehouden, waarbij zij zes zakken met brieven verbrandden en dat de Boeren tus- schen Aliwal Noord en Rouxville een patrouille van vier man gevangen namen, hen van hun uitrusting ont lastten en daarop weer vrij lieten. Allemaal kleine krijgsbedrijven, doch die er op wijzen dat er nog steeds actie is en blijft. De groote oorlog is nu eenmaal voorbij, doch de guerilla iu vollen gang. Een gevolg daarvan is dat verscheiden generaals, nu er geen groote troepenbewegingen meer plaats hebben, naar huis worden ge zonden. Zoo zijn de generaals Pole- Carew, Clery en Howard te Durban aangekomen om zich naar Engeland in te schepende generaals Hutton en Wavell arriveerden reeds te Sout hampton spoedig naar het heet, zal lord Roberts zelf hen volgen, ofschoon er ook weer een bericht is, dat zijn vertrek wegens het steeds grooter wordend verzet opnieuw een maand is uitgesteld, ook al wijl men vreest voor een nieuwen opstand in de Kaapkolonie. De laatste, verlieslijst der Engel schen wijst trouwens voldoende aan, dat de strijdvaardigheid der Boeren nog niet gebroken is. In Engeland zien sommigen dat ook zeer goed in en wel met riame de bekende redac teur van de Morning Leader, Williams, die het verliescijfer van de maand October, een verschrikkelijk feit noemt, dat men goed onder de oogen moet zien. Het gaat eer slechter dan beter, zegt hij, want het verliescijfer in de tweede helft der maand is grooter dan dat van de eerste en het verlies aan officieren dat is altijd een ernstig teeken is weer zwaar. Hoe lang zal die slachting nog voortduren roept hij uit. En zullen de staatslieden dan geen enkele poging doen om met den vijand tot een schikking te komen Laat toch ter wille van onze eigene zonen er een middel op gevonden worden, dat wij ons gezond verstand kunnen gebruiken, wat toch het menschwaardigste is! Ook een Engelsche dame, Kate Courtney, verheft in de Westminster Gazette haar stem tegen den oorlog. Waarom duurt de oorlog voort? vraagt zij. Zij heeft al verschillende antwoorden gehoordomdat het ministerie van oorlog onbekwaam, of het leger onge schikt is; omdat Lord Roberts vroeger te lankmoedig was; omdat de Boeren allerlei dingen voorgelogen worden, en een enkele zwakke en bedeesde stem heeft gezegd dat het misschien zou kunnen zijn, dat de Engelschen hun vijanden tot wanhoop brengen door het rooven en branden van den laat sten tijd. Maar waarom sluiten wij onze oogen voor de waarheid? vraagt Miss Courtney. Waarom zien wij niet dat het voortduren van den oorlog tot het onuitsprekelijk bittere einde slechts deze oorzaak heeftdat de Boeren liever hun leven willen opofferen dan hun volksbestaan te verliezen en voort te moeten leven als onderworpenen? Toen hun voorouders die wij helden noemen de dijken doorstaken en het zeewater over Holland lieten vloeien, hebben zij dezelfde keus gedaan. Het komt er weinig op aan, dat de Engelschen geen Spanjaards zijn, en dat persoonlijke en politieke vrijheid den Boeren worden beloofd. Zij willen hun onafhankelijkheid hebben, of an ders sterven En die onafhankelijkheid mogen wij hun wel laten, meent Miss Courtney. Wat hebben wij nog te vreezen van die gedecimeerde, geruï neerde, verhongerende bevolking? Heb ben wij hen dan zóó verongelijkt dat wij hun geen onafhankelijk bestaan meer durven geven, naast onze eigen onderdanen? Zoo niet, laten wij dan de goudmijnen nemen als oorlogsschat ting, en de rest van het land aan hen overlaten. Weigeren zij elke tegemoetkoming, dan zullen wij ten laatste het terug- kceren van de rust kunnen afkondi gen, maar het zal de rust zijn van den dood. Maar het kan zijn, eindigt Miss Courtney, dat het niet daartoo komt en dat er nog een arm wordt uitge strekt om dit ongelukkige volk te red den. En hoe groot zal dan onze schande zijn! Het is ongetwijfeld een verblijdend teeken, dat er in Engeland zelfs steeds meer stemmen tegen dezen gruwzamen oorlog opgaan. Maar zullen deze stem men gehoord, zal er naar geluisterd worden? Wij vreezen maar al te zeer, dat ze zullen zijn voces clamantes in deserto stemmen van roependen in de woestijn. De presidentsverkiezing iu Amerika. Heden is het de dag der dagen in Amerika. Wie zal zitting nemen in het Witte Huis, Mc. Kingley of Bryan? Wie zal vier jaar den koers der poli tiek bepalen Deze vragen, waarover met onge hoorde woede gestreden is, zullen zijn beslist als dit nummer onder de oogen onzer lezers komt. De partijnamen zijn gebleven: re publikeinen en democraten bestrijden elkaar, de eersten hebben op hun schild geheven Mc. Kinley, de laatsten Bryan. Maar al zijn de partij-namen dezelfde geblevenhet zijn niet meer dezelfde partijen van vroeger. Toen de republikeinsche partij in 1860 als overwinnaar uit den strijd te voorschijn kwam en met Abraham Lincoln het Witte Huis betrok, was zij de belichaming van het groote vraagstuk der afschaffing van de door ROBERT LOUIS STEVENSON. 19) De Geschiedenis van den Dokter en de Saratoga-KoQer. Silas verbrak nu bet zegel van den enveloppe die het adres bevatte, en beval de deftige lakei hem naar Box-Court te rijden. Het scheen hem toe dat de plaats den man niet onbekend was, want bij keek hem ontsteld aan, en ver zocht hem het adres te herhalen. Met een be klemd hart, nam Silas in het schitterende rijtuig plaats en werd naar de plaats zijner bestemming gereden. De ingang naar het Box- Court was te nauw om het rijtuig door te laten; het was een nauw straatje tusschen twee hekken doorloopend met een lantaarn paal aan het begin en het eind. Tegen een dezer lantaarnpalen zat een man, die dadelijk opsprong en een vriendschappelijk teeken met den koetsier wisselde, terwijl de lakei het por tier opende en aan Silas vroeg of hij de Sara toga-koffer van de achterbok moest halen en aan welk nummer zij bezorgd moest worden. «Nummer drie, alsjeblieft", antwoordde Silas. De lakei en de man die tegen den lantaarn paal gezeten had, geholpen door Silas zeiven hadden hunne handen vol, om de koffer naar binnen te dragen; en voor zij afgeleverd was aan de deur van het huis in quaestie zag de jonge Amerikaan tot zijne ontzetting, een twaalftal straatschuimers toekijken. Doch hij klopte aan met een gezicht, zoo kalm als hij het slechts zetten kon en gaf de enveloppe af aan dengene die de deur opende. «Hij is niet tehuis", zeide hij, «doch als gij uwe brief hier wilt laten en terug komen morgen ochtend vroeg, dan zal ik u kunnen zeggen wéér en wanneer hij u ontvangen kan. Wilt ge uwe koffer hier laten? voegde hij erbij. «Zeer gaarne" riep Silas uit«en het volgende oogenblik had hij spijt van zijne overhaasting, en verklaarde dat hij de koffer liever mee wilde nemen naar het hotel. De menigte lachte hem uit om zijne besluite loosheid en volgde hem naar het rijtuig met beleedigende taal; en Silas, beschaamd en vol vrees smeekte de bediende hem naar een rustig en comfortabel hotel te brengen dicht iu de buurt. Het rijtuig van den Prins zette Silas af aan het «Craven Hotel" in de Craven-Straat, en reed dadelijk heen, hem alleenlatend met de bedienden van het hotel. De eenigste onbezette kamer, bleek een kleine krot vier trappen hoog te zijn en zag uit op de plaats. Naar dit kluis droegen twee stoere kruiers, al klagend en met oneindig veel moeite, de Saratoga-koffer. Het ia onnoodig erbij te voegen dat Silas dicht achter hen bleef onder't opstijgen, en bij iederen hoek zijn hart vast hield. Eén misstap en de koffer kon over de leuning vallen en zijne noodlottige gevaarlijke inhoud, open en bloot deponeeren onder in de gang. In de kamer aangekomen, ging hij op den rand van zijn bed zitten om te bekomen van de angst die hij juist doorstaan had; doch nau welijks had hij plaats genomen of hij voelde zich verlamd van schrik daar hij de laarzen jongen naast zijne koffer geknield zag, druk bezig de koorden los te maken. «Laat zitten!" riep Silas, «ik zal er niets uit noodig hebben zoolang ik hier blijf. «Dan kon u het ook wel in de vestibule hebben laten staan," gromde de man, «het ding is zoo groot en zwaar als een kerk. Ik kan niet begrijpen, wat er inzit. Als het allemaal geld is, dan ben je rijker dan ik". «Geld!" riep Silas uit in verwarring. «Wat bedoel je met «geld" Ik heb geen geld en je spreekt wartaal. «In orde, kapitein" antwoordde de laarzen- jongen met een knipoogje. «Niemand zal uw «lordschip's" geld aanraken. U kunt mij ver trouwen als de Bank zelf," voegde hij erbij, «maar daar de koffer zwaar is zou ik er niet optegen hebben op uw lordschip's gezondheid te drinken." Silas drong hem twee Napoleons op tegelij kertijd zijn excuus makend dat hij hem niets anders dan vreemd geld kon geven, en als verontschuldiging aanvoerend dat hij zoo juist aangekomen was. En de man, nu nog erger mopperend, en verachtelijk met het geld in zijn hand naar de Saratoga-koffer kijkend en vice- versa, ging eindelijk heen. Het lijk zat nu bijna twee dagen in Silas" koffer; en zoo gauw hij alleen was rook de ongelukkige Nieuw-Engelander scherp aan al de reetjes en openingen. Doch het weder was koud, en de koffer bewaarde nog met succes zijn vreeselijk geheim. Hij ging op een stoel ernaast zitten, bedekte het gelaat met de han den, en verzonk in droevig gepeins. Als er niet 'spoedig hulp op kwam dagen, zoo dacht hij, «dan kan het niet lang meer duren of alles moest ontdekt worden. Alléén in een groote stad, zonder vrienden of helpers en als de in troductie van den Dokter faalde, zou hij zon der twijfel een verloren Nieuw-Engelander zijn. (Wordt vervolgd,/

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1900 | | pagina 1